place

Onderstation Westerpark

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumElektrotechniekTransformatorstation
Amsterdam Onderstation Westerpark 001
Amsterdam Onderstation Westerpark 001

Onderstation Westerpark is een voormalig onderstation in de Nederlandse stad Amsterdam. Het onderstation aan de Houtmankade 334 werd omstreeks 1915 door de Dienst der Publieke Werken ontworpen in opdracht van de Gemeente-Electriciteitswerken, een voorloper van het Amsterdamse GEB. Een uitbreiding van het station in 1922 is van de hand van Albert Boeken (1891-1951). Het gebouw is niet meer in gebruik als onderstation maar huisvest nu een jongerencentrum met de toepasselijke naam Volta.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Onderstation Westerpark (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Onderstation Westerpark
Houtmankade, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Onderstation WesterparkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.385969444444 ° E 4.8821916666667 °
placeToon op kaart

Adres

Houtmankade
1013 RR Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam Onderstation Westerpark 001
Amsterdam Onderstation Westerpark 001
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Standbeeld van Domela Nieuwenhuis
Standbeeld van Domela Nieuwenhuis

Het standbeeld van Domela Nieuwenhuis is een kunstwerk in Amsterdam-West, Spaarndammerbuurt. Het beeld is een gevolg van de plaatsing van het Monument Indië-Nederland, in het verleden het Van Heutzmonument. Toen de Vereeniging van Werklieden aan de Electriciteitsbedrijven te Amsterdam hoorde dat er voor deze generaal een standbeeld kwam, kaartte zij dat aan bij de Nederlandse Syndicalistische Federatie van Overheidspersoneel en op een vergadering in juni 1928 werd besloten tot oprichting van een comité voor een standbeeld van de socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis. De beeldhouwer Johan Polet had in 1928 een maquette klaar. De omschrijving zoals deze gegeven werd in De Telegraaf komt echter niet overeen met hoe het er uit zou zien bij oplevering. Collegakunstenaar en kunstcriticus Kasper Niehaus had al in dat artikel enige kritiekpunten geleverd; het zou te tam zijn. Een jaar later was Polet nog niet echt verder. Hij mocht vanuit de commissie, waarin Hendrik Petrus Berlage, Richard Roland Holst en Joseph Mendes da Costa zitting hadden, een nieuwe maquette maken op een schaal van 1:5. Er was een verschil van mening hoe Ferdinand Domela Nieuwenhuis afgebeeld moest worden. De “vereerders” van Domela Nieuwenhuis zagen in de voorgaande voorstellen zijn strijdbaarheid niet terug. Dat ontwerp kreeg een wat actiever uiterlijk en Polet ging er vervolgens aan werken. In augustus 1931 werd het standbeeld op de sokkel getakeld om op 29 augustus 1931 door de weduwe onthuld te worden in het bijzijn van tienduizenden arbeiders uit het gehele land, die het monument zelf meegefinancierd hadden. Er was onvoldoende plaats, zodat sommigen de onthulling vanaf de tegenoverliggende kade van de Singelgracht moesten bijwonen. Men vreesde voor rellen en er waren oproepen tot stilte. Het was destijds landelijk nieuws. Het beeld bestaat uit drie delen. Op de sokkel (en ook buitenskaders) is in basalt een beeltenis weergegeven van een geketende Prometheus met toorts; Prometheus stal het vuur van de goden en gaf het aan de mensen. Daar boven staat een bronzen Domela Nieuwenhuis als houdende een vlammend betoog. Het is een samenvoeging van twee stijlen binnen het werk van Polet. Prometheus is expressionistisch; het standbeeld classicistisch. Het derde deel is een plaquette aan de achterzijde met de tekst: 1846-1919Ferdinand DomelaNieuwenhuisDit monument werd in 1931 onthuld ter herinnering aanden grondlegger van hetvryheidslievend socialismein Nederlandwiens machtige leuze-Recht voor allen-de verdrukten totgerechtvaardigen strydwekte Een broer van de overledene merkte op dat Domela Nieuwenhuis een dergelijk werkmansjasje nooit zou hebben gedragen en dat hij die strijdhouding bij zijn broer ook niet had gezien. Het beeld staat vanaf de onthulling op de gezamenlijke kademuur tussen de Willemsbrug en de Mirakelbrug behorend tot het Nassauplein.

