place

Drieklimatenkas

Bouwwerk in Amsterdam-Centrum
Drieklimatenkas Hortus Botanicus Amsterdam 2018 2
Drieklimatenkas Hortus Botanicus Amsterdam 2018 2

De Drieklimatenkas is een bouwwerk in Amsterdam-Centrum. Ze is gebouwd op de terreinen van de Hortus Botanicus Amsterdam. De drieklimatenkas is ontworpen door Moshé Zwarts en Rein Jansma (Zwarts & Jansma). Deze kas had een bouwprijs van 2,5 miljoen gulden. Het gebouw zou op 25 augustus 1993 door koningin Beatrix der Nederlanden geopend worden voor publiek, maar een geschil over BTW zorgde ervoor dat het bestuur de afspraak annuleerde, men wilde de koningin niet in verlegenheid brengen. Het gebouw heeft een oppervlak van 1500 m² en het hoogste punt zit op 14 meter. De architecten werd gevraagd een “gebouw van architectonische meerwaarde” te ontwerpen; zij hadden in die tijd ook de Nederlandse bijdrage ontworpen voor Expo '92. Het werd een constructie met balken, kabels en glazen wanden; het gebouw kreeg vanwege de stabiliteit een exoskelet mee (dragende constructie is deels buiten het gebouw te zien). Het geheel leverde een zicht op van allerlei veelhoeken op tot onregelmatige vijfhoeken aan toe; het moest denken aan kristalvormen. Het gebouw werd gefinancierd via Stichting Interimbeheer Hortus Botanicus Plantage, waarbij aangesloten de Gemeente Amsterdam, de universiteit en de Vrienden van de Hortus. Er kwam onvoldoende geld ter beschikking, maar een speciale lening en enkele aanpassingen in de constructie brachten uitkomst Zwarts en Jansma lieten zo een glazen bedoeïnentent neerzetten, samen met inrichter landschapsarchitect Wybe Kuitert. Zij deelden het gebouw in drieën, met subtropisch, tropisch en woestijnklimaat. Na opening was er een tweede bouwfase nodig om de kas af te krijgen (onder andere loopbruggen).

Fragment uit het Wikipedia-artikel Drieklimatenkas (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Drieklimatenkas
Plantage Middenlaan, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Telefoonnummer Website Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: DrieklimatenkasLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.3668 ° E 4.9069083333333 °
placeToon op kaart

Adres

Hortus Botanicus

Plantage Middenlaan 2a
1018 DD Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Telefoonnummer

call+31206259021

Website
dehortus.nl

linkWebsite bezoeken

Drieklimatenkas Hortus Botanicus Amsterdam 2018 2
Drieklimatenkas Hortus Botanicus Amsterdam 2018 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)
Brug 232 (Hortus Botanicus Amsterdam)

Brug 232 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug, alleen toegankelijk voor voetgangers, leidt vanuit het Hortusplantsoen naar de eigenlijke Hortus Botanicus Amsterdam. Het bruggetje is sinds 13 juli 2001 een rijksmonument. De brug stamt uit 1877. Zij is van (giet-)ijzer, dat gefabriceerd is door de fabriek H. Dalhuizen te Kampen. De overspanning bestaat uit ijzeren spanten in I-profiel, die met een welving over het water liggen. Het wandeldek bestaat uit dwarsliggende planken. De landhoofden en walkanten zijn van opgemetseld baksteen hier en daar afgedekt met natuursteen. Op de buiten de brug eindigende landhoofden zijn 270 graden ronde zuilachtige constructies met versieringen te zien waarop vazen staan. De op de brug staande balustrades zijn eveneens uitgevoerd in een dubbele welving/boog. De onderste boog is gemonteerd op de houten balklaag en heeft een flauwe welving; de bovenste boog wordt gedragen tot verticale stijlen, die aan tuidraden doen denken, maar in wezen staanders zijn. Tussen die staanders zijn kruisverbanden aangebracht. Zowel staanders als kruisverbanden zijn door bouten door de metalen bogen heen gemonteerd. De staanders worden daarbij aan de onderzijde nog eens ondersteund door een de buitenzijde van de bogen gemonteerde S-motieven; het monumentenregister omschrijft ze als voluten. De brug overspant een siervijver en vormt een toegang tot de Horus Botanicus. De brug heeft daarbij aan de kant van het plantsoen een toegangshek gekregen, dat in de stijl van de brug is uitgevoerd, maar van aanmerkelijk jongere datum is. Ze heeft verticale spijlen en naar buitenstaande stekels om overklimmen te voorkomen. De brug stond tot april 2016 bekend als de Oostelijke Hortusbrug, maar deze officieuze benaming is in april 2016 door de gemeente Amsterdam ingetrokken. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken. In oktober 2016 kreeg de brug een vernoeming naar Johan van Hulst, maar die vernoeming werd in begin 2018 doorgeschoven naar brug 233.

