place

Dr. Samuel de Ranitzbrug

Brug in Amsterdam-Centrum
DrSamuelDeRanitzbrugAUG2017 2
DrSamuelDeRanitzbrugAUG2017 2

De Dr. Samuel de Ranitzbrug (brug nr. 187), ook wel bekend als Spinozabrug, is een voormalige spoorbrug over de Singelgracht in Amsterdam, tussen de Mauritskade en de Spinozastraat. De Gemeente Amsterdam duidt de brug ook wel aan als brug 187. De brug is onderdeel van de vaarweg tussen het Open Havenfront en de Amstel. De vaarweg heeft een "minste hoogte" van KP +2,15 m. De brug werd rond 1865 aangelegd als onderdeel van de Doklijn, de spoorlijn tussen het Weesperpoortstation (waar nu de Wibautstraat is) en het Entrepotdok. Nadat deze lijn rond 1898 was opgeheven werd de brug aangepast voor wegverkeer . In 1905 kon de gemeente Amsterdam gebruik maken van de brug. Tegelijkertijd werd de gehele omgeving opnieuw ingericht. De gemeente bouwde de brug om (wijzigen onderbouw en het maken van een nieuwe bovenbouw) en legde er tramrails voor tramlijn3, asfalt en stoeptegels op . Die tram zou er tot de Tweede Wereldoorlog over rijden. Van 1972 tot 1976 lagen er weer tijdelijk rails op de brug, omdat tramlijn 10 wegens de aanleg van de Oostlijn van de Amsterdamse metro werd omgeleid via de Mauritskade en deze brug. De groefrails werden los op het wegdek gelegd in een grindbed. Deze omleidingsroute had als bijnaam de "Ponsebaan", genoemd naar een lid van de "WOVAA" (een voorloper van de Amsterdamse afdeling van de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer); terwijl het vervoerbedrijf GVB aanvankelijk zeker was van de onmogelijkheid van deze route, heeft Ponse volgehouden dat het wel mogelijk was omdat er vroeger ook een trein over reed en de brug daarmee ook een tram kon dragen. Daarmee is een jarenlang grotere omleiding voorkomen. Sinds 1976 doet de brug dienst als fiets- en voetgangersbrug. Van 1986 tot 1989 werd de brug gerenoveerd, waarbij ook de tramrails werden verwijderd. Die lange tijd was nodig omdat de gemeente ook bezig was met het nabijgelegen terrein van de Amstelbrouwerij. Er kwam tijdelijk een houten noodbrug en bij oplevering kreeg de brug een nieuw noordelijk landhoofd. Opmerkelijk aan de brug is dat deze op staal gefundeerd is, hetgeen vanwege de slappe bodem in Amsterdam uitzonderlijk is. De pijler en de landhoofden zijn om die reden ook op de waterbodemniveau verbonden met stalen binten die de gronddruk van de landhoofden moeten opvangen. De ander opvallend kenmerk van de brug is dat de landhoofden ver de gracht zijn ingebouwd om het gewicht van treinen te kunnen dragen. Die landhoofden en pijler vormden in de 21e eeuw een probleem bij de doorspoeling van het grachtenwater. Bij waterverversing van west naar oost stuwde zich water op voor de brugpijler en vormden zich achter de brugpijler juist kolken, die ook de brugpijler schaadden. Een oplossing was niet direct voor handen. Omdat er meer bruggen waren waar dit fenomeen zich voordeed, is er een constructie van kunststof schotten aan drijvers bedacht die stroomafwaarts de vorming van de kolken verhindert. In 2016 heeft het gemeentebestuur besloten de brug naar Samuel de Ranitz (1834-1913) te vernoemen. De Ranitz was een arts en de oprichter van het kinderziekenhuis in Amsterdam, sinds 1899 Emma Kinderziekenhuis geheten. Het in 1865 gerealiseerde kinderziekenhuis was van 1871 tot 1988 gevestigd aan de Sarphatistraat, met de achterkant aan de Spinozastraat, tegenover deze brug. Tegelijkertijd verviel de officieuze naam Spinozabrug, een vernoeming naar de Spinozastraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Dr. Samuel de Ranitzbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Dr. Samuel de Ranitzbrug
Spinozastraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Dr. Samuel de RanitzbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.361388888889 ° E 4.9119444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Spinozastraat
1018 HH Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

