place

Hugo de Vries-laboratorium

Amsterdamse SchoolbouwwerkRijksmonument in Amsterdam-Centrum
Hugo de Vries laboratorium
Hugo de Vries laboratorium

Het Hugo de Vries-laboratorium is een in 1910-1912 door de architect J.M. van der Mey ontworpen gebouw te Amsterdam-Centrum in de Plantagebuurt. Het werd gebouwd in opdracht van de Universiteit van Amsterdam voor plantkunde en het werd in 1948 vernoemd naar Hugo de Vries.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hugo de Vries-laboratorium (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hugo de Vries-laboratorium
Plantage Middenlaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hugo de Vries-laboratoriumLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.367111111111 ° E 4.9087697222222 °
placeToon op kaart

Adres

Hortus Botanicus

Plantage Middenlaan 2a
1018 DD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31206259021

Website
dehortus.nl

linkWebsite bezoeken

Hugo de Vries laboratorium
Hugo de Vries laboratorium
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Plantage Parklaan
Plantage Parklaan

De Plantage Parklaan is een straat in de Plantagebuurt van Amsterdam. De straat loopt langs het Wertheimpark en de achterzijde van de Hortus Botanicus. Vanaf de hoek Hortusplantsoen / Nieuwe Keizersgracht, bij de knik waar de Nieuwe Keizersgracht overgaat in de Plantage Muidergracht, loopt de Plantage Parklaan in noordoostelijke richting naar de hoek met de Plantage Doklaan en gaat daar over in de Anne Frankstraat. De Plantage Parklaan wordt gekruist door de Plantage Middenlaan. In 2007 won de Plantage Parklaan een voorronde van een verkiezing van de mooiste straat van Amsterdam, georganiseerd door Het Parool. Aan de straat staan een aantal monumentale 19e-eeuwse herenhuizen. Het complex herenhuizen op Plantage Middenlaan 1-5 / Plantage Parklaan 10-20 / Henri Polaklaan 2-4 uit 1865, ontworpen door architect G.W. Breuker, is een rijksmonument. Aan de Plantage Parklaan bevindt zich ook het sportpark Parkschouwburg, met een kunstgrasveld dat geschikt is voor korfbal en tennis. Hier is de korfbalvereniging ASV Swift gevestigd. In de 19e eeuw bevond zich hier de Parkschouwburg. De Plantage Parklaan was een deel van de Joodse buurt van Amsterdam. De Joodse Raad had tijdens de oorlog een kantoor aan de Plantage Parklaan. Joodse kinderen van de crèche aan de Plantage Middenlaan werden de crèche naar binnen- en buitengesmokkeld om te voorkomen dat ze door de Duitsers opgepakt zouden worden. De kinderen werden via de binnentuinen naar het kantoor van de Joodse gemeente aan de Plantage Parklaan gebracht, waar ze werden opgehaald door verzetsleden. De plantkundige Hugo de Vries woonde op Plantage Parklaan 9. Ook de schilder Leo Schatz woonde in de straat.

Fontein Wertheimpark
Fontein Wertheimpark

Fontein Wertheimpark is een artistiek kunstwerk in het Wertheimpark in Amsterdam-Centrum. Het bestaat uit een combinatie van een beeld en een fontein. Nadat ondernemer en filantroop Abraham Carel Wertheim in 1897 was overleden werd al binnen enkele dagen een comité gevormd om hem blijvend te herinneren middels een naar hem te vernoemen straat en een beeld. Het werd binnen het jaar omgezet naar een park en een fontein. Het comité schakelde architect Jonas Ingenohl in voor het ontwerp. Wertheim en Ingenohl kenden elkaar uit de commissie behorende bij de "Maatschappij voor turngebouwen te Amsterdam". In juli 1898 ging de eerste paalfundering de grond in; op 3 oktober 1898 werd het onthuld en overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Ingenohl ontwierp een fontein met twee bassins. Vanuit het achthoekige benedenbassin (diameter tien meter) op maaiveldniveau wordt door een centrale kolom in de sokkel water naar het ronde bovenbassin gepompt. Het water raakt in dat bovenbassin door middel van vier bronzen spuwers in de vorm van dolfijnen. Vanuit dat bovenbassin (diameter vier meter) wordt door middel van acht spuwers in de rand het water teruggebracht naar het benedenbassin; een sluitend watersysteem. Het bovenbassin wordt rondom gedragen door acht zuilen van gepolijst granietl die staan op een verhoging in het benedenbassin. Het geheel moet een watergordijn opleveren. In de rand van het bovenbassin zijn vergulde teksten aangebracht: Der armen hulpDer zwakken stafDer menschheid vriendEen wekstem tot levenDen kunstnaar tot steunDen tragen tot spoorslagDoor stad en land betreurd. Vanuit dat bovenbassin rijst een zuil van gepolijst Noors graniet omhoog met in medaillons enerzijds een portret van Wertheim en anderzijds de bijbehorende omschrijving. De zuil wordt afgesloten door middel van een corintisch kapiteel met pelikanen, symbool van liefdadigheid; ze voedt volgens een volksgeloof haar jongen met haar bloed. Het geheel wordt afgesloten door een vaas. In maart 1898 maakte het Atelier Van den Bossche en Crevels alvast een maquette van de fontein. Het beeld werd op 3 oktober 1898 onthuld waarbij een koor onder leiding van Daniël de Lange en leden van het Concertgebouworkest een cantate van De Lange (muziek) en Jacob Anton Tours (tekst). De fontein deed jaren dienst, maar in de jaren zeventig stokte de werking. In het kader van 700 jaar Amsterdam kreeg het rond 1975 een restauratie. In 1985 begon de fontein alweer te verzakken; de fundering, die al in 1949 aangepast was, hield het beeld niet meer en de fontein was stilgezet. Opnieuw volgde reparatie De fontein werd op 22 april 2002 opgenomen in het monumentenregister vanwege haar cultuur-, kunst- en sociaalhistorische waarde.

Plantage Middenlaan 4a
Plantage Middenlaan 4a

Plantage Middenlaan 4A te Amsterdam is een gebouw aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam-Centrum. Het gebouw werd neergezet in de Plantage; een gebied dat rond 1879 volop in ontwikkeling was. Gustave Prot van Theater Frascati aan de Nes wilde een nieuw theater en liet architect Dolf van Gendt een houten gebouw ontwerpen (het werd gebouwd als zomertheater), dat aan een brede laan werd neergezet. Het was ingeklemd tussen Café Bellevue en de stadse hoogbouw. Overigens was De Plantage destijds een uitgaansgebied met diverse theaters, denk bijvoorbeeld aan de latere Hollandse Schouwburg even verderop aan de laan en de Parkschouwburg, maar ook Artis. Er was kennelijk nog geen vaste rooilijn, want toen de laan verder ingericht werd, bleek dat het gebouw enigszins teruggetrokken was. Het theater kende een grote populariteit en het moest onder begeleiding van de architect steeds verder verbouwd worden, waarbij het hout langzaam plaats maakte voor steen en een ingang kreeg aan de straat. De rooilijn werd gelijkgetrokken met de omringende bebouwing. Prot verkocht het gebouw in 1912. In 1926 werd het aangekocht door het echtpaar Jacques van Hoven en Rika Hopper, die het eenzelfde bestemming (theater) wilden geven. Bij de verbouwing moest er een nieuwe paalfundering komen. Het ontwerp daarvoor kwam van de architect Jan Boterenbrood en bouwkundig adviseur Jan Frederik Staal, nadat architect Jacob London was afgevallen. Nadat die fundering was opgeleverd kwam jonkvrouw Sophie van Riemsdijk op 15 juni 1927 de eerste steen troffelen. Onder de genodigden waren de architecten (bouwmeesters), acteurs Louis de Vries en Willem van der Veer, actrices Emma Morel en Amy Grothe-Twiss alsmede hoofd Kunstzaken te Amsterdam Jet van Dam van Isselt. De actie werd op foto vastgelegd. Verwachte opening van het nieuwe theater was september 1927. Eind september 1927 kon de pers inderdaad het nieuwe theater bekijken, waarbij geconstateerd werd dat het armoedige Frascati was omgetoverd tot een "eliteschouwburg". Er was binnenhuisarchitectuur van Boterenbrood, een tapijt en glas-in-lood van Gerard Vroom en wandschilderingen van Jaap Gidding. Andere zaken die opvielen waren de blauwstenen gevel, ornamenten in art decostijl, het meubilair van Firma Wels en Kroon, een schilderij door Lizzy Ansingh en een beeld van Georgine Schwartze. Op 28 september 1927 vond de eerste voorstelling plaats: Het leven grijpt van Knut Hamsun. De inrichting van dat nieuwe theater werd opgenomen in het boekwerk over “Moderne Nederlandsche Gebouwen" van F.R. Yerbury (Dutch architecture in the 20th century, 1931). Het gebouw blijft dan tot in de late jaren zeventig ondanks interne verbouwingen ongewijzigd qua uiterlijk. Onder leiding van Theo Desmet volgt een grote verbouwing annex renovatie. Er wordt twee miljoen gulden voor uitgetrokken. Het kreeg toen vermoedelijk haar huidige uiterlijk. Ook tijdens deze grote verbouwing bleef de strikte symmetrie gehandhaafd. Door de jaren heen kende het gebouw een aantal gebruikers en namen. Op 22 maart 2005 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard.

