place

De Bloem

Bouwwerk in Amsterdam Nieuw-WestKorenmolenMaalvaardige molenMolen in AmsterdamRijksmonument in Amsterdam
Sloten (Noord-Holland)Stellingmolen
De Bloem molen
De Bloem molen

De Bloem of De Blom is een stellingmolen in Amsterdam aan de Haarlemmerweg. De molen is ook bekend als de 400 Roe, naar de afstand van 400 roede vanaf de Haarlemmerpoort, dat is circa anderhalve kilometer.

Fragment uit het Wikipedia-artikel De Bloem (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

De Bloem
Nieuwpoortstraat, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: De BloemLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.384444444444 ° E 4.86 °
placeToon op kaart

Adres

Nieuwpoortstraat

Nieuwpoortstraat
1055 RX Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

De Bloem molen
De Bloem molen
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Begraafplaats Vredenhof
Begraafplaats Vredenhof

Begraafplaats Vredenhof is sinds 1897 een begraafplaats aan de Haarlemmerweg 357 in Amsterdam-West, nabij de Korenmolen De Bloem. Deze begraafplaats was de vervanger van de vroegere Nieuwe Westerbegraafplaats, gelegen aan de (oude) Hemweg in de Amsterdammerpolder nabij de Petroleumhaven en het Noordzeekanaal. Omdat die begraafplaats erg afgelegen lag (en later werd opgeslokt door het Westelijk Havengebied) werd een nieuwe begraafplaats ingericht aan de Haarlemmerweg. De begraafplaats kwam zeventig meter ten zuiden van de Haarlemmerweg te liggen. Daarom is er nu een lang smal voorterrein. Het duinzand voor de ophoging van het terrein kwam van een voor de Hoogovens in IJmuiden uitgegraven haven. Tuinarchitect Leonard A. Springer, ook de architect van de Oosterbegraafplaats (nu Nieuwe Ooster) maakte het ontwerp, op basis van de bestaande polderverkaveling, die hier een scheve hoek maakt met de Haarlemmerweg, terwijl Abraham Salm, een bekende architect van vele villa's, het ontvangstgebouw en de dienstwoningen ontwierp. Het gebouw ziet er ook uit als een schilderachtige villa. Door vele malen overschilderen en vernieuwing van de dakpannen zijn inmiddels wel veel oorspronkelijke details verdwenen. Het is in juli 2017 benoemd tot gemeentelijk monument en kreeg in september 2019 een nieuwe bestemming, een horecazaak met serre en terras genaamd "Westervilla". Bezoekers van de begraafplaats kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Nadat de begraafplaats in 1897 open ging werden er veel mensen uit het westelijke deel van Amsterdam begraven. Het lag dicht bij de rand van de stad en toen tram 18 in 1922 werd doorgetrokken naar Sloterdijk was het ook per tram vanuit de stad goed te bereiken. Er zijn ook veel Jordaanbewoners en schippers zonder vaste woonplaats op de wal begraven. In 1921 kwam Vredenhof met de annexatie van Sloten in de gemeente Amsterdam te liggen. In 1934 werden de nieuwe Centrale Markthallen ten noorden van de Jan van Galenstraat geopend. Dit complex grensde direct aan de begraafplaats, die hiervoor en deel van zijn grond afstond, in ruil voor een nieuwe strook grond aan de oostkant ervan. De begraafplaats wordt nog steeds veel gebruikt. Het terrein ligt op het niveau van NAP -1,80 m (aldus de monumentenkaart van Amsterdam), dat is ruim een meter lager dan de omringende stedelijke bebouwing. Bekende Nederlanders die hier begraven zijn Johnny Jordaan, Leo Fuld, Johnny Meijer, Cor van Hout, Gijs van Dam jr., George van Kleef, Martin Kok, Thomas van der Bijl.

