place

Station Messe Nord/ICC

Charlottenburg-WilmersdorfStation van de S-Bahn van Berlijn
Berlin icc messe nord
Berlin icc messe nord

Messe Nord/ICC is een station van de S-Bahn van Berlijn, gelegen in de middenberm van stadssnelweg BAB 100, die de grens vormt tussen de Berlijnse stadsdelen Westend en Charlottenburg. Het station ligt aan de Ringbahn en werd op 1 april 1916 geopend onder de naam Witzleben. In de directe omgeving van het station bevinden zich het Berlijnse beursterrein (Messe Berlin), het Zentraler Omnibusbahnhof en de Funkturm. Het 200 meter ten noordwesten van station Messe Nord/ICC gelegen metrostation Kaiserdamm geldt als officiële overstapmogelijkheid, die ook op kaarten wordt weergegeven. Beide stations zijn evenwel niet fysiek met elkaar verbonden. De Ringbahn, een ringspoorlijn om het Berlijnse stadscentrum die een aantal reeds bestaande kopstations met elkaar moest verbinden, werd in twee etappes in gebruik genomen in 1871 en 1877. In 1916 werd tussen de Neue Kantstraße en de Kaiserdamm een nieuw station aan deze lijn geopend, dat men naar de ten oosten ervan gelegen wijk Witzleben noemde. Deze wijk, behorend tot Charlottenburg, dankt zijn naam op zijn beurt aan de Pruisische militair en politicus Job von Witzleben, die er in de 19e eeuw een landgoed liet aanleggen. Station Witzleben kreeg twee perrons, een voor de treinen van de Ringbahn en een voor treinen komend van de Stadtbahn, waarmee de ringlijn door middel van een boog (Nordringkurve) nabij het huidige station Westkreuz verbonden was. Aan zowel het noordelijke als het zuidelijke uiteinde van het station verrees een toegangsgebouw van de hand van August Bredtschneider.Aanvankelijk vond al het vervoer op de Ringbahn plaats met stoomtractie, maar in de jaren 1920 begon men de voorstadslijnen in en om Berlijn te elektrificeren. In februari 1929 waren de sporen van het Stadtbahnperron van station Witzleben geëlektrificeerd, de ringsporen volgden in april van hetzelfde jaar. Een jaar later gingen Ringbahn, Stadtbahn en een aantal andere lijnen het nieuwe S-Bahnnet vormen. In 1944 werd de Nordringkurve tijdens een bombardement verwoest. Na de Tweede Wereldoorlog achtte men herbouw van de verbinding tussen Stadt- en Ringbahn niet nodig, omdat het reizigersaantal er na de opening van station Westkreuz in 1928 sterk was teruggelopen. In station Witzleben bleef na de oorlog dus slechts één perron in gebruik. In de zestiger jaren van de twintigste eeuw ontstond stadsringweg 100, die grotendeels parallel aan de S-Bahnring werd aangelegd. Het S-Bahntracé Westend - Westkreuz, inclusief station Witzleben, kwam in 1963 in de middenberm van de snelweg te liggen. Het aantal reizigers was ondertussen sterk gedaald, aangezien de door de Oost-Duitse spoorwegen (Deutsche Reichsbahn) bedreven S-Bahn na de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 massaal geboycot werd in West-Berlijn. Ook onder het West-Berlijnse personeel van de S-Bahn groeide de ontevredenheid, die een hoogtepunt bereikte met een staking in september 1980. Als gevolg van de staking sneed de DR fors in de toch al magere dienstregeling in het westen van de stad. Een aantal trajecten, waaronder de al jaren verwaarloosde Ringbahn, zou helemaal niet meer bediend worden. Station Witzleben sloot zijn deuren. Ook nadat het West-Berlijnse stadsvervoerbedrijf BVG de exploitatie van het westelijke S-Bahnnet in 1984 van de DR had overgenomen, bleef de Ringbahn buiten gebruik. Pas vier jaar na de val van de Muur, op 17 december 1993, reden de eerste treinen weer over het zuidelijke en westelijke deel van de S-Bahnring en werd station Witzleben heropend. Het westelijke perron was heraangelegd en verbreed. Het Stadtbahnperron, dat al sinds de oorlog buiten gebruik was, had men door middel van een hek van het oostelijke spoor afgeschermd. In 2002 werden de laatste ontbrekende delen van de noordelijke ring heropend. In datzelfde jaar kreeg station Messe Nord/ICC zijn huidige naam, die een verwijzing is naar het nabijgelegen beursterrein en congrescentrum ICC; tegelijkertijd werd station Eichkamp hernoemd tot Messe Süd. Het eilandperron van het verdiept gelegen station Messe Nord/ICC is te bereiken via toegangen aan beide uiteinden, aan de Dresselsteg in het noorden en aan de Neue Kantstraße in het zuiden. De noordelijke stationshal bevindt zich niet ver van metrostation Kaiserdamm. Station Messe Nord/ICC geniet de monumentenstatus en wordt bediend door de lijnen S41 (ring met de klok mee), S42 (tegen de klok in) en S46 (Königs Wusterhausen - Westend).

