place

Vondelpark

Vondelpark
Amsterdam, Vondelpark, at the pond 2
Amsterdam, Vondelpark, at the pond 2

Het Vondelpark is een langgerekt stadspark in Amsterdam, daterend uit 1865. Het park ligt in het stadsdeel Amsterdam-Zuid, op de grens met het stadsdeel Amsterdam-West en ten zuidwesten van de Amsterdamse grachtengordel. Het strekt zich uit van de Stadhouderskade tot aan de Amstelveenseweg. Bij de opening in 1865 heette het park het Nieuwe Park, in de volksmond Wandelpark. Na de onthulling in oktober 1867 van het Vondelmonument, een standbeeld ter ere van de dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel, werd de naam gewijzigd in Vondelpark. Feitelijk is het daardoor Cuypers geweest die ervoor zorgde dat het park zijn naam kreeg, omdat hij degene was die zich vanaf 1862 had beijverd voor dat standbeeld, en Vondelfeesten organiseerde om geld in te zamelen voor het monument. Sinds 1996 is het park een rijksmonument.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Vondelpark (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Vondelpark
Vondelpark, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: VondelparkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.356993888889 ° E 4.8666000277778 °
placeToon op kaart

Adres

Vondelpark
1071 EP Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam, Vondelpark, at the pond 2
Amsterdam, Vondelpark, at the pond 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Vondelpark 4
Vondelpark 4

Vondelpark 4 is een gebouw in Amsterdam-Zuid, Oud-Zuid. Het gebouw is een van de acht gebouwen die ook daadwerkelijk een adres heeft in dat park. Het gebouw werd in opdracht van de Vereeniging tot oprichting van een Rij- en Wandelpark, het latere Vondelpark, neergezet vanwege de benodigde bemaling in de buurt van de Overtoom en de daar liggende Kattensloot. Het dateert uit ongeveer 1880 en is neergezet in de neorenaissancestijl, tweede helft van de 19e eeuw. De architect is onbekend, hoewel soms Willem Hamer jr., later verantwoordelijk voor het Vondelparkpaviljoen, wordt gezien als de schepper van dit gebouw. Na de demping van de Overtoom rond 1903 werd het gemaal, dat zich in het voorhuis bevond, nutteloos en buiten werking gezet; de woning werd omgebouwd tot parkopzichterswoning; het kreeg toen ook een uitbreiding met achterhuis, dat er qua bouwstijl heel anders uitziet. Het oorspronkelijke gebouw is opgetrokken uit baksteen boven een plint van natuursteen. In de voorgevel zijn drie traveeën zichtbaar met een toegang in een risaliet; boven de toegang met bovenlicht is een uitkragende lijst te zien ondersteund door consoles; geheel bovenin bevindt zich een ronde klok. Ook boven de vensters in de "oudbouw" zijn waterlijsten terug te vinden, zo ook boven de blindvensters. Onder de gepleisterde cordonband zijn rozetankers zichtbaar. Vensters in de nieuwbouw hebben houten zonweringen in de vorm van luiken. De voorgevel van het gebouw doet enigszins chaletachtig aan met uitkragende zadeldaken. In de jaren tien van de 21e eeuw is er een buitenschoolse kinderopvang gevestigd. Het gebouw werd in 1996 opgenomen in het monumentenregister vanwege de historisch-functionaliteit binnen het totale Vondelpark, dat zelf ook een rijksmonument is. Het gebouw werd na die tijd nog lichtjes aangepast (zie beide foto's).

Tramremise Koninginneweg
Tramremise Koninginneweg

De Tramremise aan de Koninginneweg 29 te Amsterdam-Zuid is een gebouw uit 1893, dat is gebouwd als remise voor de paardentrams van de AOM. De architect was A.L. van Gendt, uit de bouwbeschrijving blijkt dat deze bij het ontwerp hulp heeft gehad van P.H. van Gendt. Bij de bouw stond het nog vrij van de omliggende bebouwing, in een weiland. Tot de annexatie van 1896 was dit grondgebied van de gemeente Nieuwer-Amstel. Vlakbij was het eindpunt van de paardentramlijn Dam – Willemsparkweg, die werd ingesteld in 1883 en in 1890 werd verlengd tot de Willemsparkweg. In 1903 werd deze paardentramlijn vervangen door de elektrische tramlijn 2. Het gebouw is deels vrijliggend en bevindt zich in wat nu een bocht in de Koninginneweg is. Bij aanleg bestond het complex uit een hoofdgebouw in "fin-de-siècle"-stijl, voorzien van een fraaie façade met aan de achterkant een remise en de paardenstallen. Het hoofdgebouw bestond uit een koetshuis, een kantoor voor de stalbaas en bergingen op de begane grond. Op de eerste verdieping bevond zich een bovenwoning, en naast bergingen en een afrekenkamer was er een kamer voor de hoofdconducteur. Deze verdieping is in 1903 verder uitgebouwd. De stallen en de remise waren gelegen langs een sloot ter hoogte van wat nu de Emmastraat is. De stal bood plaats aan 81 paarden. Daarnaast was er een remise waar de tramwagens gestald werden, een ziekenstal en een smidse. Het is lastig voor te stellen dat zeven jaar na de bouw het paardentrambedrijf geleidelijk opgeheven zou worden ten gunste van de elektrische tram, alhoewel elektrificatie van de laatste paardentramlijn toch nog tot 1916 zou duren. Nadat de paardentram hier in 1903 verdween, werd deze remise gebruikt voor het stallen van bijwagens en in 1917 werd ook het bedrijfsarchief van de Gemeentetram Amsterdam daar ondergebracht, in verband met ruimtegebrek op het hoofdkantoor. Het gebruik als tramremise werd in 1932 beëindigd en het gebouw werd ontruimd en overgedragen aan de Dienst der Publieke Werken. Er kwam toen een post van de stadsreiniging in en de stallen werden verbouwd tot garage voor de voertuigen van het GEB, waarbij de aansluitsporen in 1933 verdwenen. Het gebouw is later verbouwd tot politiepost; in de jaren 2010 is het opnieuw verbouwd, ditmaal tot sportschool.