Spaarndammerspoorbrug
Spaarndammerspoorbrug

De Spaarndammerspoorbrug (brug 1S) is een spoorbrug in Amsterdam-West, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De brug ligt in het traject Station Amsterdam Centraal – Station Amsterdam Sloterdijk. Er was een in de ogen van de omwonenden nauwe en onveilige doorgang onder het spoor tussen het Westerpark en Spaarndammerstraat met haar Maria Magdalenakerk. Toen het spoor beginjaren twintig ter plaatse verdubbeld moest worden, greep de gemeente Amsterdam dit aan om een bredere verbinding tussen die twee delen van de stad aan te laten brengen. Dat ging niet in vloeiende lijn; de aanbesteding door de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij vond al plaats in april 1920, maar in de daarop volgende zomer werd er gestaakt. Er werd gebouwd naar een ontwerp van Arend Jan Westerman van de Dienst der Publieke Werken. Omdat het treinverkeer niet gehinderd mocht worden, werd eerst een houten noodbrug geplaatst. Vervolgens werd een zestien meter brede doorgang gemaakt van 4,20 meter hoogte. Het gevaarte werd ondersteund door 760 houten heipalen. Bij deze werkzaamheden stuitten de bouwvakkers op zwaar metselwerk; de restanten van een muur tussen de Spaarndammerzeedijk en Westerbeer. Men dacht dat deze al verwijderd zouden zijn bij de bouw van Station Amsterdam Willemspoort, hetgeen niet geheel het geval bleek. Een bijkomend voordeel was dat de Spaarndammerbuurt, dan nog wat afgelegen, een betere verbinding met Amsterdam kreeg, al moest de Mirakelbrug nog wel voor het verkeer vernieuwd en omgelegd worden. Toen die gereed was kon ook tramlijn 5 onder de spoorbrug door. De spoorbrug vormt sindsdien de schakel tussen het Nassauplein en Westerpark aan de zuidkant en de Spaarndammerstraat en bijbehorende buurt aan de noordkant. De brug van Westerman werd in de jaren negentig aangevuld met een nieuw deel aan de zuidzijde, benodigd vanwege een verdubbeling van het spoor hier. Dat deel is te herkennen aan de drie betonnen brugpijlers en betonnen brugliggers. Ondanks dat er dus sinds 1922 een directe verbinding was tussen de Staatsliedenbuurt en de Spaarndammerbuurt bleef volgens die buurten de spoorwegen op dijk een barrière tussen beide buurten. In 2010/2011 werd daarom aan de zuidkant van de overspanning in grote letters, ontworpen door Janno Hahn, nogmaals benadrukt dat aan de andere kant van het viaduct de Spaarndammerbuurt ligt. De typografie is daarbij geïnspireerd op de stijl Amsterdamse School, waarin de oorspronkelijke spoorbrug is gebouwd. De spoorbrug wordt vanaf het begin opgesierd door vier beeldhouwwerken van Hildo Krop. Zij beelden twee-aan-twee Overvloed (mensen, fruit en Pan) en Verkeer (arbeiders met slangen) uit. Krop en Westerman werkten vaker samen, zie ook het beeldhouwwerk aan de Vierde Ambachtsschool in Amsterdam-West.

Willemsbrug (Singelgracht)
Willemsbrug (Singelgracht)

De Willemsbrug (brug 151) is een brug in Amsterdam-West over de Singelgracht tussen het Haarlemmerplein en het Nassauplein. Deze basculebrug is genoemd naar de nabijgelegen Willemspoort. Het aanleggen van een brug op deze plek werd noodzakelijk na de aanleg van het Westerkanaal in 1877. De huidige brug is een ontwerp van Piet Kramer uit 1925 en gebouwd in 1928-'29. Deze verving een brug uit 1877. De brug vormt samen met brug 349 een verbinding van het centrum van Amsterdam naar de Haarlemmerweg. De Willemsbrug grenst ook meteen aan de Mirakelbrug (brug 152) die toegang geeft aan de Spaarndammerbuurt. De brug is een gemeentelijk monument. De oude brug uit 1877 was voorzien van tramrails maar werd bij de elektrificatie in 1906 niet voorzien van bovenleiding. Omdat vanaf het Nassauplein een flauwe bocht voor de brug lag kon het voorkomen dat de tram bij onvoldoende snelheid stroomloos op de brug kwam te staan. De bestuurders namen dan ook altijd een flinke aanloop. Op 2 januari 1924 liep motorwagen 9 van tramlijn 18 door sneeuw en ijs echter vlak voor de brug uit de rails, ramde de balustrade en kwam in het water van de Singelgracht terecht. Met veel moeite werd de tram door de brandweer de volgende dag uit het water getakeld. Het personeel en de passagiers kwamen met de schrik vrij. Op de nieuwe brug verschenen ook tramrails maar nu wel met bovenleiding. Tot 19 januari 1955 bereed tram 12 de brug. Deze werd toen vervangen door een buslijn, waarna de rails op de brug werden verwijderd. Bus 22 rijdt als opvolger nog altijd over de brug. Op 3 maart 2018 werd een deel van de brug voor enige tijd afgesloten. Een waterleiding direct ten zuidwesten van de brug was gesprongen en spoelde de kadewand met voetpad en fietspad weg. De landhoofden van de brug bleven weliswaar staan, maar men nam het zekere voor het onzekere. Om verdere afkalving door golfslag te voorkomen (er wordt nog druk gevaren hier) werd de kademuur beschermd met een stalen damwand. Er was in Amsterdam nog een brug die 'Willemsbrug' genoemd werd. Het gaat hier om brug 454 tussen het Emmaplein en het Vondelpark in Amsterdam-Zuid. Deze heet tegenwoordig Diaconessenbrug.

