place

Johan Enschedé Hof

Hofje in Haarlem
Johan Enschede Hof
Johan Enschede Hof

Het Johan Enschedé Hof is een Haarlems hofje opgeleverd in 2007, het hofje is te vinden aan de Korte Begijnestraat in het centrum van Haarlem. Het hofje is ontworpen door Joost Swarte en Henk Döll die al eerder samenwerkten bij de bouw van de nieuwe Toneelschuur. De binnentuin is naar ontwerp van Ipv Delft. Het hofje ligt naast het op een na oudste hofje van Haarlem, het Hofje van Bakenes. De regenten van het Hofje van Bakenes en Woonmaatschappij Haarlem zijn de initiatiefnemers voor de bouw van dit hofje en beheren het hofje ook. Het hofje bestaat uit 10 woningen, 8 voor vrouwen ouder dan 65 jaar en 2 voor bejaarde stellen. Het hofje maakt deel uit van het het complex De Appelaar en is vernoemd naar de drukkerij Joh. Enschedé die eerst op deze plaats gevestigd was. Aan de voorzijde van het hofje (zijde Korte Begijnestraat) is een glas-in-loodraam te vinden dat is ontworpen door Joost Swarte. Het hofje is toegankelijk voor publiek, overdag, maar niet in de weekends.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Johan Enschedé Hof (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Johan Enschedé Hof
Calle Mayor, Allín

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Johan Enschedé HofLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.381388888889 ° E 4.6397222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Mayor kalea

Calle Mayor
31290 Allín (Artavia)
Navarra, España
mapOpenen op Google Maps

Johan Enschede Hof
Johan Enschede Hof
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Begijnebrug (Haarlem)
Begijnebrug (Haarlem)

De Begijnebrug, oorspronkelijk de Kwakelbrug geheten, is een vaste brug in de Noord-Hollandse stad Haarlem. De brug overspant de Bakenessergracht en is gelegen in de buurt de Bakenes in de wijk Oude Stad. De brug ligt halverwege de gracht en ligt in het verlengde van van de Korte Begijnestraat. Aan de oostelijke zijde van de brug ligt er geen straat direct in het verlengde van de brug. De dischtbijzijnde in oostelijke richting lopende straat is de iets zuidelijker gelegen Vrouwestraat, die naar de Bakenesserkerk leidt. De brug is de middelste overspanning van de drie overspanningen van de Bakenessergracht. De andere twee overspanningen zijn: de noordelijk gelegen Korte Jansbrug en de zuidelijk gelegen Wildemansbrug. De oorspronkelijke benaming Kwakelbrug zou te herleiden zijn naar de Haarlemse familie Quakel, naar wie ook de Quakelslaan, thans de Baljuwslaan is genoemd. In de 17e eeuw kwam ook de Quakelspoort dichtbij het woonhuis De Bloempot, het huis van Philips Wouwerman (Bakenessergracht 55) uit op de gracht. De naam Quakelbrug komt als voor in verpondingen uit ca. 1475 en 1543. Het zou daardoor heel goed kunnen dat er ooit sprake is geweest van een kwakel. De naam Begijnebrug is per raadsbesluit van 12 juli 1905 officieel vastgelegd. Mogelijk was de naam voor de vastlegging in dit besluit al reeds in gebruik als benaming van deze brug. De benaming van deze brug is te herleiden naar de Begijnen die in het plaatselijke Begijnhof woonden. Ook de de Korte- en de Lange Begijnestraat zijn qua naam van dezelfde oorsprong. De Begijnebrug is omstreeks 1962 net zoals de andere bruggen over de gracht in de jaren 60 in zijn geheel vervangen.

Waag (Haarlem)
Waag (Haarlem)

De Waag in Haarlem ligt op een markante plek in de stad, op de hoek van het Spaarne met de Damstraat. Het gebouw werd tussen 1594 en 1598 naar ontwerp en onder leiding van de toenmalige Haarlemse stadsarchitect Lieven de Key in renaissancestijl gebouwd. Bouwtypologisch gezien gaat het hierbij om het oudste monofunctionele waaggebouw in Holland. De ligging aan het Spaarne was gunstig in verband met aan- en afvoer van de te wegen goederen. Het gebouw staat weliswaar op een relatief klein, onregelmatig grondstuk, maar maakt desalniettemin een harmonieuze indruk, doordat beide gevels aan de straatkant identiek zijn vormgegeven en uit het destijds kostbare en duurzame natuursteen, arduin, afkomstig uit Namen, waren opgetrokken. Bovendien waren beide façaden plastisch versierd en telde het bouwwerk drie bouwlagen, waardoor het met zijn steile schilddak toentertijd ten opzichte van de omringende bebouwing duidelijk in het oog sprong. Binnen de typologie van het waaggebouw hoort de Haarlemse waag tot het type 'toren' en kan als zodanig als prototype hiervan gelden. Tegelijkertijd is deze als oudste exemplaar van het monofunctionele bouwtype 'waag' in Holland op te vatten. Aangezien het bij dit torentype onmiskenbaar in eerste instantie erom ging een baken in het stadsbeeld te vormen, waarbij de functie als waag op de achtergrond werd gedrongen, kreeg deze bouwvorm geen verdere navolging, behalve in het geval van de Waag in Makkum. Tegenover de waag stond direct aan de kademuur een kraan en een wiphout om de goederen, die over het Spaarne werden vervoerd, in en uit te laden. In beide poortopeningen van de waag zelf bevond zich een balkweegschaal om deze te wegen. De tekening van Romeyn de Hooghe (1690) en het schilderij van Gerrit Adriaenszoon Berckheyde (1638–1698) geven hiervan een goed beeld. Het laatstgenoemde stadsgezicht geldt tevens als een van de fraaiste van Holland. De waag speelt ook architectuurhistorisch gezien een interessante rol. Wetenschappelijke experts waren het namelijk gedurende honderd jaar oneens of het ontwerp wel van de toenmalige stadbouwmeester Lieven de Key stamde, destijds verantwoordelijk voor de architectonische planning in Haarlem, of dat het ontwerp van twee schilders afkomstig was, die ooit voor de vervaardiging van een aantal ontwerptekeningen werden betaald. Onderzoek van Karl Kiem met betrekking tot de Haarlemse waag leverde in 1996 echter het eenduidige bewijs, dat de uitgevoerde façade baseerde op een verandering van het oorspronkelijke ontwerp. Daarmee werd aangetoond, dat het werk van de beide schilders zich duidelijk tot het kopiëren van architectuurtekeningen had beperkt en dat Lieven de Key zonder enige twijfel als architect van de Waag van Haarlem mag gelden. Sinds de reconstructie 1988 van de balustrade, die begin 19de eeuw verwijderd werd, heeft de waag grotendeels weer haar oorspronkelijke verschijningsvorm aangenomen. De Haarlemse waag vervulde haar oorspronkelijke functie tot 1915. Vervolgens werden er gemeentelijke brandspuiten opgeslagen. Sinds 1821 was op de bovenverdieping de kunstenaarsvereniging KZOD 'Kunst zij ons doel' gevestigd. In de jaren zestig vormde het gebouw het onderkomen voor de troubadours en de folkclub van Cobi Schreijer. Grootheden als Pete Seeger, Joan Baez en Simon en Garfunkel traden er op, alsook Boudewijn de Groot en Elly en Rikkert. Tegenwoordig is er in het pand een bar/café gevestigd.