place

West-Indisch Pakhuis

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumPakhuis in AmsterdamWest-Indische Compagnie
Pakhuiswic
Pakhuiswic

Het West-Indisch Pakhuis in Amsterdam dateert uit 1642 en is gelegen op het westelijk deel van Rapenburg, waar de Oudeschans uitmondt in het IJ. Het was oorspronkelijk van de West-Indische Compagnie (WIC). De letters GWC op de gevel staan voor de officiële naam, 'Geoctroyeerde West-Indische Compagnie'. Momenteel heeft het de monumentstatus. Het gebouw aan 's-Gravenhekje 1a wordt gebruikt als kantoorruimte door organisaties die zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking. Ook worden ruimtes in het pand gebruikt voor evenementen. Het West-Indisch Huis, dat tot 1642 fungeerde als hoofdkwartier en archief van de WIC staat op de Herenmarkt/Haarlemmerstraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel West-Indisch Pakhuis (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

West-Indisch Pakhuis
's-Gravenhekje, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: West-Indisch PakhuisLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.372222222222 ° E 4.9080555555556 °
placeToon op kaart

Adres

's-Gravenhekje 1A
1011 TG Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Pakhuiswic
Pakhuiswic
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Peperbrug
Peperbrug

De Peperbrug (brug 281) is een ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. De brug verbindt de Peperstraat met de Nieuwe Uilenburgerstraat. Ze overspant daarbij de Rapenburgwal, die alleen aan de zuidwest kant van de brug een kade heeft, de Oostersekade. De brug, zelf vanaf 2002 een rijksmonument, wordt omringd door een aantal gemeentelijke en rijksmonumenten, zonder dat zich daar bekende gebouwen onder bevinden. Er ligt hier al eeuwen een brug. Pieter Bast tekende op zijn kaart uit 1599 hier al een dubbele ophaalbrug in tussen Rapenbrug en Uilenburg. Op de tekening van Balthasar Florisz. van Berckenrode is die constructie scherper ingetekend. De moderne geschiedenis van de brug begint rond 1860. Op de plaats van de dan houten ophaalburg werd er een ijzeren ophaalbrug neergelegd, waarvan het ontwerp afkomstig was van de voorloper van de Dienst der Publieke Werken en wel van stadsarchitect Bastiaan de Greef. Die brug hield het uit tot 1929, maar was toen aan vervanging toe. De ijzeren ophaalbruggen waren onder het bewind van Wichert Arend de Graaf steeds maar gemoderniseerd, maar het basisprincipe bleef daarbij ongewijzigd, vandaar haar 19e-eeuwse uiterlijk. In zes maanden tijd was de brug klaar. Ook de invoer van elektrisch bedienbare bruggen deed haar invloed gelden. Die brug ligt er nog steeds ongewijzigd bij, alleen het wegdek is regelmatig vernieuwd (gegevens 2017). Het monumentenregister omschreef de brug in 2017 als volgt: Een ophaalbrug met in wezen drie doorvaarten waarvan de zuidelijkste is afgetimmerd. Ze is gelegen tussen uitgebouwde landhoofden van baksteen afgewerkt met natuursteen. Verdere karakteristieken zijn het houten brugdek, een hameipoort van geklonken ijzer en een balans met vakwerk. De uit 1929 stammende brughekken zijn nog aanwezig. De balustrades zijn van smeedijzer.

Brug 280
Brug 280

Brug 280 of Montelbaanbrug is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de noordwestelijke kade van de Oudeschans, die in het noorden overigens Kalkmarkt heet. Ze overspant de Waalseilandsgracht. Op een enkel gebouw na zijn alle gebouwen hier uitgeroepen tot gemeentelijk dan wel rijksmonument. Het opvallendste gebouw in de laatste groep is de Montelbaanstoren, naamgever van de brug. Er ligt hier al eeuwen een brug. Joan Blaeu tekende hier al een brug vlak naast de Monkelbaens Toor; het is dan 1649. Een kaart eerder (1625) van Balthasar Florisz. van Berckenrode liet hier nog een afgepaalde haven zijn, de Oude Wael, de Montelbaenstooren stond er toen wel al. Een herdruk uit 1657 laat wel een brug zien. Gerrit de Broen noemt de brug op zijn kaart van 1717 Toren Brug. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1856. De voorloper van de Dienst der Publieke Werken liet hier toen een houten ophaalbrug vervangen door een ijzeren ophaalbrug. Deze eerste ijzeren ophaalbrug kwam uit de pen van stadsarchitect Bastiaan de Greef. Zijn stijl is onder meer herkenbaar in de dopjes op de pijlers. Deze brug hield het langer dan 50 jaar vol, maar was toen aan vervanging toe. De Greefs assistent Willem Springer, die de dopjes overnam, ontwierp daartoe een ijzeren liggerbrug. Dit soort type brug was goedkoper te bouwen en in het onderhoud; bovendien voeren er te weinig hoge schepen alhier; de brug moest per jaar circa 20 geopend worden. Er is daarna nog aan de brug gewerkt, totdat ze in 2000 geheel uit elkaar werd gehaald. Men probeerde daarbij de brug weer volgens het origineel uit 1909 terug op de bouwen. De brug heeft dan in wezen vijf doorvaarten, waarvan de buitenste twee tot opslag dienen en zijn afgetimmerd. De brugpijlers zijn grotendeels van baksteen, afgetopt met natuurstenen versieringen. Tussen de pijlers zijn de buitenste liggers zichtbaar waarop een steenachtige afsluitlaag ligt. De balustrades bestaan uit siersmeedwerk met vakwerk en kruisverbanden dat refereert aan de 19e eeuw. Tot april 2016 werd de brug officieus aangeduid als Montelbaansbrug. In die maand schrapte de gemeente alle officieuze vernoemingen voor bruggen. Sindsdien dient de brug officieel aangeduid te worden met haar nummer.