Fragment uit het Wikipedia-artikel Station Messe Nord/ICC (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Station Messe Nord/ICC
A 100, Berlijn Westend

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Station Messe Nord/ICCLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.507777777778 ° E 13.283333333333 °
placeToon op kaart

Adres

Messe Nord/ICC

A 100
14057 Berlijn, Westend
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

Berlin icc messe nord
Berlin icc messe nord
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Funkturm
Funkturm

De Funkturm (radiotoren) is een zendmast in Berlijn, die tussen 1924 en 1926 door Heinrich Straumer werd gebouwd. Hij kreeg de bijnaam "der lange Lulatsch" ("lange knul") en is een van de bekendste aandachtspunten in de stad Berlijn. Hij is gebouwd op een tentoonstellingsterrein in het district Charlottenburg-Wilmersdorf. Op 3 september 1926 werd de toren ingehuldigd ter gelegenheid van de derde "Grossen Deutschen Funkausstellung" (derde Grote Duitse radiotentoonstelling). De toren is nu een beschermd monument. De toren is gebouwd als een staalconstructie en lijkt op de Eiffeltoren in Parijs. De 150 m hoge en ongeveer 600 ton wegende toren was oorspronkelijk uitsluitend bedoeld als zendmast, maar er zijn in de loop der tijd delen aan toegevoegd als een restaurant op ongeveer 52 m hoogte, en een observatiedek op een hoogte van zo'n 125 m. Bezoekers bereiken het restaurant en het observatiedek door middel van een lift die vier meter per seconde aflegt. De Funkturm heeft twee zeer opmerkelijke structurele kenmerken. Ten eerste is hij gebouwd op een vierkant vlak van slechts 20 meter per zijde. De verhouding van horizontale afmeting tot hoogte is 1 : 6,9. Ter vergelijking: de Eiffeltoren is gebouwd op een vierkant van 129 meter per zijde, met een horizontale tot verticale verhouding van 1 : 2,3. Ten tweede is de toren (waarschijnlijk) de enige observatietoren ter wereld die op porseleinen isolatoren is gebouwd. Hij werd ontworpen als steuntoren voor een T-antenne voor de middengolf, en de isolatie was bedoeld om energieverlies via de toren te verhinderen. Dit bleek echter onpraktisch omdat de bezoekers aan enorme elektrische schokken blootgesteld zouden worden. Later werd de toren geaard via de liftschacht. De gebruikte isolatoren werden vervaardigd in "Koeniglich Preussische Porzellanmanufaktur" (de Koninklijke Pruisische Porseleinfabriek). Op 22 maart 1935 werd het eerste televisieprogramma ter wereld via een antenne boven in de toren uitgezonden. Sinds 1962 wordt de toren niet meer gebruikt voor het uitzenden van televisiesignalen. Sinds 1973 dient de Funkturm ook niet meer als zendtoren voor het uitzenden van radiosignalen, maar wordt hij nog wel gebruikt als relaispost voor amateurradio, politieradio, en mobiele telefoondiensten. De laatste volledige vernieuwing gebeurde in het jaar 1987 ter gelegenheid van de 750e verjaardag van de stichting van Berlijn.

