place

Kottbusser Tor (metrostation)

Friedrichshain-KreuzbergMetrostation in Berlijn
Kottbusser Tor oben
Kottbusser Tor oben

Kottbusser Tor is een station van de metro van Berlijn, gelegen op en onder het gelijknamige plein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Het metrostation bestaat uit twee delen: een viaductstation voor van lijn U1 en U3 en een ondergronds perron voor lijn U8. Het complex staat in zijn geheel onder monumentenbescherming. De naam van het plein en het station stamt van een voormalige poort in de Berlijnse stadsmuur op deze locatie, de Cottbuspoort. Het bovengrondse station opende op 18 februari 1902 opende als onderdeel van de eerste metrolijn in Berlijn. Het station bevond zich oorspronkelijk aan de oostzijde van het plein en werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske. Het metrostation had twee zijperrons kwam uiterlijk grotendeels overeen met het oostelijker gelegen Görlitzer Bahnhof aan dezelfde lijn. Om een betere overstap op de in het eind van de jaren 1920 geopende Gesundbrunnen-Neukölln-Bahn te realiseren werd 100 meter ten westen van het oorspronkelijke station een nieuw station gebouwd, dat op 4 augustus 1929 in gebruik kwam. Het nieuwe station werd ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse en kreeg een eilandperron, wat inmiddels de standaard was geworden in de Berlijnse metro. Evenals het oude station, dat afgebroken werd, bestaat het huidige viaductstation uit een constructie van glas en staal. Het boven het midden van het plein gelegen metrostation beschikt over een grote lichtkoepel in het dak, waardoor er overdag geen verlichting nodig is. Het ondergrondse station Kottbusser Tor opende op 12 februari 1928, tegelijk met de eerste noordelijke verlenging van de GN-Bahn (lijn D, tegenwoordig U8). Het station is bekleed met lichtlila tegels en heeft een eilandperron. Vanwege de overstapfunctie is het perron breder dan elders, waardoor er twee rijen steunpilaren nodig zijn. In het midden van het perron bevinden zich trappen naar de stationshal, van waaruit diverse uitgangen naar alle zijden van het plein uitwaaieren. Aan het noordelijke uiteinde is er een directe uitgang naar de straat, de voormalige zuidelijke uitgang is buiten gebruik. Roltrappen verbinden de stationshal met het perron van lijn U1 en U3. Het bovengrondse station beschikt aan de uiteinden ook over direct naar de straat leidende trappen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Kottbusser Tor (metrostation) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Kottbusser Tor (metrostation)
Reichenberger Straße, Berlijn Kreuzberg

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Kottbusser Tor (metrostation)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.499166666667 ° E 13.418333333333 °
placeToon op kaart

Adres

Reichenberger Straße
10999 Berlijn, Kreuzberg
Duitsland
mapOpenen op Google Maps

Kottbusser Tor oben
Kottbusser Tor oben
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Schönleinstraße (metrostation)
Schönleinstraße (metrostation)

Schönleinstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen onder de Kottbusser Damm, die ter plaatse de grens tussen de stadsdelen Neukölln en Kreuzberg vormt. Het metrostation opende op 17 juli 1927 als een van de eerste drie stations van lijn D, de huidige U8, waarvan het een half jaar lang het noordelijke eindpunt was. De Schönleinstraße, een zijstraat aan de Kreuzbergse zijde van de Kottbusser Damm, is genoemd naar de medicus Johann Lukas Schönlein.De bouw van lijn D, ook bekend als GN-Bahn (van Gesundbrunnen-Neukölln), verliep bepaald niet op rolletjes. Na de Eerste Wereldoorlog ging de AEG-Schnellbahn-AG, dochteronderneming van AEG en eigenaar van de nog in aanbouw zijnde lijn, failliet en werden de werkzaamheden stilgelegd. Het project verviel aan de stad Berlijn, die de bouw vanwege haar eigen financiële situatie pas in 1926 weer kon oppakken. Op 17 juli 1927 kon in het zuiden van de stad het eerste, slechts anderhalve kilometer lange traject Schönleinstraße - Hermannplatz - Boddinstraße in gebruik genomen worden. Verlengingen volgden in kleine etappes; in februari 1928 werd de lijn doorgetrokken naar Kottbusser Tor, één station ten noorden van Schönleinstraße, en na nog enkele verlengingen was het project in 1930 voltooid. Station Schönleinstraße, een beschermd monument, werd zoals alle stations van de GN-Bahn ontworpen door Alfred Grenander en Alfred Fehse. De architecten ontwikkelden een standaardtype voor de lijn, waarvan Schönleinstraße een goed voorbeeld is. Net als in de stations Rosenthaler Platz, Heinrich-Heine-Straße en Leinestraße wordt het dak in twee gewelven verdeeld door een rij pilaren op het midden van het eilandperron. Een nieuwigheid van de stations van lijn D was de aanwezigheid van tussenverdiepingen; de oudere metrostations bevinden zich veelal op geringe diepte en hebben uitgangen die rechtstreeks naar de straat leiden. De stations van de GN-Bahn kregen ieder een eigen herkenningskleur, die echter niet, zoals op andere lijnen, in een vaste volgorde werd afgewisseld. Station Schönleinstraße werd bekleed met glanzende, grijze keramische tegels, die vanwege een speciale brandtechniek diverse kleureffecten laten zien. In juli 1951 werd het station hernoemd tot Kottbusser Damm. Toen station Schönleinstraße in 1992 zijn oude naam terugkreeg, kwamen de oorspronkelijke witte stationsborden met zwarte letters weer tevoorschijn. De kleurstelling van deze borden was in de overige stations op de lijn omgedraaid ten behoeve van een betere leesbaarheid. Het station is momenteel alleen bereikbaar via trappen, maar uiteindelijk moeten alle Berlijnse metrostations van een lift voorzien zijn. De inbouw van een lift in station Schönleinstraße zal volgens de prioriteitenlijst van de Berlijnse Senaat pas na 2010 plaatsvinden.

