place

Muiderstraat

Straat in Amsterdam-Centrum
Snoge
Snoge

De Muiderstraat is een straat in Amsterdam-Centrum die het Mr. Visserplein verbindt met de Plantage Middenlaan in de Plantage. De straat loopt van het Mr. Visserplein naar de Hortusbrug (brug nr. 239) over de Nieuwe Herengracht, bij de Hortus Botanicus, waar de straat verdergaat als Plantage Middenlaan. Aan de Muiderstraat ligt de Portugees-Israëlietische Synagoge uit 1675. De tramlijn 14 rijdt door, en houdt halt in de Muiderstraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Muiderstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Muiderstraat
Muiderstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: MuiderstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.3675 ° E 4.9061111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Muiderstraat 12
1011 RB Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Snoge
Snoge
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis
Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis

Het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis was een weeshuis gevestigd aan de Rapenburgerstraat 171 (en later ook nummer 169) in de voormalige Amsterdamse Jodenbuurt. Aanvankelijk werden de Joodse weesmeisjes in Amsterdam opgevangen in gezinnen, die financieel werden ondersteund door de Collegie; een in 1761 opgerichte organisatie die zich het lot van de weesmeisjes aantrok en voor opvang en onderwijs zorgde. In het tehuis werden de meisjes opgevangen tussen 1861 en 1943. Het weeshuis was een van acht Joodse weeshuizen in Nederland. Er waren Joodse weeshuizen in: Amsterdam, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Den Haag. Tot 1930 leidde men de meisjes op tot dienstmeisje of naaister. Later kwamen daar opleidingen tot verpleegster, secretaresse en onderwijzeres bij. In de jaren dertig moest uitbreiding gerealiseerd worden vanwege de opvang van Joodse weesmeisjes (soms vooruit gezonden door hun ouders). Op 10 februari 1943, tijdens de Holocaust gedurende de Tweede Wereldoorlog, werd het weeshuis door de Duitse bezetter ontruimd. De bewoonsters zijn weggevoerd en ter dood gebracht. Sinds de restauratie zijn de monumentale 18e-eeuwse panden in gebruik als appartementen. De, in opdracht van de huidige bewoners en de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen gerestaureerde gevelstenen en Hebreeuwse teksten in de daklijsten zijn in 2003 onthuld. Er staat te lezen: tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes. Gebouw 169 heeft als gevelsteen Vergroot 5649-1889. De gebouwen zijn al sinds september 1970 een rijksmonument, de omschrijving in het monumentenregister is zeer summier: Pand onder dwars dak (vermoedelijk 18e eeuw) met de toevoegingen "Gevel onder klossenlijst" (169) en "rechte lijst" (171).

Johan van Hulstbrug
Johan van Hulstbrug

De Johan van Hulstbrug (brug 233) is een vaste welfbrug in Amsterdam-Centrum. Ze is alleen toegankelijk voor voetgangers. De natuurstenen brug met gietijzeren leuning, genummerd 233, is gelegen in het Doctor D.M. Sluyspad en overspant de verbinding tussen de vijver van de Hortus Botanicus Amsterdam en de Nieuwe Herengracht. De brug zorgt voor de verbinding tussen de eigenlijk tuin en de Overtuin. Zij stond een tijd lang bekend als de Westelijke Hortusbrug en Victoria regiabrug, wijzend op de Victoria regia die al sinds 1859 gehouden wordt in de Hortus (tot 2002 in een kas waartoe de brug leidt, daarna in een verwarmde vijver). In 2016 hield de Gemeente Amsterdam een controle binnen de officieuze tenaamstellingen van bruggen in de stad. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken, noch volgde een officiële vernoeming. Het monumentenregister omschreef de brug in 2017 als zijnde een vaste boogbrug met gietijzeren balustraden gedragen door spanten, die met bruglichaam steunt op opgemetselde landhoofden. Het loopdek is belegd met straatklinkers. De brugleuningen worden gedragen door vierkante geprofileerde pijlers met aan het begin en eind van de leuningen twee triglieven (in totaal dus acht) met daarop bolvormige versieringen. In januari 2018 kreeg ze haar nieuwe naam Johan van Hulstbrug, vernoemd naar Johan van Hulst, die in de hoedanigheid van directeur van de Hervormde kweekschool met anderen zo'n zeshonderd Joodse baby’s en jonge kinderen redde uit de Hollandsche Schouwburg. Bij de naamgeving van de brug week de gemeente af van de regel dat vernoemingen naar personen alleen mocht plaatsvinden als de desbetreffende persoon ten minste al vijf jaar overleden was. De naam was in december 2016 vergeven aan brug 232, maar dit werd in 2018 gecorrigeerd.

