place

Lange Niezel

Straat in Amsterdam-Centrum
Amsterdam, Lange Niezel overzicht1
Amsterdam, Lange Niezel overzicht1

De Lange Niezel, met in het verlengde de Korte Niezel, is een smalle straat in het Wallengebied in Amsterdam-Centrum. De straat loopt van de Warmoesstraat in het westen naar de Oudezijds Voorburgwal in het oosten en loopt vandaar verder als de Korte Niezel naar de Oudezijds Achterburgwal. In de straat bevinden zich 17 rijksmonumenten. Verder bevinden zich in beide straten, naast woningen, hoofdzakelijk sekswinkels, gokhallen, horeca en er wordt raamprostitutie bedreven. De straten zijn verkeersluw en kennen eenrichtingsverkeer richting het oosten. De naam van de straat is een verbastering van liesdel, een del of dal waar Lies groeit. Oorspronkelijk was het gebied een moerassig land dat lag ten noorden van de hogere grond waar de Oude Kerk was gebouwd. Na 1350 werd de grond opgehoogd en verscheen er bebouwing. Op de plaats van de latere straat bleef de naam Liesdel voortleven maar verbasterde eerst tot Niesdel en daarna tot Niezel. In de zestiende eeuw werd de straat naar de Oudezijds Voorburgwal verlengd naar de Oudezijds Achterburgwal. Deze verlenging kreeg hierbij de naam Korte Niezel terwijl het oorspronkelijke Niezel de naam Lange Niezel kreeg. De brug die beide Niezels met elkaar verbindt heeft een onverbasterde naam en wordt de Liesdelsluis genoemd. In het AT5 programma "De straten van Amsterdam" stond de straat in een van de afleveringen centraal. In dit programma kwam naar voren dat in de 16e eeuw de straat, evenals de Warmoesstraat, een voorname straat was met de grootste huizen waar de rijkste burgers van Amsterdam woonden. Met de aanleg van de Herengracht en andere nieuwe grachten in de 17e eeuw verhuisden zij daarheen en werd de straat minder voornaam. Op nummer 15 bevond zich 60 jaar lang, van 1941 t/m 2001, café Monico, dat werd uitgebaat door Saar Heshof, alias Blonde Saar, waar net als in café 't Mandje op de Zeedijk een gemengd publiek van sekswerkers, lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en volksjongens kwamen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Lange Niezel (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Lange Niezel
Oudezijds Armsteeg, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Lange NiezelLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.375 ° E 4.8986111111111 °
placeToon op kaart

Adres

de Wallen

Oudezijds Armsteeg
1012 GP Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Amsterdam, Lange Niezel overzicht1
Amsterdam, Lange Niezel overzicht1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Liesdelsluis
Liesdelsluis

De Liesdelsluis (brug nr. 207) is een vaste brug in het Wallengebied in Amsterdam-Centrum. Het achtervoegsel "sluis" heeft hier betrekking op "stenen brug". De brug overspant de Oudezijds Achterburgwal en verbindt zo de Lange Niezel met de Korte Niezel. Liesdel was de aanduiding van een laag gelegen (ten opzichte van de hogere grond waarop de Oude Kerk is gebouwd) vlakte begroeid met lies, dat de bijnaam Niesdel kreeg en vervolgens werd verbasterd tot Niezel. In de jaren zeventig en tachtig had de brug de bijnaam Deutsche Brücke in verband met de vele Duitse junkies die hier rondwaarden en ook wel stierven als gevolg van drugsgerelateerde prostitutie. De brug wordt slechts ten delen omringd door rijksmonumenten, in 1929 werd een deel van de Korte Niezel al vernieuwd. De brug is zelf geen monument, want ze dateert van nog later datum. Er ligt al vanaf het prille begin van Amsterdam op deze plaats een brug. De brug is namelijk al te zien op de geschilderde plattegrond uit 1538 van Cornelis Anthonisz.. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende de brug op twee pijlers ook in op zijn kaart uit 1625, een brug over de "Oudesydts Voor Burchwal" in "Den Niesel". Toen kunstenaar Johannes van der Drift hier rond 1868 langs kwam, trof hij inderdaad een stenen welfburg aan met drie doorvaarten (de buurvrouw van de Liesdelbrug, de Oudekerksbrug was van hout). Hij volgde wat dat betreft in de voetsporen van Jacob Olie, die die brug in 1861 ook al had vastgelegd. Net als de brug hebben de foto’s de tand des tijds niet goed doorstaan. George Hendrik Breitner kwam een aantal jaren later voorbij en trof een geheel andere brug aan, een toen in de mode zijnde liggerbrug uit 1879. De brug steunde op de landhoofden op gietijzeren steunen en consoles, een gevolg van het plannen in september 1878 en van een aanbesteding van januari 1879 voor het "verlagen en verbreeden van de steenen wulfbrug" en de levering van ruim 13 ton bultijzer. Die brug ging een tijdlang mee. In de jaren 1976/1977 moest de brug vernieuwd worden en werd de brug in oude glorie hersteld. Ze kreeg echter een betonnen paalfundering en een betonnen legger, dus een status van gemeentelijk of rijksmonument zat er niet in, ook al ziet de vorm van de brug er oud uit. Die brug werd gebouwd onder ontwerp van Dirk Sterenberg werkend voor de Dienst der Publieke Werken, maar met name bekend vanwege zijn moderne betonnen bruggen, zie brug 705 of de in 2020 afgebroken Buikslotermeerpleinbrug. Dat de brug toen herbouwd is blijkt uit de zoutschade die te zien is aan de brug en ook aan de Oudekerksbrug, ook gemoderniseerd naar model van Sterenberg.

De Gecroonde Raep
De Gecroonde Raep

De Gecroonde Raep is een grachtenpand aan de Oudezijds Voorburgwal 57 te Amsterdam. Het is in 1615 door Hendrick de Keyser gebouwd voor Eduard Emtinck (1569-1645) en is het beste voorbeeld van een trapgevel in de barokke Amsterdamse renaissance. De rijk versierde trapgevel heeft grote trappen met voluten, dubbele pilasters gekoppeld door cartouches (schilden) als muurdammen op de eerste verdieping, accoladebogen boven de vensters, maskers, kopjes en twee jaartalstenen. Opvallend is dat schuin aan de overzijde aan de Oudezijds Voorburgwal 18 (Int Slodt van Egmondt uit circa 1615) een gevelfragment voorkomt dat sterk lijkt op De Gecroonde Raep. Waarschijnlijk is hier sprake van "aannemersplagiaat". In een zeventiende-eeuws boek over Hendrick de Keyser is een ontwerptekening gepubliceerd, waarop de gevel voor de helft staat afgebeeld (naast de tekening van de gevel van De Dolphijn). De onderpui is later gewijzigd, namelijk versteend. De Gecroonde Raep is een vroeg voorbeeld van een huis met achterhuis gescheiden door een binnenplaats en een gang die voor- en achterhuis met elkaar verbindt. Maar dit achterhuis is niet, zoals gebruikelijk, dwars geplaatst. Het achterhuis bevindt zich aan de Oudezijds Achterburgwal (nummer 46A). Het werd in 1633 uitgebreid, waardoor het huis een L-vormige kavel kreeg. Aan de Achterburgwal-gevel bevinden zich twee jaartalstenen (1615 en 1633) en de gevelsteen De Gecroonde Raep. De jaartalsteen 1633 geeft het gedeelte van het achterhuis aan dat in 1633 bij het achterhuis uit 1615 is getrokken. De achtergevel is sterk gewijzigd, evenals de kap van het huis. In de 19e eeuw was in het pand een sigarenfabriekje gevestigd en in de 20e eeuw woonde en werkte de beeldhouwer Cephas Stauthamer er, met op de voormalige tabakszolder zijn atelier. Dit architectonisch uiterst belangrijke pand is sinds 1946 eigendom van de Vereniging Hendrick de Keyser. Het is in 1985 gerestaureerd.

Borstplaat (kunstwerk)
Borstplaat (kunstwerk)

Borstplaat en De gestreelde borst zijn fictieve namen van een reliëf in Amsterdam-Centrum. De afbeelding ligt in het plaveisel van het Oudekerksplein aan de zijkant van de Oude Kerk. Op de koperen tegel zijn twee borsten te zien en een hand die een van beide beetpakt. Dit beeld is, evenals andere beelden, 's nachts anoniem geplaatst en wordt toegeschreven aan De Onbekende Beeldhouwer, die daarbij een hele ris kunstwerken op zijn naam kreeg, zonder dat bekend is of er inderdaad sprake is van één persoon. Het beeld werd op een nacht in februari 1993 door die onbekende ingegraven op die plek. Buurtbewoners klaagden en ook het Stedelijk Beheer was niet blij en men drong aan op verwijdering. Daarvoor werden verschillende redenen genoemd: ongepast op deze rustieke plek, alhoewel het Ouderkerksplein midden in de hoerenbuurt van Amsterdam ligt: De Wallen geluidshinder (door slaan op het bronzen beeld en bijbehorende galm in een wateropvangbekken eronder) de gemeente, althans Stedelijk Beheer, was het anoniem plaatsen van deze beelden zat. De wethouder van Kunstzaken Ernst Bakker was juist blij met het initiatief de stad de verrijken met beelden. Saillant detail was dat een van de klagers de secretaresse van Bakker was; zij had last van de galm. Stedelijk Beheer ging toch over tot verwijdering, terwijl de wethouder Rick ten Have van Stedelijk Beheer bezig was een brief op te stellen om het de laten liggen. Bakker en Ten Have kregen een meningsverschil over deze gang van zaken. Bij het verwijderen werd geconstateerd dat er een groot brok beton aan geklonken was en het plaatsen geen kleine ingreep geweest moest zijn. De gemeente Amsterdam, weer Ernst Bakker, vroeg de maker zich te melden, anders zou het beeld aan de gemeente toevallen en dat de gemeente zelf een plek tot plaatsing zou aanwijzen. De maker meldde zich, maar stelde wel als voorwaarde dat hij anoniem bleef. De gemeente ging vervolgens in gesprek met de maker en ze kwamen overeen het beeld te voorzien van een geluiddempende laag. Het beeld werd weer ingegraven op het Oudekerksplein; het is dan 1 juli 1993. Bakker kwam het zelf onthullen; hij hoefde alleen wat zand weg te peuteren en vegen. Tijdens de onthulling van het beeld kon Ten Have maar tot één conclusie komen, dat de maker koningin Beatrix der Nederlanden was; hij combineerde daarbij kunstzinnigheid, voldoende financiën en gewenste anonimiteit.