Johan van Hulstbrug
Johan van Hulstbrug

De Johan van Hulstbrug (brug 233) is een vaste welfbrug in Amsterdam-Centrum. Ze is alleen toegankelijk voor voetgangers. De natuurstenen brug met gietijzeren leuning, genummerd 233, is gelegen in het Doctor D.M. Sluyspad en overspant de verbinding tussen de vijver van de Hortus Botanicus Amsterdam en de Nieuwe Herengracht. De brug zorgt voor de verbinding tussen de eigenlijk tuin en de Overtuin. Zij stond een tijd lang bekend als de Westelijke Hortusbrug en Victoria regiabrug, wijzend op de Victoria regia die al sinds 1859 gehouden wordt in de Hortus (tot 2002 in een kas waartoe de brug leidt, daarna in een verwarmde vijver). In 2016 hield de Gemeente Amsterdam een controle binnen de officieuze tenaamstellingen van bruggen in de stad. Er was toen onvoldoende animo om de officieuze tenaamstelling officieel te maken, noch volgde een officiële vernoeming. Het monumentenregister omschreef de brug in 2017 als zijnde een vaste boogbrug met gietijzeren balustraden gedragen door spanten, die met bruglichaam steunt op opgemetselde landhoofden. Het loopdek is belegd met straatklinkers. De brugleuningen worden gedragen door vierkante geprofileerde pijlers met aan het begin en eind van de leuningen twee triglieven (in totaal dus acht) met daarop bolvormige versieringen. In januari 2018 kreeg ze haar nieuwe naam Johan van Hulstbrug, vernoemd naar Johan van Hulst, die in de hoedanigheid van directeur van de Hervormde kweekschool met anderen zo'n zeshonderd Joodse baby’s en jonge kinderen redde uit de Hollandsche Schouwburg. Bij de naamgeving van de brug week de gemeente af van de regel dat vernoemingen naar personen alleen mocht plaatsvinden als de desbetreffende persoon ten minste al vijf jaar overleden was. De naam was in december 2016 vergeven aan brug 232, maar dit werd in 2018 gecorrigeerd.

