place

Sarphatistraat 8

Bouwwerk in Amsterdam-CentrumGemeentelijk monument in AmsterdamWoning in Amsterdam

Het pand Sarphatistraat 8 is een statig gebouw aan de Sarphatistraat te Amsterdam-Centrum. Er ontstond ter plaatse ruimte doordat het befaamde (dansgelegenheid) en beruchte (Karl Marx en Friedrich Engels spraken hier in 1872) "Lokaal Dalrust" inclusief bijbehorende woningen werd afgebroken in 1875/1876. In de jaren daarna werd een tweetal panden neergezet. In de loop der jaren trok Ancient Order of Foresters (AOF) daarin. Zij was de in 1880 opgerichte Nederlandse tak van Foresters Friendly Society. In oktober 1926 kochten zij de panden aan en lieten een nieuwe vergaderzaal bouwen. In 1936 bleek het geheel te verouderd en te klein en op 12 oktober 1936 kondigde de stichting in De Telegraaf aan dat de panden zouden worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Architect Simon Vieyra, lid van genoemde stichting, maakte een nieuw ontwerp voor een symmetrisch gebouw. Het kreeg al spoedig de naam Forestershuis. De titel was enige jaren lang te zien boven de entreedeur van het gebouw. In mei 1937 werd het nieuwe complex geopend in aanwezigheid van talloze notabelen waaronder de toenmalige burgemeester Willem de Vlugt. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw door de Duitsers zwaar beschadigd. In de jaren voorafgaand aan die oorlog waren er regelmatig bijeenkomsten van Joodse instellingen en verenigingen. Herstel duurde tot 1952. In 1979 verliet de orde het gebouw. In 2015 is Mentrum er gevestigd.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Sarphatistraat 8 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs).

Sarphatistraat 8
Sarphatistraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Sarphatistraat 8Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359838888889 ° E 4.9023388888889 °
placeToon op kaart

Adres

Sarphatistraat 8
1017 WS Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Amstelgracht (gracht)
Amstelgracht (gracht)

De Amstelgracht is een voormalige gracht in Amsterdam-Centrum. Ze was gelegen tussen de noordelijker gelegen Achtergracht/Nieuwe Achtergracht en de zuidelijker gelegen Singelgracht. Ze is gegraven in het verlengde van de Lijnbaansgracht. De gracht kruiste de Amstel. De gracht komt voor het eerst voor op kaarten van rond 1661 van Nicolaes Visscher met als basis een kaart van Joan Blaeu. Het behelst dan nog een plan voor de inrichting van het gebied ten oosten van de Leidsegracht dat toen de stadsgrens vormde. In 1662 tekende stadsarchitect Daniël Stalpaert opnieuw de gracht in op zijn ontwerpgedeelte van zijn plattegrond. De gracht ligt dan nog in een bijna geheel onbebouwd gebied. De enige bebouwing is dan nog het bolwerk Wester Blockhuys en de infirmerie. De Amstelgracht sluit dan aan op de Veemarkt en Ossenmarkt. Frederik de Wit is explicieter met zijn aanduiding (1688). Jacob Cats (1741-1799) woonde enige tijd aan de gracht. Op het terrein van de Veemarkt/Ossenmarkt verrees tussen 1862 en 1865 het Paleis voor Volksvlijt. Bebouwing bestond onder andere uit een schoolwoning en paardenstal, die stonden tussen de Amstelgracht en de huidige Sarphatistraat en in 1865/1866 gesloopt ("gelegen aan het einde van de Amstelgracht, bij de Hooge Steenenbrug", aldus het Algemeen Handelsblad van 18 december 1865). Op die plaats werd vervolgens een stadsvilla gebouwd voor Anne Willem van Eeghen (1860-1938) naar een ontwerp van Gerlof Salm. Dit gebouw werd op haar beurt in de jaren vijftig weer gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw met dan adres Amstel 344/Sarphatistraat 15. In 1866 werd de gracht gedempt en heet dan voor een tijdje Gedempte Amstelgracht. In 1872 kreeg de voormalige gracht een nieuwe naam Maarten Jansz. Kosterstraat, die in 2017 elf rijksmonumenten kent. Over de Amstelgracht lag zowel in de oostelijke als de westelijke kade van de Amstel een brug. Beide bruggen verdwenen als gevolg van de demping.

