place

Sint-Thomaskerk (Berlijn)

Kerkgebouw in BerlijnLuthers kerkgebouw in DuitslandMitte (district van Berlijn)
St. Thomas Kirche Berlin Portalansicht
St. Thomas Kirche Berlin Portalansicht

De protestantse Sint-Thomaskerk (Duits: St. Thomas-Kirche) is een laat-classicistisch kerkgebouw in het centrum van Berlijn. Ten tijde van de bouw was de kerk met 3.000 plaatsen het grootste sacrale bouwwerk van Berlijn en was de congregatie met circa 150.000 leden een van de grootste christelijke congregaties ter wereld. Het gebouw heeft de vorm van een latijns kruis. Boven de viering verheft zich een 56 meter hoge koepel, in de richting van het Mariannenplatz bevinden zich twee 48 meter hoge torens. De naam van de kerk heeft betrekking op de apostel Thomas.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sint-Thomaskerk (Berlijn) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Sint-Thomaskerk (Berlijn)
Bethaniendamm, Berlijn Mitte

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sint-Thomaskerk (Berlijn)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.505277777778 ° E 13.426666666667 °
placeToon op kaart

Adres

St.-Thomas-Kirche

Bethaniendamm
10179 Berlijn, Mitte
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q1573508)
linkOpenStreetMap (51688847)

St. Thomas Kirche Berlin Portalansicht
St. Thomas Kirche Berlin Portalansicht
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Lausitzer Platz
Lausitzer Platz

De Lausitzer Platz, genoemd naar de streek Lausitz, is een plein en buurt in het Berlijnse stadsdeel Kreuzberg (Friedrichshain-Kreuzberg). Het plein werd al ten tijde van de Berlijnse tolmuur vrij gehouden van bebouwing en kreeg in 1849 zijn huidige benaming. De 'Köpenicker Tor' werd er in 1842 gebouwd. In het midden van het plein staat de Emmaüskerk, die gebouwd werd in 1890-1893, naar ontwerp van August Orth. Tot 1945 was het na de Berliner Dom de grootste kerk van Berlijn, met zo'n 2000 zitplaatsen. In dat jaar brandde het schip van de kerk geheel uit. Eind jaren vijftig werd het vervangen door een veel kleiner schip; de 74 meter hoge toren met het grote Emmaüsmozaïek van Paul Mohn bleef gespaard. Ten zuiden van de Lausitzer Platz liggen de Spreewaldplatz en het Görlitzer Park. In het noorden grenzen de Aldemar- en de Eisenbahnstraße aan het plein. Op de Lausitzer Platz vonden regelmatig straatfeesten en markten plaats. Op 1 mei 1987 werd een van deze straatfeesten het begin van de zogenaamde 'Kreuzberger Maikrawalle', een serie rellen die uitbrak toen de politie met geweld een einde maakte aan het feest. Na het verdwijnen van de punkkroegen in de jaren 90 werd het weer rustig op het plein. Sinds de jaren 2010 is er een proces van gentrificatie op gang gekomen. Ook wordt het straatbeeld steeds meer door toeristen bepaald. In Kreuzberg wordt de Lausitzer Platz, naar Laus, het Duitse woord voor luis, ook spottend Lauseplatz en Lausi genoemd.

Kottbusser Tor (metrostation)
Kottbusser Tor (metrostation)

Kottbusser Tor is een station van de metro van Berlijn, gelegen op en onder het gelijknamige plein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Het metrostation bestaat uit twee delen: een viaductstation voor van lijn U1 en U3 en een ondergronds perron voor lijn U8. Het complex staat in zijn geheel onder monumentenbescherming. De naam van het plein en het station stamt van een voormalige poort in de Berlijnse stadsmuur op deze locatie, de Cottbuspoort. Het bovengrondse station opende op 18 februari 1902 opende als onderdeel van de eerste metrolijn in Berlijn. Het station bevond zich oorspronkelijk aan de oostzijde van het plein en werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske. Het metrostation had twee zijperrons kwam uiterlijk grotendeels overeen met het oostelijker gelegen Görlitzer Bahnhof aan dezelfde lijn. Om een betere overstap op de in het eind van de jaren 1920 geopende Gesundbrunnen-Neukölln-Bahn te realiseren werd 100 meter ten westen van het oorspronkelijke station een nieuw station gebouwd, dat op 4 augustus 1929 in gebruik kwam. Het nieuwe station werd ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse en kreeg een eilandperron, wat inmiddels de standaard was geworden in de Berlijnse metro. Evenals het oude station, dat afgebroken werd, bestaat het huidige viaductstation uit een constructie van glas en staal. Het boven het midden van het plein gelegen metrostation beschikt over een grote lichtkoepel in het dak, waardoor er overdag geen verlichting nodig is. Het ondergrondse station Kottbusser Tor opende op 12 februari 1928, tegelijk met de eerste noordelijke verlenging van de GN-Bahn (lijn D, tegenwoordig U8). Het station is bekleed met lichtlila tegels en heeft een eilandperron. Vanwege de overstapfunctie is het perron breder dan elders, waardoor er twee rijen steunpilaren nodig zijn. In het midden van het perron bevinden zich trappen naar de stationshal, van waaruit diverse uitgangen naar alle zijden van het plein uitwaaieren. Aan het noordelijke uiteinde is er een directe uitgang naar de straat, de voormalige zuidelijke uitgang is buiten gebruik. Roltrappen verbinden de stationshal met het perron van lijn U1 en U3. Het bovengrondse station beschikt aan de uiteinden ook over direct naar de straat leidende trappen.

