place

Halvemaansbrug (Amsterdam)

Bouwwerk van Piet KramerBrug in Amsterdam-Centrum
Amsterdam , Netherlands panoramio (55)
Amsterdam , Netherlands panoramio (55)

De Halvemaansbrug (brug 221) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Hij vormt de verbinding tussen de twee kaden van de Amstel (hier Binnen Amstel genoemd) in de binnenstad van Amsterdam. Aan de noordzijde ligt nog een kade van de Kloveniersburgwal en 's-Gravelandseveer (kade van de Amstel). Aan de zuidkant heet de kade van de Amstel gewoon naar de rivier. Hier leidt de brug rechtstreeks in de Halvemaansteeg. Ten zuidoosten van de brug ligt het theater De Kleine Komedie. De oorspronkelijke brug werd gebouwd in de 17e eeuw, vermoedelijk 1626. De brug werd in 1863 (met een noodbrug naast de bouwput) vernieuwd naar een ontwerp van toen stadsarchitect Bastiaan de Greef. De brug bestond uit vier vaste overspanningen. De vijfde, middelste, overspanning was een dubbele basculebrug. De brug overleefde toen een wijziging in tenaamstelling aangevraagd door koning Willem III der Nederlanden naar Oranjebrug (de naam werd niet overgenomen). Ook in 1904 werd de brug vernieuwd. De laatste grote aanpassing volgde in 1939/1940, toen er een vaste plaatbrug naar ontwerp van architect Piet Kramer werd neergelegd. Ook deze brug was nodig in verband met het toenemende en zwaarder wordende verkeer. Kramer had te maken met het feit dat de brug ingekort moest worden. De zuidelijke kade van de Amstel werd onderdeel van de binnenring en werd ter plaatse aanmerkelijk verbreed, hetgeen de brug deed “krimpen” tot circa 50 meter. Kramers brug heeft vier overspanningen. Hoewel ze gebouwd werd met geld uit het werkfonds, is ze toch nog enigszins versierd. Er zijn zeediervormige granieten sluitstenen, het jaartal 1939 is uit een van de sluitstenen gebeiteld, zijn granieten blokjes ontbreken niet. Ook zijn de balustrades versierd (een serie aan elkaar gesmede metalen staven). De naam van de brug is anders dan bij andere Amsterdamse bruggen niet aangebracht op de leuningen, maar uit twee van de sluitstenen gebeiteld. Tijdens de aanleg voer een pontje (voetveer) heen en weer. De verklaring van de naam is niet eenduidig, er zijn een aantal verklaringen in omloop: Stadatlas van Amsterdam: een vroege versie van de brug had de vorm van een halve maan, de brug is in deze versie dus tevens de naamgever van de straat; Sebas Baggelaar en Simon van Schaik: "de vorm van het halfront aan den Aemstel", waarop nu Hotel de l'Europe staat heeft de vorm van een halve maan; in de Halvemaansteeg was einde 19e begin 20e een slijterij, tapperij, waarbij op een raam boven de deur vermeld zou zijn Van ouds "De halve (maan)"; hetgeen versterkt wordt door de tekening van Bep Bijtelaar.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Halvemaansbrug (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Halvemaansbrug (Amsterdam)
Kloveniersburgwal, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Halvemaansbrug (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.367436111111 ° E 4.8958944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Halvemaansbrug

Kloveniersburgwal
1011 KE Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q14851316)
linkOpenStreetMap (457712804)

Amsterdam , Netherlands panoramio (55)
Amsterdam , Netherlands panoramio (55)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Swych Utrecht
Swych Utrecht

Swych Utrecht (ook wel geschreven als Swygh Utrecht, Svygh Utrecht, Swijgh Utrecht, Swyght Utrecht, Zwigt Utrecht of Utrecht Swijgh) was een toren in de stenen stadsmuur van Amsterdam. De toren werd in 1882 gesloopt om plaats te maken voor het huidige Doelen Hotel aan de Nieuwe Doelenstraat. Swych Utrecht werd in 1482 gebouwd, tegelijkertijd met de stadsmuur die op bevel van Maximiliaan van Oostenrijk werd aangelegd. De naam van de toren ("zwijg Utrecht") refereert aan het primaire doel van de toren en de gehele stadsmuur: het verdedigen van de stad tegen mogelijke aanvallen door troepen van de bisschoppen van Utrecht. De toren werd ergens tussen 1650 tot 1655 geschetst door Rembrandt van Rijn. Deze tekening is nu in de collectie van het Rijksmuseum. De toren diende als de oorspronkelijke Kloveniersdoelen. In 1638 werd het doelencomplex uitgebreid met een moderne nieuwe vleugel die tegen de toren aan werd gebouwd. In de grote feestzaal op de eerste verdieping van dit gebouw hing De Nachtwacht van Rembrandt, tot dit doek in 1715 naar het Stadhuis op de Dam (het huidige Koninklijk Paleis) verhuisde. Het was een groepsportret van een van de schutterscompagnieën die in de doelen bijeenkwamen. Swych Utrecht werd gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe Doelen Hotel. De gevelsteen van dit hotel, van de hand van J.H. Teixeira de Mattos, toont de voormalige toren Swych Utrecht. Ook het koepeltorentje van het hotel is een verwijzing naar het vroegere gebouw.