Gedenkteken De Leeuw
Gedenkteken De Leeuw

Gedenkteken De Leeuw bestaat uit een reliëf aangebracht in een blind geveldeel aan de Anne Frankstraat, Amsterdam-Centrum. Het Verenigingsgebouw de Leeuw was gevestigd aan de Valkenburgerstraat 149. Na de capitulatie in de Tweede Wereldoorlog van Nazi-Duitsland waren daar de geneeskundige troepen van de Binnenlandse Strijdkrachten (Linie Oost) ondergebracht; ze moesten de orde in de stad handhaven omdat de geallieerden de stad nog niet waren ingetrokken. De Leeuw werd op 5 mei 1945 overvallen door een eenheid van de Grüne Polizei, een van de aanwezigen wist de post van de BS op de Nieuwe Herengracht te bereiken. De rest vluchtte naar de bovenetages van De Leeuw, maar werd even later op staat tegen de muur gezet en gefouilleerd. De gewaarschuwde BS stuurde achttien man en er ontstond een vuurgevecht tussen Grüne Polizei en BS. Daarbij lieten de leden René Pyck, Herman de Kok, Johannes van Reede en Flip B. Jernberg het leven; vijf anderen raakten gewond. Ook aan Duitse kant vielen doden en gewonden. Desalniettemin konden de Duitsers een aantal leden gevangen nemen; een bevrijding door de BS volgde weer een dag later. Op 20 december 1947 volgde de onthulling van het reliëf gemaakt door Cephas Stauthamer door burgemeester Arnold d'Ailly. Het monogram van Stauthamer (CST) is direct onder het reliëf te vinden. Het reliëf werd direct naast de toegangsdeur geplaatst. Daaronder volgt de tekst: 5 mei 1945 sneuvelden hier by de ontzetting van hun kameraden Renee Pyck, Herman de Kok, Joh. Van Reede en Flip B.Jernberg. De een sanering van de buurt werd gebouw De Leeuw afgebroken en het reliëf verdween in de opslag, doch werd in 1998 teruggezet in de nieuwbouw van appartementencomplex Markenhoven, dat tussen 1990 en 1999 op de zogenaamde VaRastrook (strook tussen Valkenburgerstraat en Rapenburgerstraat) verrees.

Prins Hendrikkade
Prins Hendrikkade

De Prins Hendrikkade is een straat in Amsterdam. De Prins Hendrikkade loopt van het Singel langs Station Amsterdam Centraal via het Waalseiland en Rapenburg verder in oostelijke richting naar de Schippersgracht. De straat grenst aan het Open Havenfront aan het Stationsplein en de IJtunnel in de binnenstad van Amsterdam en verbindt de Nieuwe Westerdokstraat met het Kattenburgerplein. In westelijke richting ligt de straat in het verlengde van de S103 in de richting Station Sloterdijk en Haarlem. Bekende gebouwen aan de Prins Hendrikkade zijn onder andere het Victoria Hotel op de hoek van het Damrak bij het Centraal Station, de Sint Nicolaasbasiliek aan de kop van de Zeedijk, de Schreierstoren bij de Geldersekade en het tot Grand Hotel Amrâth verbouwde Scheepvaarthuis bij de Binnenkant. Moderner is het onderkomen van ARCAM aan Prins Hendrikkade 600 uit 2003. Op nummer 142 waren sinds de jaren 60 achtereenvolgens verschillende instellingen gevestigd zoals jongerencentrum Fantasio, meditatiecentrum de Kosmos, en het Nationaal Pop Instituut. Na een renovatie in 2012 was het pand tot 2017 de vestigingslocatie van de Appel arts centre. Aan de Prins Hendrikkade, bij het Centraal Station in het Open Havenfront, zijn er aanlegsteigers voor rondvaartboten van verschillende rederijen. Tussen de Prins Hendrikkade en het Oosterdokseiland bevindt zich sinds 2011 de Odebrug. Het Nederlands Scheepvaartmuseum aan het Kattenburgerplein is over het water goed zichtbaar aan het oostelijke einde van de Prins Hendrikkade.