place

Biezen en Milschot

LaarbeekNatuurgebied in Noord-Brabant

Biezen en Milschot is een beheersobject van het Staatsbosbeheer dat op zich deels bevindt in de gemeente Laarbeek en deels in Gemert-Bakel in het oosten van de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het beslaat ongeveer 300 ha. Het bestaat uit meerdere, sterk verschillende en afzonderlijk gelegen complexen. In het kader van de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur tracht de overheid deze gebieden onderling te verbinden. Tot het object horen ook nog enkele apart gelegen landschapselementen en botanisch rijke schraalgraslandjes waar onder meer de Vleeskleurige orchis groeit. Het hele gebied watert (deels via de Esperloop) af naar de Snelle Loop, die voorbij Gemert uitkomt op de rivier de Aa.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Biezen en Milschot (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Biezen en Milschot
De Biezen, Laarbeek

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Biezen en MilschotLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.520963888889 ° E 5.6741277777778 °
placeToon op kaart

Adres

De Biezen en Milschot

De Biezen
5735 SP Laarbeek
Noord-Brabant, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2272680)
linkOpenStreetMap (6322926)

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Missieklooster Heilig Bloed

Het Missieklooster Heilig Bloed is een klooster van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed dat zich bevindt aan de Kloosterdreef te Aarle-Rixtel. Deze congregatie, de Missiezusters van het Kostbaar Bloed, werd in 1885 in Mariannhill, bij Durban in Zuid-Afrika, gesticht door de trappist Franz Pfanner. In 1889 werd begonnen met een opleidingsklooster in het Duitse Kirchherten, maar de Kulturkampf noopte de zusters tot vertrek uit Duitsland. Ze verhuisden daarom naar een klooster in Helden-Panningen, het klooster Sint-Joseph, wat in 1901 definitief werd betrokken. Dit klooster werd snel te klein en er werd een stuk grond met boerderij in Aarle-Rixtel aangekocht, waarop een groot klooster verrees, met bijbehorende boerderij. De langgevelboerderij is dus ouder en dateert uit ongeveer 1845. Op 15 juli 1903 trokken 74 zusters in het nieuwe klooster, en op 6 oktober 1906 werd dit tevens het nieuwe moederhuis van de congregatie. Tot die tijd was dat in Mariannhill in Zuid-Afrika. In 1910 werd een noviciaatsvleugel aangebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden zieke Belgische vluchtelingen verpleegd. In 1938 werd opnieuw een vleugel, de Theresiavleugel, aangebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende het klooster opnieuw tot toevluchtsoord, nu van evacué's uit Aarle-Rixtel. Vervolgens namen geallieerde soldaten hun intrek. In de jaren 60 van de 20e eeuw werd de kapel gerenoveerd en werden glas-in-loodramen van zuster Hadwig Münz aangebracht. Geleidelijk aan werd het klooster een toevluchtsoord voor terugkerende missionarissen. Het is echter net als vroeger ook opleidingshuis voor vrouwen die zuster willen worden. Het generalaat van het klooster verhuisde in 1967 naar Mönchengladbach en in 1970 naar Rome. Sinds 2008 is er in de langgevelboerderij van het klooster een restaurant gevestigd. Er is in het klooster ook een gastenverblijf voor bezinningsweekenden en dergelijke. Hoewel de voertaal in het klooster lange tijd vrjwel alleen Duits was, is het sinds 2003 meertalig. De taal in de gebedstijden is afwisselend Nederlands en Duits. Er zijn ook vele zusters die de Nederlandse (en Portugese) taal beheersen, evenals bijvoorbeeld Engels en Swahili. De kloostertuin is sinds 2011 gedeeltelijk opengesteld voor bezoekers. Het is mogelijk om naar de Lourdesgrot met de daarin aanwezige H. Hart-gebedsruimte te wandelen en daar een kaarsje op te steken. De Lourdesgrot is gebouwd in 1907 en gerestaureerd in 2011.

