place

Sint-Michaëlkerk (Berlijn)

Friedrichshain-KreuzbergKerkgebouw in BerlijnKerkgebouw in het aartsbisdom BerlijnMitte (district van Berlijn)
St Michael Berlin mit Luisenstaedtischer Kanal
St Michael Berlin mit Luisenstaedtischer Kanal

De Sint-Michaëlkerk (Duits: Sankt-Michael-Kirche) behoort samen met de Sint-Hedwigskathedraal tot de oudste katholieke kerken van Berlijn. Theodor Fontane betitelde de kerk in zijn Wanderungen durch die Mark Brandenburg als de mooiste kerk van Berlijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk deels verwoest en vervolgens weer opgebouwd. Het godshuis staat in het centrum van Berlijn tussen de stadsdelen Berlin-Mitte en Kreuzberg.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sint-Michaëlkerk (Berlijn) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sint-Michaëlkerk (Berlijn)
Engeldamm, Berlijn Mitte

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sint-Michaëlkerk (Berlijn)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.507222222222 ° E 13.419444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Sankt Michael

Engeldamm 28
10179 Berlijn, Mitte
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q455042)
linkOpenStreetMap (8436062)

St Michael Berlin mit Luisenstaedtischer Kanal
St Michael Berlin mit Luisenstaedtischer Kanal
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Jannowitzbrücke (metrostation)
Jannowitzbrücke (metrostation)

