place

Stopplaats Rijswijk-Wateringen

Geschiedenis van RijswijkVoormalig spoorwegstation in Zuid-Holland
StationRijswijk1885
StationRijswijk1885

Stopplaats Rijswijk-Wateringen (telegrafische code: rw) is gebouwd als Station Rijswijk maar werd later hernoemd. Het is een voormalige stopplaats aan de Nederlandse spoorlijn Amsterdam - Rotterdam, destijds aangelegd en geëxploiteerd door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM). De stopplaats lag ten zuidwesten van Rijswijk en ten noordoosten van Wateringen, nabij Landgoed te Werve en het voormalige landgoed Hilvoorde bij de spoorwegovergang van de Van Vredenburchweg. De stopplaats lag noordelijker dan het huidige Station Rijswijk. Aan de spoorlijn werd de stopplaats voorafgegaan door station Den Haag HS en gevolgd door station Delft. Vanaf 1887 was tijdelijk stopplaats Kleiweg het eerstvolgende spoorwegstation. Stopplaats Rijswijk-Wateringen werd geopend op 3 juni 1847 en gesloten op 1 januari 1938. Bij het station was tot 1895 een wachthuis aanwezig, dat in dat jaar werd vervangen door een stationsgebouw.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Stopplaats Rijswijk-Wateringen (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Stopplaats Rijswijk-Wateringen
Karmozijnstraat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Stopplaats Rijswijk-WateringenLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.044863888889 ° E 4.3131722222222 °
placeToon op kaart

Adres

Karmozijnstraat
2284 GA
Zuid-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

StationRijswijk1885
StationRijswijk1885
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

De Put (zwembad)
De Put (zwembad)

Zwembad De Put is een openluchtzwembad, gelegen in een klein deel van een meer (Meer van Te Werve met de ingang aan de Huis te Landelaan 29a, Meer van Labouchere of De Put) dat onderdeel uitmaakt van Landgoed te Werve in de Nederlandse gemeente Rijswijk (Zuid-Holland). Voor het bouwrijp maken van de weilanden voor de aanleg van de Haagse wijk Laakkwartier en Spoorwijk moest zand worden aangevoerd. Er was veel zand nodig want het niveau van de Noordpolder was bijzonder laag. De toestemming tot het graven van het meer werd op 4 maart 1909 gegeven. Het Meer van Te Werve werd uiteindelijk gegraven in de periode 1909-1910. Er werd waarschijnlijk al vrij snel illegaal gezwommen in het ontstane meer. Eigenaar van Landgoed te Werve was toen Abel Labouchère (1860-1940), die gedurende elf jaar toestond dat Rijswijkers er kwamen zwemmen. In 1922 verkocht hij het landgoed aan de BPM (later: Koninklijke Shell), en de nieuwe eigenaar stond het zwemmen toe op voorwaarde dat er een vereniging werd opgericht. Zo werd op 9 april 1923 Den Rijswijkschen Zwemvereeniging (RZV) opgericht. De opening werd verricht door burgemeester J.C. Pape, die erevoorzitter van de vereniging werd. De vereniging had 600 leden en kreeg 20 ijzeren kleedhokjes van de eigenaar. In 1935 werd de APV gewijzigd en moest de RZV een vergunning aanvragen. Vanaf dat moment zou er slechts enkele uren per week gemengd gezwommen worden. Burgemeester Jacques van Hellenberg Hubar vond gemengd zwemmen onzedelijk. De vereniging weigerde een vergunning onder die voorwaarden aan te vragen en bleef gemengd zwemmen toestaan. In 1936 sloot de gemeente het bad. In 1937 oordeelde de kantonrechter dat er geen sprake was geweest van openbaar zwemmen (het was immers een vereniging) en sprak de vereniging vrij. Het werd tot de Hoge Raad uitgevochten, maar de vereniging kreeg steeds gelijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de toren met duikplanken van de vereniging gebombardeerd. In 1954 kwam er een nieuwe toren en een nieuw badmeestershuisje. Per jaar werden gemiddeld 600 zwemdiploma's uitgereikt. Sinds 1946 deed de club mee aan de waterpolo-competitie. Er waren drie teams, 2 heren- en één damesteam. Het zwembad wordt sinds de oprichting van de zwemvereniging in 1923 onderhouden door vrijwilligers van natuurbad De Put. Er zijn twee grote ligweiden en een apart grasveld met peuterbad (gevuld met kraanwater) onder een schaduwdoek en een aantal speeltoestellen voor de allerkleinsten. Het zwembad bestaat uit een heupdiep zwembad van ± 20 bij 8 meter en een diep bad met een afmeting van ± 65 bij 30 meter met een duikplank, een waterpoloveld en een speelvlot.

