place

Amstelgracht (gracht)

Voormalige gracht in Amsterdam
Map of Amsterdam with a Plan for a City Extension that was never Realised
Map of Amsterdam with a Plan for a City Extension that was never Realised

De Amstelgracht is een voormalige gracht in Amsterdam-Centrum. Ze was gelegen tussen de noordelijker gelegen Achtergracht/Nieuwe Achtergracht en de zuidelijker gelegen Singelgracht. Ze is gegraven in het verlengde van de Lijnbaansgracht. De gracht kruiste de Amstel. De gracht komt voor het eerst voor op kaarten van rond 1661 van Nicolaes Visscher met als basis een kaart van Joan Blaeu. Het behelst dan nog een plan voor de inrichting van het gebied ten oosten van de Leidsegracht dat toen de stadsgrens vormde. In 1662 tekende stadsarchitect Daniël Stalpaert opnieuw de gracht in op zijn ontwerpgedeelte van zijn plattegrond. De gracht ligt dan nog in een bijna geheel onbebouwd gebied. De enige bebouwing is dan nog het bolwerk Wester Blockhuys en de infirmerie. De Amstelgracht sluit dan aan op de Veemarkt en Ossenmarkt. Frederik de Wit is explicieter met zijn aanduiding (1688). Jacob Cats (1741-1799) woonde enige tijd aan de gracht. Op het terrein van de Veemarkt/Ossenmarkt verrees tussen 1862 en 1865 het Paleis voor Volksvlijt. Bebouwing bestond onder andere uit een schoolwoning en paardenstal, die stonden tussen de Amstelgracht en de huidige Sarphatistraat en in 1865/1866 gesloopt ("gelegen aan het einde van de Amstelgracht, bij de Hooge Steenenbrug", aldus het Algemeen Handelsblad van 18 december 1865). Op die plaats werd vervolgens een stadsvilla gebouwd voor Anne Willem van Eeghen (1860-1938) naar een ontwerp van Gerlof Salm. Dit gebouw werd op haar beurt in de jaren vijftig weer gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw met dan adres Amstel 344/Sarphatistraat 15. In 1866 werd de gracht gedempt en heet dan voor een tijdje Gedempte Amstelgracht. In 1872 kreeg de voormalige gracht een nieuwe naam Maarten Jansz. Kosterstraat, die in 2017 elf rijksmonumenten kent. Over de Amstelgracht lag zowel in de oostelijke als de westelijke kade van de Amstel een brug. Beide bruggen verdwenen als gevolg van de demping.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Amstelgracht (gracht) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Amstelgracht (gracht)
Maarten Jansz. Kosterstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Amstelgracht (gracht)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.360561111111 ° E 4.9022222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Maarten Jansz. Kosterstraat 17
1017 VZ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Map of Amsterdam with a Plan for a City Extension that was never Realised
Map of Amsterdam with a Plan for a City Extension that was never Realised
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Henrick de Keijserbrug
Henrick de Keijserbrug

De Henrick de Keijserbrug (brug 77) is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de westelijke kade van de Amstel en overspant de Achtergracht. Het is sinds 1870, het jaar waarin een groot deel van de gracht werd gedempt, de enige overgebleven brug van de drie. De andere twee lagen ter hoogte van de Utrechtsestraat en in de zuidelijke kade van de Reguliersgracht. Voorts is het de enige overgebleven brug van vier tussen de Amstelsluizen en de Hoge Sluis. De Amstel kruiste hier twee grachten, Achtergracht en Nieuwe Achtergracht en Amstelgracht. Alleen brug 77 bleef over, de andere drie werden na demping overbodig. Er ligt hier al eeuwen een brug. Zowel Daniël Stalpaert als Frederick de Wit tekende de brug op hun plattegronden uit 1662 en 1688. Op de kaart van Stalpaert was nog nauwelijks enige bebouwing te zien (het was een ontwerpindeling), op de kaart van De Wit is Amsterdam al volgebouwd tot aan de Amstel, maar aan de overzijde is alleen dichte bebouwing te zien aan de Weesperstraat, maar die huizenrijen werden in 20e eeuw gesloopt ten behoeve van de verbreding van de Weesperstraat. De huidige brug 77 dateert van 1909. De brug, zelf geen monument, geeft uitzicht op de vele rijksmonumenten aan de noordelijke en zuidelijke gevelwand van de Achtergracht, maar ook op de rijksmonumenten de Amstelsluizen en Koninklijk Theater Carré aan de overzijde van de Amstel. De brug is vernoemd naar Hendrick de Keyser, stadsarchitect op de grens van de 16e eeuw en 17e eeuw. De moderne geschiedenis van de brug begint in 1908. Nadat het grootste deel van de Achtergracht gedempt is, zit de gemeente met deze brug in haar maag. Ze wilde ook het laatste deel tussen Frederiksplein en Amstel dempen, maar op dat deel van de Achtergracht stonden pakhuizen, die nog in gebruik waren. De demping verdween van tafel, maar toen de brug vervangen moest worden kwam een dilemma. Handhaving van de aanwezige laag gelegen basculebrug was te duur (in 1907 zou de brug maar 63 keer geopend zijn), een vaste brug op die hoogte belemmerde de toegang tot de pakhuizen te veel. Er werd besloten een ijzeren liggerbrug neer te leggen op een hoogte van ten minste 2,15 m Amsterdams Peil. Daartoe moesten de hellingen naar en van de brug bijna 65 centimeter verhoogd worden. Er kon 12.000 gulden bespaard worden aan materiaal, maar ook aan het wegbezuinigen van de brugwachter van de basculebrug. In december 1908 konden aannemers hun offerte verstrekken voor de sloop van de basculebrug en plaatsen van een nieuwe brug, die ontworpen van door de Dienst der Publieke Werken. In 1909 werd de brug neergelegd. In 1935 moest het dek van de brug vervangen worden. In 2015 was er nog groot onderhoud aan de brug, hetgeen terug te vinden is in het nieuwe metselwerk, voornamelijk aan de walkanten.