DrSamuelDeRanitzbrugAUG2017 2
DrSamuelDeRanitzbrugAUG2017 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Remise Roetersstraat
Remise Roetersstraat

De Remise Roetersstraat, later beter bekend als Remise Nieuwe Achtergracht, was een hoofdremise van de Gemeentetram Amsterdam. De remise was voor de elektrische tramexploitatie in gebruik van 1904-1952. Het complex ontstond door verbouwing van het gebouw waar sinds 1877 de Amsterdamse Omnibusmaatschappij haar werkplaatsen en kantoren had. Het nieuwe remisecomplex, dat in twee gedeelten werd opgeleverd, had een oppervlakte van in totaal 5.270 vierkante meter. Oorspronkelijk was de ingang van de remise aan de Roetersstraat. Ook kwam er ook een toegang vanuit de Sarphatistraat en Pancrasstraat bij de Nieuwe Achtergracht. De inrit bij de Roetersstraat verviel toen, om in 1933 weer in gebruik genomen te worden. Door de uitbreiding van de remise Havenstraat in 1932 werd het complex voor een groot deel overbodig. Er werden alleen nog een aantal spitsuurdiensten gereden op de tramlijnen vanuit Oost. Verder werd het complex gebruikt voor de opslag van overtollig en buitendienst-staand materieel. Van 1941 tot 1943 werd tramlijn 10 weer volledig vanuit deze remise geëxploiteerd. In 1952 degradeerde de remise volledig tot verzamelplaats van pekelwagens en van terzijde gesteld materieel, dat hier (meestal) wachtte op afvoer. Vanaf 1954 werd de remise ook gebruikt als opslagplaats van buitendienst-staand autobusmaterieel. In tegenstelling tot de trams betrof het hier merendeels gloednieuwe bussen die nog niet in dienst gesteld waren door overbodigheid, omdat men te veel bussen had aangekocht vooruitlopend op niet uitgevoerde plannen voor het verbussen van tramlijnen. De toegangssporen in de Roetersstraat verdwenen toen. Ook bood de remise tot de ingebruikname van Garage West korte tijd onderdak aan een drietal buslijnen. In 1964 werd het laatste materieel uit de remise afgevoerd en kwam het complex leeg te staan waarbij de toegangssporen in de Pancrasstraat verdwenen. Het complex werd toen tijdelijk gebruikt voor het stallen van voertuigen van de stadsreiniging. In 1966 werd begonnen met de ontmanteling en sloop van het complex. De tramlijnen 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 19 en 20 en buslijnen D, P en M hebben dienst gedaan vanuit deze remise. Op het vrijgekomen terrein verscheen later het complex Roeterseiland met de nieuwe hoogbouw van de Universiteit van Amsterdam (gebouw Roetersstraat 25) en de omgeving werd onherkenbaar veranderd.

