place

Hortusbrug

Basculebrug in AmsterdamBouwwerk van Dirk SterenbergBrug in Amsterdam-Centrum
Hortusbrug01a
Hortusbrug01a

De Hortusbrug (brug nr. 239) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hortusbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hortusbrug
Plantage Middenlaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: HortusbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.367361111111 ° E 4.9072222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Hortusbrug

Plantage Middenlaan
1011 RZ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q2438743)
linkOpenStreetMap (803607068)

Hortusbrug01a
Hortusbrug01a
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Drieklimatenkas
Drieklimatenkas

De Drieklimatenkas is een bouwwerk in Amsterdam-Centrum. Ze is gebouwd op de terreinen van de Hortus Botanicus Amsterdam. De drieklimatenkas is ontworpen door Moshé Zwarts en Rein Jansma (Zwarts & Jansma). Deze kas had een bouwprijs van 2,5 miljoen gulden. Het gebouw zou op 25 augustus 1993 door koningin Beatrix der Nederlanden geopend worden voor publiek, maar een geschil over BTW zorgde ervoor dat het bestuur de afspraak annuleerde, men wilde de koningin niet in verlegenheid brengen. Het gebouw heeft een oppervlak van 1500 m² en het hoogste punt zit op 14 meter. De architecten werd gevraagd een “gebouw van architectonische meerwaarde” te ontwerpen; zij hadden in die tijd ook de Nederlandse bijdrage ontworpen voor Expo '92. Het werd een constructie met balken, kabels en glazen wanden; het gebouw kreeg vanwege de stabiliteit een exoskelet mee (dragende constructie is deels buiten het gebouw te zien). Het geheel leverde een zicht op van allerlei veelhoeken op tot onregelmatige vijfhoeken aan toe; het moest denken aan kristalvormen. Het gebouw werd gefinancierd via Stichting Interimbeheer Hortus Botanicus Plantage, waarbij aangesloten de Gemeente Amsterdam, de universiteit en de Vrienden van de Hortus. Er kwam onvoldoende geld ter beschikking, maar een speciale lening en enkele aanpassingen in de constructie brachten uitkomst Zwarts en Jansma lieten zo een glazen bedoeïnentent neerzetten, samen met inrichter landschapsarchitect Wybe Kuitert. Zij deelden het gebouw in drieën, met subtropisch, tropisch en woestijnklimaat. Na opening was er een tweede bouwfase nodig om de kas af te krijgen (onder andere loopbruggen).

Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)
Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)

Brug 232 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug, alleen toegankelijk voor voetgangers, leidt vanuit het Hortusplantsoen naar de eigenlijke Hortus Botanicus Amsterdam. Het bruggetje is sinds 13 juli 2001 een rijksmonument. De brug stamt uit 1877. Zij is van (giet-)ijzer, dat gefabriceerd is door de fabriek H. Dalhuizen te Kampen. De overspanning bestaat uit ijzeren spanten in I-profiel, die met een welving over het water liggen. Het wandeldek bestaat uit dwarsliggende planken. De landhoofden en walkanten zijn van opgemetseld baksteen hier en daar afgedekt met natuursteen. Op de buiten de brug eindigende landhoofden zijn 270 graden ronde zuilachtige constructies met versieringen te zien waarop vazen staan. De op de brug staande balustrades zijn eveneens uitgevoerd in een dubbele welving/boog. De onderste boog is gemonteerd op de houten balklaag en heeft een flauwe welving; de bovenste boog wordt gedragen tot verticale stijlen, die aan tuidraden doen denken, maar in wezen staanders zijn. Tussen die staanders zijn kruisverbanden aangebracht. Zowel staanders als kruisverbanden zijn door bouten door de metalen bogen heen gemonteerd. De staanders worden daarbij aan de onderzijde nog eens ondersteund door een de buitenzijde van de bogen gemonteerde S-motieven; het monumentenregister omschrijft ze als voluten. De brug overspant een siervijver en vormt een toegang tot de Horus Botanicus. De brug heeft daarbij aan de kant van het plantsoen een toegangshek gekregen, dat in de stijl van de brug is uitgevoerd, maar van aanmerkelijk jongere datum is. Ze heeft verticale spijlen en naar buitenstaande stekels om overklimmen te voorkomen. De brug stond tot april 2016 bekend als de Oostelijke Hortusbrug, maar deze officieuze benaming is in april 2016 door de gemeente Amsterdam ingetrokken. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken. In oktober 2016 kreeg de brug een vernoeming naar Johan van Hulst, maar die vernoeming werd in begin 2018 doorgeschoven naar brug 233.

Johan van Hulstbrug
Johan van Hulstbrug

De Johan van Hulstbrug (brug 233) is een vaste welfbrug in Amsterdam-Centrum. Ze is alleen toegankelijk voor voetgangers. De natuurstenen brug met gietijzeren leuning, genummerd 233, is gelegen in het Doctor D.M. Sluyspad en overspant de verbinding tussen de vijver van de Hortus Botanicus Amsterdam en de Nieuwe Herengracht. De brug zorgt voor de verbinding tussen de eigenlijk tuin en de Overtuin. Zij stond een tijd lang bekend als de Westelijke Hortusbrug en Victoria regiabrug, wijzend op de Victoria regia die al sinds 1859 gehouden wordt in de Hortus (tot 2002 in een kas waartoe de brug leidt, daarna in een verwarmde vijver). In 2016 hield de Gemeente Amsterdam een controle binnen de officieuze tenaamstellingen van bruggen in de stad. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken, noch volgde een officiële vernoeming. Het monumentenregister omschreef de brug in 2017 als zijnde een vaste boogbrug met gietijzeren balustraden gedragen door spanten, die met bruglichaam steunt op opgemetselde landhoofden. Het loopdek is belegd met straatklinkers. De brugleuningen worden gedragen door vierkante geprofileerde pijlers met aan het begin en eind van de leuningen twee triglieven (in totaal dus acht) met daarop bolvormige versieringen. In januari 2018 kreeg ze haar nieuwe naam Johan van Hulstbrug, vernoemd naar Johan van Hulst, die in de hoedanigheid van directeur van de Hervormde kweekschool met anderen zo'n zeshonderd Joodse baby’s en jonge kinderen redde uit de Hollandsche Schouwburg. Bij de naamgeving van de brug week de gemeente af van de regel dat vernoemingen naar personen alleen mocht plaatsvinden als de desbetreffende persoon ten minste al vijf jaar overleden was. De naam was in december 2016 vergeven aan brug 232, maar dit werd in 2018 gecorrigeerd.

Fontein Wertheimpark
Fontein Wertheimpark

Fontein Wertheimpark is een artistiek kunstwerk in het Wertheimpark in Amsterdam-Centrum. Het bestaat uit een combinatie van een beeld en een fontein. Nadat ondernemer en filantroop Abraham Carel Wertheim in 1897 was overleden werd al binnen enkele dagen een comité gevormd om hem blijvend te herinneren middels een naar hem te vernoemen straat en een beeld. Het werd binnen het jaar omgezet naar een park en een fontein. Het comité schakelde architect Jonas Ingenohl in voor het ontwerp. Wertheim en Ingenohl kenden elkaar uit de commissie behorende bij de "Maatschappij voor turngebouwen te Amsterdam". In juli 1898 ging de eerste paalfundering de grond in; op 3 oktober 1898 werd het onthuld en overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Ingenohl ontwierp een fontein met twee bassins. Vanuit het achthoekige benedenbassin (diameter tien meter) op maaiveldniveau wordt door een centrale kolom in de sokkel water naar het ronde bovenbassin gepompt. Het water raakt in dat bovenbassin door middel van vier bronzen spuwers in de vorm van dolfijnen. Vanuit dat bovenbassin (diameter vier meter) wordt door middel van acht spuwers in de rand het water teruggebracht naar het benedenbassin; een sluitend watersysteem. Het bovenbassin wordt rondom gedragen door acht zuilen van gepolijst granietl die staan op een verhoging in het benedenbassin. Het geheel moet een watergordijn opleveren. In de rand van het bovenbassin zijn vergulde teksten aangebracht: Der armen hulpDer zwakken stafDer menschheid vriendEen wekstem tot levenDen kunstnaar tot steunDen tragen tot spoorslagDoor stad en land betreurd. Vanuit dat bovenbassin rijst een zuil van gepolijst Noors graniet omhoog met in medaillons enerzijds een portret van Wertheim en anderzijds de bijbehorende omschrijving. De zuil wordt afgesloten door middel van een corintisch kapiteel met pelikanen, symbool van liefdadigheid; ze voedt volgens een volksgeloof haar jongen met haar bloed. Het geheel wordt afgesloten door een vaas. In maart 1898 maakte het Atelier Van den Bossche en Crevels alvast een maquette van de fontein. Het beeld werd op 3 oktober 1898 onthuld waarbij een koor onder leiding van Daniël de Lange en leden van het Concertgebouworkest een cantate van De Lange (muziek) en Jacob Anton Tours (tekst). De fontein deed jaren dienst, maar in de jaren zeventig stokte de werking. In het kader van 700 jaar Amsterdam kreeg het rond 1975 een restauratie. In 1985 begon de fontein alweer te verzakken; de fundering, die al in 1949 aangepast was, hield het beeld niet meer en de fontein was stilgezet. Opnieuw volgde reparatie De fontein werd op 22 april 2002 opgenomen in het monumentenregister vanwege haar cultuur-, kunst- en sociaalhistorische waarde.

Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis
Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis

Het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis was een weeshuis gevestigd aan de Rapenburgerstraat 171 (en later ook nummer 169) in de voormalige Amsterdamse Jodenbuurt. Aanvankelijk werden de Joodse weesmeisjes in Amsterdam opgevangen in gezinnen, die financieel werden ondersteund door de Collegie; een in 1761 opgerichte organisatie die zich het lot van de weesmeisjes aantrok en voor opvang en onderwijs zorgde. In het tehuis werden de meisjes opgevangen tussen 1861 en 1943. Het weeshuis was een van acht Joodse weeshuizen in Nederland. Er waren Joodse weeshuizen in: Amsterdam, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Den Haag. Tot 1930 leidde men de meisjes op tot dienstmeisje of naaister. Later kwamen daar opleidingen tot verpleegster, secretaresse en onderwijzeres bij. In de jaren dertig moest uitbreiding gerealiseerd worden vanwege de opvang van Joodse weesmeisjes (soms vooruit gezonden door hun ouders). Op 10 februari 1943, tijdens de Holocaust gedurende de Tweede Wereldoorlog, werd het weeshuis door de Duitse bezetter ontruimd. De bewoonsters zijn weggevoerd en ter dood gebracht. Sinds de restauratie zijn de monumentale 18e-eeuwse panden in gebruik als appartementen. De, in opdracht van de huidige bewoners en de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen gerestaureerde gevelstenen en Hebreeuwse teksten in de daklijsten zijn in 2003 onthuld. Er staat te lezen: tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes. Gebouw 169 heeft als gevelsteen Vergroot 5649-1889. De gebouwen zijn al sinds september 1970 een rijksmonument, de omschrijving in het monumentenregister is zeer summier: Pand onder dwars dak (vermoedelijk 18e eeuw) met de toevoegingen "Gevel onder klossenlijst" (169) en "rechte lijst" (171).

Rapenburgerstraat
Rapenburgerstraat

De Rapenburgerstraat is een straat tussen de Muiderstraat en de Anne Frankstraat in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. De straat is, evenals het Rapenburgerplein en de straat Rapenburg, vernoemd naar het kunstmatige (schier)eiland Rapenburg. De Rapenburgerstraat lag langs het voormalige eiland Marken (ook Valkenburg genoemd), in de oude Jodenbuurt. De straat verbond, evenwijdig aan de voormalige Markengracht en de Vinkenbuurt, de Snoge aan de Muiderstraat bij het Markenplein met het Rapenburgerplein en Rapenburg. In de straat staan meerdere rijksmonumenten. Op nummer 173 staat het 18e-eeuwse voormalige Rabbinaatskantoor en synagoge. Het laat-18e-eeuwse pand op 175-179 was tussen 1839-1943 in gebruik van het Nederlands Israëlitisch Seminarium. Van 1861 tot 1943 was in de 18e-eeuwse panden aan de Rapenburgerstraat 169 en 171 het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis gevestigd. Op 109 ligt het, naar ontwerp van G.B. Salm en A. Salm tussen 1881-1883 gebouwde voormalige Beth HaMidrasj Ets Haim (Leerhuis Boom des Levens) en seminarium waar nu Amphora Books gevestigd is. In de lagere achterbouw bevindt zich een synagoge. De voormalige Nederlands-Israëlitische Armenbewaarschool op 105 (Wilhelmus Jacobus Johannes Offenberg 1862) werd in 1890 door G.B. Salm verbouwd tot Nederlands-Israëlitische Godsdienstschool voor Meisjes. Tijdens de Holocaust gedurende de Duitse Bezetting zijn vele bewoners van de straat weggevoerd en ter dood gebracht. Er ontstond mede door houtroof een gatenkaas in de gevelwanden. Een oplossing daarvoor waren atelierwoningen op Rapenburgerstraat 77-81 (1961). De oude bebouwing aan de westzijde van de straat is na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. In het aangrenzende gebied ging de aanleg van de IJ-tunnel (1957-1968) gepaard met een ingrijpende herstructurering. Tijdens de bouw van de Stopera in de jaren tachtig was de Waterloopleinmarkt tijdelijk verplaatst naar een terrein tussen de Valkenburgerstraat en de Rapenburgerstraat. Dit terrein, op de in 1968 gedempte Markengracht, noemde men de VaRa-strook. In 1999 werd hier het door Atelier Pro ontwikkelde appartementencomplex Markenhoven opgeleverd. Het complex, dat bestaat uit 351 woningen en 4 stadsvilla's, strekt zich uit langs vrijwel de gehele westelijke rooilijn van de Rapenburgerstraat. Het is gebouwd aan drie binnenhoven, die door twee semi-openbare binnenpleintjes (het Februariplein en het Koerierstersplein) van elkaar zijn gescheiden. De ingang van de ondergelegen deels openbare Parkeergarage Markenhoven ligt aan de Anne Frankstraat. Meerdere gerenoveerde oude panden en gerestaureerde monumenten aan de oostzijde van de straat zijn in gebruik als appartementen. Het project Het Balein op nummer 101-103, dat in 2008 gereed kwam, bestaat uit een nieuwbouw, een herontwikkeld en een gerenoveerd pand. Van later datum is De Rapenburger; een tot appartementencomplex verbouwd voormalig schoolgebouw op nummer 73-75. Bij de hoek Rapenburgerstraat/Muiderstraat ligt het door Coen van Velsen ontworpen gebouw van de Nederlandse Filmacademie (1999), met een groenige gevel naar het Mr. Visserplein en ingang aan het Markenplein. Van 1905 tot 1931 reed tramlijn 7 door de straat, van de Muiderstraat tot aan het Rapenburgerplein en tot 1913 richting Kadijksplein en Mariniersplein.