place

Bloedstraat

Straat in Amsterdam-Centrum
Bloedstraat 2 26 (vrnl,links) Jacob Olie (max res)
Bloedstraat 2 26 (vrnl,links) Jacob Olie (max res)

De Bloedstraat is een korte en smalle straat in het Wallengebied in Amsterdam-Centrum. De straat loopt van de Nieuwmarkt naar de Oudezijds Achterburgwal. Sinds 1464 stond op de plaats van de straat het Minderbroedersklooster en de vroedschapskerk van de "Grauwe Monniken". Het klooster werd in 1578 verwoest waarna op 7 januari 1588 de Vroedschap besloot ook de kerk af te breken. Op de rooilijn ontstonden daardoor de Bloedstraat en ten noorden daarvan de Monnikenstraat. Beide straten worden verbonden door de Monnikendwarsstraat en de Gordijnensteeg. In de straat wordt evenals in de Monnikenstraat raamprostitutie bedreven. De straat kent eenrichtingsverkeer richting Oudezijds Achterburgwal. De naam van straat verwijst naar de vroegere bloetcamer van het klooster die mogelijk ook gediend kan hebben als martelkamer. Volgens geschiedkundige Melchior Fokkens zou Alva hier zijn "bloedraad" hebben gehouden. De Monnikenstraat is vernoemd naar het Grauwemonnikenklooster. De Gordijnensteeg, vroeger ook bekend als Bloeddwarsstraat, dankt zijn naam aan de zestiende- en zeventiende-eeuwse bewoners Willem en Samuel du Gardijn.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Bloedstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Bloedstraat
Bloedstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BloedstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.372916666667 ° E 4.8992944444444 °
placeToon op kaart

Adres

Bloedstraat 11
1012 BS Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Bloedstraat 2 26 (vrnl,links) Jacob Olie (max res)
Bloedstraat 2 26 (vrnl,links) Jacob Olie (max res)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Majoor Bosshardtbrug
Majoor Bosshardtbrug

De Majoor Bosshardtbrug (brug nr. 211) is een brug over de Oudezijds Achterburgwal op de Wallen in Amsterdam. De brug verbindt de Molensteeg met de Oudekennissteeg. Er ligt hier al eeuwenlang een brug. Al op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625 is hier een brug te zien, maar vermoedelijk lag er al eerder een brug. Die kreeg allerlei varianten, zoals van hout en een brug met een ijzeren overspanning. In het begin van de 21e eeuw ligt er een brug die een overspanning heeft van beton; het is vooralsnog onbekend wanneer de brug dan voor het laatst vernieuwd is. De brug is op 7 juni 2013 vernoemd naar Alida Bosshardt, een officier van het Leger des Heils die actief was voor de prostituées en de junks die op dit deel van de Wallen zeer aanwezig waren. Er waren een jaar eerder pogingen gedaan om de Oudezijds Armsteeg en/of Armbrug naar haar te vernoemen; die pogingen strandden. De brug in Amsterdam is niet de eerste naar de majoor vernoemde brug. Al een jaar eerder, op 11 juli 2012, werd een (tot dan nog naamloze) brug in het Broersepark in Amstelveen naar haar vernoemd. De brug heeft vroeger bekendgestaan als de Molensteegbrug, naar de nabijgelegen straat, en deze naam was weer te danken aan de aanwezigheid van een molen die ooit aan de Zeedijk heeft gestaan, maar al voor 1357 gesloopt is. Er was nog een andere brug met die naam en wel over de Nieuwezijds Achterburgwal, deze brug is in 1867 bij de demping en ombouw van de gracht tot Spuistraat) verdwenen.