Jannowitzbrücke is een metrostation in de Duitse hoofdstad Berlijn dat in 1930 werd geopend vlak ten noorden van het gelijknamige S-Bahn station. In 1902 stelde de Neurenbergse Continentale Gesellschaft für elektrische Unternehmungen het Berlijnse stadsbestuur voor een zweefbaan naar het voorbeeld van de Wuppertaler Schwebebahn te bouwen. Het traject dat men op het oog had zou lopen van Gesundbrunnen naar Neukölln (toen nog Rixdorf geheten). De lijn zou nabij de Jannowitzbrücke de Spree kruisen; boven de rivier was een station gepland. De autoriteiten vonden een dergelijke lijn echter ontsierend voor het stadsbeeld en wezen het project af. Vijf jaar later wendde het elektronicaconcern AEG zich tot de bestuurders met plannen voor een ondergrondse metrolijn op min of meer hetzelfde traject als de zweefbaan. Dit project bleek wel op steun te kunnen rekenen en in 1912 verwierf AEG de concessie voor de bouw en exploitatie van de inmiddels GN-Bahn gedoopte lijn. De Jannowitzbrücke viel buiten de plannen van AEG: de Spree zou verder naar het westen gekruist worden en het dichtstbijzijnde metrostation zou zich bij de Stralauer Straße bevinden. In 1913 begon men met de bouw van de lijn. Al snel brak echter de Eerste Wereldoorlog uit, waarna er een groeiend gebrek aan arbeidskrachten en bouwmaterialen ontstond. In 1917 kwamen de werkzaamheden aan de metrolijn volledig stil te liggen; de tunnel onder de Spree behoorde op dat moment tot de weinige gereedgekomen lijnstukken. De AEG-Schnellbahn-AG, het dochterbedrijf van AEG dat voor de metrobouw verantwoordelijk was, kon niet voldoen aan de in de concessie opgenomen voorwaarde de GN-Bahn in 1918 in gebruik te nemen en werd geliquideerd. Het project verviel vervolgens aan de stad, die de werkzaamheden vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Het stadsbestuur had de plannen ondertussen op een aantal punten aangepast. In het plan van AEG zou de GN-Bahn ten westen van de Alexanderplatz lopen, hetgeen de realisatie van een overstapstation onder het plein (waar reeds een lijn verliep en een andere in aanbouw was) bemoeilijkte. Men besloot het centrale deel van de lijn daarom oostelijker aan te leggen, parallel aan de Stadtbahn. Hiertoe moest een nieuwe tunnel onder de Spree gebouwd worden ter hoogte van de Jannowitzbrücke, die alsnog een metroaansluiting zou krijgen. De tijdens de Eerste Wereldoorlog voltooide en door de tracéverlegging onnodig geworden Spreetunnel richting de Waisenstraße (de Waisentunnel) zou later omgevormd worden tot verbindingstunnel tussen de U8 en de U5.In de zomer van 1927 was het zover: in het zuiden van de stad kwam het eerste deel van de GN-Bahn, ofwel lijn D, in gebruik. Na een aantal verlengingen, steeds in kleine etappes, werd in april 1928 de Neanderstraße nabij de zuidoever van de Spree bereikt. Het resterende deel van de lijn tot aan Gesundbrunnen, inclusief station Jannowitzbrücke, volgde op 18 april 1930. In verband met de bouw van de tunnel onder de rivier had men de oude Jannowitzbrücke volledig afgebroken en een nieuwe brug gebouwd. Vanwege de nabije Spreekruising ligt metrostation Jannowitzbrücke dieper dan gemiddeld. Alfred Grenander en Alfred Fehse, de architecten van de GN-Bahn, maakten van deze omstandigheid gebruik door een hoge perronhal te creëren. Aangezien het station in een flauwe bocht ligt, was een gewelfd dak, zoals dat in veel andere stations op de lijn te vinden is, moeilijk te realiseren. De architecten kozen er daarom voor het dak vlak te houden. Ook op andere punten wijkt Jannowitzbrücke af van het standaardontwerp. Zo zijn de stalen pilaren onbekleed gelaten en werden de wanden in een metselverband bekleed met rechthoekige tegels. In de meeste overige stations van de GN-Bahn worden zowel de wanden als de pilaren door vierkante tegels gesierd. Het meest opvallende element van station Jannowitzbrücke is zijn met de stationshal van de S-Bahn in overeenstemming gebrachte en op pilaren en betegeling toegepaste gele kenkleur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef metrostation Jannowitzbrücke ongeschonden. Op 23 april 1945 moest het station desondanks zijn deuren sluiten: vanwege de gebrekkige stroomvoorziening werd het metroverkeer op lijn D stilgelegd. Een week later (de metro reed nog altijd niet) werd de Noord-zuidtunnel van de S-Bahn ter hoogte van het Landwehrkanaal opgeblazen, waardoor deze onder water kwam te staan. Via een voetgangerstunnel in station Friedrichstraße bereikte het water ook het metronetwerk. Bijna een miljoen kubieke meter water verspreidde zich vervolgens door de tunnels, waardoor ook station Jannowitzbrücke overstroomde. Op 16 juli 1945 was de doorgaande dienst op lijn D hersteld en kon metrostation Jannowitzbrücke na een sluiting van vier maanden heropend worden. De noordelijke ingangen van het station werden herbouwd. Het huizenblok aan de Alexanderstraße waarin deze toegangen waren geïntegreerd was namelijk verwoest in de oorlog. Net als de S-Bahn trok de Berlijnse metro zich aanvankelijk weinig aan van de sectorgrenzen. De bouw van de Berlijnse Muur in 1961 had echter een grote weerslag op het metroverkeer. Lijn D, die alleen in het centrum over Oost-Berlijns grondgebied verliep, bleef een West-Berlijnse lijn, die alle stations in de oostsector ging overslaan. Metrostation Jannowitzbrücke werd hermetisch afgesloten, de verbindingen met het S-Bahnstation werden dichtgemetseld. Lijn D verdween van de Oost-Berlijnse stadsplattegronden, al kon men de treinen soms horen rijden. Slechts twee dagen na de val van de Muur op 9 november 1989 was Jannowitzbrücke het eerste spookstation waar de treinen van de U8, zoals lijn D inmiddels heette, weer gingen stoppen. Op de tussenverdiepingen bleven tot 1 juli 1990, de dag waarop de muntunie tussen de DDR en de Bondsrepubliek in werking trad, grenscontroles uitgevoerd worden. Al snel kon het station zich weer tot een druk overstappunt ontwikkelen. Aan beide uiteinden van het eilandperron bevinden zich uitgangen. De noordelijke uitgang leidt naar beide zijden van de Alexanderstraße, de zuidelijke geeft rechtstreekse toegang tot het station van de S-Bahn. Aan de zuidzijde van het station bevindt zich bovendien een grote tussenverdieping, die echter geen functie meer heeft. Na de heringebruikname van het metrostation in 1989 bleef deze tussenverdieping gesloten, de bovengrondse toegang tot de hal werd later gesloopt.Begin 2009 startte een grootscheepse renovatie van het station, die tot 2011 zal duren. De aankleding van het station (wanden, vloeren, meubilair) zal hierbij bijna volledig worden vernieuwd; bovendien wordt het station van een lift voorzien. Het perron van de S-Bahn is reeds langer per lift te bereiken.

Kottbusser Tor (metrostation)
Kottbusser Tor (metrostation)

Kottbusser Tor is een station van de metro van Berlijn, gelegen op en onder het gelijknamige plein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Het metrostation bestaat uit twee delen: een viaductstation voor van lijn U1 en U3 en een ondergronds perron voor lijn U8. Het complex staat in zijn geheel onder monumentenbescherming. De naam van het plein en het station stamt van een voormalige poort in de Berlijnse stadsmuur op deze locatie, de Cottbuspoort. Het bovengrondse station opende op 18 februari 1902 opende als onderdeel van de eerste metrolijn in Berlijn. Het station bevond zich oorspronkelijk aan de oostzijde van het plein en werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske. Het metrostation had twee zijperrons kwam uiterlijk grotendeels overeen met het oostelijker gelegen Görlitzer Bahnhof aan dezelfde lijn. Om een betere overstap op de in het eind van de jaren 1920 geopende Gesundbrunnen-Neukölln-Bahn te realiseren werd 100 meter ten westen van het oorspronkelijke station een nieuw station gebouwd, dat op 4 augustus 1929 in gebruik kwam. Het nieuwe station werd ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse en kreeg een eilandperron, wat inmiddels de standaard was geworden in de Berlijnse metro. Evenals het oude station, dat afgebroken werd, bestaat het huidige viaductstation uit een constructie van glas en staal. Het boven het midden van het plein gelegen metrostation beschikt over een grote lichtkoepel in het dak, waardoor er overdag geen verlichting nodig is. Het ondergrondse station Kottbusser Tor opende op 12 februari 1928, tegelijk met de eerste noordelijke verlenging van de GN-Bahn (lijn D, tegenwoordig U8). Het station is bekleed met lichtlila tegels en heeft een eilandperron. Vanwege de overstapfunctie is het perron breder dan elders, waardoor er twee rijen steunpilaren nodig zijn. In het midden van het perron bevinden zich trappen naar de stationshal, van waaruit diverse uitgangen naar alle zijden van het plein uitwaaieren. Aan het noordelijke uiteinde is er een directe uitgang naar de straat, de voormalige zuidelijke uitgang is buiten gebruik. Roltrappen verbinden de stationshal met het perron van lijn U1 en U3. Het bovengrondse station beschikt aan de uiteinden ook over direct naar de straat leidende trappen.

