place

Oostertoegangsspoorbrug

Brug in Amsterdam-CentrumSpoorbrug in Amsterdam
Oostelijke Onderdoorgang 1 vanaf het zuiden
Oostelijke Onderdoorgang 1 vanaf het zuiden

De Oostertoegangsspoorbrug, beter bekend als de Oostelijke Onderdoorgang, is een spoorbrug aan de oostzijde van het Centraal Station in het centrum van Amsterdam. De brug voert over de Oostertoegang, het water dat de verbinding vormt tussen het Open Havenfront en het IJ. Er zijn wegen aan beide zijden van het water die uitkomen op De Ruijterkade. Aan de westelijke kant ligt het Stationsplein en aan de oostelijke kant het Oosterdokseiland. De brug bestaat uit vijf tweesporige bruggen naast elkaar waarvan een van beton. Deze combinatie van bruggen is bijzonder breed en over de bruggen lopen tien sporen van de Nederlandse Spoorwegen. Het eerste deel van de overbrugging werd in gebruik genomen in 1889 met de opening van het Centraal Station. De naam van de brug verwijst naar de ligging van de brug ten opzichte van het station. Kringtramlijn 22 reed tot 1944 met de klok mee onder het westelijk gedeelte van de brug. In 1950 werd opnieuw een kringlijn ingesteld nu echter als buslijn. Sinds 2005 rijdt tram 26 onder het westelijk gedeelte van de brug. Sinds eind 2009 rijden de bussen naar het busstation IJ-zijde onder het westelijke gedeelte van de brug en van het busstation onder het oostelijk gedeelte van de brug.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Oostertoegangsspoorbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Oostertoegangsspoorbrug
Oostertoegang, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: OostertoegangsspoorbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.377736111111 ° E 4.9037527777778 °
placeToon op kaart

Adres

Oostertoegangsspoorbrug

Oostertoegang
1011 AD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Oostelijke Onderdoorgang 1 vanaf het zuiden
Oostelijke Onderdoorgang 1 vanaf het zuiden
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Oostertoegang

Oostertoegang is een kort kanaal (gracht) in Amsterdam-Centrum, tussen het IJ en de Geldersekade. De Oostertoegang verbindt, sinds de aanleg van het Stationseiland tussen 1870 en 1880, het IJ met de Geldersekade en met het Open Havenfront, het (van het IJ overgebleven) water tussen het Stationsplein en de Prins Hendrikkade. Evenzo is er aan de andere kant van het Stationseiland de Westertoegang. Tussen de Westertoegang, het IJ, de Oostertoegang en het Open Havenfront ligt het Stationseiland met het Amsterdamse Centraal Station. De oostelijke kade langs de Oostertoegang vormt de verbinding tussen de De Ruijterkade en Oosterdokskade en indirect via de Odebrug met de Prins Hendrikkade. De westelijke kade is bedoeld voor openbaar vervoer. Van 7 mei 1904 tot 4 augustus 1921 reed (onder andere) tramlijn 4 via de Westertoegang. Vanaf die datum tot 9 oktober 1944 reed tramlijn 22 als Kringlijn het rondje om het Centraal Station via de De Ruijterkade. De rails zijn nog decennialang blijven liggen. Sinds mei 2005 rijdt tramlijn 26 (de IJtram) door de Oostertoegang en verder over het Oostelijke gedeelte van de De Ruijterkade. De Oostertoegang heeft geen postcode omdat er niemand kan wonen/woont. In het verleden (jaren 70 en 80 van de 20e eeuw) maakte met name de westelijke kade onderdeel uit van het prostitutiegebied rondom het Centraal Station. Over de Oostertoegang ligt een complex aan bruggen, van noord naar zuid: Brug 2274, een gecombineerde voetgangers/fietsersbrug Brug 486, de brede verkeersbrug, die in de plaats kwam van de brug 276, een historische hefbrug, die het verkeer niet meer aan kon trambrug voor lijn 26; in eerste instantie een aparte brug, maar in de 21e eeuw geïntegreerd in brug 486 een complex spoorbruggen brug 228 tussen de Oosterdokskade en het Stationseiland.