Achtergracht 11F
Achtergracht 11F

Achtergracht 11-F te Amsterdam is een gebouw(tje) staand aan de Achtergracht, Amsterdam-Centrum. Aan die gracht staan gebouwen die in de 20e eeuw de status kregen van gemeentelijk dan wel rijksmonument. Het betreft dan voornamelijk omgebouwde pakhuizen (Pakhuis januari tot en met Pakhuis november) of herenhuizen. Achtergracht 11-F (tegenover Achtergracht 11) is van een geheel andere orde, het heeft een vloeroppervlak van slechts 20m2. De gemeente Amsterdam had voor de vele stadsuitbreidingen ook dienstkantoren nodig, zoals bijvoorbeeld voor de gemeentepolitie. Daartoe werden stenen gebouwen opgericht, maar hier en daar ook houten politieposten. In die categorie bevindt zich Achtergracht 11-F. Het betreft een hulppolitiepost uit het jaar 1897, ontworpen door de Dienst der Publieke Werken. Daarbij werden typeletters gegeven, dit type kreeg de letter B. Er werden van type A en B negen huisjes geplaatst: Houtmankade, Amstelveenseweg, Dapperplein, Hemonystraat, Sarphatipark, Van Hogendorpplein, Nassaukade, Marnixstraat en 's-Gravesandestraat. Het betrof chaletachtige houten gebouwtjes. Deze aan de Hemonystraat werd ontworpen in 1896. De politie trok echter in 1912 naar het stenen gebouw aan de Stadhouderskade 115. In 1913 verhuisde dit gebouw, bekend als Het witte gebouwtje naar de Achtergracht en kwam te staan op het rond 1870 gedempte deel aan het Frederiksplein. Het gebouwtje, dat eigenlijk alleen een wachtkamer voor agenten heeft, is een gemeentelijk monument. Al in 1924 was het wegbezuinigd. Een grotere variant van de politiepost staat aan de Nieuwezijds Voorburgwal 277, Amsterdam, dat is een rijksmonument.