Derkje Hazewinkel-Suringabrug
Derkje Hazewinkel-Suringabrug

De Derkje Hazewinkel-Suringabrug (brug 2522) is een voetbrug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen over de Nieuwe Achtergracht op het terrein van de Roeterscampus van de Universiteit van Amsterdam, vernoemd naar het Roeterseiland. Die universiteit verbond met plaatsing van deze brug twee delen van de Roeterscampus die doorsneden werd door de Nieuwe Achtergracht. Om studenten en professoren in de gelegenheid te stellen sneller van het ene naar het andere eiland te kunnen komen, werd deze voetbrug aangelegd. Voor het studieseizoen 2017/2018 moest gebruik gemaakt worden van de Halverstadbrug. Het ontwerp van de brug is afkomstig van de Londense architectengroep AHMM (Allford Hall Monaghan & Morris). Zij ontwierpen ook het nieuwe gebouw van de Rechtenfaculteit op het terrein. Zij kwamen met een brug van 60.000 kilo staal, die als een welfbrug over het water ligt, zonder dat de landhoofden opgemetseld zijn. De brug is 26,5 meter lang en heeft een breedte die van noord naar zuid oploopt van 6,5 (noord) tot 17 meter (zuid). Tegelijkertijd werden ook de kades vernieuwd naar de inzichten van de gemeente Amsterdam; rode klinkers afgebakend met natuurstenen sluitstenen. De universiteit gaf het de aanduiding “slanke brug” mee, maar het had behoorlijk wat voeten in aarde op de brug op haar plek te krijgen. De plek van de brug ligt midden op de campus, waar het moeilijk manoeuvreren is met welk voer- of vaartuig ook. Daarom werd de brug eerst in de staalfabriek in Schijndel geheel in elkaar gezet om vervolgens weer gedemonteerd te worden. Daarna werden tijdens de nachtelijke uren de onderdelen per vrachtauto naar Amsterdam, het vervoer kon alleen plaatsvinden op lange opleggers, waardoor de transporteur allerlei vergunningen nodig had. Eenmaal ter plaatse vond afwerking van de brug binnen in een maand plaats. Oplevering geschiedde vlak voor het nieuwe studiejaar. Overigens was er hier al eerder een mogelijkheid van gebouw tot gebouw te komen, ook over de gracht. Het gebouwencomplex zelf heeft namelijk ook een brugconstructie over het water. Enkele jaren lang dreef er bovendien in de gracht een ponton waarop een fietsenstalling was geplaatst; die fietsenstalling verdween bij herinrichting van de terreinen in een kelder, zodat er na oplevering van de brug weer een doorvaart mogelijk was. In maart 2019 vernoemde de gemeente Amsterdam de brug naar Derkje Hazewinkel-Suringa. Ze werd in 1932 hoogleraar strafrecht aan de UvA en ze was de eerste vrouwelijke jurist die hoogleraar werd. In 1939 werd ze ook de eerste vrouwelijke decaan van de rechtenfaculteit van de UvA.

Badhuistheater
Badhuistheater

Het Badhuistheater is een theaterzaal in Amsterdam en culturele ontmoetingsplaats voor de buurt. Het is gevestigd op Boerhaaveplein 28, Amsterdam, in het voormalige Badhuis Andreas Bonnstraat (na renovatie van het gebouw kreeg het een nieuw adres). Onder leiding van artistiek leider Michael Manicardi biedt het Badhuistheater een podium aan theatergroepen, bands, discussieavonden en wordt tevens gebruikt als feestlocatie. De programmering van het Badhuistheater richt zich op zogenaamde community art en internationale (Engelstalige) producties. Het beheer van het theater is in handen van de Stichting Beheer Badhuis. Het theater (voorheen: "De Bochel") komt voort uit de theaterwerkplaats van de Mobiele Bochel Eenheid en (straat)theatergroep 'De Klus' welke vanaf 1983 waren gevestigd in de vroeger de remise van busmaatschappij Centraal Nederland, op de plek waar nu de Amstel Campus is. Toen rond 1985 de remise werd gesloopt, heeft de theaterwerkplaats onder leiding van theatermaker Michael Manicardi intrek genomen in het toen verwaarloosde badhuis en het geschikt gemaakt als theater. De naam van het theater is ontleend aan het gebouw waarin het is gevestigd, een voormalige badhuis uit 1921 en is gelegen naast de vroegere bierbrouwerij de Amstel aan de rand van de Amstel Campus van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Sinds 2014 heeft het Badhuistheater een eigen theatergezelschap: Badhuis International. Het gezelschap brengt regelmatig nieuwe voorstellingen in het Badhuis en treedt ook op tijdens festivals en op andere locaties. De afgelopen jaren bracht het werk uit de Dublin Trilogy van Sean O'Casey (The Shadow of a Gunman, Juno and the Paycock & The Plough and the Stars), 'Allo 'Allo! (toneelstuk naar de Britse tv-serie en adaptatie van afleveringen), Blackadder goes Forth (theater adaptatie van de Britse tv-serie), Entertaining Mr. Sloane van Joe Orton, Blackadder goes Forth - part II (met een adaptatie van andere afleveringen van de tv-serie) en "De Brave Soldaat Svejk".