Brug 228
Brug 228

Brug 228 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen over de Oostertoegang en vormt de verbinding tussen het Stationsplein gelegen voor het Centraal Station Amsterdam en de Oosterdokskade. De brug is van recente datum, terwijl ze toch een laag brugnummer kreeg; ze lag er in de jaren 1940-1941 niet. Een brug hier werd noodzakelijk vanwege de steeds te verplaatsen verkeersstromen rondom het genoemde spoorstation, zoals bouw van de IJtunnel en de aanleg van de Amsterdamse metrolijn. Eindjaren zestig beginjaren zeventig werd hier een recht-toe-recht-aan betonnen brug neergelegd met een betonnen paalfundering, passend bij de nieuwe zuidelijke spoorbrug/viaduct, onderdeel van de vijf spoorbruggen hier (het viaduct is inmiddels al weer gesloopt). Die brug verdween in de periode 2000-2009 om plaats te maken voor de pontons waar vanaf de bouw van de Odebrug plaatsvond. Voor voetgangers en fietsers werd een metalen noodbrug geplaatst, die circa 10 meter noordelijker kwam te liggen. Toen de werkzaamheden daarvoor beëindigd waren (2011) was er tijd en plaats om hier een nieuwe brug aan te leggen, ook alleen voor voetgangers en fietsers. Op de brug is een fietsenstalling gebouwd. De brug kenmerkt zich door balustrades waarvan de buitenzijde (grove stenen) aan de nabijgelegen walkanten doen denken. Ook onderscheidt de brug zich van de omgeving door de mintgroene kleur van de overspanning en de binnenzijden van die balustrades. Of dit een verwijzing is naar het ongeveer gelijktijdig opgeleverde Mint-Hotel (later van Doubletree) is onbekend.

Odebrug
Odebrug

De Odebrug (Grafisch ODE-brug; ODE is afkorting van Oosterdokseiland), voluit geheten de Oosterdokseilandbrug, is een vaste brug in drie delen voor al het verkeer in het centrum van Amsterdam even ten oosten van de Kamperbrug en het Station Amsterdam Centraal. De bouw van de brug begon op 1 september 2009. Het is een prefab toogbrug waarin veel basalt is verwerkt. Het ontwerp kwam van architect Simon Wilkinson, die werd geconfronteerd met specifieke eisen. De brug moest geschikt zijn voor voetgangers, fietsers, auto-, bus- en vrachtverkeer. Bovendien moest onder de brug nog scheepvaart kunnen plaatsvinden van bijvoorbeeld rondvaartboten. Dat laatste had tot gevolg dat de doorvaartbreedte ruim moest zijn, aangezien de boten hier een draaipunt vanuit het Oosterdok hebben. Tot slot bevindt zich onder de brug een metrotunnel. De doorvaartbreedte zorgde ervoor dat er slechts een brugpijler kon worden gebruikt, hetgeen er indirect voor zorgde dat de overspanning bijna twee meter dik moest zijn. Die liggers werd gefabriceerd door Haitsma Beton en op hun plaats gehesen door Sarens. Daarbij waren er twee afmetingen liggers; die voor de noordelijke overspanning zijn 40 meter lang en wegen 120 ton; die voor de zuidelijk 45 meter lang en 130 ton zwaar. De brug is van prefab betonelementen, staal en aluminium. Opvallend aan de brug zijn de enigszins diagonaal staande lantaarns. De brug werd geopend op 23 juni 2011. De brug verbindt het Oosterdokseiland, waar de laatste jaren veel nieuwbouw is verrezen, met de Prins Hendrikkade. De brug kwam er ter vervanging van de Oosterdoksdam die al sinds de metrobouw eind jaren 70 deze verbinding bood maar inmiddels is afgegraven. De naam van de brug is: een verwijzing naar OosterDokEiland de dichtvorm Ode en een ode van Simon Carmiggelt aan de stad: "Amsterdam is een heerlijke stad om te verlaten en ààn te komen"; de tekst is aan beide zijden van de brug middels plaquettes terug te vinden.

