place

Hazentafel

Beeld in Amsterdam-Zuid
2020 Hazentafel (2)
2020 Hazentafel (2)

Hazentafel is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid, Dufaystraat. Kunstenares Iris Le Rütte maakte rond 2006 een buurttafel in de categorie gezichtsbedrog. Op het eerste oog dragen drie hazen een tafelblad. Bij een tweede blik blijkt dat de hazen het tafelblad in hun afgebeelde houding nooit kunnen tillen; het tafelblad hangt aan hun poten. Een kleinere versie van het beeld staat in de Havixhorst, Drente. In 2011 maakte Le Rütte nog een huiskamereditie met een doorsnee van 20 cm

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hazentafel (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hazentafel
Johannes Verhulststraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: HazentafelLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.353230555556 ° E 4.8680916666667 °
placeToon op kaart

Adres

Dufaystraat

Johannes Verhulststraat
1075 GT Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2020 Hazentafel (2)
2020 Hazentafel (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Tramremise Koninginneweg
Tramremise Koninginneweg

De Tramremise aan de Koninginneweg 29 te Amsterdam-Zuid is een gebouw uit 1893, dat is gebouwd als remise voor de paardentrams van de AOM. De architect was A.L. van Gendt, uit de bouwbeschrijving blijkt dat deze bij het ontwerp hulp heeft gehad van P.H. van Gendt. Bij de bouw stond het nog vrij van de omliggende bebouwing, in een weiland. Tot de annexatie van 1896 was dit grondgebied van de gemeente Nieuwer-Amstel. Vlakbij was het eindpunt van de paardentramlijn Dam – Willemsparkweg, die werd ingesteld in 1883 en in 1890 werd verlengd tot de Willemsparkweg. In 1903 werd deze paardentramlijn vervangen door de elektrische tramlijn 2. Het gebouw is deels vrijliggend en bevindt zich in wat nu een bocht in de Koninginneweg is. Bij aanleg bestond het complex uit een hoofdgebouw in "fin-de-siècle"-stijl, voorzien van een fraaie façade met aan de achterkant een remise en de paardenstallen. Het hoofdgebouw bestond uit een koetshuis, een kantoor voor de stalbaas en bergingen op de begane grond. Op de eerste verdieping bevond zich een bovenwoning, en naast bergingen en een afrekenkamer was er een kamer voor de hoofdconducteur. Deze verdieping is in 1903 verder uitgebouwd. De stallen en de remise waren gelegen langs een sloot ter hoogte van wat nu de Emmastraat is. De stal bood plaats aan 81 paarden. Daarnaast was er een remise waar de tramwagens gestald werden, een ziekenstal en een smidse. Het is lastig voor te stellen dat zeven jaar na de bouw het paardentrambedrijf geleidelijk opgeheven zou worden ten gunste van de elektrische tram, alhoewel elektrificatie van de laatste paardentramlijn toch nog tot 1916 zou duren. Nadat de paardentram hier in 1903 verdween, werd deze remise gebruikt voor het stallen van bijwagens en in 1917 werd ook het bedrijfsarchief van de Gemeentetram Amsterdam daar ondergebracht, in verband met ruimtegebrek op het hoofdkantoor. Het gebruik als tramremise werd in 1932 beëindigd en het gebouw werd ontruimd en overgedragen aan de Dienst der Publieke Werken. Er kwam toen een post van de stadsreiniging in en de stallen werden verbouwd tot garage voor de voertuigen van het GEB, waarbij de aansluitsporen in 1933 verdwenen. Het gebouw is later verbouwd tot politiepost; in de jaren 2010 is het opnieuw verbouwd, ditmaal tot sportschool.