Klokkengietersstraat 1-3 (Aarle Rixtel)
Klokkengietersstraat 1-3 (Aarle Rixtel)

Klokkengietersstraat 1-3 te Aarle-Rixtel is een bouwwerk aan de Klokkengietersstraat te Aarle-Rixtel, sinds 1997 gemeente Laarbeek. Het gebouw is sinds 25 februari 1988 een rijksmonument. De Klokkengietersstraat is een relatief korte straat in Aarle-Rixtel en ontstaat daar waar de Dorpsstraat en Helmondseweg samenvloeien. Ze eindigt bij de westelijke tak van de Zuid-Willemsvaart, aan de overzijde van de “Brug bij Aarle-Rixtel” ligt in het verlengde de Albers Pistoriusstraat. Het bouwwerk werd rond 1906 gebouwd in opdracht van de klokkengieterij Klokkengieterij Petit & Fritsen, directeur was toen sinds 1906 Henricus Fritsen jr. (Helmond, 1874 – Aarle Rixtel, 1951). Er werd een fabrieksgebouw is sobere stijl neergezet met gevels voornamelijk bestaande uit baksteen. De plek was uitgekozen omdat in de buurt Leemkuilen aanwezig waren. Het gebouw heeft een lage voorbouw, die net niet symmetrisch is (openslaande deuren links en raampartij rechts). Deze voorbouw heeft slechts één ramenrij met daarboven een lessenaarsdak dat oploopt naar het hogere fabrieksgebouw. Het gebouw heeft drie risalerende gedeelten die alle drie worden afgesloten door middel van een zadeldak. Onder en in de puntgevels zijn tegeltableaus te zien, waarvan de linkse en rechtse tussen 1997 en 2009 zijn vernieuwd: links: klokkengietery midden: een driehoekig tableau met drie klokken met aan weerszijden de tekst Anno 1906 rechts: Petit & Fritsen. Achter de voorbouw staat het uiteindelijke hogere fabrieksgebouw van eveneens één verdieping. Het zadeldak daarvan wordt onderbroken door schoorstenen en centraal een ontluchtingskap, die op zichzelf wordt afgesloten door middel van een dakruiter met tijdsklok met sierlijke wijzerplaat en daarboven een windwijzer.Onder het rijksmonument valt ook de vierkante en taps toelopende smeltoven en gietkuil (2 bij 2 meter). Het gebouw werd tot rijksmonument benoemd omdat het nog (voor zover bekend) het enige gebouw is, dat onderdak bood aan deze bedrijfstak van klokkengieten, maar ook haar importantie binnen de (bedrijven-)geschiedenis van Aarle-Rixtel. Bovendien werd geconstateerd, dat het gebouw zich in gave toestand bevond. Nadat de firma Petit & Fritsen in 2014 wegens gebrek aan opvolging fuseerde met Klokkengieterij Eijsbouts in Asten kwam het gebouw leeg te staan. Het werd verbouwd tot bedrijfsverzamelgebouw, dat onderdak bood aan bijvoorbeeld interieurbedrijven, distilleerderij, brouwerij en koffiebranderij (gegevens 2016). Het pand kreeg ook haar naam: De Klokkengieterij.

De Ruyter (Gemert)

De Ruyter was een molen in Gemert. In het najaar van 1863 diende de uit Nistelrode afkomstige molenaar Johannes de Kinderen een verzoek in bij het college van Burgemeester en Wethouders van Gemert om aan de Oudestraat in Gemert een korenwindmolen te mogen oprichten. In mei 1864 gingen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant er officieel mee akkoord. Uit het feit dat J. de Kinderen in het patentregister van de gemeente Gemert van het jaar 1865/1866 was ingeschreven als korenmolenaar op een windmolen, blijkt dat de molen er weldra gekomen is. Uit overlevering is in Gemert bekend dat de huidige "Volksvriend" een voorloper heeft gehad en dat dit een achtkante stellingmolen uit de Zaanstreek moet zijn geweest. In een topgevel van het huis van molenaar Van Roij zit een gevelsteen, waarop een man te paard is afgebeeld met de vermelding "De Ruyter" en het jaartal 1670. De gevelsteen zou met de molen deze kant opgekomen zijn. Welke molen het oorspronkelijk geweest is, is onbekend: De Ruiter in Zaandam-West zou kunnen, maar daar klopt het bouwjaar niet; De Ruyter in Amsterdam zou beter passen. Het is onbekend of en hoelang Johannes de Kinderen molenaar is geweest. Begin tachtiger jaren was een zekere Willem van den Boomen mulder en eigenaar. In 1884 nam hij een stoommaalderij in gebruik bij de molen. Het einde van de molen stond als volgt in de krant De Zuidwillemsvaart van 1 december 1887: Gemert: Gisterenmorgen 4 uur brandde alhier de wind-, graan-, en schorsmolen van den molenaar W. Van den Boomen op de Oude Straat tot de grond toe af. Niets werd gered. Naar men verneemt is de molen verzekerd, de inboedel echter niet, waaronder meer dan 100 mud rogge, als mede de molenaarskar met paardentuig enz. Oorzaak onbekend. Op 8 mei 1888 kreeg molenaar Van den Boomen vergunning voor de oprichting van een nieuwe molen. Deze staat nu bekend als De Volksvriend.