Station Westkreuz
Station Westkreuz

Westkreuz is een station van de S-Bahn van Berlijn, gelegen aan de rand van stadsdeel Charlottenburg, niet ver van de Berlijnse stadsringweg. Het werd geopend op 10 december 1928 en is net als station Ostkreuz een kruisingsstation met twee niveaus: boven stoppen treinen over de Ringbahn, beneden treinen over de van oost naar west lopende Stadtbahn. Station Westkreuz dankt zijn belang vrijwel geheel aan zijn overstapfunctie, aangezien het in een zeer dunbevolkt gebied ligt. Het beurs- en tentoonstellingsterrein bevindt zich weliswaar nabij, maar wordt beter ontsloten door de stations Messe Nord/ICC en Messe Süd. Op de plaats waar nu station Westkreuz ligt ontstond aan het eind van de 19e eeuw een omvangrijk spoorwegknooppunt dat de Ringbahn (geopend 1877) verbond met de Stadtbahn en de richting Potsdam verlopende Wetzlarer Bahn (beide geopend in 1882). In 1907 kwam de Spandauer Vorortbahn, aftakkend van de Stadtbahn, daar nog bij. Via de zogenaamde Nordringkurve en Südringkurve konden stadstreinen komend van het op de Stadtbahn gelegen station Charlottenburg hun weg vervolgen over de Ringbahn. Daarnaast vonden ook goederentreinen en langeafstandstreinen in de reizigersdienst hier hun weg. In 1926 begon men op de kruising van de Stadtbahn en de Ringbahn met de bouw van nieuw station, dat een rechtstreekse overstap tussen de stadsdiensten over beide lijnen mogelijk zou maken. Op 10 december 1928 kwam het station in gebruik, aanvankelijk onder de naam Ausstellung, maar sinds januari 1932 onder zijn huidige naam Westkreuz. Het aantal overstappers tussen de in dezelfde periode geëlektrificeerde stadslijnen (sinds 1930 verenigd in het S-Bahnnet) was vanaf het begin zeer hoog. Het station werd ontworpen door de architect Richard Brademann, die eveneens tekende voor het in een toren ondergebrachte seinhuis in de noordwestelijke oksel van de spoorkruising. Brademann schiep een 161 meter lange en 22 meter brede uit glas en staal opgetrokken hal waarin de sporen van de Ringbahn werden ondergebracht; de daaronder gelegen perrons van de Stadtbahn bevinden zich weliswaar in de openlucht, maar zijn over hun gehele lengte overkapt. Aan de noordwestzijde van het station verrees het toegangsgebouw, te bereiken via een voetgangersbrug vanuit de Ringbahnhal. Het overstapstation Westkreuz maakte de verbindingssporen tussen Stadtbahn en Ringbahn min of meer overbodig. Men besloot de tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoeste Nordringkurve dan ook niet te herbouwen. Het gunstige tij voor het station zou na de oorlog echter al snel keren. Vooral na de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 werd de door de Oost-Duitse spoorwegen (Deutsche Reichsbahn) bedreven S-Bahn in West-Berlijn massaal geboycot, waardoor het aantal reizigers sterk afnam. Ook onder het West-Berlijnse personeel van de S-Bahn groeide de ontevredenheid, die zijn hoogtepunt bereikte met een staking in september 1980. Als gevolg van de staking sneed de DR fors in de toch al magere dienstregeling in het westen van de stad. Over de Stadtbahn reed nog maar een zeer beperkt aantal treinen en de al jaren verwaarloosde Ringbahn zou helemaal niet meer bediend worden. In 1984 nam het West-Berlijnse stadsvervoerbedrijf BVG de exploitatie van het westelijke S-Bahnnet over van de Deutsche Reichsbahn. Een aantal trajecten werd weer in dienst genomen, zo gingen er weer treinen rijden van Friedrichstraße via Westkreuz naar Station Berlin-Wannsee. De Ringbahn bleef echter voorlopig buiten gebruik. In september 1989, twee maanden voor de val van de Muur, maakte men alsnog een begin met de sanering van de Ringbahn, die uiteindelijk pas vier jaar na de val van de Muur, op 17 december 1993, heropend zou worden. Voor de heropening van de Ringbahn had station Westkreuz, dat onder monumentenbescherming staat, een omvangrijke renovatie ondergaan. Vanwege de slappe bodem ter plaatse waren al tijdens de bouw problemen ontstaan. Tussen 1991 en 1993 werden het toegangsgebouw en de al vrijwel sinds het begin scheef staande seinhuis daarom gesloopt. De verzakte hal van de Ringbahn was al eerder, tussen 1968 en 1976, hydraulisch opgetild en van een nieuwe fundering voorzien en werd aan het begin van de jaren negentig voor de tweede maal aangepakt. In 2004 begon de sanering van de Stadtbahn. De beide perrons op het onderste niveau van station Westkreuz werden in het kader van deze operatie volledig herbouwd. De werkzaamheden werden afgesloten in 2006, op tijd voor het wereldkampioenschap voetbal. Station Westkreuz wordt bediend door alle S-Bahnlijnen over de Stadtbahn, te weten S3, S5, S7 en S9 en de Ringbahnlijnen S41, S42 en S46. Het station kent hierdoor rechtstreekse verbindingen met vrijwel alle uithoeken van de stad, onder meer Spandau, Wannsee, Potsdam, de Alexanderplatz, Neukölln, Prenzlauer Berg, luchthaven Schönefeld en alle belangrijke spoorwegstations van Berlijn, waaronder Hauptbahnhof, Gesundbrunnen en Südkreuz. Westkreuz is dan ook als vanouds een druk overstapstation. Overigens werd het station ook korte tijd bediend door regionale treinen: tussen juni 1994 en mei 1997 vertrokken vanaf een provisorisch houten perron naast de hal van de Ringbahn dieseltreinen richting Nauen en Wustermark.