Overtoom (Amsterdam)
Overtoom (Amsterdam)

De Overtoom is een straat in het stadsdeel West in Amsterdam, tussen de Stadhouderskade en de Amstelveenseweg. De huidige Overtoom heette vanaf 1345 de Heiligeweg, want hij leidde naar het Mirakel van Amsterdam. Langs de Heiligeweg liep de Heiligewegsevaart, later de Overtoomsevaart genoemd. Een stukje Overtoom (bij de Vondelkerk) heeft korte tijd Vondelkade geheten. Tot eind 19e eeuw lag de Overtoomseweg in de gemeente Nieuwer-Amstel die toen door Amsterdam werd geannexeerd. De straat dankt haar naam aan de overtoom (overhaal) op een dam die in 1515 tussen de Schinkel en de Kostverlorenwetering was aangelegd. Op dit drukke kruispunt van water en wegen ontstonden herbergen, melkhuisjes, woningen, een wekelijkse markt en vertier. In de 18e eeuw kwamen langs de Overtoomseweg pleziertuinen, buitenhuizen, bierlokalen en zelfs theaters. Deze verdwenen vrijwel allemaal in de 19e eeuw om plaats te maken voor statige woonhuizen, winkels en bedrijven. Ook werd de overhaal in 1809 door een schutsluis vervangen: de Overtoomse sluis. Begin 20e eeuw werd de Overtoomsevaart gedempt en werden beide zijden bebouwd met woonhuizen van meestal vier verdiepingen. In 1925 werd een nieuwe ijzeren ophaalbrug gebouwd iets ten noorden van de oude en in 1942 werd de Overtoomse sluis vervangen door de Schinkelsluis bij de Nieuwe Meer. Het was een statige laan met prachtige volwassen bomen. De grotendeels 19e- en begin-20e-eeuwse woonhuizen staan er nog steeds, aangevuld met interessante architectuur uit de jaren 1920, 30 en 40 en afgewisseld met bebouwing uit de jaren 60 en 70. De huidige Overtoom herbergt op ongeveer 1,75 kilometer duizenden bewoners en bijna honderd winkels. Op de begane grond is de verhouding bewoners/winkels ongeveer 50/50. In 2000 is de Overtoom 'geherprofileerd' en zijn de meeste oude bomen gekapt.

Vondelparkbuurt

Vondelparkbuurt is een gemeenschappelijke benaming voor drie buurten in Amsterdam-West. Het hele gebied maakte tot eind 19e eeuw deel uit van de gemeente Nieuwer-Amstel, totdat in 1896 alles tot Amsterdam behorend werd verklaard. In diezelfde periode en daarvoor werd de strook getransformeerd van industriegebied met molens tot woon-/winkelwijk. De drie buurten met die naam liggen als strook langs de noordkant van het Vondelpark (de zuidgrens). Ze wordt verder begrensd door de Overtoom (noordkant), de Singelgracht (oostkant) en de Kostverlorenvaart (westkant). De drie buurten met de naam zijn: Vondelparkbuurt Oost, van Singelgracht tot Tweede Constantijn Huygensstraat valt binnen de wijk Vondelbuurt Vondelparkbuurt Midden, van Tweede Constantijn Huygensstraat tot aan de Kattenlaan valt binnen de wijk Vondelbuurt Vondelparkbuurt West, van Kattenlaan tot aan de Kostverlorenvaart valt binnen de wijk Overtoomse Sluis Tekenend voor de drie buurten zijn de dwarsstraten van de Overtoom die naar het Vondelpark lopen en daar soms wel en soms niet een verbinding met het park verzorgen. In de drie buurten bevinden zich verschillende rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en andere bezienswaardigheden. Aan de noordoostkant van de buurt Oost bevinden zich langs de Singelgracht het voormalig hoofdkantoor van de Gemeentetram Amsterdam en het Leidsebosje met daarin het Boomzagertje. Daar tegenover bevindt zich Stadhouderskade 5. Aan de Roemer Visscherstraat staan de Zevenlandenhuizen. Ook het Vondelparkpaviljoen bevindt zich in Oost. In Midden staat de Hollandsche Manege tussen de Overtoom en Vondelstraat, ze is de oudste manege van Nederland. In Midden bevinden zich tevens de Vondelkerk en het Orgelpark (Gerard Brandtstraat). In West bevinden zich straatjes als het Johannapark, de Schoolstraat en de Frederiksstraat. Het meest westelijk gelegen bouwblok ligt aan de Zocherstraat, vernoemd naar de landschapsarchitecten van het Vondelpark.