Stadhouderskade 149-150
Stadhouderskade 149-150

Stadhouderskade 149-150 betreft een tweetal (bijna) gelijke panden aan de Stadhouderskade/Singelgracht te Amsterdam-Zuid, de Pijp. De panden zijn symmetrisch ontworpen door de aannemers, architecten en makelaars Jan Willem Hartgerink en Hendrik Dirks Kramer, die hier veel panden hebben neergezet. In 1884 plaatsten ze advertentie voor twee eerste klasse herenhuizen met huurprijzen van 1800 tot 2000 gulden. De gebouwen vertonen gelijkenis met meerdere gebouwen aan de Stadhouderskade. Zo zijn er bakstenen versieringen onder de dakplinten, die ook te vinden zijn aan Stadhouderskade 137-139 en Hemonystraat 7. Deze twee gebouwen zijn echter luxueuzer met hun relatief grote erkers, de heren woonden hier namelijk in eerste instantie zelf (Hartgerink op 149, Kramer op 150). Andere details zijn de wit uitgevoerde pilasters In het gebouw Stadhouderskade 149 hebben twee gezinnen gewoond die het Naziregime uit de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd: het gezin rond Alice Prins (zie daar) en dat van Mouritz de Vries. Mouritz en Griet de Vries-Polak werden op 16 april 1943 omgebracht in vernietigingskamp Sobibór. Ook Jacob Pieter Moltzer, bestuurslid van de Nieuw-Malthusiaanschen Bond en rechtsgeleerde, woonde hier enige tijd. In gebouw Stadhoudeerskade 150 voerde huisarts Rijk Kramer (zoon van de architect) enige tijd praktijk. Voor hem is een inscriptie in de gevel gemaakt. Hij volgde een van de eerdere huurders op belastingcontroleur Johannes Hermanus Simon.

Sarphatikade
Sarphatikade

De Sarphatikade is sinds 1878 een straat in Amsterdam-Centrum. De straat ligt in het begin op de noordelijke oever van de Singelgracht en verderop op de westoever van de Amstel. Zij begint bij Oosteinde tegenover De Nederlandsche Bank, volgt de Singelgracht tot aan de Amstel en gaat vervolgens "de hoek om", langs de Amstel tot aan het talud van de Hogesluis in de Sarphatistraat. Dat laatste stuk ligt recht tegenover het Amstelhotel. Aan beide delen van de kade zijn ligplaatsen voor woonschepen en -arken. Naamgever van de kade was Samuel Sarphati, tevens naamgever van de nabijgelegen straat en het verder weg gelegen Sarphatipark. In 1942 (tijdens de bezetting in de tweede wereldoorlog) werd de straatnaam gewijzigd in Vening Meineszkade. Ook veel andere namen van Amsterdamse straten en parken die naar joden of toen nog levende leden van het koninklijk huis verwezen werden toen aangepast. Deze naamsverandering werd vlak na de bevrijding teruggedraaid, op 18 mei 1945. Aan de kade staat een gemeentelijk monument: Sarphatikade 13, alwaar architect Constantijn Muysken aan het eind van de jaren tachtig van de negentiende eeuw enige tijd gewoond en gewerkt heeft. Dit huis is niet door Muysken ontworpen, maar door J.P. Wolff. Van september 1897 tot oktober 1900 heeft ook de componist Julius Röntgen met zijn gezin op de Sarphatikade 13 gewoond en daar onder anderen zijn Noorse collega Edvard Grieg en diens vrouw Nina als logés gehad .

Stadhouderskade 155
Stadhouderskade 155

Het pand Stadhouderskade 155 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het voormalige herenhuis is opgetrokken naar een ontwerp van Jan Willem Hartgerink, en Hendrik Dirks Kramer, die bijna dit gehele gedeelte van de Stadhouderskade volbouwden. De bouwstijl is eclectisch, Hartgerink en Kramer waren van huis uit geen echte architecten. Het gebouw heeft dezelfde uiterlijke kenmerken als Stadhouderskade 154 en Stadhouderskade 156. In 2016 is de begane grond al enige tijd tussen de nummer 154 en 155 doorgebroken om huis te bieden aan een sportschool, daarvoor waren er ook al bedrijven gevestigd. De eerste huurder van het pand was ambtenaar Frederik Rudolf Seelig (geboren Batavia 20 mei 1853) en Henriëtte Catharina Geertruida Pluijgers (1842-1908). Zij kregen hier zoon Johan Carl Louis Jules. F.R. Seelig werkte bij Wijnhandelaars De Vos en Ter Meulen aan het Rokin. Seelig ging in 1889 failliet en tevens onvindbaar. In 1892 was er een kleine binnenbrand in het gebouw. Rond 1930 was hier woonachtig de familie Hartog Joël van Frank en Francina (Fransje) Davidson. Van Frank was ook de makelaar die de bovenwoning in 1931 te huur zette voor 1400 gulden per jaar. Zij stierven beiden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hun kinderen Josina van Frank (1910-1943) en Irene van Frank (1916-1945) werden omgebracht door Nazi-Duitsland. Ook de directie familie Fransje Davidson werd daar omgebracht.