place

Handboogstraat (Amsterdam)

Straat in Amsterdam-Centrum
Handboogdoelen gate
Handboogdoelen gate

De Handboogstraat is een smalle straat in Amsterdam-Centrum, tussen het Spui en de Heiligeweg. Hij ligt aan de achterzijde van Singel 421-425, de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. De straat ligt parallel aan de Voetboogstraat en de Kalverstraat. Abusievelijk wordt hij ook wel Handboogsteeg genoemd.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Handboogstraat (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Handboogstraat (Amsterdam)
Handboogstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Handboogstraat (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.368186111111 ° E 4.8900666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Universiteit van Amsterdam

Handboogstraat
1012 XP Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31205251400

Website
uva.nl

linkWebsite bezoeken

Handboogdoelen gate
Handboogdoelen gate
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Voetboogstraat
Voetboogstraat

De Voetboogstraat is een smalle straat in Amsterdam-Centrum, tussen het Spui en de Heiligeweg. De straat ligt parallel aan de Handboogstraat en de Kalverstraat. Hij wordt abusievelijk ook wel Voetboogsteeg genoemd, maar dat is historisch gezien onjuist. De naam Voetboogstraat komt al voor op een ervenkaart uit de ontstaanstijd van de straat, bewaard in het stadsarchief Amsterdam. Hetzelfde geldt voor de Handboogstraat. Net als de Handboogstraat bevat de Voetboogstraat een cluster van uitgaansaangelegenheden die vooral onder studenten populair zijn, daarnaast zijn er ook enkele winkels. De Voetboogstraat is in Amsterdam, maar ook daarbuiten, bekend door de aanwezigheid van het Vlaams Friethuis, de rij klanten daarvoor strekt zich op zaterdagen soms uit tot aan de Heiligeweg. De straat is in 1649 vernoemd naar- en aangelegd op de schietboomgaard van de voetboogschutters. De stadsdoelen strekte zich uit over het gebied dat omsloten werd door het Singel (waar zich de Universiteitsbibliotheek bevindt), de Kalverstraat, de Heiligeweg en het Spui. De Voetboogdoelen was een van de drie doelens in Amsterdam, naast de Handboogdoelen en de Kloveniersdoelen. Er werd respectievelijk geoefend in schieten met de voetboog, handboog en de klover, een bijnaam voor een Frans type musketgeweer. Op de hoek met het Spui staat gebouw Helios van architect Gerrit van Arkel met veel versieringen aan de gevel waaronder het mozaïek Zum Barbarossa. Hier was tot 1969 lunchroom Formosa gevestigd. Aan het eind van de straat staat in de Heiligeweg het Rasphuispoortje van omstreeks 1600, oorspronkelijk de ingang van een tuchthuis, tegenwoordig een toegang van het winkelcentrum Kalverpassage.

Voetboogdoelen (Amsterdam)
Voetboogdoelen (Amsterdam)

De Voetboogdoelen, naar de schutspatroon Joris ook wel Sint-Jorisdoelen genoemd, was een doelen in Amsterdam. In dit gebouw kwam de plaatselijke schutterij van voetboog- (kruisboog-)schutters bijeen. De Voetboogdoelen stond aan het Singel, vlak bij het Koningsplein, op de plek waar nu het moderne hoofdgebouw van de universiteitsbibliotheek staat. De huidige Voetboogstraat herinnert nog aan de doelen. De Voetboogdoelen was een van drie doelens in Amsterdam. De andere twee waren de Handboogdoelen aan Singel 421 en de Kloveniersdoelen in de Nieuwe Doelenstraat. De Amsterdamse schutterij verloor in het midden van de 17e eeuw haar praktische verdedigingsfunctie. Lidmaatschap van de schutterij werd vooral een erepositie met een sociale functie, voorbehouden aan de rijkste en machtigste burgers van Amsterdam, die in de doelen bijeenkwamen om gezellig te eten, drinken en roken. Overigens had zowat elke Nederlandse stad in de Gouden Eeuw een Sint-Jorisdoelen. De Voetboogdoelen werd vanaf 1674 verhuurd aan de West-Indische Compagnie (WIC) als hoofdkantoor van de nieuw gevormde, tweede WIC. Hierna werd het gebouw West-Indisch Binnenhuis of kortweg West-Indisch Huis genoemd. Vanaf 1683 tot 1795 werden de ruimten gebruikt door de Sociëteit van Suriname. In de Franse tijd werden de Voetboogdoelen als kazerne gebruikt, tot het gebouw in 1816 werd afgebroken om plaats te maken voor de rooms-katholieke Sint-Catharinakerk. In 1939 werd ook de Sint-Catharinakerk afgebroken en bleef het terrein leeg tot midden jaren zestig, toen er een nieuw hoofdgebouw voor de universiteitsbibliotheek werd neergezet, van de hand van architect J. Leupen. Dit moderne gebouw wordt vaak genoemd als een van de lelijkste van Amsterdam en een voorbeeld van "koffieautomatenarchitectuur".