Standbeeld voor Jacob van Lennep
Standbeeld voor Jacob van Lennep

Standbeeld voor Jacob van Lennep is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het standbeeld voor Jacob van Lennep kwam er op initiatief van Marita Mathijsen, die Jacob van Lennep niet wilde herdenken als schrijver en rijksadvocaat, maar als initiator van drinkwater in Amsterdam. Eigenlijk was hij niet degene die het project opstartte, maar zijn vrouw Henriette (Henrietta Sophia Wilhelmina Röell, 1792-1870). Die wilde het verse en schone drinkwater uit de Noord-Hollandse duinen dat ze in hun buitenplaats Huis te Manpad nabij Heemstede (Noord-Holland) dronken ook wel drinken wanneer ze in Amsterdam was. Tot dan toe werd het drinkwater vanuit de Vechtstreek geïmporteerd, maar het was (te) duur. Arme Amsterdammers waren veroordeeld tot grachtenwater of de regenton. Van Lennep raakte daartoe bevriend met ingenieur Christiaan Vaillant , die al jaren met een dergelijk plan rondliep. Ook werd nog een Brits ingenieur ingeschakeld, maar het mocht niet baten. Amsterdam zag er niet is in en ook bewoners van het voorgesteld brongebied vonden het niets. Zij brachten zelfs een brochure uit: Bedenkingen van eenige bewoners der duinen, over de physieke of financiële mogelijkheid van eene waterleiding uit dezelve tot en in Amsterdam. Van Lennep liet zich niet afwimpelen en wist met Brits kapitaal de waterleiding toch te realiseren en begon de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij. Daarbij was steun van familie, die diverse gebouwen en terreinen daar in bezit had, onontbeerlijk. Vader David Jacob van Lennep stelde Mariënduin beschikbaar; zus Antje van Lennep liet door doorbraak op Leijduin toe en neef Johan Frederik van Lennep schonk het terrein Groot Bentveld. Kroonprins Willem kwam op 11 november 1851 naar het duinengebied om een spade in de grond te zetten. In 1853 bereikte het eerste duinwater Amsterdam. De leiding kwam Amsterdam binnen bij de Willemspoort, bij Amsterdammers beter bekend onder Haarlemmerpoort. Het verhaal gaat dat Van Lennep de start daar wilde om de mensen uit de rijke Grachtengordel dwars te zitten, maar eerlijkheidshalve moet genoteerd is dat als men vanuit het duinengebied of Haarlem naar die grachtengordel wil komen, men eerst langs die Haarlemmerpoort moet. De Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij werd in 1896 door de voorloper van het Gemeentelijk Waterbedrijf, die op haar beurt opging in Waternet. Marita Mathijsen mocht in 2003 bij het 150-jarig bestaan een lezing geven en opperde dat Jacob van Lennep een standbeeld verdiende vanwege het gezinsinitiatief. Samen met de gemeente Amsterdam (burgemeester Job Cohen) en het Waterleidingbedrijf (directrice Caroline van der Wiel) kreeg ze een comité van de grond die eraan zou werken. Uit de ontwerpwedstrijd kwam kunstenares Lia van Vugt als winnaar uit de bus. Daarna volgde gemeentelijke procedures, inspraakavonden en protesten. Het proces kwam in een stroomversnelling dankzij de televisieserie De ijzeren eeuw van onder andere Hans Goedkoop, waarbij als grap een nep-monument werd geplaatst. Drie jaar na het 150-jarig bestaan was er dan eindelijk het echte monument. Bij de onthulling door Job Cohen gaf Mathijssen de toespraak. Van Vugt kwam met een beeld van een staande Van Lennep dat voor de helft bestaat uit roestvast staal (staande voor het water uit de Vechtstreek) en een in cortenstaal (staande voor het grachtenwater) uitgesneden silhouet. Door de lucht kijk je op het wateroppervlak. Het spiegelende glas staat voor helder drinkwater. Het werd geplaatst nabij het eerste watertappunt op het Haarlemmerplein. Op de sokkel zijn drie plaquettes gemonteerd. Centraal geplaatst is het korte levensverhaal. Aan de zijkant bevinden zich Mengelpoëzie III en IV.