place

Utrechtsestraat (Amsterdam)

Straat in Amsterdam-Centrum
Utrechtsestraat
Utrechtsestraat

De Utrechtsestraat is een winkelstraat in Amsterdam. De straat is genoemd naar de stad Utrecht en dateert uit de grote stadsuitbreiding van 1658. De Utrechtsestraat ontving deze naam, omdat ze van de Reguliersbreestraat naar de Utrechtsepoort liep. De straat ligt tussen het Rembrandtplein en het Frederiksplein en kruist drie grachten: de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. Een vierde gracht die de Utrechtsestraat kruiste was de Achtergracht, maar die werd midden 19e eeuw gedempt.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Utrechtsestraat (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Utrechtsestraat (Amsterdam)
Utrechtsestraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Utrechtsestraat (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.362777777778 ° E 4.8986111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Utrechtsestraat 80
1017 VR Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Utrechtsestraat
Utrechtsestraat
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 75
Brug 75

Brug 75 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. Ze is gelegen in de Utrechtsestraat en voert over de Prinsengracht. Het is de laatste brug van de Utrechtsestraat richting stad uit, de ooit aangelegde brug over de Achtergracht werd gesloopt bij de demping van die gracht. Het is de op een na laatste brug van over de Prinsengracht voordat ze bij de Frans Hendricksz. Oetgensbrug de Amstel instroomt. Er ligt hier al eeuwen een bouwwerk. Op de kaart van Jacob Bosch met de Vierde uitleg van circa 1679 is hier een sluis met overbrugging ingetekend met in het stuk naar de Amstel de verdikte kade. Ook in de Keizersgracht (brug 37) en Herengracht (brug 34) lagen sluizen. Stadsarchitect Daniël Stalpaert had die sluizen ook al ingetekend in zijn ontwerpkaart van 1662, maar het was toen nog voornamelijk leeg gebied aan de Utrechtse straet en Prince Graft. Hij meldde daarbij dat het ging om "Binne sluysen en verlaten om het in latende water vanden Amstel op te houden". In 1673 werden de Amstelsluizen gebouwd, waardoor de sluizen in de genoemde grachten hun functies verloren. Frederik de Wit tekende op zijn kaart in 1688 dus geen sluizen meer, maar lage bruggen. Net als de twee andere genoemde bruggen kwam deze brug ter sprake bij het gereedmaken van de bruggen in de Utrechtsestraat voor de komst van de trams van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij. Er moest verlaagd en verbreed worden. In 1907 werd gekeken of de Utrechtsestraat gebruikt kon worden als radiaalweg de stad uit; zij zou daartoe tot 25 meter verbreed moeten worden. Het werd te duur geacht, de radiaalwegfunctie ging naar de Vijzelstraat, waarbij talloze gebouwen gesloopt werden. De brug zou tijdens de vernieuwing van de Utrechtsestraat in 2009-2011 vervangen worden. Na het debacle bij de vernieuwing van brug 34 (verkeerde bouwconstructie toegepast) werd besloten de brug voorlopig met rust te laten.

Brug 37
Brug 37

Brug 37 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug, waar tramlijn 4 sinds 1948 over heen rijdt, is gelegen in de Utrechtsestraat en voert over de Keizersgracht. Ze is de op een na laatste brug voordat de Keizersgracht bij de Lucas Jansz Sinckbrug de Amstel in stroomt. De brug, zelf geen monument in omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten. Er ligt hier al eeuwen een bouwwerk. Op de kaart van Jacob Bosch met de Vierde uitleg van circa 1679 is hier een sluis ingetekend. Die binnensluis stond bekend als een “peylsluis”. Ook in de Herengracht en Prinsengracht lagen dergelijke sluizen. Stadsarchitect Daniël Stalpaert had die sluizen ook al ingetekend in het ontwerpgedeelte van zijn kaart van 1662, het was toen nog voornamelijk leeg gebied aan de Utrechtse straet en Keisers Graft. Hij meldde daarbij dat het ging om "Binne sluysen en verlaten om het in latende water vanden Amstel op te houden". In 1673 werden de Amstelsluizen gebouwd, waardoor de sluizen in de grachten hun functies verloren. Frederik de Wit tekende op zijn kaart in 1688 dus geen sluizen meer, maar lage bruggen. De geschiedenis van de brug loopt ongeveer gelijk aan die van brug 34 (in de Utrechtsestraat over de Herengracht), omdat deze brug in het verlengde daarvan ligt. Ze moest dus ook verbreed worden om de mogelijkheid te scheppen voor tramhalte over de brug (vermoedelijk jaren tachtig van de 19e eeuw) etc. Daarnaast werd de brug ook mogelijk verbreed om al vast te passen in een verbreding van de Utrechtsestraat, die als radiaalweg vanuit het centrum zou moeten gaan dienen. Dat plan ging echter niet door. In 2009 waren er plannen om de brug rigoureus te vernieuwen in het kader van de algemene aanpassing van de verkeersweg Utrechtsestraat, herprofilering, aanpassen aan de eisen van de tijd, nieuwe tramrails etc. Echter na het debacle bij brug 34, een meningsverschil over de veiligheid van de vernieuwde brug die een enorme vertraging in het project gaf, werd bekeken of deze brug de tand des tijds beter had doorstaan dan die brug. Er werd ingeschat dat brug 37 nog wel een tijdje mee kon gaan, zodat deze brug niet vernieuwd werd. Vanuit de lucht bezien heeft de brug nog steeds de vorm van een sluis. Ten oosten van de brug is de gracht versmald, op de verbreding van de kades stond het sluiswachterhuisje, in latere tijd een bloemstal. Aangezien de brug nog redelijk laag is, was plaatsing van woonboten in de Keizersgracht alleen ten oosten van de brug mogelijk.