Lausitzer Platz
Lausitzer Platz

De Lausitzer Platz, genoemd naar de streek Lausitz, is een plein en buurt in het Berlijnse stadsdeel Kreuzberg (Friedrichshain-Kreuzberg). Het plein werd al ten tijde van de Berlijnse tolmuur vrij gehouden van bebouwing en kreeg in 1849 zijn huidige benaming. De 'Köpenicker Tor' werd er in 1842 gebouwd. In het midden van het plein staat de Emmaüskerk, die gebouwd werd in 1890-1893, naar ontwerp van August Orth. Tot 1945 was het na de Berliner Dom de grootste kerk van Berlijn, met zo'n 2000 zitplaatsen. In dat jaar brandde het schip van de kerk geheel uit. Eind jaren vijftig werd het vervangen door een veel kleiner schip; de 74 meter hoge toren met het grote Emmaüsmozaïek van Paul Mohn bleef gespaard. Ten zuiden van de Lausitzer Platz liggen de Spreewaldplatz en het Görlitzer Park. In het noorden grenzen de Aldemar- en de Eisenbahnstraße aan het plein. Op de Lausitzer Platz vonden regelmatig straatfeesten en markten plaats. Op 1 mei 1987 werd een van deze straatfeesten het begin van de zogenaamde 'Kreuzberger Maikrawalle', een serie rellen die uitbrak toen de politie met geweld een einde maakte aan het feest. Na het verdwijnen van de punkkroegen in de jaren 90 werd het weer rustig op het plein. Sinds de jaren 2010 is er een proces van gentrificatie op gang gekomen. Ook wordt het straatbeeld steeds meer door toeristen bepaald. In Kreuzberg wordt de Lausitzer Platz, naar Laus, het Duitse woord voor luis, ook spottend Lauseplatz en Lausi genoemd.

Prinzenstraße (metrostation)
Prinzenstraße (metrostation)

Prinzenstraße is een station van de metro van Berlijn, gelegen aan de kruising van de Gitschiner Straße en de Prinzenstraße in de Berlijnse wijk Kreuzberg, ten noorden van het Böcklerpark. Het viaductstation werd geopend op 18 februari 1902 aan de eerste Berlijnse metrolijn, het zogenaamde stamtracé. Station Prinzenstraße, een beschermd monument, is tegenwoordig onderdeel van lijn U1 en U3. Het bovengrondse station, een standaardconstuctie van ijzer en glas, werd ontworpen door het ontwerpbureau van Siemens & Halske en heeft twee deels overkapte zijperrons. Vanwege ruimtegebrek onder de perrons bevinden de uitgangen zich aan weerszijden van de Gitschiner Straße, de toegangen zijn door middel van overdekte bruggen over de straat met het station verbonden. Hierdoor heeft elk van beide perrons een aparte toegang. Aan de zuidzijde stond oorspronkelijk een vrijstaand toegangsgebouw van de hand van Paul Wittig, de noordelijke ingang was in een woonblok geïntegreerd. In 1929 werden de perrons vanwege het toenemende aantal reizigers verlengd. Het metrostation zelf werd in de Tweede Wereldoorlog nauwelijks getroffen, maar van de beide toegangen bleef weinig over. Het verwoeste huizenblok aan de noordzijde van de Gitschiner Straße werd na de oorlog afgebroken en alleen het erin geïntegreerde trappenhuis bleef behouden. Aan de zuidkant van het station verees een eenvoudig nieuw toegangsgebouw. Pas in het begin van de jaren 1950 kon het station weer volledig in gebruik genomen worden. In 1981 werd het provisorische trappenhuis aan de noordzijde afgebroken en vervangen door een in 1984 gereedgekomen multifunctioneel gebouw waarin zich een parkeergarage en dienstruimtes van de BVG bevinden. De zuidelijke toegang werd in 1991 herbouwd. Het nieuwe glazen toegangsgebouwd is met een lift uitgerust.