Schönleinstraße (metrostation)
Schönleinstraße (metrostation)

Schönleinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Kottbusser Damm, die ter plaatse de grens tussen de stadsdelen Neukölln en Kreuzberg vormt. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het een half jaar lang het noordelijke eindpunt was. De Schönleinstraße, een zijstraat aan de Kreuzbergse zijde van de Kottbusser Damm, is genoemd naar de medicus Johann Lukas Schönlein.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. Verlengingen volgden in kleine etappes; in februari 1928 werd de lijn doorgetrokken naar Kottbusser Tor, één station ten noorden van Schönleinstraße, en na nog enkele verlengingen was het project in 1930 voltooid. Station Schönleinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architecten ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, waarvan Schönleinstraße een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Leinestraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die echter niet, zoals op andere lijnen, in een vaste volgorde werd afgewisseld. Station Schönleinstraße werd bekleed met glanzende, grijze keramische tegels, die vanwege een speciale brandtechniek diverse kleureffecten laten zien. In juli 1951 werd het station hernoemd tot Kottbusser Damm. Toen station Schönleinstraße in 1992 zijn oude naam terugkreeg, kwamen de oorspronkelijke witte stationsborden met zwarte letters weer tevoorschijn. De kleurstelling van deze borden was in de overige stations op de lijn omgedraaid ten behoeve van een betere leesbaarheid. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Schönleinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Jannowitzbrücke (metrostation)
Jannowitzbrücke (metrostation)

Jannowitzbrücke is een metrostation in de Duitse hoofdstad Berlijn dat in 1930 werd geopend vlak ten noorden van het gelijknamige S-Bahn station. In 1902 stelde de Neurenbergse Continentale Gesellschaft für elektrische Unternehmungen het Berlijnse stadsbestuur voor een zweefbaan naar het voorbeeld van de Wuppertaler Schwebebahn te bouwen. Het traject dat men op het oog had zou lopen van Gesundbrunnen naar Neukölln (toen nog Rixdorf geheten). De lijn zou nabij de Jannowitzbrücke de Spree kruisen; boven de rivier was een station gepland. De autoriteiten vonden een dergelijke lijn echter ontsierend voor het stadsbeeld en wezen het project af. Vijf jaar later wendde het elektronicaconcern AEG zich tot de bestuurders met plannen voor een ondergrondse metrolijn op min of meer hetzelfde traject als de zweefbaan. Dit project bleek wel op steun te kunnen rekenen en in 1912 verwierf AEG de concessie voor de bouw en exploitatie van de inmiddels GN-Bahn gedoopte lijn. De Jannowitzbrücke viel buiten de plannen van AEG: de Spree zou verder naar het westen gekruist worden en het dichtstbijzijnde metrostation zou zich bij de Stralauer Straße bevinden. In 1913 begon men met de bouw van de lijn. Al snel brak echter de Eerste Wereldoorlog uit, waarna er een groeiend gebrek aan arbeidskrachten en bouwmaterialen ontstond. In 1917 kwamen de werkzaamheden aan de metrolijn volledig stil te liggen; de tunnel onder de Spree behoorde op dat moment tot de weinige gereedgekomen lijnstukken. De AEG-Schnellbahn-AG, het dochterbedrijf van AEG dat voor de metrobouw verantwoordelijk was, kon niet voldoen aan de in de concessie opgenomen voorwaarde de GN-Bahn in 1918 in gebruik te nemen en werd geliquideerd. Het project verviel vervolgens aan de stad, die de werkzaamheden vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Het stadsbestuur had de plannen ondertussen op een aantal punten aangepast. In het plan van AEG zou de GN-Bahn ten westen van de Alexanderplatz lopen, hetgeen de realisatie van een overstapstation onder het plein (waar reeds een lijn verliep en een andere in aanbouw was) bemoeilijkte. Men besloot het centrale deel van de lijn daarom oostelijker aan te leggen, parallel aan de Stadtbahn. Hiertoe moest een nieuwe tunnel onder de Spree gebouwd worden ter hoogte van de Jannowitzbrücke, die alsnog een metroaansluiting zou krijgen. De tijdens de Eerste Wereldoorlog voltooide en door de tracéverlegging onnodig geworden Spreetunnel richting de Waisenstraße (de Waisentunnel) zou later omgevormd worden tot verbindingstunnel tussen de U8 en de U5.In de zomer van 1927 was het zover: in het zuiden van de stad kwam het eerste deel van de GN-Bahn, ofwel lijn D, in gebruik. Na een aantal verlengingen, steeds in kleine etappes, werd in april 1928 de Neanderstraße nabij de zuidoever van de Spree bereikt. Het resterende deel van de lijn tot aan Gesundbrunnen, inclusief station Jannowitzbrücke, volgde op 18 april 1930. In verband met de bouw van de tunnel onder de rivier had men de oude Jannowitzbrücke volledig afgebroken en een nieuwe brug gebouwd. Vanwege de nabije Spreekruising ligt metrostation Jannowitzbrücke dieper dan gemiddeld. Alfred Grenander en Alfred Fehse, de architecten van de GN-Bahn, maakten van deze omstandigheid gebruik door een hoge perronhal te creëren. Aangezien het station in een flauwe bocht ligt, was een gewelfd dak, zoals dat in veel andere stations op de lijn te vinden is, moeilijk te realiseren. De architecten kozen er daarom voor het dak vlak te houden. Ook op andere punten wijkt Jannowitzbrücke af van het standaardontwerp. Zo zijn de stalen pilaren onbekleed gelaten en werden de wanden in een metselverband bekleed met rechthoekige tegels. In de meeste overige stations van de GN-Bahn worden zowel de wanden als de pilaren door vierkante tegels gesierd. Het meest opvallende element van station Jannowitzbrücke is zijn met de stationshal van de S-Bahn in overeenstemming gebrachte en op pilaren en betegeling toegepaste gele kenkleur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef metrostation Jannowitzbrücke ongeschonden. Op 23 april 1945 moest het station desondanks zijn deuren sluiten: vanwege de gebrekkige stroomvoorziening werd het metroverkeer op lijn D stilgelegd. Een week later (de metro reed nog altijd niet) werd de Noord-zuidtunnel van de S-Bahn ter hoogte van het Landwehrkanaal opgeblazen, waardoor deze onder water kwam te staan. Via een voetgangerstunnel in station Friedrichstraße bereikte het water ook het metronetwerk. Bijna een miljoen kubieke meter water verspreidde zich vervolgens door de tunnels, waardoor ook station Jannowitzbrücke overstroomde. Op 16 juli 1945 was de doorgaande dienst op lijn D hersteld en kon metrostation Jannowitzbrücke na een sluiting van vier maanden heropend worden. De noordelijke ingangen van het station werden herbouwd. Het huizenblok aan de Alexanderstraße waarin deze toegangen waren geïntegreerd was namelijk verwoest in de oorlog. Net als de S-Bahn trok de Berlijnse metro zich aanvankelijk weinig aan van de sectorgrenzen. De bouw van de Berlijnse Muur in 1961 had echter een grote weerslag op het metroverkeer. Lijn D, die alleen in het centrum over Oost-Berlijns grondgebied verliep, bleef een West-Berlijnse lijn, die alle stations in de oostsector ging overslaan. Metrostation Jannowitzbrücke werd hermetisch afgesloten, de verbindingen met het S-Bahnstation werden dichtgemetseld. Lijn D verdween van de Oost-Berlijnse stadsplattegronden, al kon men de treinen soms horen rijden. Slechts twee dagen na de val van de Muur op 9 november 1989 was Jannowitzbrücke het eerste spookstation waar de treinen van de U8, zoals lijn D inmiddels heette, weer gingen stoppen. Op de tussenverdiepingen bleven tot 1 juli 1990, de dag waarop de muntunie tussen de DDR en de Bondsrepubliek in werking trad, grenscontroles uitgevoerd worden. Al snel kon het station zich weer tot een druk overstappunt ontwikkelen. Aan beide uiteinden van het eilandperron bevinden zich uitgangen. De noordelijke uitgang leidt naar beide zijden van de Alexanderstraße, de zuidelijke geeft rechtstreekse toegang tot het station van de S-Bahn. Aan de zuidzijde van het station bevindt zich bovendien een grote tussenverdieping, die echter geen functie meer heeft. Na de heringebruikname van het metrostation in 1989 bleef deze tussenverdieping gesloten, de bovengrondse toegang tot de hal werd later gesloopt.Begin 2009 startte een grootscheepse renovatie van het station, die tot 2011 zal duren. De aankleding van het station (wanden, vloeren, meubilair) zal hierbij bijna volledig worden vernieuwd; bovendien wordt het station van een lift voorzien. Het perron van de S-Bahn is reeds langer per lift te bereiken.