place

Broekmolen (Streefkerk)

Maalvaardige molenMolen in MolenlandenPoldermolenRijksmonument in MolenlandenWipmolen
Streefkerk Broekmolen
Streefkerk Broekmolen

De Broekmolen in het Nederlandse dorp Streefkerk, gemeente Molenlanden, is een wipmolen met open scheprad en is in 1581 gebouwd ter bemaling van de afdeling Kortenbroek van de polder Streefkerk. De molen was tot 1951 in bedrijf. In 1957 is de Kleine Molen buiten bedrijf gesteld, maar was de polder verplicht de Broekmolen maalvaardig te houden. Eigenaar is sinds 1 februari 2008 de SIMAV, die de molen overnam van het waterschap Rivierenland. In augustus 2008 werd de molen stilgezet. Het bovenhuis was gewoon helemaal op en versleten. Duidelijk was dat deze eraf moest om in de werkplaats van de molenmaker gerestaureerd te worden. In mei 2010 begon men eraan. Op 24 juni 2010 werd het bovenhuis eraf getakeld. Ruim anderhalf jaar later in de nacht van 13 op 14 oktober 2011 werd het nieuwe bovenhuis op de ondertoren geplaatst. In december 2011 was de molen weer maalvaardig. In augustus 2012 begon herstel aan de ondertoren. In februari 2013 werd deze restauratie afgerond.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Broekmolen (Streefkerk) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Broekmolen (Streefkerk)
Achterdijk, Molenlanden

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Broekmolen (Streefkerk)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.882419444444 ° E 4.7434111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Broekmolen

Achterdijk
2959 LC Molenlanden
Zuid-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q1961810)
linkOpenStreetMap (447884353)

Streefkerk Broekmolen
Streefkerk Broekmolen
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Achtkante Molen (Streefkerk)
Achtkante Molen (Streefkerk)

De Achtkante Molen in het dorp Streefkerk, in de Nederlandse gemeente Molenlanden, is een houten achtkantige met riet gedekte molen en is omstreeks 1761 geplaatst. De molen is een middelste van de drie ondermolens, bemaalde in twee trappen de polder Streefkerk en Kortenbroek en was tot 1951 in bedrijf. In 1872 werd de houten wateras vermaakt tot een mantelstijl en ondertafelementscherf voor de Oude Weteringmolen. In 1873 werd de kap van de molen zowel aan de voor- als aan de achterkant ingekort, mogelijk omdat de balkkoppen van de voeghouten waren ingerot. Ook werden toen slagstukken aangebracht tussen de voeghouten en overring. In 1932 werd er voor de kachel een rookkanaal met twee kleppen aangebracht. Voordien ging de rook gewoon door de molen omhoog, hetgeen nog te zien is aan de beroete balken en achtkantstijlen. In 1970/71 is de molen ingrijpend gerestaureerd, waarna deze in 1972 weer maalvaardig was. Door de veranderde omstandigheden kon het water niet meer uitgemalen worden en maalt de molen tegenwoordig in circuit. Eigenaar van de molen is de SIMAV. Het gevlucht is Oud-Hollands en bestaat uit gelaste, 26,4 m lange, ijzeren roeden. De binnenroede met nummer 1 is gemaakt in 1971 door Van Iperen te Rijnsaterswoude. De buitenroede met nummer 205 is gemaakt in 1974 door de fabrikant Bremer te Adorp. De kap van de molen draait op een kruiwerk met ijzeren rollen en enkele iepenhouten rollen in houten rollenwagens. Met behulp van een kruirad wordt de kap gedraaid. De molen wordt gevangen (geremd) met een vaste vlaamse vang bestaande uit vier vangstukken. Om het bovenwiel zit een ijzeren hoep, waarop de vangstukken aangrijpen. De vangbalk zit in een hangereel en heeft een kneppel. De vang wordt bediend met een wipstok. De molen heeft een 47 cm breed binnenscheprad met een diameter van 5,92 meter. Zowel de zeer korte bovenas als de wateras zijn van gietijzer evenals het sintelstuk van het scheprad. Vlak voor de korte spruit ligt nog een niet meer in gebruik zijnde penbalk. Vroeger heeft er dus een langere bovenas in de molen gezeten. De korte spruit is van gelast staal.