Landlust
Landlust

Landlust is een buurt in stadsdeel Amsterdam-West. Het betreft het gedeelte van Bos en Lommer ten oosten van de Admiraal de Ruijterweg. De naam komt van een voormalige boerderij aan de Haarlemmerweg. Langs het tracé van de in 1904 geopende Tramlijn Amsterdam - Haarlem - Zandvoort, de Admiraal de Ruijterweg, was er al sinds 1908 bebouwing. In 1927 werd gestart met het bouwrijp maken van het poldergebied ten oosten van deze weg. Het eerste plan voor de buurt dateerde uit 1930 en werd vastgesteld in 1931. Dit kreeg de naam Plan Landlust en betrof echter een groter gebied, namelijk de strook vanaf de Wiegbrug naar het noorden, tussen de Kostverlorenvaart en de Admiraal de Ruijterweg, tot aan de Haarlemmerweg. Onderdeel van dat plan was ook de bouw van het complex van de Centrale Markthallen, tussen het Oostelijk en Westelijk Marktkanaal. Het Plan Landlust werd doorsneden door de hoofdstraten Jan van Galenstraat en de Willem de Zwijgerlaan. In de omgeving van de De Rijpgracht werden rond 1933 nog traditionele gesloten bouwblokken toegepast. Het Plan Landlust is een van de eerste stedenbouwkundige plannen waarin de ideeën van Cornelis van Eesteren voor de modere stedenbouw werden uitgewerkt. Het in 1933 vastgestelde uitbreidingsplan liep vooruit op het in 1935 vastgestelde Algemeen Uitbreidingsplan dat in 1939 bij Koninklijk Besluit van kracht werd. De wijk Landlust werd gebouwd tussen 1933 en 1940. Dit is de eerste Amsterdamse buurt waar naast de gebruikelijke gesloten bouwblokken ook strokenbouw werd toegepast volgens het principe van het nieuwe bouwen, met de architect Ben Merkelbach als een der pioniers. Tussen de Juliana van Stolbergstraat en de Zeven Provinciënstraat (sinds1946 Karel Doormanstraat) werden de aanvankelijk geplande gesloten bouwblokken in 1933 bij een wijziging van het Plan Landlust als gevolg van gewijzigde inzichten vervangen door strokenbouw. Deze woningen werden gebouwd in 1937-1938. Ook de Gibraltarbuurt dateert uit deze periode, met deels gesloten bouwblokken en deels strokenbouw, de Keesmanblokken (tussen de Gibraltarstraat, Kijkduinstraat en Solebaystraat). Het zuidelijk deel van het Plan Landlust, nabij de Wiegbrug, werd in 1937 en 1939 gewijzigd om de bouw van het zuidelijke deel van Geuzenhof II en Oranjehof mogelijk te maken. In de jaren veertig werd hierop verder voortgeborduurd in de Erasmusparkbuurt, het deel van Bos en Lommer ten westen van de Admiraal de Ruijterweg. Volgens de wijkindeling van 1962 lag de zuidelijke begrenzing van Bos en Lommer langs de Admiraal de Ruijterweg en Jan Evertsenstraat. De Centrale Markthallen behoorden voortaan bij Oud-West. Bij de instelling van de stadsdelen in 1990 werd het gedeelte ten zuiden van de Jan van Galenstraat ingedeeld bij stadsdeel De Baarsjes, het gedeelte ten noorden van deze straat werd onderdeel van stadsdeel Bos en Lommer. Sindsdien wordt de buurt Landlust aan de noordkant begrensd door de Haarlemmerweg, aan de oostkant door het Westelijk Marktkanaal, aan de zuidkant door de Jan van Galenstraat en in het westen door de Admiraal de Ruijterweg. In Landlust zijn de straatnamen genoemd naar zeeslagen, zeehelden en naar vorstelijke personen verwant aan het Willem de Zwijger. De belangrijkste straat is de Willem de Zwijgerlaan. Sinds 2014 wordt ook de na 1940 ten westen van de Admiraal de Ruijterweg gebouwde Gulden Winckelbuurt, sinds 2015 Bosleeuw, tot Landlust gerekend. Ook hier is strokenbouw toegepast.

Brug 463
Brug 463

Brug 463 is een vaste brug in Amsterdam-West. De brug overspant de Haarlemmervaart aan de oostkant van de Schutsluis Haarlemmervaart en ligt (bijna) in het verlengde van de Van Slingelandtstraat. De brug werd gebouwd rond 1892, niet als verkeersbrug, maar als spoorbrug voor goederenverkeer naar de Asch- en vuilnisbelt. De spoorlijn is al eerder op kaarten van Amsterdam terug te vinden, maar dan vaak op kaarten waarop een planning wordt weergegeven. Deze sloot in het noorden aan op de spoorlijn Amsterdam – Haarlem. Op de plaats van de vuilnisbelt verrees in 1934 de Centrale Markthallen (sinds de jaren negentig Food Center Amsterdam) en vertakte de spoorlijn in drieën. Het westelijke en middelste spoor kregen nogmaals twee takjes voor van de aanvoer en afvoer van handelswaar. Rond het midden van de jaren vijftig werd ten westen van het spoor de Van Slingelandtstraat aangelegd. Het spoor lag tot 1985 aan beide kanten naast de weg, vandaar dat de brug net niet perfect aansluit op de straat. In 1985 werd de spoorlijn naar Haarlem verlegd naar het noorden en werd de aftakking opgebroken. De spoorbrug werd in het begin van de jaren negentig verbouwd tot verkeersbrug, toen het terrein van de Westergasfabriek een herbestemming kreeg: van daadwerkelijke gasfabriek tot cultuurcentrum. De brug stond plaatselijk bekend als de ‘Van Slingelandtbrug’, een indirecte vernoeming naar Simon van Slingelandt, totdat in april 2016 de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen heroverwoog. De officieuze tenaamstelling verviel en Amsterdammers konden vanaf toen ook verzoeken indienen voor alternatieve tenaamstellingen, die wanneer goedgekeurd opgenomen zouden worden in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen.