place

Desmet Studio's Amsterdam

Bioscoop in AmsterdamBouwwerk in Amsterdam-CentrumOpnamestudioRadioTelevisie
Theaterzaal in Amsterdam
AmsterdamDesmet2
AmsterdamDesmet2

Desmet Studio's Amsterdam is een studiocomplex aan de Plantage Middenlaan 4a in Amsterdam. Het is gehuisvest in de voormalige bioscoop Theater Desmet, nabij Artis. Desmet heeft vier televisiestudio's, twee geluidsstudio's en een eigen studiocafé. Er worden dagelijks meerdere radio- en tv-uitzendingen opgenomen of rechtstreeks uitgezonden.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Desmet Studio's Amsterdam (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Desmet Studio's Amsterdam
Plantage Middenlaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Desmet Studio's AmsterdamLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.366975 ° E 4.9097777777778 °
placeToon op kaart

Adres

Plantage Middenlaan 4A
1018 DD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

AmsterdamDesmet2
AmsterdamDesmet2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Plantage Middenlaan 4a
Plantage Middenlaan 4a

Plantage Middenlaan 4A te Amsterdam is een gebouw aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam-Centrum. Het gebouw werd neergezet in de Plantage; een gebied dat rond 1879 volop in ontwikkeling was. Gustave Prot van Theater Frascati aan de Nes wilde een nieuw theater en liet architect Dolf van Gendt een houten gebouw ontwerpen (het werd gebouwd als zomertheater), dat aan een brede laan werd neergezet. Het was ingeklemd tussen Café Bellevue en de stadse hoogbouw. Overigens was De Plantage destijds een uitgaansgebied met diverse theaters, denk bijvoorbeeld aan de latere Hollandse Schouwburg even verderop aan de laan en de Parkschouwburg, maar ook Artis. Er was kennelijk nog geen vaste rooilijn, want toen de laan verder ingericht werd, bleek dat het gebouw enigszins teruggetrokken was. Het theater kende een grote populariteit en het moest onder begeleiding van de architect steeds verder verbouwd worden, waarbij het hout langzaam plaats maakte voor steen en een ingang kreeg aan de straat. De rooilijn werd gelijkgetrokken met de omringende bebouwing. Prot verkocht het gebouw in 1912. In 1926 werd het aangekocht door het echtpaar Jacques van Hoven en Rika Hopper, die het eenzelfde bestemming (theater) wilden geven. Bij de verbouwing moest er een nieuwe paalfundering komen. Het ontwerp daarvoor kwam van de architect Jan Boterenbrood en bouwkundig adviseur Jan Frederik Staal, nadat architect Jacob London was afgevallen. Nadat die fundering was opgeleverd kwam jonkvrouw Sophie van Riemsdijk op 15 juni 1927 de eerste steen troffelen. Onder de genodigden waren de architecten (bouwmeesters), acteurs Louis de Vries en Willem van der Veer, actrices Emma Morel en Amy Grothe-Twiss alsmede hoofd Kunstzaken te Amsterdam Jet van Dam van Isselt. De actie werd op foto vastgelegd. Verwachte opening van het nieuwe theater was september 1927. Eind september 1927 kon de pers inderdaad het nieuwe theater bekijken, waarbij geconstateerd werd dat het armoedige Frascati was omgetoverd tot een "eliteschouwburg". Er was binnenhuisarchitectuur van Boterenbrood, een tapijt en glas-in-lood van Gerard Vroom en wandschilderingen van Jaap Gidding. Andere zaken die opvielen waren de blauwstenen gevel, ornamenten in art decostijl, het meubilair van Firma Wels en Kroon, een schilderij door Lizzy Ansingh en een beeld van Georgine Schwartze. Op 28 september 1927 vond de eerste voorstelling plaats: Het leven grijpt van Knut Hamsun. De inrichting van dat nieuwe theater werd opgenomen in het boekwerk over “Moderne Nederlandsche Gebouwen" van F.R. Yerbury (Dutch architecture in the 20th century, 1931). Het gebouw blijft dan tot in de late jaren zeventig ondanks interne verbouwingen ongewijzigd qua uiterlijk. Onder leiding van Theo Desmet volgt een grote verbouwing annex renovatie. Er wordt twee miljoen gulden voor uitgetrokken. Het kreeg toen vermoedelijk haar huidige uiterlijk. Ook tijdens deze grote verbouwing bleef de strikte symmetrie gehandhaafd. Door de jaren heen kende het gebouw een aantal gebruikers en namen. Op 22 maart 2005 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard.

Plantage Middenlaan 10-12
Plantage Middenlaan 10-12

Plantage Middenlaan 10-12 te Amsterdam zijn twee gebouwen aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam-Centrum. De twee panden zijn vermoedelijk gelijktijdig gebouwd naar een ontwerp van Georgius Breuker. Hij kwam niet een uit bouwkundig milieu, maar werkte zich op tot timmerman en metselaar in Amsterdam. Zijn scheppingen zijn wellicht daarom niet in een bepaalde bouwstijl te plaatsen; het wordt ingedeeld onder eclecticisme. Breuker woonde zelf aan de Plantage Doklaan, om de hoek. De twee gebouwen lijken op het eerste gezicht op elkaar, maar er zijn ook verschillen. Beide gebouwen hebben drie bouwlagen met daarop een kap. Beide gebouwen zijn geheel bepleisterd. De eerste verdiepingen hebben beide een balkon met aan weerszijden guirlandes. Boven die ramen zijn gebeeldhouwde koppen geplaatst. De daklijsten van beide gebouwen zijn hetzelfde; op dezelfde wijze gedragen door de consoles. Tot laat in de 20e eeuw waren ook de dakkapellen identiek. Echter de begane grond is voor beide gebouwen verschillend. Gebouw 10 heeft een toegangsdeur met betegeld portaal voor de etages; de begane grond heeft een aparte brede deur. Nummer 12 heeft daar gespiegeld slechts één toegangsdeur. In de 21e eeuw kreeg het een verscheidenheid in de dakkapellen. Ook zijn kalven verdwenen in de ramen op de bovenste etage van nummer 10. Gebouw nummer 12 was dermate groot dat er rond 1930 (ongeveer tussen 1922 en 1936) een feestzaal was ingericht, waar wel operettes konden worden uitgevoerd. In 1926 werden de beide gebouwen via een deurconstructie met elkaar verbonden. Het stond bekend als Huize Cats (naar eigenaar H.J. Cats) dat midden jaren dertig verhuisde naar Nieuwe Herengracht 31, nadat de tentoonstelling Rusland voorheen en thans was afgelopen. Breuker is bouwkundig meer bekend van de overzijde van de Plantage Middenlaan. Een groot bouwblok verspreid over Plantage Middenlaan 1-5, Plantage Parklaan 10-20 en Henri Polaklaan 2-4 is ook door hem ontworpen en is rijksmonument (518405). Dat gebouwencomplex heeft dezelfde balkonbalustrades als die op de Plantage Middenlaan 10-12. Het ensemble werd op 22 maart 2005 tot gemeentelijk monument verklaard.

Plantage Parklaan
Plantage Parklaan

De Plantage Parklaan is een straat in de Plantagebuurt van Amsterdam. De straat loopt langs het Wertheimpark en de achterzijde van de Hortus Botanicus. Vanaf de hoek Hortusplantsoen / Nieuwe Keizersgracht, bij de knik waar de Nieuwe Keizersgracht overgaat in de Plantage Muidergracht, loopt de Plantage Parklaan in noordoostelijke richting naar de hoek met de Plantage Doklaan en gaat daar over in de Anne Frankstraat. De Plantage Parklaan wordt gekruist door de Plantage Middenlaan. In 2007 won de Plantage Parklaan een voorronde van een verkiezing van de mooiste straat van Amsterdam, georganiseerd door Het Parool. Aan de straat staan een aantal monumentale 19e-eeuwse herenhuizen. Het complex herenhuizen op Plantage Middenlaan 1-5 / Plantage Parklaan 10-20 / Henri Polaklaan 2-4 uit 1865, ontworpen door architect G.W. Breuker, is een rijksmonument. Aan de Plantage Parklaan bevindt zich ook het sportpark Parkschouwburg, met een kunstgrasveld dat geschikt is voor korfbal en tennis. Hier is de korfbalvereniging ASV Swift gevestigd. In de 19e eeuw bevond zich hier de Parkschouwburg. De Plantage Parklaan was een deel van de Joodse buurt van Amsterdam. De Joodse Raad had tijdens de oorlog een kantoor aan de Plantage Parklaan. Joodse kinderen van de crèche aan de Plantage Middenlaan werden de crèche naar binnen- en buitengesmokkeld om te voorkomen dat ze door de Duitsers opgepakt zouden worden. De kinderen werden via de binnentuinen naar het kantoor van de Joodse gemeente aan de Plantage Parklaan gebracht, waar ze werden opgehaald door verzetsleden. De plantkundige Hugo de Vries woonde op Plantage Parklaan 9. Ook de schilder Leo Schatz woonde in de straat.