Berlijn
Berlijn

Berlijn (Duits: Berlin) is de hoofdstad van Duitsland en als stadstaat een deelstaat van dat land. Met 3.866.385 inwoners (30 juni 2023) is Berlijn tevens de grootste stad van het land. Daarnaast is Berlijn - gerekend naar inwonertal binnen de stadsgrenzen - de grootste stad van de Europese Unie. De stad ligt in het noordoosten van Duitsland, aan de rivier de Spree. 22% van Berlijn bestaat uit natuur en parken en 6% uit meren, rivieren en kanalen. Ze wordt omsloten door de deelstaat Brandenburg. Op 31 december 2018 had 17,46% van de inwoners een niet-Duits staatsburgerschap (675.210 niet-Duitsers) en hadden 8.195 inwoners het Nederlandse staatsburgerschap. In zijn geschiedenis, die teruggaat tot de dertiende eeuw, was Berlijn de hoofdstad van Pruisen (1701–1918), het Duitse Keizerrijk (1871–1918), de Weimarrepubliek (1919–1933) en nazi-Duitsland (1933–1945). Na de Tweede Wereldoorlog was Berlijn gedurende meer dan veertig jaar een verdeelde stad, waarbij het oostelijke deel als hoofdstad fungeerde van de DDR en het westelijke deel een de facto exclave van West-Duitsland was. Na de Duitse hereniging in 1990 werd Berlijn de hoofdstad van de Bondsrepubliek Duitsland en de zetel van het parlement, de deelstaatvertegenwoordiging en het staatshoofd. De economie is voornamelijk gebaseerd op de high-tech industrie en de dienstensector, die een diverse waaier van creatieve industrie, onderzoeksfaciliteiten en media bedrijven. Berlijn dient ook als continentale hub voor lucht-en spoorvervoer en is een toeristische bestemming. Belangrijke industrieën omvatten electronic commerce, IT, biomedische techniek, geneesmiddelen, biotechnologie, elektronica, verkeerstechniek, en hernieuwbare energie. Berlijn is een metropool en geldt in Europa als een van de grootste culturele, politieke en wetenschappelijke centra. De stad is bekend vanwege het hoogontwikkelde culturele leven (festivals, nachtleven, sportevenementen, musea, kunsttentoonstellingen enz.) en de liberale levensstijl en moderne Zeitgeist.

Ambassade van Nederland in Duitsland
Ambassade van Nederland in Duitsland

De Nederlandse Ambassade in Berlijn werd op 2 maart 2004 officieel in gebruik genomen door koningin Beatrix en de Duitse en Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer en Ben Bot. Sinds 2021 is Ronald van Roeden hier ambassadeur. Het gebouw werd ontworpen door de befaamde Nederlandse architect Rem Koolhaas. Het ontwerp won de Architekturpreis Berlin in 2003 en de Mies van der Rohe Award for European Architecture in 2005. De ambassade is gelegen aan de Klosterstraße in het hart van Berlijn, aan de rivier de Spree. Het ontwerp van Koolhaas oogt als een glazen kubus. Dit "kaartenhuis", zoals Koolhaas het zelf noemt, heeft geen aparte verdiepingen, maar is gebouwd als een soort hellingbaan die door het hele gebouw cirkelt. Het gebouw heeft een groot aantal verschillend uitgevoerde automatische deuren. De vergaderzaal van de ambassadeur is een glazen ruimte die boven de binnenplaats hangt en deze wordt de skybox genoemd. Vanaf de rivier de Spree loopt dwars door het gebouw een diagonale zichtas naar de Fernsehturm. Deze zichtlijn is in het kadaster van de stad "voor eeuwig" vastgelegd, wat betekent dat er niet gebouwd mag worden tussen de ambassade en de Fernsehturm. Alle kunst in het gebouw is van Nederlandse kunstenaars met uitzondering van een aantal afdrukken van Reigning Queens van Andy Warhol, waarin hij Beatrix der Nederlanden heeft afgebeeld. Er is een architectuurgids over het gebouw samengesteld, en er worden ook rondleidingen in het gebouw gegeven.