place

Grafmonument van Jacques Perk

Beeld in Amsterdam-OostDe Nieuwe OosterRijksmonument in Amsterdam
Graf Jacques Perk
Graf Jacques Perk

Grafmonument van Jacques Perk is een monumentje voor schrijver Jacques Perk, van grote invloed op de literaire beweging Tachtigers. Overleden op 1 november 1881 werd perk op 5 november onder grote belangstelling begraven op de Oosterbegraafplaats. Deze begraafplaats werd in de jaren daarna geruimd vanwege de aanleg van het Oosterpark, Amsterdam breidde uit. In februari 1900 werden zijn stoffelijke resten in aanwezigheid van zijn vader Marie Adrien Perk overgebracht naar De Nieuwe Ooster in de Watergraafsmeer (klasse 2, vak 1, graf 19). Al op de Oosterbegraafplaats werd er een staande grafsteen geplaatst met halfronde zijvoluten, bekroning en een medaillon, ontworpen door P. Dager uit Luik. Zijn vader werd in december 1916 bij zijn zoon begraven onder een liggende grafsteen. De grafsteen werd op 12 januari 2004 tot rijksmonument verklaard vanwege de cultuur- en funerairhistorische waarde.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Grafmonument van Jacques Perk (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Grafmonument van Jacques Perk
Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Grafmonument van Jacques PerkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.345966666667 ° E 4.940825 °
placeToon op kaart

Adres


1098 VE Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Graf Jacques Perk
Graf Jacques Perk
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Grafmonument van Cornelis van Doorn
Grafmonument van Cornelis van Doorn

Het Grafmonument van Cornelis van Doorn is een monument ter ere van civiel ingenieur Cornelis van Doorn in Amsterdam-Oost. Deze ingenieur, voornamelijk bekend in Japan, werd in 1906 begraven op De Nieuwe Ooster (dan nog Nieuwe Oosterbegraafplaats). Zijn graf raakte in de loop der jaren in verval en er waren plannen het graf te laten ruimen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een hernieuwde belangstelling voor deze ingenieur vanuit Japan en met name de streek rondom Koriyama, waarvoor Van Doorn een waternetwerk had ontworpen. Die schakelde de Japanse ambassade in om het graf van Van Doorn terug te vinden. Ongeveer gelijktijdig was een Japanse filmcrew bezig met een film over zijn leven met bijvoorbeeld opnamen in zijn geboortedorp Hall. In Koriyama brachten burgers geld bijeen om het graf op te knappen en te voorzien van een monument. In juni 1979 arriveerde de burgemeester Takashi Takahashi in Amsterdam en bracht een brok van 3000 à 4000 kilogram graniet met zich mee. Het grafmonument in de vorm van vulkaangroep Bandai nabij Koriyama werd in juni 1979 onthuld in bijzijn van genoemde burgemeester, de Japanse ambassadeur, wethouder en locoburgemeester van Amsterdam Gerrit Jan Wolffensperger en de burgemeester van Brummen (waar Hall onder valt) Gerda van den Bosch-Brethouwer. Er waren ook een veertigtal burgers uit Koriyama aanwezig. In het monument is een urn geplaatst met de as van Van Doorn. Hij werd in eerste instantie begraven, maar voor de gelegenheid alsnog gecremeerd. Het graf is omheind door boogvormige platen, een weergave van de bruggen die Van Doorn liet bouwen. Het ingesloten groen zou het Inawashio-meer weergeven. Op de omheining is een plaquette aangebracht en ook binnen de omheining staat een zuil met twee plaquettes. Achter een haag staat een sierkers van de kruising Prunus ×yedoensis. Direct rechts van dit monument, aan de overzijde van een wandelpad, staat het Grafmonument van Ookawa Kitaroo, ter ere van de eerste Japanner die in Nederland zou zijn overleden.

Aula De Nieuwe Ooster
Aula De Nieuwe Ooster

De Aula van De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het is sinds 12 januari 2004 (deels) een rijksmonument. In 1938/1939 werd gebouwd aan een nieuwe aula, ontworpen door Jan Leupen. Deze moest een verouderde aula van Adriaan Willem Weissman vervangen. Leupen ontwierp met hulp van de Dienst der Publieke Werken in de traditionalistische stijl. Het gebouw staat op de hoofdas van de begraafplaats, vrijwel direct achter de hoofdingang, ook een rijksmonument en nog wel van Weismann. Het gebouw past in die hoofdas vanwege haar symmetrische opzet. Het oorspronkelijke gebouw uit de jaren 30 bestaat uit één bouwlaag, die op zich diverse hoogten kent. Centraal (op de as) staat de aula; in de vleugels huisden administratie en archief. Het zadeldak en de topgevel van het centrale deel hebben de vorm van een fronton. Verder vallen het groene dak van koper en de sierrozen op. Het gebouw werd tot rijksmonument verklaard vanwege de toegepaste stijl, tevens binnen de gebouwen op begraafplaatsen; de toegepaste traditionalistische stijl en ook het belang binnen het totale oeuvre van Leupen. Onder het monumentschap vallen ook de wandschilderingen van Albert Muis. Het gebouw werd 1990 uitgebreid met een crematorium. Achter deze aula kwam in 2014 nieuwbouw van de hand van Bierman Henket, dat verpakt is in metaal, en eveneens symmetrisch gebouwd. Sinds 1955 hangt het beeld Engel des doods van Fred Carasso aan de achtergevel, ook nadat bovengenoemde nieuwbouw gerealiseerd was.