De Jaren
De Jaren

De Jaren is een grandcafé in de Nieuwe Doelenstraat 20-22 in Amsterdam. Op 4 juli 1990 opende Joseph Jansen in dit pand café De Jaren. Hij drukte een duidelijk stempel op de zaak, onder meer door te bepalen dat eten en drank vers moesten zijn en er geen frituur mocht komen omdat het café anders naar vet en patat ging ruiken. De leestafel werd bestemd de betere Nederlandse tijdschriften en een reeks van buitenlandse kranten. Een bijzondere attractie bij de opening was het onbeperkte saladebuffet, dat sindsdien kenmerkend voor de zaak is gebleven. Het hoge interieur met grote ramen is modern ingericht. Aan de achterzijde, pal aan de Amstel, is een wat lager gelegen terras dat zich op een steiger bevindt waar boten kunnen aanmeren. Op de bovenverdieping is een restaurant met een terras op het balkon. Gezien de uitstraling wordt De Jaren vaak een grand-café genoemd, maar dat wordt vanuit de zaak zelf te pretentieus gevonden. In 1994 werd De Jaren overgenomen door René en Fred Boerdam, sinds 2013 met Remco Poelmans als mede-eigenaar. De Jaren trekt zo'n 500.000 bezoekers per jaar, van oudsher met name mensen die voor het eerst in Amsterdam komen, waaronder winkelend publiek, toeristen en studenten die pas nieuw zijn in de stad. Wie later de vele andere Amsterdamse uitgaansgelegenheden leert kennen komt niet zo gauw meer bij De Jaren. De bediening, waarin aanvankelijk veel studenten van de Gerrit Rietveld Academie werkten, gold jarenlang als chagrijnig en langzaam, maar bij dat laatste speelde ook de grootte van de zaak mee. Tegenwoordig worden bestellingen elektronisch doorgegeven.

Aluminiumbrug
Aluminiumbrug

De Aluminiumbrug (brug 222) is een ophaalbrug in Amsterdam-Centrum. Ze overspant de Kloveniersburgwal in Amsterdam en verbindt zo de Nieuwe Doelenstraat met de Staalstraat. Er ligt hier al eeuwen een brug. Pieter Bast tekende hier al een brug in op zijn stadsplattegrond van 1599. Deze brug is in dezelfde uitvoering te zien op de plattegrond van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625: Een houten brug met een beweegbaar middendeel. Voor de westelijke toegang tot de brug lagen de Clovereniers Doelen, de naamgever van de Nieuwe Doelenstraat en het latere hotel. In die tijd stond er nog de Svych Toren Utrecht, die toren, een dwinger genaamd, was destijds ook naamgever van de brug Dwingerbrug. Ten oosten van de brug lagen stadstimmertuinen. De gracht waar de brug overheen lag heette toen nog de Oude Cingel. De moderne geschiedenis van de brug begint in september 1875. Toen besteedde de gemeente Amsterdam aan het vervangen van het houten basculerende deel van de houten brug, die nog werd vastgelegd door Pieter Oosterhuis. Die brug, geplaatst voor 8888 gulden hield het niet lang uit. In december 1896 volgde een nieuwe aanbesteding. Er moest een brug komen, een ijzeren ophaalbrug en bijbehorende werken ter vervanging van de bestaande dubbele basculebrug no. 222. Er moest daarvoor overlegd worden met de ingenieur, chef van het hoofdbureau van de Publieke Werken waar op dat moment stadsarchitect Adriaan Willem Weissman werkte. Die brug had drie doorvaarten (twee aanbruggen) en een stalen hameipoort. In 1936 moest de scheepvaart deels voor een dag gestremd worden; er moesten werkzaamheden aan de brug verricht worden. Een aantal maanden later werd het rijdek vervangen, er kon geen rijverkeer over de brug. In 1955 begonnen de werkzaamheden om de brug opnieuw te verbreden, de bestaande brug was zo roestig, dat het een gevaar voor relatief zwaar verkeer vormde. Door te kiezen voor een val van aluminium kon ongeveer 150.000 gulden bespaard worden. Er werd vanaf 29 augustus 1955 aan de brug gewerkt, waarbij voor het eerst in Nederland een aluminium brugdek werd geplaatst. De verbreding geschiedde van 7,40 tot 8,60 meter, bovendien schatte men in, dat het brugdek van 13,5 ton nauwelijks zwaarder was dan het origineel (13 ton) maar wel vijf keer steviger. Het brugdek alleen woog 10 ton, de uiteindelijke besparing was 130.000 gulden. Bij oplevering was de brug kennelijk al ingehaald; er zouden er al zes van dergelijke bruggen (aluminium overspanning) verspreid over de wereld liggen, maar werd wel vernoemd naar het metaal waarvan het brugdek gemaakt is. De brug, alhoewel ophaalbrug, is eind 20e eeuw/begin 21e eeuw uit de bediening gehaald. In de 21e eeuw wordt de brug geplaagd door toeristen, die er liefdesslotjes aanhangen. Deze relatief zware sloten vormen een bedreiging voor de relatief lichte constructie van de brug. Het monumentenregister omschreef de brug in 2017, als zijnde een brug tussen land- en waterhoofden van baksteen met boog- en dekstukken van natuursteen. De val is geconstrueerde met stalen randliggers en een aluminium brugdek. Geklonken stalen hameipoort en balans met vakwerk maken het uiterlijk compleet. Het bewegingswerk is uitgevoerd in de vorm van kwadranten. De ophaalbrug heeft stalen hefkettingen en stalen brughekken. De balustraden vormen een mengeling van figuraties uit staal en smeedijzer.