De Generaal (gebouw)
De Generaal (gebouw)

De Generaal is een gebouw in de Zuid-Hollandse plaats Rijswijk. Het is ook wel naar zijn voormalige gebruikers bekend als het CRM-gebouw of het Belastingkantoor. In de beginperiode heette het cultuurpaleis of Gebouw M. Het is het eerste gebouw in Nederland dat verrees volgens het jackblocksysteem. Het kantoorgebouw is ontworpen door Jan Lucas van het architectenbureau Lucas & Niemeijer. Het werd opgeleverd in 1966 als onderdeel van het complex, waarbinnen ook het Rijswijkse winkelcentrum In de Bogaard ligt. Een tweede flatgebouw dat in Rijswijk volgens het jackblocksysteem werd gebouwd was Hoogvoorde in 1971. De eerste gebruiker was het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (CRM) onder minister Maarten Vrolijk die op 3 oktober 1966 zijn intrek nam. In 1971 verhuisde het ministerie naar het nieuw opgeleverde Hoogvoorde. De volgende gebruiker was de Belastingdienst, die het gebouw verliet op de afdeling FIOD na. Na het vertrek van deze dienst stond het gebouw jaren leeg. Er waren plannen om er een asielzoekerscentrum van te maken, maar dat stuitte op grote weerstand van omwonenden en winkeliers. In 2016 werd besloten het gebouw te verbouwen en in richten als woontoren met 200 appartementen. In 2021 werd de verbouwde appartementenflat opgeleverd. De verschillende woontypes hebben namen gekregen, zoals: De Soldaat, De Korporaal, De Sergeant, De Adjudant, De Vaandrig, en De Kolonel voor het penthouse. Op de begane grond zijn commerciële ruimtes, waaronder een filiaal van New York Pizza. Het gebouw staat op de hoek van de Steenvoordelaan en de Generaal Spoorlaan in Rijswijk.

Steenvoorde (buitenplaats)
Steenvoorde (buitenplaats)

Steenvoorde is een landgoed in de Nederlandse plaats Rijswijk (Zuid-Holland), genoemd naar een middeleeuws kasteel dat zijn naam vermoedelijk dankt aan zijn ligging bij een voorde, een doorwaadbare plaats. Het maakt deel uit van De Voorden, een landgoed dat uit drie aaneengesloten buitenplaatsen bestaat: Steenvoorde, Overvoorde en De Voorde. Hoewel een steenvoorde een doorwaadbare plaats met een harde bodem is, wijst het woord steen hier op een stenen huis of kasteel. Dat huis, op een grondstuk van 60 morgen land, bestond al in 1289 en werd toen bewoond door de seculiere kanunnik Gerard van Leyden, secretaris van graaf Floris V. In 1289 liet hij het huis na aan zijn zoon, ridder Jan van Steenvoorde. Het slot werd waarschijnlijk tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten afgebroken, maar later weer opgebouwd. Het bleef in het bezit van het geslacht Steenvoorde totdat het in 1483 verkocht werd aan Brunninck (Bruning) van Boshuijsen, compleet met 66 morgen land en toebehoren. Tot 1568 werd het kasteel in leen uitgegeven door de graven van Holland. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd het opnieuw afgebroken. Vervolgens (nog voor 1580) werd er een hofstede gebouwd, die in 1778 werd afgebroken. In de 17e eeuw ontstond er nabij de hofstede een buitenplaats met dezelfde naam, die in de loop van de tijd in het bezit was van verschillende eigenaren. Op de kaart van Delfland van Samuel Cruquius uit 1712 staat Steenvoorde in twee percelen afgebeeld. Een perceel (met het landhuis) lag aan de noordzijde van de van Vredenburchweg (toen Zandweg), dit perceel staat vanaf de 19e eeuw bekend als Nieuwvoorde. Een tweede perceel met de naam Steenvoorde lag aan de zuidkant van de Zandweg, in het huidige Steenvoordepark. In 1802 kwam Steenvoorde in handen van Jacob van Vredenburch, de eigenaar van Overvoorde. Een van diens nakomelingen liet de buitenplaats in 1887 afbreken. In Rijswijk herinneren de volgende namen aan de buitenplaats. De woonwijken Steenvoorde-Noord en Steenvoorde-Zuid, gebouwd in de tweede helft van de twintigste eeuw; de Steenvoordelaan en het Steenvoordepark.