Handboogdoelen (Amsterdam)
Handboogdoelen (Amsterdam)

De Handboogdoelen, ook wel Garnalendoelen, Grote Doelen of St. Sebastiaansdoelen genoemd, is een vroeg-16e-eeuws gebouw aan het Singel in Amsterdam, nabij het Koningsplein, waar de plaatselijke schutterij van boogschutters bijeenkwam. Het huidige gebouw aan Singel 421 is voornamelijk 18e-eeuws en maakt deel uit van het hoofdcomplex van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. De Handboogstraat, die achter het gebouw loopt, herinnert nog aan de doelen. De Handboogdoelen was een van drie doelens in Amsterdam. De andere twee – nu verdwenen – waren de Voetboogdoelen aan Singel 425 en de Kloveniersdoelen in de Nieuwe Doelenstraat. De schutters van de Handboogdoelen schoten met een handboog, terwijl de schutters van de Voetboogdoelen met kruisbogen bewapend waren. Feitelijk verloor de Amsterdamse schutterij in het midden van de 17e eeuw haar praktische verdedigingsfunctie. Lidmaatschap van de schutterij werd vooral een erepositie met een sociale functie, voorbehouden aan de rijkste en machtigste burgers van Amsterdam, die in de doelen bijeenkwamen om gezellig te eten, drinken en roken. Het gebouw werd rond 1509 in gebruik genomen als de Handboogdoelen, naar de schutspatroon Sebastiaan ook wel St. Sebastiaansdoelen genaamd. De schietbaan waar de boogschutters konden oefenen lag in de richting van de Kalverstraat. Een nog bestaand poortje uit ca. 1650, nu aan de Handboogstraat, verschafte toegang tot de terreinen achter het gebouw. Op het poortje met Dorische zuilen zijn verschillende voorwerpen afgebeeld die naar het schuttersgilde verwijzen. De compagnieën en bestuurders van de handboogschutterij werden herhaaldelijk vereeuwigd op schuttersstukken die in de Handboogdoelen gehangen werden. Zo schilderde Jan Tengnagel in 1613 een compagnie van 17 schutters onder bevel van kapitein Geurt van Beuningen; het schilderij bevindt zich nu in het Rijksmuseum. Bartholomeus van der Helst schilderde rond 1653 de "overlieden" (bestuursleden) van de schutterij; een kopie van dit schilderij hangt nu in het Louvre. Jan Weenix schilderde een behangsel met een jachttafereel voor op de muur. Rembrandt schetste de gevel van de Handboogdoelen.

Poortgebouw van het Begijnhof (Amsterdam)
Poortgebouw van het Begijnhof (Amsterdam)

Het poortgebouw van het Begijnhof is een poortgebouw uit 1907 aan het Spui in Amsterdam-Centrum dat onderdeel is van het Begijnhof. Het heeft een oppervlakte van circa 70 m² en inclusief de opslagzolder vijf bouwlagen. Het geheel werd opgetrokken uit baksteen, hardsteen en zandsteen. De gang kent een welfconstructie die mede de bovenliggende woningen draagt. De vloer is van terrazzo. De etages hadden bij oplevering elk drie kamers met keuken. Bovenaan de gevel is een smeedijzeren hijsbalk te vinden in de vorm van een anker (het teken geloof, hoop en liefde) met daarin verwerkt 1907. Het poortgebouw valt op omdat het het enige gebouw in de gevelwand is dat geen pleisterlaag heeft. De kant van het Spui kreeg een gevel van baksteen en zandsteen met boven de poort een beeld van Sint Ursula (beschermheilige van de begijnen), die onder haar mantel haar maagden beschermt. Er zijn daar ook lelies te zien. Het beeld wordt aan beide zijden geflankeerd door twee aan twee pilasters. Daaronder moest in een boog de naam van het hof uitgebeiteld worden, de arbeider beitelde Bagijnhof. De boog wordt afgesloten met twee koppen aan de weerszijden van de eikenhouten toegangsdeur. Het beeldhouwwerk is van de hand van Rien Hack, die met de architect samenwerkte. Hack beitelde voor de gang nog een kraaiende haan, een blaffende hond en een op klompen rennende jongen; zij waren niet welkom in het hofje onder een oude bepaling "Ter voorkominge van gedruisch op den Hof". Het Begijnhof heeft naast het poortgebouw aan het Spui ook een ingang via een poort op de hoek Begijnensteeg / Gedempte Begijnensloot, nabij de Kalverstraat.