Brug 2274
Brug 2274

Brug 2274 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in De Ruijterkade en overspant de Oostertoegang. Hier lag in de buurt vroeger brug 276, die langzaamaan het steeds toenemende verkeer niet meer aankon. In 1973 kwam er daarom een nieuwe brug, de oude bleef nog dienst doen tot 2001. Ook de nieuwe brug moest aangepast worden aan het sterk veranderende verkeer ter plaatse, zo werd het busstation nabij het Centraal Station Amsterdam van voor het station naar achteren verhuisd. De betonnen brug die al het verkeer droeg werd in verband met de noodzakelijke verdeling tussen snel (gemotoriseerd) verkeer en langzaam verkeer (voetgangers en fietsers) alleen toegankelijk voor snelverkeer. Aan de noordzijde verscheen brug 2274 voor het langzame verkeer. Het ontwerp van Hans van Heeswijk Architecten liet een echte brug zien. De overspanning heeft een behoorlijke welving, zodat ook in het landschap zichtbaar is dat het hier een brug betreft. Voor degenen die de brug gebruiken is het begrip brug ook voelbaar met klimmen en dalen. Het is daarbij een kleine tuibrug met voetpad aan de noordzijde en fietspad aan de zuidkant, verbonden door de tuien en een balk aan de uiteinden. Onder de tuiconstructie (de boog met kabels) is een doorkijk naar het water van de Oostertoegang. De brug werd gebouwd in opdracht van de Dienst Infrastuctuur en Verkeer van de gemeente Amsterdam. In september 2020 werd de brug verwijderd voor werkzaamheden aan een nieuwe pontfuik voor de Veer Meeuwenlaan. Terugplaatsing was geen optie; de brug was te smal geworden voor het drukke verkeer. De brug werd daarop aangeboden aan de Nationale Bruggenbank, dan een recent opgericht bedrijf om overbodige bruggen elders te kunnen hergebruiken. Hans van Heeswijk ontwierp een nieuwe brug met hetzelfde uiterlijk, maar dus breder. Vanwege duurzaamheid werden enkele delen van de oude brug in de nieuwe verwerkt; het restant werd opgeslagen op een industrieterrein aan de Distelweg in Amsterdam-Noord. De nieuwe brug kent een wisselende breedte; ze is aan de oostkant 19 meter en aan de westkant 14 meter breed. Het fietspad wordt naar het westen toe smaller. De brug had in Brug 2275 een tweelingzus over de Westertoegang, per 2021 is dat een oudere, maar kleinere zus.

Kamperbrug
Kamperbrug

De Kamperbrug (brug nr. 285) is een plaatbrug in het centrum van Amsterdam en voert over het Open Havenfront daar waar dit overgaat in het Oosterdok. De brug verbindt de Prins Hendrikkade met het Stationsplein. De eerste brug werd geopend in 1876 en was een basculebrug. In 1904 werd deze vernieuwd en vervangen door een ijzeren ophaalbrug en was een van de eerste bruggen van dit type in Amsterdam. De brug was voorzien van vrijstaande hamei's waartussen de gekoppelde balans draaide. In 1957 werd de brug vernieuwd. In 1963 werd de brug weer vervangen nu echter door een vaste brug waarbij de landhoofden zijn afgewerkt met natuursteen. De vervanging door een vaste brug was mogelijk omdat de brug niet in een doorgaande scheepvaartroute ligt, behalve rondvaartboten en kleine scheepvaart. De laatste jaren moest de brug vrijwel alleen nog tijdens de intocht van Sinterklaas worden geopend. In verband met de aanleg van de oostlijn van de Amsterdamse metro in de tweede helft van de jaren zeventig kwam ten westen van de brug de Kamperdam en voerde de brug tijdelijk niet over water. De Kamperdam werd na voltooiing van het metrostation na 1980 afgegraven en het water keerde terug. Sinds 2009 ligt even ten oosten van de brug de Odebrug waarmee de brug werd ontlast. Over de brug rijden drie tramlijnen van het GVB en de bussen naar het busstation IJzijde. Vanaf beide kanten van de brug is er een toegang tot het metrostation Centraal. Tot 2015 hadden alle nachtbuslijnen van het GVB op de brug hun standplaats. Onder de brug vaart een groot aantal rondvaartboten maar ook de watertaxi. De brug is vernoemd naar het voormalige Bolwerk Kamperhoofd. Onofficieel wordt de brug ook wel het Kamperhoofd genoemd.