Piet Meerburgbrug
Piet Meerburgbrug

De Piet Meerburgbrug (brug 234) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug ligt over een tweetal parallel liggende duikers. Die duikers verbinden een siervijver in de Hortus Botanicus Amsterdam met het water van de Nieuwe Keizersgracht. De brug vormt de verbinding tussen aan de westzijde het Hortusplantsoen en de noordelijke kade van de Nieuwe Keizersgracht en aan de oostzijde de Plantage Parklaan en het J.W. Overlooppad. Omdat de rijweg op de brug al een bocht noordwaarts maakt, werd de brug breder uitgevoerd, dan in het geval dat beide wegen in een rechte lijn lagen. Aan de westzijde van de brug staat aan de Nieuwe Keizersgracht een aantal rijksmonumenten, aan de overzijde staat een aantal gemeentelijke monumenten. Het idee voor de brug ontstond eind 1876. Bij de gemeente Amsterdam kwam een verzoek binnen voor een “kortere gemeenschap” tussen de gebouwen aan de noordkade van de Nieuwe Keizersgracht en de Plantage Parklaan. Het obstakel vormde destijds de Muidergracht die hier doorliep tot aan de Nieuwe Herengracht. In het voorstel werden (voor die tijd) rigoureuze maatregelen nodig geacht: Het Sint Anthoniekerkhof moest plaatsmaken voor het Hortusplantsoen, dat voor het publiek toegankelijk zou worden (de Hortus Botanicus was dat niet) de Muidergracht zou aangeplempt worden, demping van de gracht was niet mogelijk; er moest ter plaatse een mogelijkheid voor watercirculatie blijven aan de noordzijde van de versmalde gracht zou dan een wandelbrug komen (de latere brug 233); aan de zuidzijde een duiker (de latere brug 234) aanleg van wegen door het Hortusplantsoen en een doorgang over de duikers. In november 1877 lagen de bruggen er, aangevuld met een brug tussen de genoemde bruggen, de brug 232 (later omgedoopt tot Johan van Hulstbrug). Na de aanleg is er hier nauwelijks meer iets veranderd; het verkeersaanbod werd nooit groot. De brug ligt vrij onopvallend in het wegdek. De brug is alleen te herkennen aan de twee bakstenen balustrades. De zuidelijke daarvan heeft deels opengewerkte balustrades met daarop een natuurstenen leuning. De noordelijke balustrade bestaat alleen uit een dichte bakstenen muur, voor de versiering is er zowel horizontaal als verticaal metselwerk te zien. De duikers zijn te vinden onder ontspanningsbogen. De andere twee bruggen (bruggen 233 en 234) over de vijver zijn voor wat betreft uiterlijk sierlijker en werden beide tot rijksmonument bestempeld. De brug ging meer dan een eeuw zonder vernoeming door het leven. Op 12 september 2013 onthulden oud-burgemeester Ed van Thijn en toenmalige burgemeester Eberhard van der Laan een naamplaat op de brug; zij kreeg een vernoeming naar Piet Meerburg, die gedurende het Naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze Joodse kinderen wist te redden uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, een jonge Ed van Thijn was een van die kinderen. Na de oorlog bleef Meerburg theaterondernemer, directeur en producer van bijvoorbeeld musicals in Amsterdam.

Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis
Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis

Het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis was een weeshuis gevestigd aan de Rapenburgerstraat 171 (en later ook nummer 169) in de voormalige Amsterdamse Jodenbuurt. Aanvankelijk werden de Joodse weesmeisjes in Amsterdam opgevangen in gezinnen, die financieel werden ondersteund door de Collegie; een in 1761 opgerichte organisatie die zich het lot van de weesmeisjes aantrok en voor opvang en onderwijs zorgde. In het tehuis werden de meisjes opgevangen tussen 1861 en 1943. Het weeshuis was een van acht Joodse weeshuizen in Nederland. Er waren Joodse weeshuizen in: Amsterdam, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Den Haag. Tot 1930 leidde men de meisjes op tot dienstmeisje of naaister. Later kwamen daar opleidingen tot verpleegster, secretaresse en onderwijzeres bij. In de jaren dertig moest uitbreiding gerealiseerd worden vanwege de opvang van Joodse weesmeisjes (soms vooruit gezonden door hun ouders). Op 10 februari 1943, tijdens de Holocaust gedurende de Tweede Wereldoorlog, werd het weeshuis door de Duitse bezetter ontruimd. De bewoonsters zijn weggevoerd en ter dood gebracht. Sinds de restauratie zijn de monumentale 18e-eeuwse panden in gebruik als appartementen. De, in opdracht van de huidige bewoners en de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen gerestaureerde gevelstenen en Hebreeuwse teksten in de daklijsten zijn in 2003 onthuld. Er staat te lezen: tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes. Gebouw 169 heeft als gevelsteen Vergroot 5649-1889. De gebouwen zijn al sinds september 1970 een rijksmonument, de omschrijving in het monumentenregister is zeer summier: Pand onder dwars dak (vermoedelijk 18e eeuw) met de toevoegingen "Gevel onder klossenlijst" (169) en "rechte lijst" (171).