place

Wagenerstadion

HockeystadionSport in AmstelveenSportaccommodatie in Noord-Holland
2021 Entree Wagener Stadion, Amstelveen (1)
2021 Entree Wagener Stadion, Amstelveen (1)

Het Wagenerstadion is een Nederlands veldhockeystadion. De maximale toeschouwerscapaciteit bedraagt 7.600. Het complex is sinds 1980 eigendom van de Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB). Het stadion is gelegen in het Amsterdamse Bos, op grondgebied van de gemeente Amstelveen. Hockeyclub Amsterdam bouwde het naar de toenmalige voorzitter Joop Wagener sr. (1881-1945) genoemde stadion in 1939. Eind zeventiger jaren van de vorige eeuw bleek de oudste hockeyclub van Nederland niet langer in staat het onderhoud voor zijn rekening te nemen en werd het verkocht aan de KNHB. In het contract dat beide partijen destijds opmaakten, heeft de club wel het eerste gebruiksrecht. Sedert 1980 beschikt het stadion over een kunstgrasmat. Tegenwoordig verzorgt de gemeente Amsterdam het onderhoud van het stadion, in opdracht van de KNHB. Het stadion is met enige regelmaat het decor van een (oefen)interland of een groot internationaal toernooi. Zo werden het WK hockey van 1973 en het EK hockey van 1983 beide in Amstelveen gespeeld. Nederland won in het stadion de Champions Trophy in 2003. Het op een na laatste grote internationale hockeytoernooi in het Wagenerstadion was de strijd om de Champions Trophy voor vrouwen in 2006. In 2009 is het EK hockey voor dames en heren er gespeeld. De dames wonnen goud, de heren wonnen brons. Ook in augustus 2017 werd het EK voor heren en dames in het stadion gehouden, het stadion heeft hiervoor een flinke verbouwing ondergaan. In juni 2021 werd het EK voor dames en heren voor de vierde keer in het stadion gehouden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Wagenerstadion (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Wagenerstadion
Hagelundsvej, Lolland Municipality

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: WagenerstadionLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.319444444444 ° E 4.8538888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Hagelundsvej 5
4970 Lolland Municipality
Region Zealand, Denmark
mapOpenen op Google Maps

2021 Entree Wagener Stadion, Amstelveen (1)
2021 Entree Wagener Stadion, Amstelveen (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 590
Brug 590

Brug 590 is een kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het brugnummer verwijst naar een brug in het Amsterdamse Bos, maar deze brug geeft alleen (indirect) toegang tot dat bos. De brug ligt over de Hoornsloot en vormt de verbinding tussen de Amsterdamse Kalfjeslaan en de Amstelveense Nieuwe Kalfjeslaan. Het is een betonnen plaatbrug uit 1962/1963. De brug strekte ter vervanging van een veel kleinere brug die even ten zuiden van de huidige brug lag en toegang gaf tot Halte Kalfjeslaan aan het Spoorlijn Aalsmeer - Amsterdam Willemspark, dat direct ten zuidwesten van die brug lag. Het "stationsgebouw" herinnert er nog aan. De Nieuwe Kalfjeslaan sloot toen nog niet recht aan op de Kalfjeslaan. Door de nieuwe brug iets noordelijker aan te leggen kon een dergelijke verbinding wel gemaakt worden; er ontstond een bijna rechte kruising tussen de beide lanen en de Amstelveenseweg aan Amsterdamse kant en Amsterdamseweg aan Amstelveense kant. De brug is ontworpen door Dick Slebos van de Dienst der Publieke Werken, die ook al in de Jacob Heinenbrug (brug 503) een toegangsbrug tot het bos ontwierp. Beide bruggen werden uitgevoerd als duikerbrug. De bruggen delen ook het ontwerp van de brugleuningen. Het geheel wordt gedragen door een houten paalfundering. Keerwanden, borstweringen en balustraden zijn uitgevoerd in grof basaltsteen. In 1999 werden alle bruggen in en om het Amsterdamse Bos door MTD landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente Amstelveen onderzocht op cultureel belang. Zij constateerden voor brug 590 dat het voor het bos en omstreken een waardevolle brug is. Zij voerden aan: het een plateaubrug in een bosentree behoort samen met brug 501 en brug 503 tot een serie betonnen plateaubruggen. De gemeente Amstelveen gebruikte het rapport om een aantal bruggen in het bos tot gemeentelijk monument te benoemen. Dat kon niet gelden voor deze brug, aangezien die in de gemeente Amsterdam ligt. De gemeente Amstelveen begint aan het zuideinde van de keerwand van de brug. Ten westen van de brug liggen direct de rails van de Electrische Museumtramlijn Amsterdam; ten zuidwesten van de brug ligt een wisselplaats voor de trams.