Kolkswaterkering
Kolkswaterkering

Kolkswaterkering (brug 301) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De drukke verkeersbrug is gelegen in de Prins Hendrikkade en overspant de monding van de Oudezijds Kolk in het Oosterdok. Rondom de brug staat een aantal rijksmonumenten, waarvan de Schreierstoren het bekendst is. De brug wordt op afbeeldingen soms verward met de Hoofdbrug, dit komt omdat als men vanuit het noorden kijkt de ingang ten oosten van de Schreierstoren ligt, terwijl de Oudezijds Kolk juist ten westen van de toren begint. De Kolkswaterkering en de Hoofdbrug liggen parallel aan elkaar, die laatste overspant de Geldersekade. De door Cornelis Anthonisz. geschilderde plattegrond van Amsterdam uit 1538 laat al wel de Oudezijds Kolk zien te noorden van de Zeedijk, een brug of sluis is nog niet ingetekend (de sluis ligt dan ter hoogte van de Zeedijk). Zijn plattegrond uit circa 1557 laat er een ophaalbrug zien, op de kop van het Kamperhoofd, ook wel Schreiershoek. Op de militaire kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is ook een oeververbinding te zien. Pieter Bast tekende in 1599 ook een brug, al staat de Scheierstoren dan nog in het water van het IJ (de brug ligt dan dus nog zuidelijk van de toren). Een kaart verder in de geschiedenis van Amsterdam uit 1625 van de hand van Balthasar Florisz. van Berckenrode liet opnieuw een brug zien, maar dan ook al met een gedeelte daarvan noordelijk van de toren in een doorgaande kade (Oude Teer Tuynen) met ook de Hoofdbrug. In 1710 tekende Pieter Schenk een prent met opnieuw beide bruggen. De moderne geschiedenis begint midden 19e eeuw als Julien Damoy bij een foto voor een ansichtkaart met de Schreierstoren (La tour des pleureurs) ook twee houten ophaalbruggen fotografeert, de Kolkswatering en de Hoofdbrug. Ten tijde van 1891 is van houten ophaalbruggen geen sprake meer; er is een vaste brug te zien met torentjes met daarop lantaarns op de in het IJ uitstulpende landhoofden (Foto Gustaaf Oosterhuis; de Hoofdbrug kreeg hetzelfde uiterlijk). De ophaalbruggen verdwenen hier, omdat er een verbreding moest komen van de Prins Hendrikkade. Het toenemende landverkeer, waaronder ook eerste de paardentram en later de elektrische tram maakte verbreding noodzakelijk. In de loop van de 20e eeuw moest ze ook keer op keer verbreed en verstevigd (bijvoorbeeld in 1962 en 1980) worden, de gemeente Amsterdam had de Prins Hendrikkade aangewezen als hoofdverkeersroute naar de IJtunnel. In 2018 loopt er dan ook een vierbaansweg uitlopend tot vijfbaansweg over de brug met aan de zuidkant nog voet- en fietspaden, aan de noordzijde ligt nog een wandelkade. De bekendste kunstenaar die de brug heeft vastgelegd is zonder meer Jacob Maris. Hij schilderde ook weer beide bruggen rond 1875; beide bruggen werden rond 1876 vervangen door een liggerbrug.

Closer in distance
Closer in distance

Closer in distance is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Amsterdam kent sinds 2016 het HIV/AIDSmonument van Jean-Michel Othoniel, staande aan De Ruijterkade. Het stond er amper vijf jaar toen de gemeente Amsterdam werkzaamheden aan deze kade van het IJ moest verrichten; er moest een nieuwe pontsteiger gebouwd worden. Daarbij stond het monument in de weg; het moest verwijderd worden. Om de plek en HIV-slachtoffers toch in gedachten te houden werden mupi's neergezet, die naar het beeld verwijzen. Gelijktijdig werd het kunstwerk Closer in distance van Judith de Leeuw geplaatst. De Leeuws werk bestaat uit een drieluik van drie vrijwel identieke afbeeldingen, bij nadere beschouwing blijken dat de handen steeds meer verstrengeld raken. Ze reiken naar elkaar door het verband heen. Het staat voor ziekte die zowel isoleert als samenbrengt of zoals het begeleidende bord omschrijft: Dit werk viert de liefde die groeit aan de rand van der afgrond. De Leeuw maakte het werk na een aantal gesprekken met mensen die vrienden of familie hadden verloren aan aids. De afbeeldingen zijn gezet op schermen, die tegelijkertijd als schutting dienen. Financiële bijdragen kwamen van de gemeente, Stichting NamenProject en het Aidsfonds. Het werk, in tien dagen vervaardigd van foto’s, computerschets naar canvas, werd in Heerlen gemaakt en werd per laadtruck naar Amsterdam vervoerd en in de nacht van 5 op 6 maart 2021 op haar plek gehesen. Het zal er staan totdat de kade weer opgeleverd wordt. De werkzaamheden zouden volgens planning ruim een jaar duren (november 2020 tot en maart 2022).