Station Westend
Station Westend

Westend is een station van de S-Bahn van Berlijn, gelegen in een uitgraving nabij de Spandauer Damm en parallel aan de stadssnelweg BAB 100 in het gelijknamige Berlijnse stadsdeel Westend. Het station ligt aan de Ringbahn en werd geopend op 15 november 1877, aanvankelijk onder de naam Charlottenburg-Westend. Nadat 1871 het oostelijke deel van de ringspoorlijn om het Berlijnse stadscentrum, die een aantal reeds bestaande kopstations met elkaar moest verbinden, gereed was gekomen, nam men in 1877 ook het westelijke deel van de Ringbahn in gebruik. Een van de nieuwe stations op dit deel van de lijn, die zowel gebruikt werd voor goederenvervoer als door stadstreinen, was Charlottenburg-Westend. De naam van het station verwees naar zijn ligging in het uiterste westen van de stad Charlottenburg, die in 1920 geannexeerd werd door Groot-Berlijn. Het gebied ten westen van het station was nog vrijwel onbebouwd en zou pas aan het begin van de 20e eeuw ontwikkeld worden. Hier ligt nu het stadsdeel Westend. Op 15 oktober 1881 werd het station hernoemd en kreeg het zijn huidige naam. Drie jaar later volgde een grootschalige ombouw van het station, dat voortaan over twee doorgaande en twee kopperrons zou beschikken (zie sporenplan). Tegelijkertijd verrees een roodbakstenen stationsgebouw in neorenaissancestijl van de hand van de architecten Heinrich Kayser en Karl von Großheim, dat inmiddels onder monumentenbescherming staat. Aanvankelijk vond al het vervoer op de Ringbahn plaats met stoomtractie, maar in de jaren 1920 begon men de voorstadslijnen in en om Berlijn te elektrificeren. In november 1928 startte het elektrische bedrijf op het zuidelijke deel van de ringlijn en in februari 1929 was ook de noordelijke Ringbahn, waartoe station Westend behoort, geëlektrificeerd. Een jaar later ging de ring samen met de Stadtbahn en een aantal buitenlijnen het nieuwe S-Bahnnet vormen. Ondertussen was ten noorden van station Westend, langs de sporen richting Jungfernheide, een werkplaats voor het S-Bahnmaterieel aangelegd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de werkplaats dermate beschadigd dat hij na de oorlog gesloten werd. In het S-Bahnstation zelf waren voortaan alleen de perrons met doorgaande sporen nog in gebruik, aangezien het kopperron A na de Tweede Wereldoorlog werd gesloten en het perron D reeds rond de eeuwwisseling afgebroken was. In de zestiger jaren van de twintigste eeuw ontstond stadsringweg 100, die grotendeels parallel aan de S-Bahnring werd aangelegd. Ten zuiden van station Westend verlopen de sporen van de Ringbahn zelfs enige tijd over de middenberm van de stadssnelweg. Langs de snelweg werden enkele bushaltes gecreëerd, die bereikt konden worden via trappen en voetgangerstunnels. Ook onder de Spandauer-Damm-Brücke bij S-Bahnstation Westend bestond een dergelijke halte, die bediend werd door boycot-lijn 65/105. Na de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 volgde in West-Berlijn namelijk een grootschalige boycot van de door de Oost-Duitse spoorwegen (Deutsche Reichsbahn) bedreven S-Bahn. Het stadsvervoerbedrijf BVG stelde daarop een aantal parallel aan S-Bahntrajecten verlopende buslijnen in. Ook onder het West-Berlijnse personeel van de S-Bahn bestond een groeiende weerstand tegen de Reichsbahn, die zijn hoogtepunt bereikte met een staking in september 1980. De DR beantwoordde de staking met een massale inkrimping van de dienstregeling. Een aantal trajecten, waaronder de al jaren verwaarloosde Ringbahn, zou helemaal niet meer bediend worden. Station Westend werd gesloten en viel al snel ten prooi aan vandalisme en verval. De hal van het ongebruikte S-Bahnstation kreeg na een restauratie in 1985 een nieuwe functie als kunstenaarscentrum. Er ontstonden zestien ateliers, een kleine concertzaal en een galerie, onderdeel van de Berlijnse Universiteit van de Kunsten. In 1984 had de West-Berlijnse BVG de exploitatie van het westelijke S-Bahnnet van de DR overgenomen. Men heropende een aantal verbindingen, maar de Ringbahn bleef nog altijd onbediend. In september 1989, twee maanden voor de val van de Muur, werd in station Westend het symbolische startschot voor het herstel van de Ringbahn gegeven. Het vroegere perron C voor treinen in zuidelijke richting werd verbreed heraangelegd als eilandperron en iets naar het noorden verschoven, zodat er aan beide zijden van de Spandauer-Damm-Brücke toegangen gecreëerd konden worden. Het oude perron B, waar tot 1980 treinen in noordelijke richting stopten, bleef behouden maar wordt niet meer gebruikt. Op 17 december 1993 werd het station samen het zuidelijke en westelijke deel van de S-Bahnring weer in gebruik genomen. Westend was aanvankelijk het eindstation, maar zou dit niet lang blijven: in 1997 trok men de dienst door naar Jungfernheide en in 1999 en 2002 werden de laatste ontbrekende delen van de noordelijke ring heropend. In 2006 voerde men de Vollring-dienst (doorgaande treinen over de gehele ring) opnieuw in; sindsdien wordt station Westend bediend door de lijnen S41 (ring met de klok mee), S42 (tegen de klok in) en S46 (Königs Wusterhausen - Westend). Tussen 2008 en 2011 zal de verouderde Spandauer-Damm-Brücke over de stadsringweg en de S-Bahnring volledig herbouwd worden. Het is nog niet bekend wat de gevolgen zullen zijn voor de bereikbaarheid van station Westend, waarvan de ingangen zich op deze brug bevinden. Bij eerdere werkzaamheden aan de Spandauer-Damm-Brücke moest een van de toegangen gesloten worden.