Isaac Israëlsbrug
Isaac Israëlsbrug

De Isaac Israëlsbrug, (Brug 408), ook bekend als Schildersbrug, is een brug in Amsterdam-Zuid. De brug overspant het Noorder Amstelkanaal en vormt de verbinding tussen de Cornelis Schuytstraat en de Breitnerstraat. De huidige brug (gegevens 2016) werd in 1961 aangelegd en was althans vanaf de tekentafel de derde brug: de eerste brug, toen aangeduid als Academiebrug was van de hand van Piet Kramer, die diverse ontwerpen maakte, de brug werd niet gebouwd; een tweede brug, die daadwerkelijk in de jaren twintig werd gebouwd, maar het verkeer eind jaren vijftig niet aan kon; de derde brug die in 1961 werd aangelegd naar een ontwerp van Dick Slebos. Tot eind jaren vijftig was het terrein gelegen ten zuiden van het Noorder Amstelkanaal een plantsoen, er was weinig verkeer. Echter met de oplevering van het Hilton Amsterdam Hotel werd het drukker en moesten de bruggen aan zowel de oost- als westkant (408 en 409) vernieuwd worden. Het werden twee betonnen vaste bruggen, die tegelijkertijd gebouwd werden. Dit werd gedaan omdat er voor de aanleg nieuwe funderingspalen de grond in moesten, dus door de bouw te combineren kon geld worden uitgespaard. Omwonenden, taxichauffeurs en ook het Hilton maakten daartegen wel bezwaar, maar de dienst Publieke Werken van Amsterdam zag geen andere mogelijkheid. De naam Schildersbrug werd gebruikt omdat in de buurt een aantal straten naar schilders is vernoemd. Cornelis Schuyt was echter een componist en organist. In juli 2016 besloot de gemeente Amsterdam dan ook om de officieuze benaming niet meer in officiële stukken te gebruiken. De brug had daarna een aantal maanden geen echte naam, maar werd aangeduid met het brugnummer 408. In februari 2017 heeft het gemeentebestuur besloten de brug te vernoemen naar de kunstenaar Isaac Israëls (1865-1934), een zoon van Jozef Israëls. Hiermee is de brug dan toch naar een schilder genoemd. Terwijl de Amsterdamse Jozef Israëlskade (door Gerard Reve in De avonden de Schilderskade genoemd) in een andere buurt ligt, zijn in de buurt van de brug straten genoemd naar George Breitner en Willem Witsen, die met Isaac Israëls tot de Amsterdamse impressionisten worden gerekend, en ook is een straat genoemd naar hun generatiegenoot Gerrit Willem Dijsselhof. Bovendien heeft Israëls werken gemaakt naar bruggen in Amsterdam, Den Haag en Batavia.

Sobibór-Wat doe jij?
Sobibór-Wat doe jij?

Sobibór-Wat doe jij? is een artistiek kunstwerk alsmede een monument in Amsterdam-Zuid. Op 4 mei 2020 hield koning Willem-Alexander der Nederlanden een toespraak tijdens de Nationale Dodenherdenking. Daarin kwam de volgende zinsnede voor: "Sobibór begon in het Vondelpark". Hij refereerde aan de bordjes “Voor Joden verboden” die tijdens de Duitse bezetting op veel plaatsen werden bevestigd om aan te geven dat sommige plekken niet (meer) toegankelijk waren voor Joden. Eén van die bordjes werd geplaatst op de lantaarnpaal voor het toegangshek van het Vondelpark aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam-Zuid. Op zich was het een kleine ingreep in levens, maar die bordjes vormden op den duur een schakel in maatregelen die voor die bevolkingsgroep (maar ook anderen) tot ellende zou leiden met als slot ontberingen en/of vergassing in concentratiekampen of vernietigingskamp, zoals Sobibór. Die zin in de toespraak van de koning viel een Nederlandse ondernemer op, die een vergelijking trok met microagressie in de 21e eeuw, waarbij op zich kleine tekenen van onrecht, discriminatie en/of intolerantie kunnen uitgroeien tot daadwerkelijk discriminatie etc. op grotere schaal. De ondernemer moest diverse loketten af om zijn initiatief om te kunnen zetten tot daadkracht. Voor installatie van een monument in de openbare ruimte gelden allerlei (ambtelijke) regels. Bovendien was de ondernemer geen kunstenaar; hij was alleen initiator. Met bemoeienissen van diverse instanties werd in april 2021 het monumentje geplaatst. Het kreeg de vorm van een metalen plaquette (bevestigd op een straattegel) en een spiegel (bevestigd op de lantaarnpaal). Die spiegel lijkt op een eerder voorstel van Don Ceder en Marijn Bosman, maar is niet hieraan gelieerd; zij wilden een plaatsen op het Nationaal monument slavernijverleden, als spiegel op het verleden met de bedoeling dat de kijkers zich afvraag: Wat zou ik doen? (Wegkijken of niet). De titel voert terug op een gedicht van verzetsstrijder Gerrit van der Veen, geplaatst in verzetsblad De vrije kunstenaar (maart 1944) "Wat doe jij, nu je land wordt getrapt en geknecht.Nu het bloedt uit ontelbare wondenWat doe jij, nu je volk wordt ontmand en ontrecht,Door de zwarte en feldgraue honden." De eerste regel van dat gedicht is ook te lezen op het Monument voor het kunstenaarsverzet (1973) van Carel Kneulman aan de Plantage Middenlaan.