Achtergracht 17-19
Achtergracht 17-19

Achtergracht 17-19 te Amsterdam is een gebouw aan de Achtergracht in Amsterdam-Centrum. De Achtergracht is een 17e eeuwse gracht binnen de oude binnenstad met Singelgracht als grens. Net als aan de andere grachten werden hier grachtenpanden neergezet, veelal met bedrijfsmatige eenheid, woonhuizen en een pakzolder. Aan de zuidelijke gevelwand staan in de 21e eeuw nog steeds pakhuizen, maar dan wel omgebouwd tot woning. Ook de noordelijke gevelwand is volgebouwd met grachtenpanden. De meeste gebouwen hadden een souterrain al dan niet als bedrijf in gebruik, verder drie woonetages en vervolgens een puntdak In de 20e eeuw kregen de meeste gebouwen aan de gracht de status van gemeentelijk of rijksmonument. De gebouwen 17 en 19 haalden die status niet, want die werden rond 1915 afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Huisnummer 17 had een daarbij een versierde daklijst, nummer 19 een klokgevel. Sponzen- en zeemleerbedrijf Hartog Speijer had zijn oog laten vallen op deze twee percelen om er nieuwbouw te plegen; het was er sinds de jaren negentig gevestigd. Speijer schakelde de architecten Harry Elte en Gerard Mastenbroek in voor een zogenaamd dubbelpand. Het gebouw met op de begane grond sierlijk tegelwerk valt duidelijk op in de gevelwand. Daar waar de gebouwen eromheen vanaf de gracht het achterland inlopen, lijkt dit gebouw door de gevel juist parallel aan de gracht te staan. Dit wordt benadrukt door het zichtbare deel van het dak. Het gebouw is echter net zo diep als nummers 15 en 21, aldus de BAG-plattegrond. Elte en Mastenbroek ontwierpen een bedrijfspand met daarboven twee woonetages onder een zolderetage, die vermoedelijk later ook tot wooneenheden is verbouwd, De aanbesteding vond plaats in 1916. De begane grond en het souterrain zijn opgebouwd uit natuursteen, terwijl boven de lijst baksteen overheerst. De voorgevel werd symmetrisch gebouwd waarbij voor de wooneenheden erkers werden aangehecht. Bewoners van de eerste etage hebben behalve die erkers ook nog eens een balkon, die beide erkers verbindt. De dragende constructie daarvan wordt gevormd door consoles die uit de verdiepingsgrens steken, maar aan de uiteinden uit een omgekeerde parapluconstructie. Direct onder het balkon is een tegelconstructie geplaatst om de naam van het bedrijf te vermelden. Blikvangers van die etage zijn de tegelwerken in art-decomotief boven de pilasters, zowel aan de zijkant als tussen de raampartijen. De raampartijen zijn in het bovenlicht opgevuld met glas-in-lood in diverse blauwtinten in abstracte ornamentatie. De huisnummers zijn afgebeeld in typografie uit die tijd (boven de toegangsdeuren). Speijer (wasserij voor sponzen, magazijn en kantoor) zat er tot de jaren dertig (Speijer overleed in 1931). Daarna nam de Nederlandse Bioscoop Bond het gebouw in gebruik. Tijdens de Tweede wereldoorlog zat er een Duitse instelling (Landeslieferungsgenossenschaft f.d., rh. Schumacherhandwerk GMBH); , navrant want het gebouw werd gebouwd door een Joods bedrijf en ontworpen door een Joodse architect, Elte werd omgebracht in Theresienstad. Tussen 1945 en 1954 was hier fotopersbureau Anefo gevestigd; zij waren er al in juni 1945 gevestigd, blijkt uit een oproep Foto’s gevraagd. In 2023 bestiert een horecabedrijf de begane grond. Overigens was amper met de bouw begonnen of Elte en Mastenbroek moesten voor dezelfde firma Speijer Utrechtsedwarsstraat 134 en 136 verbouwen, die tegen de achterkant van dit pand aanstonden.

Amstelsluizen
Amstelsluizen

De Amstelsluizen zijn een sluizencomplex in de rivier de Amstel in Amsterdam tussen de Prinsengracht en de Singelgracht. De sluizen zijn aangelegd in de 17e eeuw en in de 19e ingrijpend gerenoveerd en aan de nieuwe eisen aangepast. Op initiatief en naar ontwerp van mathematicus en burgemeester Johannes Hudde werden de Amstelsluizen gebouwd in 1673, na de vergroting van de grachtengordel met de vierde uitleg. Met deze uitbreiding kwam de Amstel tussen de Blauwbrug en de Hogesluis binnen de stad te liggen. De uitvoering was ook in handen van Hudde, in samenwerking met Gerard Hasselaer en Cornelis van Oudshoorn. Om de waterverversing van de getijrivier de Amstel en de Burgwallen te verbeteren werden deze sluizen aangelegd. Dit om de sterk toegenomen vervuiling van Amstel en grachten tegen te gaan. Aanvankelijk zouden er twee schutsluizen komen, later werd dit gewijzigd in drie: een grote in het midden en aan weerszijden een kleinere. Tussen de buitenste schutsluizen en de beide Amstelkades bevond zich destijds een spuisluis. Nadat in 1872 de Oranjesluizen in gebruik waren gekomen en het IJ was afgesloten van de Zuiderzee veranderde de situatie. De Amstelsluizen werden gerenoveerd en aan de nieuwe eisen aangepast. De westelijke spuisluis werd ontmanteld en hier is sindsdien een vaste verbinding met het meest westelijke sluiseiland. De tol- of 'douanehuisjes' hebben waarschijnlijk dienstgedaan ter inning van de stedelijke accijnzen. In het midden staat een bakstenen huisje voor de sluiswachter. De drie schutsluizen zijn enkelkerend; behalve bij extreme waterstandsverschillen zijn deze doorgaans geopend. Aan de oostzijde bevindt zich de nog resterende dubbele spuisluis. De doorvaartwijdte van de westelijke en oostelijke schutsluis bedraagt 8,50 meter. De lengte is 47 meter. De Amstelsluizen zijn Rijksmonument nummer: 518510. Ter hoogte van de Amstelsluizen bevindt zich aan op de oostoever van de Amstel sinds 1887 het Koninklijk Theater Carré.