Drieklimatenkas
Drieklimatenkas

De Drieklimatenkas is een bouwwerk in Amsterdam-Centrum. Ze is gebouwd op de terreinen van de Hortus Botanicus Amsterdam. De drieklimatenkas is ontworpen door Moshé Zwarts en Rein Jansma (Zwarts & Jansma). Deze kas had een bouwprijs van 2,5 miljoen gulden. Het gebouw zou op 25 augustus 1993 door koningin Beatrix der Nederlanden geopend worden voor publiek, maar een geschil over BTW zorgde ervoor dat het bestuur de afspraak annuleerde, men wilde de koningin niet in verlegenheid brengen. Het gebouw heeft een oppervlak van 1500 m² en het hoogste punt zit op 14 meter. De architecten werd gevraagd een “gebouw van architectonische meerwaarde” te ontwerpen; zij hadden in die tijd ook de Nederlandse bijdrage ontworpen voor Expo '92. Het werd een constructie met balken, kabels en glazen wanden; het gebouw kreeg vanwege de stabiliteit een exoskelet mee (dragende constructie is deels buiten het gebouw te zien). Het geheel leverde een zicht op van allerlei veelhoeken op tot onregelmatige vijfhoeken aan toe; het moest denken aan kristalvormen. Het gebouw werd gefinancierd via Stichting Interimbeheer Hortus Botanicus Plantage, waarbij aangesloten de Gemeente Amsterdam, de universiteit en de Vrienden van de Hortus. Er kwam onvoldoende geld ter beschikking, maar een speciale lening en enkele aanpassingen in de constructie brachten uitkomst Zwarts en Jansma lieten zo een glazen bedoeïnentent neerzetten, samen met inrichter landschapsarchitect Wybe Kuitert. Zij deelden het gebouw in drieën, met subtropisch, tropisch en woestijnklimaat. Na opening was er een tweede bouwfase nodig om de kas af te krijgen (onder andere loopbruggen).

De Dokwerker
De Dokwerker

De Dokwerker is een beeld en monument op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam ter nagedachtenis aan de Februaristaking van 1941. Het standbeeld is in opdracht van het Amsterdamse gemeentebestuur ontworpen en gemaakt door de beeldhouwer Mari Andriessen. De Haarlemse timmerman/aannemer Willem Termetz, die Andriessen al voor de oorlog kende, heeft in 1951 voor het beeld geposeerd. Het vermoeden is dat ze ook samen in het verzet zaten. De zware bouw van Termetz' lichaam had de uitstraling die Mari Andriessen zocht. Willem Termetz stond niet te trappelen om als beeld te worden vereeuwigd, omdat hij de Februaristaking iets heiligs vond en hij niet overtuigd was van de noodzaak dat er een beeld van moest worden gemaakt. Uiteindelijk heeft Godfried Bomans hem overgehaald wel te poseren. De definitieve versie zou na verschillende ontwerpen in een gipsmodel medio 1951 klaar moeten zijn. Het werd een jaar later. Het beeld van de dokwerker is in 1952 bij bronsgieterij Binder in Haarlem gegoten. Door foto's werd het beeld in de pers bekend. Op 28 maart 1952 schreef het Haarlems Dagblad: "Mari Andriessen heeft ter symbolisering van de staking een gewone dokwerker genomen en geenszins een geïdealiseerde arbeider." De toenmalige koningin Juliana onthulde het beeld op 19 december 1952. Sindsdien is het op 25 februari de centrale plek voor de jaarlijkse herdenking van de Februaristaking. Het monument is ook een aantal keren het begin- of eindpunt geweest van demonstraties tegen racisme. De Dokwerker stond niet altijd op de plek waar hij nu staat. In het begin stond het beeld met de blik gericht op het Waterlooplein. In 1970 is het ten behoeve van werkzaamheden aan de metro en de Stopera verplaatst in de richting van de synagoge.

Jonas Daniël Meijerplein
Jonas Daniël Meijerplein

Het Jonas Daniël Meijerplein, vaak afgekort tot J.D. Meijerplein, is een plein in Amsterdam. Aan de noordkant wordt het plein begrensd door het Mr. Visserplein en aan de zuidkant door de Nieuwe Herengracht, bij het Hortusplantsoen. De M.S. Vaz Diasbrug (brug 238) verbindt het plein met de Weesperstraat. Het plein ligt aan stadsroute S112. De zuidpunt van het plein is ingericht als speelplaats. Aan het plein, midden in de voormalige Joodse buurt, staat de Portugees-Israëlietische Synagoge (Snoge) uit 1675, ooit de grootste synagoge ter wereld. Ook staan hier vier voormalige synagoges van de Hoogduitse gemeente die sinds 1987 in gebruik zijn als het Joods Historisch Museum. De eerste grote Duitse razzia's onder de Joodse bevolking van Amsterdam vonden plaats op het Jonas Daniël Meijerplein. Op 22 en 23 februari 1941 werden op het plein 425 Joodse mannen samengedreven en weggevoerd naar de concentratiekampen Mauthausen en Buchenwald. Deze razzia's waren de aanzet tot de Februaristaking. In 1952 onthulde koningin Juliana het beeld De Dokwerker ter nagedachtenis aan de Februaristaking. Elk jaar, op 25 februari, vindt een herdenking van de Februaristaking plaats bij dit beeld. Het plein heette oorspronkelijk de 'Deventer Houtmarkt'. In de 19e eeuw werd de naam veranderd in Jonas Daniël Meijerplein, naar Jonas Daniël Meijer (1780-1834), de eerste Joodse advocaat in Nederland. Op 14 augustus 1942, tijdens de Duitse bezetting, werd de naam van het plein op last van burgemeester Voûte veranderd in "Houtmarkt", als onderdeel van een aantal hernoemingen van naar Joodse personen genoemde straten. In 1945, direct na de bevrijding, werd de naam weer terugveranderd in Jonas Daniël Meijerplein.