Brug 594
Brug 594

Brug 594 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos, gelegen op het grondgebied van gemeente Amstelveen, maar in beheer bij de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos, eind jaren dertig van de 20e eeuw, werden talloze bruggen ontworpen door architect Piet Kramer van de Publieke Werken. De bruggen kregen steevast een nummering in de 500-serie. De nummering hield op bij brug 595. Een onbekende in de reeks is brug 594, die volgende gemeente sinds 1943 in een watersportgebied lag, maar op geen enkele kaart uit die tijd voorkomt. Het archief van de Publieke Werken kent de brug niet, noch de boeken die het werk van Piet Kramer (Baggelaar en van Schaik) beschrijven en ook het boekwerk Amsterdamse Bruggen 1910-1950 kent de brug niet. Het archief van PW kent wel brug 595, doch die is in de jaren zeventig gesloopt ten faveure van rijksweg 10. Het brugnummer wordt vanaf 2014 gebruikt voor een nieuw gebouwde brug in het Amsterdamse Bos. Aan de rand met Amstelveen is daar gesitueerd de manege Nieuw Amstelland gevestigd aan het Jan Tooroppplantsoen, dat toen geen goede verbinding had met het bos. Bij een herindeling van het gebied rondom die manege werd er over een sloot ten westen van de manege brug 594 neergelegd. Deze houten brug vertoont in de basisopzet overeenkomsten met de houten bruggen van Kramer, maar is duidelijk van moderner allooi. Op 9 juli 2014 werd de brug geopend door de wethouder Openbare Ruimte en Groen van Amsterdam, Abdeluheb Choho. Aanleg was onderdeel van het project Sportasroute. De brug is ontworpen door Blom & Moors BV uit 's-Hertogenbosch. Zij omschreven het als een markant punt in het landschap met een opvallend en kloek ontwerp in de traditie van Piet Kramer. De brug is uitgevoerd in zwart (balustrade, liggers) en wit (leuningen en koppers). De pylonen, ook terug te vinden in werken van Kramer, zie brug 528, bieden de ophanging van de toegangspoort. De ontwerpers gaven aan dat de scheidingen tussen de vele balusters (staanders onder de leuning) krap is gehouden. Deze wijze van monteren laat de brug vanaf de zijkant doorzichtig zien; terwijl op de brug het als gesloten overkomt, zodat ruiter en paard niet schrikken. De brug werd bij GrootLemmer gemaakt.

