place

Cleyn Venegien

Bouwwerk in Sint-Joost-ten-NodeVoormalig bouwwerk in Brussel
Anoniem, eind 18e eeuw, Het huis van Jan Baptista Houwaert in Sint Joost ten Node (Museum van de Stad Brussel)
Anoniem, eind 18e eeuw, Het huis van Jan Baptista Houwaert in Sint Joost ten Node (Museum van de Stad Brussel)

Cleyn Venegien (Klein Venetië) was het buitenverblijf van de Brusselse schrijver Jan Baptist Houwaert in Sint-Joost-ten-Node. Het lag aan de huidige Merinosstraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Cleyn Venegien (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Cleyn Venegien
Merinosstraat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Cleyn VenegienLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.854277777778 ° E 4.3738888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Merinosstraat 28
1210
België
mapOpenen op Google Maps

Anoniem, eind 18e eeuw, Het huis van Jan Baptista Houwaert in Sint Joost ten Node (Museum van de Stad Brussel)
Anoniem, eind 18e eeuw, Het huis van Jan Baptista Houwaert in Sint Joost ten Node (Museum van de Stad Brussel)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Huis der Kunsten
Huis der Kunsten

Het Huis der Kunsten is een landhuis in de Belgische gemeente Schaarbeek. Het gebouw stamt uit 1826 en werd gebouwd voor de rijke lakenhandelaar Charles-Louis Eenens. Het werd door zijn kinderen, onder wie Alexis Eenens, met twee vleugels uitgebreid en kwam vervolgens in het bezit van Thérèse Eenens, de kleindochter van Charles-Louis, getrouwd met burggraaf Georges Terlinden, Het landhuis speelde een rol in de Belgische onafhankelijkheidsstrijd in 1830 toen prins Frederik van Oranje-Nassau zich hier verschanste met zijn leger alvorens het bevel tot terugtrekking te geven. Ook tijdens de twee wereldoorlogen speelde het huis een belangrijke rol, nu in het verzet. Tijdens de periode dat het landhuis bewoond werd door de families Eenens en Terlinden-Eenens waren er aanzienlijke Belgische en buitenlandse personen te gast. Het huis werd bewoond door procureur-generaal Georges Terlinden en zijn gezin. Toen hij, tijdens de Eerste Wereldoorlog, samen met de overige magistraten van het Hof van Cassatie, verzet aantekende tegen beslissingen van de bezetter, werd het landhuis opgeëist om als hoofdkwartier van het Duitse marinecommando te dienen. Na zijn dood beslisten de erfgenamen het landhuis te verkopen en de gemeente Schaarbeek werd de nieuwe eigenaar. Het landhuis is toonbeeld van een aristocratische woning en is sinds 1950 eigendom van de gemeente. Tegenwoordig biedt het onderdak aan het Huis der Kunsten en vinden er tentoonstellingen, concerten, lezingen en andere culturele evenementen plaats. Decoratieve elementen in het interieur, ontleend aan diverse stijlperiodes waaronder Lodewijk XV, Lodewijk XVI en neo-Vlaamse renaissance, vormen een mooi overzicht van variaties op het eclecticisme. In de oorspronkelijke zadelmakerij werd een oude Brusselse herberg gereconstrueerd en de ruime gewelfde zalen doen dienst als tentoonstellingsruimten. De doorgang die de straat met de binnenplaats verbindt, is versierd met een muurschildering van Nicolas Moreel. Op geëmailleerde straatnaamborden aan de muur worden Schaarbeekse kunstenaars geëerd. De tuin achter het landhuis grenst aan de Hallen van Schaarbeek en biedt een groene ruimte aan de buurt. Er staat een fontein en verschillende standbeelden. Het Huis der Kunsten is sinds 1993 een beschermd monument.

Madouplein
Madouplein

Het Madouplein (Frans: Place Madou) is een plein in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node. Het plein ligt aan de Kleine Ring van de Belgische hoofdstad en vormt daar de kruising met de Leuvensesteenweg, de Congresstraat en de IJzerenkruisstraat. Het is het westelijke eindpunt van de N2 die Brussel verbindt met de Nederlandse grens, vlak bij Maastricht. Oorspronkelijk werd de locatie aangeduid als Leuvensepoort. Het in 1877 bij het overlijden van de kunstenaar Jean-Baptiste Madou hernoemde plein bevindt zich op de overgang tussen de historische binnenstad (de Vijfhoek) en meer specifiek daarbinnen de wijk Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuw enerzijds en de volkse wijken van Sint-Joost anderzijds. Het Madouplein wordt gedomineerd door hedendaagse hoogbouw, waarin kantoren en winkelcentra onderdak vinden. Aan de noordoostelijke kant van het Madouplein staat de Madoutoren, het op zeven na hoogste gebouw van België. De toren huisvest het Directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie. Onder het plein ligt het metrostation Madou, dat bediend wordt door de ringlijnen 2 en 6. Voordat de huidige moderne kantoorgebouwen oprezen op het plein, was het een coherent geheel van bouwwerken uit de vroege jaren 1860. Architect Gédéon Bordiau realiseerde immers tussen 1861 en 1862 als eerste persoonlijke bouwproject een reeks kunstenaarsateliers in neorenaissancestijl op het Madouplein. De gevels waren op het Madouplein in exedra geschikt rond de ingang van de Leuvensesteenweg en creërden op deze wijze het ronde karakter van het plein. Het tijdschrift L'Illustration Européenne, uitgegeven van 1870 tot 1914, had zijn zetel op het plein. Op en bij het plein waren er in de jaren dertig twee toen gekende cinemazalen, Le Casino en Le Carrefour, beide eigendom van Boris Balachoff, stamvader van de Balachoff-familie die later ook actief bleef in het Belgisch cinemawezen. De wijk kende trouwens nog meerdere filmzalen, honderd meter verder langs de Leuvensesteenweg lagen nog Le Mirano en Le Marignan. Zo'n honderd meter ten noorden van het plein ligt het Gemeentehuis van Sint-Joost-ten-Node, zo'n honderdvijftig meter ten zuiden van het plein het Charliermuseum.