Burcht van Berlage
Burcht van Berlage

De Burcht van Berlage is het oudste vakbondsgebouw van Nederland. Het is ontworpen door Hendrik Petrus Berlage in opdracht van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) in 1899-1900. Het staat aan de Henri Polaklaan 9 in de Plantage in Amsterdam, vlak bij Artis. Vanaf 1991 was een aantal jaren het Vakbondsmuseum in de Burcht gevestigd. Vóór de restauratie van 2008 is het merendeel van de collectie van het museum overgedragen aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Sinds 2011 is een onderzoeks- en documentatiecentrum van de Nederlandse vakbeweging in het gebouw gevestigd. De ANDB ontwikkelde zich onder het voorzitterschap van Henri Polak tot de eerste 'moderne' vakbond van Nederland. Met het gebouw wilde Polak een monument voor de arbeidersbeweging tot stand brengen. In 1899 kreeg Berlage de opdracht het pand te ontwerpen. Hiervoor werkte hij samen met Richard Roland Holst die de muurschilderingen voor zijn rekening nam. Zo beeldde Roland Holst in de bestuurskamer in een drieluik de gewenste evenwichtige dagindeling voor de arbeiders uit: de Krachtige Uren van de Arbeid, de Zachte Uren van de Ontspanning en de Diepe Uren van de Slaap. Ook werkten andere kunstenaars mee in een kunststroming die gemeenschapskunst wordt genoemd. Zo hangen in het monumentale trappenhuis lampen uit 1919 van Jan Eisenloeffel. Bijzonder detail is dat Berlage zijn beursgebouw en de Burcht praktisch tegelijkertijd bouwde. Ook Roland Holst en de beeldhouwer Lambertus Zijl hebben in en aan beide gebouwen werk gemaakt.

Fontein Wertheimpark
Fontein Wertheimpark

Fontein Wertheimpark is een artistiek kunstwerk in het Wertheimpark in Amsterdam-Centrum. Het bestaat uit een combinatie van een beeld en een fontein. Nadat ondernemer en filantroop Abraham Carel Wertheim in 1897 was overleden werd al binnen enkele dagen een comité gevormd om hem blijvend te herinneren middels een naar hem te vernoemen straat en een beeld. Het werd binnen het jaar omgezet naar een park en een fontein. Het comité schakelde architect Jonas Ingenohl in voor het ontwerp. Wertheim en Ingenohl kenden elkaar uit de commissie behorende bij de "Maatschappij voor turngebouwen te Amsterdam". In juli 1898 ging de eerste paalfundering de grond in; op 3 oktober 1898 werd het onthuld en overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Ingenohl ontwierp een fontein met twee bassins. Vanuit het achthoekige benedenbassin (diameter tien meter) op maaiveldniveau wordt door een centrale kolom in de sokkel water naar het ronde bovenbassin gepompt. Het water raakt in dat bovenbassin door middel van vier bronzen spuwers in de vorm van dolfijnen. Vanuit dat bovenbassin (diameter vier meter) wordt door middel van acht spuwers in de rand het water teruggebracht naar het benedenbassin; een sluitend watersysteem. Het bovenbassin wordt rondom gedragen door acht zuilen van gepolijst granietl die staan op een verhoging in het benedenbassin. Het geheel moet een watergordijn opleveren. In de rand van het bovenbassin zijn vergulde teksten aangebracht: Der armen hulpDer zwakken stafDer menschheid vriendEen wekstem tot levenDen kunstnaar tot steunDen tragen tot spoorslagDoor stad en land betreurd. Vanuit dat bovenbassin rijst een zuil van gepolijst Noors graniet omhoog met in medaillons enerzijds een portret van Wertheim en anderzijds de bijbehorende omschrijving. De zuil wordt afgesloten door middel van een corintisch kapiteel met pelikanen, symbool van liefdadigheid; ze voedt volgens een volksgeloof haar jongen met haar bloed. Het geheel wordt afgesloten door een vaas. In maart 1898 maakte het Atelier Van den Bossche en Crevels alvast een maquette van de fontein. Het beeld werd op 3 oktober 1898 onthuld waarbij een koor onder leiding van Daniël de Lange en leden van het Concertgebouworkest een cantate van De Lange (muziek) en Jacob Anton Tours (tekst). De fontein deed jaren dienst, maar in de jaren zeventig stokte de werking. In het kader van 700 jaar Amsterdam kreeg het rond 1975 een restauratie. In 1985 begon de fontein alweer te verzakken; de fundering, die al in 1949 aangepast was, hield het beeld niet meer en de fontein was stilgezet. Opnieuw volgde reparatie De fontein werd op 22 april 2002 opgenomen in het monumentenregister vanwege haar cultuur-, kunst- en sociaalhistorische waarde.