Brug 113
Brug 113

Brug 113 is een vaste brug in Amsterdam-Oost, Watergraafsmeer. De brug over een duiker is gelegen in de Middenweg, net te zuiden van de Kruislaan. De duiker vormt de verbinding tussen twee waterstromen. Een daarvan is een ringsloot rond De Nieuwe Ooster, genaamd Molenwatering, ten westen van de Middenweg. De ander is een ringsloot rond een terrein vol met sportvelden. Nog geen meter ten westen van deze brug/duiker ligt opnieuw een duiker, deze is met een blauw bord aangegeven. De Middenlaan en Kruislaan zijn eeuwenoude aanduidingen binnen de voormalige polder en gemeente Watergraafsmeer. De Middenlaan loopt daarbij van noordwest naar zuidoost; de Kruislaan van zuidwest naar noordoost. In 1921 nam de Amsterdam de gemeente Watergraafsmeer over en in de jaren daaropvolgend vormde de Kruislaan in wezen de grens van de bebouwing. Aan de zuidkant lagen uitgestrekte sportvelden en alleen de Middenweg doorsneed de leegte. Tot 1939 reed hier de Gooische Tramweg-Maatschappij die op zondagen dat AFC Ajax speelde, sinds 9 december 1934 in Stadion De Meer, extra ritten reed, dit omdat dat onverwachte drukte met zich mee bracht. Na het verdwijnen van de motortram en het gereed komen van de Spoorwegwerken Oost kon Tramlijn 9 in 1940 worden doorgetrokken over de Middenweg, in eerste instantie nog tot aan een kopeindpunt, liggend ten noorden van de Kruislaan, maar enkele maanden later naar een kopeindpunt bij Betondorp. De duiker dateert echter uit veel later tijd. De polder ten zuiden van de Kruislaan werd volgebouwd, de Middenweg en Kruislaan werden de doorvoerroutes in dit gebied. Voor de waterhuishouding was het noodzakelijk om de twee ringsloten met elkaar te verbinden, daarbij moest rekening gehouden worden met de inmiddels 20 meter brede Middenweg, waar bovendien tramlijn 9 nog steeds over reed. De beide zijden afgetraliede duiker uit 1955/1956 is inmiddels bijna geheel in de weg opgegaan, alleen aan de zeer sobere leuningen is te zien dat hier een bouwwerk ligt. Aan de zuidoost kant ligt nog een terrasje. De constructie bestaat uit blokken met een hardstenen sluitsteen daarboven op.

Dienstwoningen De Nieuwe Ooster
Dienstwoningen De Nieuwe Ooster

De Dienstwoningen De Nieuwe Ooster is een bouwwerk in Amsterdam-Oost. Het is sinds 31 oktober 2003 een rijksmonument. Het gebouw bood onderdak aan de doodgravers van de in 1894 geopende begraafplaats De Nieuwe Ooster/Nieuwe Oosterbegraafplaats. Het bouwwerk bestaat uit drie geschakelde woningen direct bij de hoofdingang van de begraafplaats. De gebouwen op het terrein werden ontworpen door Adriaan Willem Weissman van de Dienst der Publieke Werken. Hij was ook verantwoordelijk voor de toegangspoort. Er zijn daarom gemeenschappelijke versieringen te zien. Het gebouw is opgetrokken in een eclectische stijl met invloeden uit de neorenaissancestijl. Het grondplan is uitgevoerd in de weinig voorkomende W-vorm, waarbij de twee vleugels symmetrisch zijn gebouwd, terwijl het middenstuk juist niet symmetrisch van opzet is. De gebouwen bestaan uit slechts een bouwlaag met daarbovenop de onder de met leien bedekte zadel- en puntdaken gesitueerde zolder. In de twee vleugels zijn de toegangen geplaatst in een half uitwendig trappenhuis. Een derde ingang bevindt in de voorgevel van het gebouw (niet in het midden geplaatst). De drie ingangen kregen een hardstenen opstap mee en zijn geplaatst onder een lessenaarsdak. Er werd gebruik gemaakt van rood verblendsteen met banden van hardsteen. Verder zijn er schuifvensters te vinden met bovenramen bestaande uit acht ruitjes; er is siermetselwerk in nissen (geglazuurde tegels met bloemmotieven). De punten in de puntgevels zijn opgevuld met hardstenen driehoeken en ook weer opgesierd in bloemmotieven. Die bloemmotieven in de punten komen overeen met de bovenstukken in de toegangspoort. Het geheel werd tot rijksmonument verklaard vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde alsmede de typologische waarde. Er staat trouwens nog een woning op het terrein; de directeurswoning De gebouwen dragen huisnummers Kruislaan 130, 132 en 134.