Gipsformerei
Gipsformerei

De Gipsformerei is een instelling die van gips kopieën van beelden maakt voor de Staatliche Museen zu Berlin in Berlijn. Bijvoorbeeld voor het het Pergamonmuseum en het Altes Museum De Gipsformerei begon rond 1820 als 'Köninglich Preußische Gipsabgußanstalt' en is sindsdien niet meer gestopt met het produceren van mallen en kopieën van bekende en/of belangrijke beelden. Bijvoorbeeld de buste van Nefertiti, de Apollo van Belvedère, maar ook beelden in het buitenland die snel beschadigd raken, of die gevoelig zijn voor vandalisme. Andere stukken zijn nagemaakt omdat zij van onschatbare waarde zijn voor de wetenschap, zoals de steen van Rosetta. Het oudste stuk dat anno 2008 is nagemaakt, is de Venus van Willendorf; het origineel is 25.000 jaar oud. Het grootste stuk is de 42 meter hoge afdruk van de Marcus-Aureliuszuil welke in Rome staat. Het kleinste stuk is een afdruk van een Egyptische Scarabee, ter grootte van een vingernagel. De Gipsformerei is de oudste staatsinstelling van Duitsland. Ze werd opgericht door de Pruisische koning Frederik Willem III in 1819, maar pas een jaar later kon het beginnen met werken. De eerste directeur was Christian Daniel Rauch. Het doel van de instelling is het bewaren van belangrijke stukken voor de musea en het verschaffen van studiemateriaal voor universiteiten en kunstacademies. Maar tegenwoordig zijn ook de kunst minnende burgers een doel op zich. Anno 2008 is de Gipsformerei met ruim 7000 modellen de grootste instelling in zijn soort.