He Hua Tempel
He Hua Tempel

De Fo Guang Shan He Hua Tempel (FGS He Hua Tempel) van de Fo Guang Shan is een boeddhistische tempel aan de Zeedijk nummers 108 tot 116, Amsterdam Chinatown te Amsterdam. De naam wordt uitgesproken als "gguh ggwaa", en betekent lotusbloem in het Chinees. Dit is de grootste tempel in Europa die in de traditionele Chinese paleisstijl is gebouwd. Het complex is ontworpen door een Nederlander, de architect Fred Greven, in opdracht van Buddha's Light International Association uit Taiwan. Dit is een organisatie in het Chinees boeddhisme. Het initiatief tot de bouw is genomen door Frank Man, een uit Hongkong afkomstige Chinees-Amsterdamse zakenman. De tempel staat op de plaats waar in de middeleeuwen een cellezustersklooster was gevestigd (1475). De laatste resten van dit klooster, Zeedijk 108-112, werden in 1944 gesloopt, nadat de joodse eigenaren van de beide winkelpanden waren gedeporteerd. De panden 114-118 stortten later dat jaar in. Decennialang was Zeedijk 106-118 een open plek op de Zeedijk. In de jaren vijftig werd hier een door Aldo van Eyck ontworpen kinderspeelplaats gerealiseerd. Toen de Zeedijk twee decennia later als gevolg van de heroïneproblematiek verpauperde, werd de speelplaats een geliefde plek voor junks. In 1994 werd besloten op deze locatie een boeddhistische tempel te bouwen. De bouw begon enkele jaren later met een grondbreekceremonie. Op 15 september 2000 werd de tempel door koningin Beatrix officieel geopend. Het complex bestaat uit de eigenlijke tempel, die achter een voorhof parallel aan de Zeedijk ligt, geflankeerd door gebouwen die een overgang moeten vormen naar de Hollandse architectuur van de rest van de Zeedijk. In deze gebouwen verblijven de nonnen van de tempel en is de bibliotheek gevestigd. Zeedijk 118, ook deel uitmakend van het complex, is historiserende nieuwbouw; de geveltop komt van het gesloopte pand Haarlemmer Houttuinen 105. In de voorhal van de tempel, die Kuan Yin Shrine heet, staan beelden van Sangharama (Guan Yu), Guanyin en Skanda. De hoofdhal bevat drie aparte altaren van Ksitigarbha, Sakyamuni Boeddha en Guanyin. Deze hal bevindt zich onder het Kuan Yin Shrine en is voor bezoekers alleen toegankelijk op bepaalde boeddhistische feestdagen, zondag en op de eerste en de vijftiende dag van de Chinese kalender. Op deze dagen worden lessen gehouden over het boeddhisme door middel van oude boeddhistische geschriften. Op elke derde zondag van de maand worden hier meditatielessen gehouden. De Taiwanese dakpannen bleken niet bestand tegen het Nederlandse klimaat. Omdat er delen naar beneden vielen werd de dakbedekking op last van de autoriteiten ingepakt in steigerdoek. Er wordt jaarlijks groots het vesak gevierd. Hierbij komen vele Chinezen uit heel Nederland naar de tempel om wierook te branden voor de vele boeddha's en boeddhistische heiligen. Ook wordt het beeld van Gautama Boeddha uit de tempel gedragen en in een processie naar de Nieuwmarkt gedragen. Op de Nieuwmarkt staan dan ook kraampjes met vegetarische hapjes en informatiekramen over de verschillende boeddhistische stromingen.