Wingerdse Molen
Wingerdse Molen

De Wingerdse Molen in de Nederlandse plaats Bleskensgraaf is een wipmolen waarvan het bouwjaar niet bekend is. Vermoedelijk is deze poldermolen in 1513 gebouwd. De koker is van 1624. In 1872 is de molen verhoogd door het opmetselen van de veldmuren, waardoor een grotere vlucht kon worden verkregen. Met 28,20 m heeft de Wingerdse Molen dan ook de grootste vlucht van alle Nederlandse wipmolens. Het oorspronkelijke scheprad is in 1955 vervangen door een vijzel. In 1996 zijn onder andere de beschieting van de kap en de spanten vernieuwd. In 2006 zijn twee rietvelden op de ondertoren vernieuwd. De molen was tot 1 februari 2008 eigendom van het Waterschap Rivierenland; de nieuwe eigenaar is de SIMAV. De wipwatermolen is op afspraak te bezichtigen. 's Avonds wordt de Wingerdse Molen door witte schijnwerpers verlicht en is dan tot in de verre omtrek te zien. Naast de molen bevindt zich een paaltjasker, die geen speciale functie heeft, maar die in 1987 in opdracht van de molenaar is vervaardigd. Begin 2011 werd begonnen met een grote restauratie, waarvoor het bovenhuis van de Wingerdse Molen is verwijderd. Op de ondertoren was een noodkap aangebracht. In oktober 2011 werd het gerestaureerde bovenhuis teruggeplaatst. Op de borstnaald komen de initialen JDV.CVDB (bovenste) en HHS.1997 (onderste) voor. JDV.CVDB staan voor de molenmakers van het toenmalige hoogheemraadschap Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Jan de Vries en Cok v d Berg. HHS.1997 staan voor de eigenaar het Hoogheemraadschap Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. In 1997 is de borstnaald vernieuwd. Het gevlucht is Oudhollands met gelaste roeden en vanaf 1965 met fokken. Op het oude gevlucht zat zowel een enkelstraals als dubbelstraals fok. In 2011 werden alleen enkelstraals fokken aangebracht. In de fokken op de buitenroede zitten regelborden (remkleppen), die handmatig open en dicht gezet worden. De 28,10 m lange binnenroede is in 1991 gemaakt door Derckx, gestoken in 1992 en heeft als roenummer 696. De 28,20 m lange buitenroede is in 2011 gemaakt door molenmakersbedrijf Vaags en heeft als roenummer 262. Van 1935 tot 1965 waren de wieken verdekkerd. De molen wordt op de wind gezet met een kruirad. De bovenzetel heeft neuten. De in 1852 gegoten, 4,75 meter lange, gietijzeren bovenas is van F.J. Penn & Bauduin te Dordrecht en heeft het nummer 37. In de pen van de bovenas zit een taats. De molen wordt gevangen (geremd) met een Vlaamse blokvang bestaande uit vier vangstukken. De vang wordt bediend met behulp van een evenaar. De vangbalk heeft een kneppel.

De Hoop (Oud-Alblas)
De Hoop (Oud-Alblas)

Korenmolen De Hoop in Oud-Alblas, in de Nederlandse gemeente Molenlanden, is een stellingmolen die in 1844 werd gebouwd ter vervanging van een eerdere standerdmolen op dezelfde plaats. Het is een ronde stenen molen, met een vlucht van 22,56 meter hebben. De molen is voorzien van twee koppels 17der kunststenen met viertaksrijnen. Tevens zijn ze voorzien van regulateurs. Ook is er een elektrisch aangedreven maalstoel met en 30 pk motor. De Hoop draait bijna dagelijks en maalt ongeveer 500 kg per week. De molen is op afspraak open (niet op woensdag, donderdag en zondag). De landschappelijke waarde van deze molen is zeer groot. In de nabijheid van De Hoop bevinden zich nog twee molens: de Peilmolen en de Wingerdse Molen. Het gevlucht heeft fokwieken op beide roeden van het systeem Fauel. Op de buitenroede bevinden zich automatische remkleppen, waarvan het moment van openen van tevoren met de hand moet worden ingesteld door een veer op spanning te zetten. (Er is geen spin). De binnenroede heeft steekborden. De gelaste, ijzeren roeden zijn in 2004 gemaakt door Derckx te Beegden. De binnenroede heeft het nummer 985 en de buitenroede nummer 984. De 4,00 m lange bovenas is van de fabrikant NSBM Fyenoord te Rotterdam en gegoten in 1843. Op de zijkant van de askop staat FYEN met daaronder OORD. De molen kan op de wind worden gezet, verkruid, met een kruiwiel en een rondgaande ketting, meestal wordt er echter elektrisch verkruid. De lange spruit is van ijzer en ligt achter het bovenwiel. Het kruiwerk bestaat uit houten rollenwagens met veertig gietijzeren rollen. De molen wordt gevangen (geremd) met een vaste Vlaamse blokvang bestaande uit vier vangblokken. De vang wordt bediend met een wipstok, die beschilderd is met prinsjeswerk. De vangbalk heeft een kneppel. Om het bovenwiel zit een ijzeren hoep waar de vangblokken op aangrijpen. Naast het door de molen aangedreven luiwerk is er ook een elektrisch aangedreven luiwerk. Het spoorwiel heeft een ijzeren velg met houten kammen. Het bovenwiel wordt bij stilstand geblokkeerd met twee stutten, die er op de stelling bij de staart uit het bovenwiel getrokken kunnen worden. Op de kruisarmen zijn kasten gemaakt voor het plaatsen van de stutten.