Overtoom 241 (Amsterdam)
Overtoom 241 (Amsterdam)

Overtoom 241 in Amsterdam, bekend als Villa Betty, is een rijksmonument in Amsterdam-West (Oud-West). Het ligt in een tuin tussen Overtoom en Vondelpark en staat dichter tegen het park dan tegen de weg. Het pand werd vanaf oktober 1877 in baksteen opgetrokken op een natuurstenen plint. Het terrein lag toen binnen de gemeente Nieuwer-Amstel en de Overtoom was nog een waterweg. Er is een "eerste steen" aangebracht dragende de naam “P.H.F.M. Smithuijsen 2 jaren october 1877” (Petrus Hendricus Franciscus Maria, geboren 1875, dan dus 2 jaar oud). Het gebouw ontworpen door Peter Laarman werd gebouwd in opdracht van tabakshandelaren Franciscus Antonius en Petrus Hermann Franciscus Smithuijsen, die laatste was ook gemeenteraadslid van Nieuwer-Amstel. Petrus trok even later in een kleine villa aan de Gerard Brandtstraat, dan nog H.G. Kosterstraat genoemd. De architect maakte gebruik van stijlkenmerken uit diverse perioden gecombineerd tot eclecticisme. Zo zijn er tekenen van chaletstijl en jugendstil te vinden. Al vrij vlot (1900) kreeg het gebouw onder beheer van de nieuwe eigenaar en tabakshandelaar Eduard Adolph Lehmann (2 oktober 1875 - 30 april 1933) een nieuw interieur. Hij wist het voor 80.000 gulden te bemachtigen toen de weduwe van Petrus het hoofdgebouw moest verkopen. Diezelfde Lehmann liet het gebouw constant aanpassen waarbij Gerrit van Arkel, Jos Cuypers en D.F. Slothouwer betrokken waren. Er kwamen Hollandse, Franse, Arabische, Chinese en Engelse kamers en een Empire- en Mechelse kamer. Uit een bedrijfspand aan de Warmoesstraat werd een plafondversiering overgebracht. In 1900 trouwde Lehmann met Clara Betty von Hunteln (5 mei 1880 - 19 december 1980), dochter van een procuratiehouder; de villa kreeg haar naam Villa Betty. Haar naam is tevens terug te vinden in wederom een "eerste steen" Betty Lehmann-von Hunteln, 7 juni 1900 voor een poort, stal en koetshuis (later garage) aan Overtoom 243-245. Een hele ris kunstenaars bracht ooit een bezoek aan de villa, zoals George Hendrik Breitner (hij woonde aan de overkant), Isaac Israëls, Hendrik Willem Mesdag etc. Betty werd in die dagen koningin van de Overtoom genoemd. Von Hunteln hertrouwde in 1937 met medicus Cornelius Ubbo Ariëns Kappers, die ook in de villa kwam wonen. In 1980 overleed Betty van Hunteln en kwam het gebouw kwam in 1983 in handen van Ronnie van de Putte, berucht speculant in Amsterdam, maar hij belandde in de cel. Het kwam nog in datzelfde jaar in handen van vastgoedmagnaat Nicolaas (N.P.J.) Sandmann, die zijn beheer van onroerend goed onderbracht in de Stichting Villa Betty. Op 19 oktober 1995 werd het tot rijksmonument verklaard. Daarna werd nog een serre aangebouwd, welke niet onder het monument valt (gegevens 2019). John de Mol heeft het gebouw proberen te bemachtigen; hij zou 34 miljoen hebben geboden, maar de nieuwe eigenaar werd hij niet. Opname in het monumentregister vond plaats vanwege toegepaste historische interieurstijlen uit verschillen landen en algemeen belang van architectuur- en cultuurhistorische waarde. Er zijn allerlei decoraties in de gevel aangebracht zoals friezen, hoekstenen, sluitstenen en bijzonder metselwerk. Ook de unieke plaats van de villa in een royale tuin aan het Vondelpark was reden het gebouw tot monument te verklaren. Het gebouw is vanaf de openbare weg nauwelijks te zien; het ligt circa 100 meter vanaf de Overtoom. Op het terrein ligt een tennisveld en over een vijver in de tuin ligt een brug; dat een apart rijksmonument vormt, maar nog onbekender is dan de villa. De film Brandende liefde van Ate de Jong is deels opgenomen in de villa.