Amstelkerk (Amsterdam)
Amstelkerk (Amsterdam)

De Amstelkerk is een houten kerkgebouw in Amsterdam. De kerk is gelegen op het Amstelveld in het centrum van Amsterdam en is tussen 1668 en 1670 gebouwd als onderdeel van de tweede uitleg van de Grachtengordel. Het ontwerp is van Daniël Stalpaert. Het zou een tijdelijke "houten predikschuur" worden, waarbij men zich voornam om "het plein of veld aan die Kerk egter groot genoeg te laaten, om op het zelve, t'eenigen tyde, eene steenen Kerk te konnen zetten", aldus het Bureau Monumenten & Archeologie. Het centrale deel van de kerk kreeg de vorm van een kubus. Oorspronkelijk hadden de wanden van de Amstelkerk een verticale grenen beplanking die met de kopse einden in de aarde stonden. De buitenzijde was ossenbloedrood geschilderd. De ramen waren voorzien van glas-in-lood. De toegangsdeuren waren geplaatst in het midden van de buitenwanden. De vloer bestond uit eenvoudige bakstenen klinkers. Aan de binnenzijde keek men tegen de ongeverfde achterkant van de buitenwand aan. De kansel, omgeven door de dooptuin,stond in het midden aan de noordzijde. Tegenover de preekstoel stond de overkapte bank voor de notabelen. Tot 1985 werd de kerk gebruikt door de Hervormde Kerk en de Amsterdamse Studentenekklesia. Sinds 1986 is de kerk eigendom van Stadsherstel Amsterdam, dat er ook kantoor houdt en de ruimte verhuurt voor sociaal-culturele activiteiten en voor recepties en bruiloften. In het souterrain aan de zuidzijde is een restaurant gevestigd. De verbouwing daartoe verstoorde de klassieke maatverhoudingen. Sinds 2006 wordt het gebouw ook weer op zondag gebruikt voor kerkdiensten van de Christelijke Gereformeerde Kerk. De kerk heeft een vierkant grondplan van 28,3 x 28,3 meter, wat neerkomt op 100 bij 100 voet, dezelfde maat als de Oosterkerk die ook door Stalpaert is ontworpen. In 1840 is de kerk in neo-gotische stijl verbouwd onder leiding van Hendrik Springer.

Ter herinnering aan Anthony Winkler Prins
Ter herinnering aan Anthony Winkler Prins

Ter herinnering aan Anthony Winkler Prins is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk is ontworpen door André Volten, die het in opdracht van de Uitgeverij N.V. Elsevier heeft gemaakt. Die schonk het in 1970 aan de stad Amsterdam ter gelegenheid van honderd jaar Winkler Prins Encyclopedie. De werken van Volten zijn bijna altijd abstract en er is vaak ook geen duidelijke aanwijzing wat de titel zou moeten zijn. Het beeld ter nagedachtenis aan Anthony Winkler Prins moet het ook zonder titel doen, maar werd in de volksmond al snel de naam knakenpilaar. Het is een verwijzing naar het uiterlijk en wellicht ook naar de plaats waar het staat; het Frederiksplein in de buurt van De Nederlandsche Bank. Volten noemde het zelf "het ding" (een ding tussen andere dingen op het plein), hij vond een titel met monument daarin te zwaar klinken. Hetzelfde gold voor de plaats; wel op het plein, maar niet centraal, maar een beetje aan de buitenzijde bij de Achtergracht. Hij vond dat er geen boom of deel van de nabijgelegen speelplaats aan opgeofferd moest worden. Een plek voor het gebouw van de bank vond hij architectonisch niet passen; het gebouw was te overheersend. Hij wilde met het beeld de omgeving van het Frederiksplein aantrekkelijker maakte. Als dat niet gebeurde mocht het wat hem betreft verwijderd worden, desnoods eerder dan dat het gebouw van De Nederlandsche Bank, dat hij ook liever zag verdwijnen. Het monument bestaat uit 54 grote en 54 kleine roestvrijstalen schijven met een gezamenlijk gewicht van 6000 kilo, volgens de kunstenaar "eenheid in veelheid". Die afwisseling zorgt ervoor dat het geheel het idee van een spiraal krijgt. De keus voor het gebruikte materiaal lichtte de kunstenaar toe met zijn idee dat het materiaal snel van uiterlijk verandert als de lichtval wijzigt. Voor het beeld ligt een plaquette in de grond. Het in Dordrecht gemaakte beeld werd per vrachtauto naar Amsterdam gebracht en vervolgens op 2 oktober 1970 met behulp van hijskranen geplaatst. Het werd op 9 oktober onthuld. Al eerder had er een proefexemplaar gestaan. Voltens kunstwerken worden ook wel door jeugd gebruikt als klimrek, reden waarom in overleg met de kunstenaar de ruimten tussen aantal schijven is gedicht zodat beklimmen niet meer mogelijk is. Het origineel stond tussen rubbertegels, maar die waren toen niet meer nodig. Van het kunstwerk is ook een kleiner model gemaakt. In Veendam staan twee monumenten ter ere van Winkler Prins.