Bijleveldschesluis
Bijleveldschesluis

De Bijleveldschesluis (brug 495) is een bouwkundig kunstwerk te Amsterdam-Centrum. De van oorsprong zijnde sluis bevindt zich al eeuwenlang grotendeels onder de grond; het werd omgebouwd tot een meterslange duiker, die loopt vanaf de Geldersekade tot aan de Kloveniersburgwal. Daarmee loopt ze onder de Nieuwmarkt en ook het zuidoostelijke deel van het historische gebouw Waag. Die genoemde grachten sluiten van boven gezien niet perfect op elkaar aan, reden waarom de ingang aan de Geldersekade in het midden ligt en die aan de Kloveniersburgwal aan de westkant. Een eerste versie wordt waarschijnlijk al rond 1425 aangelegd, dan een sluis. Dan zijn de Kloveniersburgwal (in verbinding met de Amstel) en de Geldersekade (in verbinding met tijgevoelig Y) gegraven. Om het verschil in waterpeil te neutraliseren werd een sluis aangelegd. De stad rukte op en de sluis moest verplaatst worden naar haar de plaats waar ze sinds 1454 ligt. Ze werd aangelegd in wat later de Sint-Anthoniepoort zou worden, die in 1482 geheel over de waterkering wordt gebouwd. Van scheepvaart is dan geen sprake, zoals terug te vinden is op een tekening die de situatie van 1604 zou weergeven. Die voorouder is terug te vinden op de kaarten van Cornelis Anthonisz. uit 1544, de militaire kaart van 1560 en de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode uit 1625. Daar is in de walkant een zwarte stip zichtbaar, de vermoedelijk noorder ingang. Die sluis zou nog iets naar het zuiden verplaatst worden en een zijtak krijgen naar de Huidenvettersloot (gedempt in 1899). De naam voert terug op het Waterschap Bijleveld dat toen terreinen had ten oosten van de stad. De naam is voorts nog te vinden in het afwateringskanaal Bijleveld. De sluis onder de Sint-Anthoniespoort (Waag) viel aanvankelijk onder het beheer van Bijleveld, maar ging in juli 1492 over naar Amsterdam. Gerrit de Broen is met zijn kaart van 1737 gedetailleerder. Hij tekende een noordelijke ingang (met waterstroom) en vermeldde tevens een schutsluys onder de Sint-Antonismarkt; hij vermeldde ook de Sint Antonis Waag nabij de Geldersche Kay. Die geschiedenis was nog deels terug te vinden toen in de periode 1988-1990 de Nieuwmarkt op de schop ging, men vond oude resten. De duiker is dan zo vervallen dat ze in het geheel vernieuwd moet worden.

De Gecroonde Raep
De Gecroonde Raep

De Gecroonde Raep is een grachtenpand aan de Oudezijds Voorburgwal 57 te Amsterdam. Het is in 1615 door Hendrick de Keyser gebouwd voor Eduard Emtinck (1569-1645) en is het beste voorbeeld van een trapgevel in de barokke Amsterdamse renaissance. De rijk versierde trapgevel heeft grote trappen met voluten, dubbele pilasters gekoppeld door cartouches (schilden) als muurdammen op de eerste verdieping, accoladebogen boven de vensters, maskers, kopjes en twee jaartalstenen. Opvallend is dat schuin aan de overzijde aan de Oudezijds Voorburgwal 18 (Int Slodt van Egmondt uit circa 1615) een gevelfragment voorkomt dat sterk lijkt op De Gecroonde Raep. Waarschijnlijk is hier sprake van "aannemersplagiaat". In een zeventiende-eeuws boek over Hendrick de Keyser is een ontwerptekening gepubliceerd, waarop de gevel voor de helft staat afgebeeld (naast de tekening van de gevel van De Dolphijn). De onderpui is later gewijzigd, namelijk versteend. De Gecroonde Raep is een vroeg voorbeeld van een huis met achterhuis gescheiden door een binnenplaats en een gang die voor- en achterhuis met elkaar verbindt. Maar dit achterhuis is niet, zoals gebruikelijk, dwars geplaatst. Het achterhuis bevindt zich aan de Oudezijds Achterburgwal (nummer 46A). Het werd in 1633 uitgebreid, waardoor het huis een L-vormige kavel kreeg. Aan de Achterburgwal-gevel bevinden zich twee jaartalstenen (1615 en 1633) en de gevelsteen De Gecroonde Raep. De jaartalsteen 1633 geeft het gedeelte van het achterhuis aan dat in 1633 bij het achterhuis uit 1615 is getrokken. De achtergevel is sterk gewijzigd, evenals de kap van het huis. In de 19e eeuw was in het pand een sigarenfabriekje gevestigd en in de 20e eeuw woonde en werkte de beeldhouwer Cephas Stauthamer er, met op de voormalige tabakszolder zijn atelier. Dit architectonisch uiterst belangrijke pand is sinds 1946 eigendom van de Vereniging Hendrick de Keyser. Het is in 1985 gerestaureerd.