place

De Hooge Steenen Molen

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumVoormalige molen in Amsterdam
Exterieur met omgeving Amsterdam 20015375 RCE
Exterieur met omgeving Amsterdam 20015375 RCE

De Hooge Steenen Molen (Ook wel De Leeuw genoemd) was een in 1735 gebouwde windmolen die op het Bolwerk Westerblokhuis, ongeveer op de hoek van de Amstel en de Singelgracht te Amsterdam stond. De molen, een typische stellingmolen, was een korenmolen en de opvolger van een eerdere molen, De Groen. De molen was voorzien van een blauwe gevelsteen met daarop een leeuw afgebeeld, vanwaar de naam "De Leeuw". Dat de molen vooral bekendstond als "de hooge steenen molen" was te danken aan het feit dat hij zich bevond bij de ongeveer zes meter hoge stadsomwalling, die ook de daarnaast gelegen Hogesluis zijn naam gaf. De molen is in 1868, acht jaar nadat het naburige Paleis voor Volksvlijt werd gebouwd, afgebroken.

Fragment uit het Wikipedia-artikel De Hooge Steenen Molen (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

De Hooge Steenen Molen
Sarphatikade, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: De Hooge Steenen MolenLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359227777778 ° E 4.9029916666667 °
placeToon op kaart

Adres

Sarphatikade 14
1017 WV Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Exterieur met omgeving Amsterdam 20015375 RCE
Exterieur met omgeving Amsterdam 20015375 RCE
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Stadhouderskade 155
Stadhouderskade 155

Het pand Stadhouderskade 155 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het voormalige herenhuis is opgetrokken naar een ontwerp van Jan Willem Hartgerink, en Hendrik Dirks Kramer, die bijna dit gehele gedeelte van de Stadhouderskade volbouwden. De bouwstijl is eclectisch, Hartgerink en Kramer waren van huis uit geen echte architecten. Het gebouw heeft dezelfde uiterlijke kenmerken als Stadhouderskade 154 en Stadhouderskade 156. In 2016 is de begane grond al enige tijd tussen de nummer 154 en 155 doorgebroken om huis te bieden aan een sportschool, daarvoor waren er ook al bedrijven gevestigd. De eerste huurder van het pand was ambtenaar Frederik Rudolf Seelig (geboren Batavia 20 mei 1853) en Henriëtte Catharina Geertruida Pluijgers (1842-1908). Zij kregen hier zoon Johan Carl Louis Jules. F.R. Seelig werkte bij Wijnhandelaars De Vos en Ter Meulen aan het Rokin. Seelig ging in 1889 failliet en tevens onvindbaar. In 1892 was er een kleine binnenbrand in het gebouw. Rond 1930 was hier woonachtig de familie Hartog Joël van Frank en Francina (Fransje) Davidson. Van Frank was ook de makelaar die de bovenwoning in 1931 te huur zette voor 1400 gulden per jaar. Zij stierven beiden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hun kinderen Josina van Frank (1910-1943) en Irene van Frank (1916-1945) werden omgebracht door Nazi-Duitsland. Ook de directie familie Fransje Davidson werd daar omgebracht.

Stadhouderskade 149-150
Stadhouderskade 149-150

Stadhouderskade 149-150 betreft een tweetal (bijna) gelijke panden aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid, de Pijp. De panden zijn symmetrisch ontworpen door de aannemers, architecten en makelaars Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer, die hier veel panden hebben neergezet. In 1884 plaatsten ze advertentie voor twee eerste klasse herenhuizen met huurprijzen van 1800 tot 2000 gulden. De gebouwen vertonen gelijkenis met meerdere gebouwen aan de Stadhouderskade. Zo zijn er bakstenen versieringen onder de dakplinten, die ook te vinden zijn aan Stadhouderskade 137-139 en Hemonystraat 7. Deze twee gebouwen zijn echter luxueuzer met hun relatief grote erkers, de heren woonden hier namelijk in eerste instantie zelf (Hartgerink op 149, Kramer op 150). Andere details zijn de wit uitgevoerde pilasters In het gebouw Stadhouderskade 149 hebben twee gezinnen gewoond die het Naziregime uit de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd: het gezin rond Alice Prins (zie daar) en dat van Mouritz de Vries. Mouritz en Griet de Vries-Polak werden op 16 april 1943 omgebracht in vernietigingskamp Sobibór. Ook Jacob Pieter Moltzer, bestuurslid van de Nieuw-Malthusiaanschen Bond en rechtsgeleerde, woonde hier enige tijd. In gebouw Stadhoudeerskade 150 voerde huisarts Rijk Kramer (zoon van de architect) enige tijd praktijk. Voor hem is een inscriptie in de gevel gemaakt. Hij volgde een van de eerdere huurders op belastingcontroleur Johannes Hermanus Simon.

Stadhouderskade 145-146
Stadhouderskade 145-146

Het complex Stadhouderskade 145-146/Hemonystraat 1 bestaat uit een drietal panden aan de Stadhouderskade/Singelgracht hoek Hemonystraat te Amsterdam-Zuid, De Pijp. De architect(-en) van dit complex met drie woonhuizen is vooralsnog onbekend. Ze zijn opgetrokken in de Eclectische bouwstijl, die veelvuldig werd toegepast aan de Stadhouderskade. De toegangspoorten zijn daarbij hoog aangesneden, hetgeen aan die kade vaker voorkomt. Tevens zijn aan de kant van de Stadhouderskade per pand twee balkonnetjes geplaatst die ontbreken. Het opvallendst is hier echter wat er niet is. Bijna alle hoekpanden aan de Stadhouderskade zijn voorzien van afgesneden hoeken waarop erkers geplaatst zijn. Hier ontbreekt zowel de schuine afsnijding als de erkers, als of de bouwers van plan waren er aan de westkant andere panden tegen aan te bouwen. Aan de zijde van de Hemonystraat is een blinde raamgang. De gebouwen dien(d)en voornamelijk tot bewoning met hier en daar een kantoor. In het verleden zat op nummer 145 Huize Jacobs, een pension voor niet al te vermogende mensen. Er was voorts eind 1965 het Comité Verzoekschrift Staten-Generaal gevestigd dat handtekeningen verzamelde tegen de werkwijze van de regering (lees goedkeuringswet) inzake het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus von Amsberg. Tegen het huwelijk bestond bij de leden geen bezwaar, ook al heerste er "een groot onbehagen". Het comité bestond alleen in september, oktober, november en december 1965, waar bij het zichzelf ophief. Het aantal in te zamelen handtekening werd ingeschat op meer dan 500.000, er kwamen er circa 65.000. Dit werd mede veroorzaakt doordat een aantal kranten weigerde een advertentie voor het comité te plaatsen. Bovendien was er ook direct een tegencomité opgericht. Op nummer 146 zat voor en na de Tweede Wereldoorlog enige tijd het Dr. Aletta Jacobshuis (geen familie) dat voor de oorlog geleid werd door de arts Bernard Premsela (omgebracht in Auschwitz). Het gebouw 146 vertoont in 2016 enige mate van verzakking.