place

Amsterdamse Bostheater

Amsterdamse BosTheaterzaal in Amsterdam
Ingang Amsterdams Bostheater
Ingang Amsterdams Bostheater

Het Amsterdamse Bostheater is een openluchttheater in het Amsterdamse Bos. Het werd in 1954 geopend en was oorspronkelijk bedoeld voor massaspelen, volksdansen, toneel en lezingen, en voor activiteiten voor de jeugd. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw raakte het in onbruik maar werd in de zomer van 1985 weer in gebruik genomen. Sindsdien is het Bostheater jaarlijks open vanaf mei tot en met september voor theatervoorstellingen en concerten. Het Bostheater coproduceert elk jaar een zomervoorstelling met een Nederlands theatergezelschap die vanaf juli tot het laatste weekend van augustus wordt gespeeld. Voorafgaand aan de voorstellingen in het Bostheater mag het publiek picknicken op de tribunes.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Amsterdamse Bostheater (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Amsterdamse Bostheater
De Duizendmeterweg,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Amsterdamse BostheaterLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.321566666667 ° E 4.825175 °
placeToon op kaart

Adres

Bostheater

De Duizendmeterweg 7
1182 DC
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Website
bostheater.nl

linkWebsite bezoeken

Ingang Amsterdams Bostheater
Ingang Amsterdams Bostheater
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 519
Brug 519

Brug 519 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is daar een van. Ze maakt deel uit van een familie bruggen die later bekend werd onder de term “Ballenbrug”, naar de vorm van de ijzeren contragewichten. Brug 516, brug 519, brug 520, brug 530 en brug 531 vormen qua uiterlijk een eenheid, al zijn 516 en 530 iets breder (2 meter in plaats van 1,60 meter). Tussen de betonnen landhoofden en over betonnen brugpijlers/jukken liggen stalen liggers waarop een houten rijdek is geplaatst met antislipmateriaal. Ze kwamen in de vorm van dubbele ophaalbruggen, terwijl hier geen scheepvaart mogelijk is, anders dan met kajak of kano. De afsluitbaarheid diende dan ook een andere functie. Tijdens wedstrijden op de Bosbaan konden de ophaalbruggen geopend worden, zodat het moeilijk werd de roeiwedstrijden te volgen zonder een kaartje te kopen. Bij de ballenbruggen moet men de bovenste bal naar beneden trekken/drukken om het val omhoog te krijgen. De bruggen moeten handbediend worden, aangezien er geen elektriciteit in de buurt was. In geopende stand komen de ballen in een geul terecht. Door de ballen uit de geleidingsgeul te tillen sluit de brug zich weer. Kramer liet zich voor deze bruggen inspireren door het werk van Bernard Forest de Bélidor. Dick Slebos, Kramers opvolger bij de Dienst der Publieke Werken, liet zich twintig jaar later door Kramers ballenbruggen inspireren voor de door hem ontworpen bruggen brug 548 en brug 549. In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 519 dat het voor het bos en omstreken ondanks de verhuizing een waardevolle brug is. Zij voerden aan: het constructivisme (vorm sluit aan bij functie het eenvoudige en sobere ontwerp onderdeel systeem aan ballenbruggen. Amstelveen verklaarde, ondanks dat het houtwerk van deze brug een keer vernieuwd is, de brug in mei 2013 tot gemeentelijk monument, mede vanwege de familie waartoe ze behoort. Ze voerde als extra redenen aan de afgeschuinde balusters.

Brug 520
Brug 520

Brug 520 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Een veelvoud van bruggen in dat bos is ontworpen door Piet Kramer bruggenarchitect bij de Dienst der Publieke Werken en deze is daar een van. Ze maakt deel uit van een familie bruggen die later bekend werd onder de term “Ballenbrug”, naar de vorm van de ijzeren contragewichten. Brug 516, brug 519, brug 520, brug 530 en brug 531 vormen qua uiterlijk een eenheid, al zijn 516 en 530 iets breder (2 meter in plaats van 1,60 meter). Tussen de betonnen landhoofden en over betonnen brugpijlers/jukken liggen stalen liggers waarop een houten rijdek is geplaatst met antislipmateriaal. Ze kwamen in de vorm van dubbele ophaalbruggen, terwijl hier geen scheepvaart mogelijk is, anders dan met kajak of kano. De afsluitbaarheid diende dan ook een andere functie. Tijdens wedstrijden op de Bosbaan konden de ophaalbruggen geopend worden, zodat het moeilijk werd de roeiwedstrijden te volgen zonder een kaartje te kopen. Bij de ballenbruggen moet men de bovenste bal naar beneden trekken/drukken om het val omhoog te krijgen. De bruggen moeten handbediend worden, aangezien er geen elektriciteit in de buurt was. In geopende stand komen de ballen in een geul terecht. Door de ballen uit de geleidingsgeul te tillen sluit de brug zich weer. Kramer liet zich voor deze bruggen inspireren door het werk van Bernard Forest de Bélidor. Dick Slebos, Kramers opvolger bij de Dienst der Publieke Werken, liet zich twintig jaar later door Kramers ballenbruggen inspireren voor de door hem ontworpen bruggen brug 548 en brug 549. In 1999 werden alle bruggen door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 520 dat het voor het bos en omstreken ondanks de verhuizing een waardevolle brug is. Zij voerden aan: het constructivisme (vorm sluit aan bij functie het eenvoudige en sobere ontwerp onderdeel systeem aan ballenbruggen. Amstelveen verklaarde, ondanks dat deze brug een keer vernieuwd is, de brug in mei 2013 tot gemeentelijk monument, mede vanwege de familie waartoe ze behoort. Ze voerde als extra redenen aan de afgeschuinde balusters.