Brug 567
Brug 567

Brug 567 is een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Ze overspant een ringsloot in of nabij het Sportpark Nieuwe Kalfjeslaan, waar ook het Wagenerstadion ligt. Het bos werd grotendeels aangelegd in de jaren dertig, voor de bruggetjes en bruggen in het bos werd architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken aan het werk gezet. Hij ontwierp een keur aan bruggen te verdelen in drie types houten voet- en fietsbruggen, stadsbruggen in de stijl van de Amsterdamse School en moderne betonnen bruggen. Brug 567 valt in de laatste categorie. Volgens Piet Kramer; Bruggenbouwer van de Amsterdamse School en Amsterdamse bruggen 1910-1950 werd brug 567 in 1941 ontworpen door Kramer, maar was er geen geld (meer) om de brug te plaatsen. Volgens dezelfde boekwerken vond realisatie pas plaats in 1955 als er grote werkzaamheden aan het bos plaatsvinden (verplaatsen ingang etc.). Brug 567 werd samen aanbesteed met brug 568 en brug 569 rondom de springbaan voor paardensport. Brug 568 is vermoedelijk nooit gebouwd, maar was gesitueerd ten noorden van de springbaan. Brug 569 is de zogenaamde hartjesbrug (naar de uiteinden van de leuningen) ten westen van de springbaan. Daarbij steekt brug 567 schril af. Het is een sobere en vooral kleine duikerbrug. De brug is in totaal 13 meter lang, ruim zes meter breed en de doorvaart is ongeveer drie meter breed. Kramer hanteerde voor deze brug in de Nieuwe Kalfjeslaan twee niveaus voor verkeer (zoals elders in het bos), maar dat is bij reparatiewerk deels verloren gegaan. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij vonden brug 567 een architectonisch waardevolle brug van gewapend beton, passend binnen het Kramer-oeuvre. Ze benadrukten tevens de opvallend witte kleur binnen de omgeving en het decoratieve siersmeedwerk in leuningen. De gemeente Amstelveen gaf meer details. Ze werd gebouwd met ter plekke gestort beton. De wateronderdoorgang heeft schuine wanden (breed onder, smal boven). Die onderdoorgang wordt geaccentueerd door middel van een sprong in het beton. Bij nadere beschouwing zijn nog afdrukken van de bouwbekisting te zien. De balustraden zijn ter plaatse van de duiker enigszins verhoogd, terwijl de uiteinden in een kromming verlagen. Net als bij alle betonnen bruggen van Kramer in het bos heeft ook deze brug sierlijke leuningen. Die leuningen, die met de balustraden meebuigen, worden gedragen door conische balusters met een V-vormig uiteinde waarin de leuningen liggen. Het eind van de leuningen worden ook gedragen door conische balusters, maar sluiten af met een knopmotief. De leuningen krullen na de laatste baluster naar boven. Amstelveen verklaarde het vanwege het passen binnen het Kramer-oeuvre tot gemeentelijk monument. In november en december 2021 werd gewerkt aan renovatie van de brug, die zich in slechte staat bevond.

De Braak (Amstelveen)
De Braak (Amstelveen)