Boerhaaveplein 28 (Amsterdam)
Boerhaaveplein 28 (Amsterdam)

Boerhaaveplein 28 te Amsterdam is een voormalig badhuis in Amsterdam. Vanaf 1985 is het Badhuistheater hierin gevestigd. In het najaar van 1918 besloot de gemeente Amsterdam over te gaan tot de bouw van een aantal badhuizen. Men dacht er wel aan eerder tot bouw over te gaan, maar de prijzen voor materiaal tijdens de Eerste Wereldoorlog waren hoog, zodat uitstel beter leek. Aan de Publieke Werken werd gevraagd een ontwerp te maken, in dit geval aan de daar werkende architect Arend Jan Westerman. Men dacht het voor 100.000 gulden te kunnen bouwen; een jaar later moest het krediet verhoogd worden tot 140.000 gulden inclusief inrichting met sanitair etc. Pas toen dat krediet er was kon er rond februari 1920 een aanbesteding plaatsvinden. Op 6 juli 1921 kwamen wethouder Monne de Miranda en burgemeester Willem de Vlugt naar het badhuis om het te openen. Het werd gebouwd tussen de vroegere bierbrouwerij de Amstel en de Amstel Campus van de HvA (op de plek van het opgeheven busstation Van Musschenbroekstraat van de NBM). Destijds kreeg het huisnummer Andreas Bonnstraat 28 mee. Het zou het eerste badhuis zijn dat rekening hield met een gelijk aantal mannen en vrouw, alhoewel de ingangen tot het badhuis nog gescheiden waren; de plannen lieten echter een verdeling van twaalf ruimten voor mannen om zes voor vrouwen zien. Onder een koepelvormig dak bevonden zich bij opening 20 badkamertjes; zij lagen rondom een centraal gelegen wachtkamer. Het was het eerste vrijstaande badhuis. De koepelvorm is terug te vinden in een cirkelvormige plattegrond en een centrale schoorsteen. De doorsnee is negentien meter. Het gebouw is in Westermans variant van de Amsterdamse school opgetrokken. De ingangen voor mannen en vrouwen en het totaal worden in smeedijzeren letters weergegeven. Het badhuis zou tot begin jaren tachtig functioneren. Als gevolg van grootscheepse sanering van de Oosterparkbuurt hadden de meeste woningen zelf een sanitaire ruimte met douche gekregen. Het werd vervolgens gerenoveerd en omgebouwd tot theater, dat de naam Badhuistheater meekreeg. Het Badhuistheater groeide uit tot cultureel centrum met een multiculturele theaterwerkplaats. Er treden bands op, er zijn theaterstukken te zien en er worden tentoonstellingen gehouden. Het adres is ongeveer toen ook gewijzigd in Boerhaaveplein 28; dat huisnummer was nog niet in gebruik. In 2003 is het gebouw tot rijksmonument verklaard. Dit geldt op basis van de architectonische en cultuurhistorische waarde. Verder wees men op het belang in typologische zin. Het badhuis werd gebouwd in een periode dat door woningbouwverenigingen in de buurt arbeiderswoningen uit de grond werden gestampt, die niet (allen) voorzien waren van badgelegenheid. Door extra hygiënische maatregelen als een badhuis probeerde de gemeente de gezondheid in de wijken te verbeteren.