Brug 517
Brug 517

Brug 517 is een houten civiel kunstwerk in het Amsterdamse Bos in de Nederlandse gemeente Amstelveen. De brug is gelegen aan het zuidwesteind van de Bosbaan ten oosten van de Nieuwe Meerlaan richting openluchttheater. Ze maakt deel uit van een wandel- en fietsroute waarin ook de brug 514 ligt. De brug maakt deel uit van een verzameling bruggen die architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken voor het Amsterdamse Bos ontwierp. Het is een van de vele variaties binnen zijn houten bruggen voor het bos, die veel gelijkenis vertonen, maar allemaal verschillend zijn. De bruggen 517, 518 en 523 vormen binnen die grote groep weer een kleiner groep vanwege onderlinge gelijkenissen. Deze drie houten bruggen hebben alle leuningen en balustrades die wit zijn uitgevoerd met op de hoofdbalusters rode kapjes. Brug 517 is daarbij uitgevoerd als twee bruggen met een aparte overspanning voor voetgangers en fietsers, de twee bruggen hebben wel gezamenlijke landhoofden (518 en 523 zijn enkele bruggen met voet- en fietspad op verschillende niveaus). Van brug 517 zijn de einden van de leuningen dubbel afgerond uitgevoerd en ook de rode kapjes zijn rond. De twee leuningenstroken zijn van verschillende grootte en lengte (onder dik en lang, boven dun en kort). De houten brugdekken worden gedragen door stalen liggers. De landhoofden zijn opgebouwd uit zware houten pijlers. De bruggen dateren uit 1937/8. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 517 dat het voor het bos een waardevolle brug was vanwege: de witte kleur accentueert de bruggen binnen de omgeving ze markeert de scheiding tussen open ruimte en bos er is eenheid in houten dek en leuningen er zijn karakteristieke houtverbindingen toegepast. Amstelveen benoemde de brug in 2003 tot gemeentelijk monument op basis van onder meer bovenstaande kenmerken. Bovendien gaven zij aan dat een deel van monumentverklaring stoelde op het feit dat het de enige in hout uitgevoerd dubbele brug in het park is.

Brug 515
Brug 515

Brug 515 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. Deze brug dateert uit de beginperiode toen aan de aanleg van het bos gewerkt werd. Architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken was de architect van dienst. Hij ontwierp voor het bos talloze bruggen, zowel verkeer- en voet/fietsbruggen. Brug 515 is een verkeersbrug die werd gelegd in de Nieuwe Meerweg aan het zuidwestelijk eind van de Bosbaan. Om die Bosbaan was een ondiepe watergang gegraven, die dienst deed als terreinafscheiding. Over die watergang werden dan weer zogenaamde hekbruggen gelegd, die konden worden afgesloten wanneer organisatoren van roeiwedstrijden toegangsprijzen rekenden, maar ook bijvoorbeeld als er gebruik gemaakt moest worden van de Bosbaanweg als volgweg. Kramer kwam voor het bos met houten voet/fietsbruggen en verkeersbruggen in de stijl van de Amsterdamse School. Deze stijl is terug te vinden in de brug zelf maar ook in het hekwerk. In augustus 1937 vond de aanbesteding plaats voor het smeedijzer. De brug werd samen gebouwd met brug 525 en brug 527. Brug 515 is voornamelijk opgetrokken uit baksteen. Een boogvormige onderdoorgang onder een ontlastingsboog is geheel ingebouwd in bakstenen balustraden en borstweringen. Om het hekwerk te kunnen dragen zijn twee bakstenen torens opgetrokken, die deels buiten de brug zijn gebouwd. Hier en daar zijn natuurstenen sluitstenen en dekstenen toegepast. Het smeedijzer was nodig voor de hekwerken met vier puntige uiteinden. Omdat de brug deel uit maakt van de belangrijke verkeersroute in het bos, is ze opgebouwd rond een betonnen kern. In 1967/1968 kreeg de brug gezelschap van brug 512, uitsluitend aangelegd om twee waterleidingbuizen aan het zicht te onttrekken. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 515 "een karakteristieke baksteenarchitectuur van de Amsterdamse School" en vonden het een architectonisch waardevolle brug. Amstelveen, die de brug tot gemeentelijk monument verklaarde, constateerde enkele opmerkelijk details. Borstwering en balustrade zijn bijvoorbeeld afgewerkt door middel van een rollaag. Onder die rollaag verspringen de horizontaal gelegde bakstenen. Als reden voor het monumentschap gaf de gemeente dat de brug “representatief voor de zorgvuldige en subtiele detaillering” is, alhoewel ze ook constateerde dat het in wezen het uiterlijk heeft van een (kleine) "stadsbrug".