Het park De Braak in de Noord-Hollandse plaats Amstelveen is vanaf de jaren dertig van de 20ste eeuw aangelegd en is eigenlijk een langgerekte heemtuin. Het ligt in de noordwesthoek van Amstelveen, langs de Amsterdamseweg, die de noordelijke en westelijke begrenzing vormt. In de nabijheid van De Braak ligt het Jac. P. Thijssepark uit de jaren veertig. Veel inheemse planten hebben een plek in de beide parken gekregen. Het onderhoud is zeer intensief en voor een groot gedeelte handmatig, wat een evenwichtige beplanting oplevert. Deze parken zijn geïnspireerd op de ideeën onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse. Sinds de voltooiing in 1928 van het 'Wandelpark' (later omgedoopt in Broersepark) was er ook een eigen Amstelveense plantsoenendienst actief. In het noordwesten van de gemeente werden vervolgens meer parken aangelegd. In de nabijheid van de Amsterdamseweg wilde men villa’s en luxe woningen bouwen met ruime tuinen in een groene omgeving. Dit om bewoners te trekken die de drukke stad Amsterdam wilden ontvluchten. Het basisplan voor de gemeente Nieuwer-Amstel werd in 1935 goedgekeurd. Zo ontstonden aan weerszijden van de Amsterdamseweg het park De Braak en het Jac. P. Thijssepark. Het eerste park werd aangelegd langs een waterplas die een overgebleven deel was van het vroegere Karnemelksegat, dat was ontstaan na een doorbraak van de Nieuwe Meer in de zestiende eeuw. Chris P. Broerse kreeg opdracht om langs dit water een park aan te leggen. Omdat de ondergrond nat, arm en zuur was, was dit geen gemakkelijke opgave. In deze periode ontstond het besef gebruik te maken van eigen inheemse planten. Hiertoe werd Broerse ook geïnspireerd door Jac. P. Thijsse. Er werden planten aangeplant die die pasten bij nat, arm en zuur veen. De aanleg van het park De Braak startte aan het einde van de jaren dertig en werd ook benut als werkverschaffingsproject voor de vele werklozen. De plas werd uitgebaggerd en er langs werden paden over de drassige veengrond aangelegd. Het eerste ontwerp van het park dateerde van 1939 en betrof het deel direct rond de plas. In 1941 werd besloten het park naar het oosten (tot de spoorlijn) uit te breiden met De Doorbraak, bijna 4 hectare groot. Er werden verbindingen gemaakt met de ringvaart van de Middelpolder en met de Buitendijkse Polder, zodat de waterstand beter beheerst kon worden. In 1957 ontwierp Broerse aan de zuidzijde van De Braak en visueel aansluitend, een 8 hectare groot heempark rond het hoofdkantoor van de Van Leer Vatenfabriek. Er zijn twee entreepaden aan de noordzijde, twee aan de westzijde, en één aan de oostzijde. Aan de Amsterdamseweg staat een banpaal (monumentnummer 8140). Het park De Braak stond aan de basis van de Amstelveense heemparktraditie. In 2011 werden De Braak en het Thijssepark rijksmonument.

Brug 550
Brug 550

Brug 550 in een bouwkundig kunstwerk in het Amsterdamse Bos. Het Amsterdamse Bos maakt deel uit van de gemeente Amstelveen, maar wordt beheerd door de gemeente Amsterdam. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos werd aan architect Piet Kramer van de Dienst der Publieke Werken gevraagd bruggen te ontwerpen. Hij kwam rond 1938 met bruggen in de categorieën houten en stenen bruggen. Binnen die categorieën varieerde hij vanuit een basis ontwerp. Deze brug van circa 15 meter lengte valt in de eerste categorie, maar ze is pas in 1956 gebouwd. In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Geconstateerd werd dat de brug een identiteitsdrager was binnen de bosbruggen en men zag in brug 550 een van de aantrekkelijkste houten bruggen van Kramer. Het bruggetje ligt over een waterscheiding tussen een bosdeel enerzijds (dichte bosbebouwing) en het kleine kinderbad en de grote speelweide anderzijds (open veld). Alhoewel in het onderzoeksrapport melding gemaakt wordt van een verscholen ligging, was er tevens sprake van een wit-groene markering in het landschap. De eenvoudige uitvoering heeft een eenheid tussen dek en leuningen en voor Kramer karakteristieke houtverbindingen. De gemeente Amstelveen deed ook onderzoek om te kijken of de brug, net als meerdere bruggen in het bos, beschermd moest worden door de status gemeentelijk monument. Ze vond een totaal houten voetbrug die enigszins hellend ligt op houten brugpijlers met dito jukken. Deze hellende constructie was in de Amstelveende ogen eigenlijk niet noodzakelijk, want een kenmerk van deze brug is dat zij al relatief ver op de oevers begint. De borstwering gaat als het ware direct over in de brugleuningen/balustraden. De twee leuningrijen verschillen van elkaar; de onderste is afgerond, de bovenste afgeschuind. In de borstweringen vinden de beide brugleuningen elkaar; de bovenste loopt af naar de onderste en vinden samen hun begin/eind in een hoekbaluster. Opvallend is dat de onderste leuning gedragen wordt door meer balusters dan de bovenleuning. Ook vonden zij bij de brug twee ezelsruggen van baksteen, waarvan toen de bedoeling niet achterhaald kon worden.