Een vertaling, van de ene taal naar de andere
Een vertaling, van de ene taal naar de andere

Een vertaling, van de ene taal naar de andere is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk komt van de hand van conceptueel kunstenaar Lawrence Weiner. Hij kreeg de opdracht van de Universiteit van Amsterdam om die universiteit beter zichtbaar te maken in de stad. Weiner gaf met een drietal werken "de veelkleurigheid en eruditie" van de universiteit weer. Het object bestaat uit drie gietijzeren boeken die verspreid over plein behorende bij het Spui liggen tegenover het Maagdenhuis. Ze liggen met hun rug naar boven opengeklapt. Op de ene kant staat de titel van het kunstwerk, op de andere kant deze tekst in het Engels, Arabisch en Sranantongo. De boekwerken waren eerst uitgevoerd in steen, maar dat bleek niet bestand tegen de drukte op het plein; ze kregen een gietijzeren vorm. De boeken liggen schijnbaar willekeurig op het plein, waar druk gewandeld wordt. Niet iedere voetganger is daar bedacht op, er wordt wel over gestruikeld. Ze worden daarom in de volksmond wel struikelstenen genoemd, niet te verwarren met de Stolpersteine. Ze kregen een wisselend onthaal; de kunstrecensent van NRC Handelsblad destijds benoemde het als “grafstenen”. De aan het plein gevestigde Athenaeum Boekhandel vond het een krachtig teken op het Spui als centrum van boekhandel. Op het Spui worden regelmatig boekmarkten gehouden, waarbij twee van de drie boeken onzichtbaar worden omdat er marktkramen overheen komen te staan. In het oeuvre van Weiner speelt typografie een belangrijke rol. De kunstenaar herbruikte de titel voor een tentoonstelling in New York en een mural in Boston. Het kunstwerk kreeg in Located text van Joseph Kosuth een vervolg. Het bestaat uit een aantal teksten in Ardenner hardsteen verspreid over het Binnengasthuisterrein en de Oudemanhuispoort van de universiteit. In dezelfde serie was al eerder Karel Appels La folie des rues aangekocht voor de locatie Roeterseiland.

Heiligeweg
Heiligeweg

De Heiligeweg verbindt de Amsterdamse Kalverstraat met het Koningsplein in Amsterdam-Centrum. De Heiligeweg is een niet voor auto's toegankelijke winkelstraat die de populaire winkelstraten met elkaar verbindt. Halverwege de Heiligeweg tegenover de, naast de Handboogstraat gelegen, Voetboogstraat bevindt zich het Rasphuispoortje uit 1603, dat toegang geeft tot het winkelcentrum Kalverpassage. Van 1896 tot 1987 bevond zich op deze plaats het overdekte Heiligewegbad. Dit zwembad was het onderwerp van Zwemplaats voor Jongelingen te Amsterdam uit 1896, een van de eerste Nederlandse films. Oorspronkelijk leidde de Heiligeweg naar de Kapel ter Heilige Stede aan de Kalverstraat, waar zich in 1345 het Mirakel van Amsterdam voltrok. Om de toestroom van pelgrims die de plek wilden bezoeken in goede banen te leiden werd vanaf het dorp Sloten een pad aangelegd, de Heilige Weg. Een klein deel van de Heiligeweg is nog in oude vorm aanwezig tussen de Kalverstraat en het Singel. Voor de aanleg van na-middeleeuwse stadsuitbreidingen bevond zich hier de Heiligewegspoort. De weg vervolgde zich ongeveer volgens het tracé van de huidige Leidsestraat en verder via de in deze tijd gegraven Heiligewegse Vaart (later heette dit de Overtoomse Vaart, sinds de demping in 1902: Overtoom). Vanaf de Overtoom bij de Schinkel liep de Heiligeweg verder via de Sloterkade en Sloterstraatweg (thans Rijnsburgstraat - Sloterweg) naar het dorp Sloten. Het gedeelte tussen Sloten en Haarlem is door het Haarlemmermeer verzwolgen. Maar tot circa 1500 was dit de belangrijkste route over land tussen Amsterdam en Kennemerland en daarmee de rest van Holland.Van de route tussen Sloten en de Overtoomse Sluis is een groot deel nog aanwezig (Sloterweg en Sloterkade). Een deel is verdwenen door aanleg van een bedrijventerrein. In 1904 verving de elektrische tramlijn 1 de paardentram Leidscheplein – Amstelveenscheweg, die daar sinds 1877 had gereden.