Stéle
Stéle

Stéle is een artistiek kunstwerk in het Amsterdamse Bos, grondgebied Amstelveen, beheer gemeente Amsterdam. Bij een herinrichting van een bosgedeelte kwam het idee om in het Amsterdamse Bos meer plaats te bieden voor kunst. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst schakelde daarop rond 1996 Ulrich Rückriem in voor een plastiek. Deze kunstenaar hangt het minimalisme aan en kwam met een abstract Spaans granieten (Porrino) structuur van circa vijf meter hoog en 30.000 kilo. Het is in oorsprong één blok steen, dat in vijf horizontale delen is gezaagd en van die vijf zijn twee brokstukken opnieuw in tweeën gezaagd. Vervolgens werd het in het Amsterdamse Bos weer is opgebouwd. Het graniet lijkt daarbij geperforeerd, omdat de oorspronkelijke boorgaten niet weggewerkt zijn. Snijden en splijten is een specialisme van de kunstenaar, maar met dat ruwe materiaal kan van alles misgaan; hetgeen de beeldhouwer niet heeft weggewerkt. Het werd in 1999 geplaatst op een plek die de kunstenaar had uitgezocht. Het was daarbij de bedoeling dat het beeld vanwege zijn eenvoud langzaam zou opgaan in de omgeving, dat wordt hier versterkt omdat het tussen de bomen en struiken staat, waarbij korstmossen het beeld groen kleurden. Het staat aan de zuidkant van de Grote Speelweide. In het bos staat ook Scheibe van Rückriem uit dezelfde tijd. Van het beeldenpark in het bos kwam niets terecht, alhoewel in de loop der jaren meerdere kunstwerken werden geplaatst. In Waddinxveen staat De Stele van dezelfde kunstenaar.

Brug 514
Brug 514

Brug 514 is een kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos is een deel van de gemeente Amstelveen, terwijl de gemeente Amsterdam het beheer voert. De meeste bruggen uit de beginperiode van het bos zijn ontworpen door Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken. Zo is dat ook voor deze brug, die in een aanbesteding zat met allerlei bruggen rondom de Bosbaan. Deze bruggen hadden behoefte aan een extra onderdeel, ze moesten afgesloten kunnen worden voor het geval er wedstrijden werden gehouden op de Bosbaan. Voor elders ontwierp Kramer de zogenaamde ballenbruggen, voor het westelijk eind van de Bosbaan ontwierp hij een brug met toegangshek. De brug stamt uit 1938 toen de meeste van die bruggen werden aangelegd. Brug 514 is alleen geschikt voor voetgangers en fietsers en ligt redelijk diep in het landschap; het eind van de Bosbaan ligt een soort dijk. Het overige verkeer moet over brug 515 liggend in het verlengde van de Bosbaanweg. Naast die brug ligt voor fietsers in brug 512 een replica van brug 514. Brug 514 heeft in brug 522 een zusje, deze dient niet voor afsluiting van de terreinen rond de Bosbaan maar die rond het openluchttheater. Bijzonder aan brug 514 (en 512) is de uitvoering in de kleuren wit, rood en groen. Het wit is voor de leuningen en het traliewerk in de deuren. Het rood is meteen een waarschuwing. De kleur werd gebruikt voor pinnen en tanden, die over- en inklimmem moeten bemoeilijken, maar ook voor de scharnierpunten. Het geeft de brug een Oosters uiterlijk, een teken van Kramers liefde voor Oosterse kunst. De brug was origineel geheel van hout, maar werd later voorzien van een betonnen rijdek; daarbij werden de verschillende niveaus van voet- en fietspad gehandhaafd. De in het midden staande brugpijler dateert dan weer uit 1938. Een andere bijzonderheid is dat de tralies van de beveiliging in de hekwerken in het kader van de deur zijn gesitueerd, terwijl ze op vleugelhekwerken aan de buitenzijde van het raamwerk zijn geplaatst en er bovenuit steken. De brug heeft een theoretische doorvaartbreedte van 3 meter, in tweeën gedeeld door de brugpijler. In die brugpijler zit nu weer het verschil met haar zusje 522 (alle bruggen van Kramer in het bos verschillen), brug 522 heeft geen pijler. De doorvaarthoogte is echter maar 15 cm. Het geheel wordt gedragen door een houten paalfundering. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 514 dat het voor het bos en sluis een waardevolle brug was. Ze merkten daarbij op dat: de uniciteit wordt versterkt door de mogelijkheid tot een overhoekse kijk op de brug, doordat de aanvoerweg slingert de witte kleur de brug accentueert in een lommerrijke omgeving van het natuurbos, met de rode kleur als decoratie karakteristieke houtverbindingen in leuningen. Amstelveen nam deze argumentatie deels over toen zij de brug in 2013 tot gemeentelijk monument verklaarde, zij vonden een aanvulling in de toegepaste afsluitbare poort.