Plantage Middenlaan 10-12
Plantage Middenlaan 10-12

Plantage Middenlaan 10-12 te Amsterdam zijn twee gebouwen aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam-Centrum. De twee panden zijn vermoedelijk gelijktijdig gebouwd naar een ontwerp van Georgius Breuker. Hij kwam niet een uit bouwkundig milieu, maar werkte zich op tot timmerman en metselaar in Amsterdam. Zijn scheppingen zijn wellicht daarom niet in een bepaalde bouwstijl te plaatsen; het wordt ingedeeld onder eclecticisme. Breuker woonde zelf aan de Plantage Doklaan, om de hoek. De twee gebouwen lijken op het eerste gezicht op elkaar, maar er zijn ook verschillen. Beide gebouwen hebben drie bouwlagen met daarop een kap. Beide gebouwen zijn geheel bepleisterd. De eerste verdiepingen hebben beide een balkon met aan weerszijden guirlandes. Boven die ramen zijn gebeeldhouwde koppen geplaatst. De daklijsten van beide gebouwen zijn hetzelfde; op dezelfde wijze gedragen door de consoles. Tot laat in de 20e eeuw waren ook de dakkapellen identiek. Echter de begane grond is voor beide gebouwen verschillend. Gebouw 10 heeft een toegangsdeur met betegeld portaal voor de etages; de begane grond heeft een aparte brede deur. Nummer 12 heeft daar gespiegeld slechts één toegangsdeur. In de 21e eeuw kreeg het een verscheidenheid in de dakkapellen. Ook zijn kalven verdwenen in de ramen op de bovenste etage van nummer 10. Gebouw nummer 12 was dermate groot dat er rond 1930 (ongeveer tussen 1922 en 1936) een feestzaal was ingericht, waar wel operettes konden worden uitgevoerd. In 1926 werden de beide gebouwen via een deurconstructie met elkaar verbonden. Het stond bekend als Huize Cats (naar eigenaar H.J. Cats) dat midden jaren dertig verhuisde naar Nieuwe Herengracht 31, nadat de tentoonstelling Rusland voorheen en thans was afgelopen. Breuker is bouwkundig meer bekend van de overzijde van de Plantage Middenlaan. Een groot bouwblok verspreid over Plantage Middenlaan 1-5, Plantage Parklaan 10-20 en Henri Polaklaan 2-4 is ook door hem ontworpen en is rijksmonument (518405). Dat gebouwencomplex heeft dezelfde balkonbalustrades als die op de Plantage Middenlaan 10-12. Het ensemble werd op 22 maart 2005 tot gemeentelijk monument verklaard.

Piet Meerburgbrug
Piet Meerburgbrug

De Piet Meerburgbrug (brug 234) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug ligt over een tweetal parallel liggende duikers. Die duikers verbinden een siervijver in de Hortus Botanicus Amsterdam met het water van de Nieuwe Keizersgracht. De brug vormt de verbinding tussen aan de westzijde het Hortusplantsoen en de noordelijke kade van de Nieuwe Keizersgracht en aan de oostzijde de Plantage Parklaan en het J.W. Overlooppad. Omdat de rijweg op de brug al een bocht noordwaarts maakt, werd de brug breder uitgevoerd, dan in het geval dat beide wegen in een rechte lijn lagen. Aan de westzijde van de brug staat aan de Nieuwe Keizersgracht een aantal rijksmonumenten, aan de overzijde staat een aantal gemeentelijke monumenten. Het idee voor de brug ontstond eind 1876. Bij de gemeente Amsterdam kwam een verzoek binnen voor een “kortere gemeenschap” tussen de gebouwen aan de noordkade van de Nieuwe Keizersgracht en de Plantage Parklaan. Het obstakel vormde destijds de Muidergracht die hier doorliep tot aan de Nieuwe Herengracht. In het voorstel werden (voor die tijd) rigoureuze maatregelen nodig geacht: Het Sint Anthoniekerkhof moest plaatsmaken voor het Hortusplantsoen, dat voor het publiek toegankelijk zou worden (de Hortus Botanicus was dat niet) de Muidergracht zou aangeplempt worden, demping van de gracht was niet mogelijk; er moest ter plaatse een mogelijkheid voor watercirculatie blijven aan de noordzijde van de versmalde gracht zou dan een wandelbrug komen (de latere brug 233); aan de zuidzijde een duiker (de latere brug 234) aanleg van wegen door het Hortusplantsoen en een doorgang over de duikers. In november 1877 lagen de bruggen er, aangevuld met een brug tussen de genoemde bruggen, de brug 232 (later omgedoopt tot Johan van Hulstbrug). Na de aanleg is er hier nauwelijks meer iets veranderd; het verkeersaanbod werd nooit groot. De brug ligt vrij onopvallend in het wegdek. De brug is alleen te herkennen aan de twee bakstenen balustrades. De zuidelijke daarvan heeft deels opengewerkte balustrades met daarop een natuurstenen leuning. De noordelijke balustrade bestaat alleen uit een dichte bakstenen muur, voor de versiering is er zowel horizontaal als verticaal metselwerk te zien. De duikers zijn te vinden onder ontspanningsbogen. De andere twee bruggen (bruggen 233 en 234) over de vijver zijn voor wat betreft uiterlijk sierlijker en werden beide tot rijksmonument bestempeld. De brug ging meer dan een eeuw zonder vernoeming door het leven. Op 12 september 2013 onthulden oud-burgemeester Ed van Thijn en toenmalige burgemeester Eberhard van der Laan een naamplaat op de brug; zij kreeg een vernoeming naar Piet Meerburg, die gedurende het Naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze Joodse kinderen wist te redden uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, een jonge Ed van Thijn was een van die kinderen. Na de oorlog bleef Meerburg theaterondernemer, directeur en producer van bijvoorbeeld musicals in Amsterdam.