Brug 34
Brug 34

Brug 34 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De verkeersbrug, waar tramlijn 4 sinds 1948 over heen rijdt, is gelegen in de Utrechtsestraat en voert over de Herengracht. Het is de op een na laatste brug voordat de Herengracht onder de Hendrick Jacobsz. Staetsbrug (brug 35) in de Amstel stroomt. De brug, zelf geen monument, is omringd door gemeentelijke en rijksmonumenten, waarvan het gebouw van de Amsterdamsche Bank de grootste blikvanger is. Er ligt hier al eeuwen een bouwwerk. Op de kaart van Jacob Bosch met de Vierde uitleg van circa 1679 is hier een sluis met overbrugging ingetekend met in het stuk naar de Amstel de kade van het Weesperveer (Weesoper-veer). Ook in de Keizersgracht en Prinsengracht lagen sluizen. Stadsarchitect Daniël Stalpaert had die sluizen ook al ingetekend in het ontwerpgedeelte van zijn kaart van 1662, maar het was toen nog voornamelijk leeg gebied aan de Utrechtse straet en Heere Graft. Hij meldde daarbij dat het ging om "Binne sluysen en verlaten om het in latende water vanden Amstel op te houden". In 1673 werden de Amstelsluizen gebouwd, waardoor de sluizen in de grachten hun functies verloren. Frederik de Wit tekende op zijn kaart in 1688 dus geen sluizen meer, maar lage bruggen. In tegenstelling tot de meeste bruggen in de stad is deze brug ooit verhoogd in een tijdperk dat de tram al in zicht was. Het verzoek kwam rond 1884 vanuit de kant van de scheepvaart, die het vreemd vonden dat de brug 35 "hoog" was en men er wel onderdoor kon, maar dan amper 100 meter op deze lage brug stuitte. Tegelijkertijd met de verhoging van de brug, werd zij ook verbreed voor het landverkeer. De Amsterdamsche Omnibus Maatschappij had hierom gevraagd. De brug werd 14,10 meter breed (rijweg 9,60, trottoirs 2,25 m). In 1907 werd gekeken of de Utrechtsestraat gebruikt kon worden als radiaalweg de stad uit; zij zou daartoe tot 25 meter verbreed moeten worden. Het werd te duur geacht, de radiaalwegfunctie ging naar de Vijzelstraat, waarbij talloze gebouwen gesloopt werden. In 1913 werd opnieuw bekeken of verbreding noodzakelijk was; daar werd bij de bepaling van de rooilijn van de nieuwbouw van de Amsterdamsche Bank rekening mee gehouden, het is dan 1920. Vermoedelijk is rond die tijd de brug alweer verbreed. De straat zou tussen Rembrandtplein en Herengracht 20 meter breed worden (was 11,5 meter). Pas in laat 1927 begon men met de bouw van de bank, maar toen was de brug al breed. Ze dreigde daarbij ook slachtoffer te worden van een verzakking die optrad tijdens de heiwerkzaamheden. De brug werd in de 21e eeuw een punt van geschil in de renovatie van de Utrechtsestraat en omgeving vanaf 2009. De aannemers werden het niet eens over de aanpak van genoemde brug. Het werk lag minstens een jaar stil vanwege onenigheid omtrent de dikte van het asfalt en de laagte van de brug. In november 2010 kon geconstateerd worden dat de brug stevig genoeg was voor het verkeer. Al in maart 2011 is er opnieuw discussie met de vraag of de twee andere bruggen in de Utrechtsestraat ook aangepast moeten worden. Na onderzoek blijkt dat die het nog wel 10 jaar zouden volhouden. In 2017 ligt er over de Herengracht een brug van spanbetonnen liggers en een betonnen wegdek tussen twee vernieuwde landhoofden.