place

Lievebrug

Brug in Gent
20111023 Gent (0051)
20111023 Gent (0051)

De Lievebrug is een stenen brug over de Lieve in Gent. De brug wordt een eerste maal in geschreven bronnen vermeld in 1326. Er zijn vermeldingen naar de "Vander Liefbrucge", "Lievebrucghe", "Betsgraven brugge" en "Vander Liefbrugghen bi Lijsbetten sGraven". De brug wordt vernoemelijk genoemd naar Elisabeth de Grave, een toenmalige bewoonster van een hoekhuis vlak bij deze brug. Op de Lieve was havenactiviteit van de 16e tot de 18e eeuw, maar vervolgens ging deze bedrijvigheid over naar de Coupure. Een 16e-eeuwse stenen brug op de locatie was in steen en "hoog en moeyelyk om over te ryden zynde". In 1828 werd een houten draaibrug geplaatst, in 1858 een metalen draaibrug. De huidige betonnen brug werd in 1952 afgewerkt in Doornikse steen met een leuning in metaal.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Lievebrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 51.058194444444 ° E 3.71975 °
placeToon op kaart

Adres

Lievebrug

Augustijnenkaai
9000 Gent (Gent)
Oost-Vlaanderen, België
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q23806633)
linkOpenStreetMap (493776881)

20111023 Gent (0051)
20111023 Gent (0051)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Arca (theatergroep)

Arca is een Gents theatergezelschap dat in 1955 ontstond uit het kamergezelschap Toneelstudio '50. Toneelstudio '50 werd in 1950 opgericht door Dré Poppe, Walter Eysselinck en enkele andere docenten en studenten van de Gentse Koninklijke Toneelschool. De eerste voorstelling volgde op 14 november 1951. Vanaf 18 november 1955 gingen de voorstellingen door in de kelder onder café Arca aan de Hoogpoort in Gent en nam het keldertheater de naam van het café over. In die kelder werd een zaaltje voor zo'n 100 toeschouwers ingericht. Poppe zette zijn stempel de eerste jaren op het gezelschap als directeur, regisseur en - in een beperkt aantal producties - acteur. Andere regisseurs waren onder meer Frans Roggen en Walter Eysselinck. Tot de acteursgroep behoorden Roger Lammen, Roger De Wilde, Diane de Ghouy, Rudi Van Vlaenderen, Jenny Tanghe, Luce Premer, Rolle Denert, Jaak Vermeulen en Daniël De Cock. In 1965 maakte Poppe de overstap naar NT Gent waar hij artistiek directeur werd. Frans Roggen, Jan D’Haese en Jaak Vermeulen namen de leiding bij arcateater. Ze werden op hun beurt opgevolgd door Jean-Pierre De Decker en Jo Decaluwe. Een gekende productie uit die tijd was Sursum Corda. Teksten voor stukken werden geleverd door onder meer Dr. Andus P. Maar ook Keith Cannel Keats trad in Arca op, met Griet De Bock, Keats Cannel, Jean Blaute en Chris De Braeckeleer als leden. In de acteursgroep doken ook Gilda De Bal, Bert Van Tichelen, Greta Van Langendonck, Eddy Vereycken, Julien Schoenaerts, Arne Sierens, Geert Willems, Marc Van Eeghem en nog later Jan Steen, Elke Dom, Katrien Vandendries en Lotte Pinoy op. Arca verhuisde van café Arca naar een zaal aan de achterzijde van het Gravensteen aan de Sint-Widostraat, van het Gravensteen gescheiden door de Lieve. Ook breidde het gezelschap uit met Tinnenpot, een zalencomplex in het Gentse Prinsenhof. In 2001 fusioneerde Arca met NTG tot het Publiekstheater. Tinnenpot ging zelfstandig verder met Jo Decaluwe als zakelijk en artistiek leider.

Sint-Stefanuskerk (Gent)
Sint-Stefanuskerk (Gent)

De Sint-Stefanuskerk is een kerkgebouw in Gent. De kerk grenst aan en is onderdeel van het Augustijnenklooster. De kerk is gewijd aan Sint-Stefanus. Gentenaars noemen deze kerk ook Sint-Ritakapel omwille van de drukbezochte kapel in de kerk, gewijd aan de heilige Rita. De vorige kloosterkerk uit 1606 ging bijna volledig in vlammen op bij een zware brand in 1838. De augustijnen betrokken tijdelijk de kerk van de opgeheven orde der Geschoeide Karmelieten aan de Lange Steenstraat. Na het herbouwen van de kerk onder leiding van architect Jean Baptiste De Baets, werden uit de vlakbij gelegen Lange Steenstraat de acht biechtstoelen, het 17e-eeuws barokke eikenhouten preekgestoelte en het koorgestoelte van het monnikenkoor meegenomen. De nieuwe kerk werd ook voorzien van heiligenbeelden, waaronder een van Sint-Stefanus, gebeeldhouwd door broeder Prosper Venneman, die ook het hoogaltaar ontwierp. De kerk werd ingezegend op 26 december 1841, het patroonfeest van Sint-Stefanus. De toren werd afgewerkt in 1849. Boven de altaren in de kerk hangen meerdere werken van Gaspar de Crayer. In de kerk is een orgel uit 1873 van Philippe Forrest. Een tweede orgel in de kerk is een Flentroporgel uit 1962, oorspronkelijk gebouwd voor de doopsgezinde kerk in Enschede. Nadat deze kerk uit gebruik werd genomen werd het orgel verkocht aan het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Daar werd het ingespeeld door Pierre Cochereau. Nadien verhuisde het van Brussel naar Gent. De kerk werd, net als het aanliggende klooster, in 1958 beschermd als monument van onroerend erfgoed.

Oude Vismijn (Gent)
Oude Vismijn (Gent)

De Oude Vismijn is een van de oudste markten van de Belgische stad Gent. Oorspronkelijk bevond deze markt zich op de huidige Groentenmarkt. In 1689 kreeg ze haar huidige locatie op het Sint-Veerleplein met haar kenmerkend poortgebouw en vaste stallen in open lucht. Met het oog op deze nieuwe locatie kochten de schepenen van de Keure drie huizen van het Sint-Veerlekapittel, dat toen al driekwart eeuw was ondergebracht bij de Sint-Niklaaskerk. Ten westen van de Oude Vismijn loopt de Lieve en ten zuiden de Leie. Ten noordoosten ligt de wijk Patershol. Het poortgebouw werd in 1689 door stadsarchitect Adriaan Van Der Linden, naar de plannen van Arthur Quellyn, opgetrokken in barokstijl en versierd met drie beelden van zeegoden; het werd zwaar beschadigd door een brand in 1872. Enkel het beeld van Neptunus, van de hand van Guy Helderberg, kon worden gered. De andere beelden werden vervangen door nieuwe beelden, ontworpen door Adolphe Pauli, van een man en een vrouw die de Schelde en de Leie voorstellen. De dolfijnen werden ontworpen door Karel van Poucke. Een overdekte markthal als verkoopplaats voor vis, vlees en groenten werd toegevoegd terwijl op het open marktplein verder openbaar vis werd verkocht. Het gebouw werd voorzien van neogotische gevels, in het vooruitzicht van de Wereldtentoonstelling van 1913. In de 20e eeuw kende het gebouw een aantal functiewijzigingen (bandencentrale, bowlingzaal...). Aan de leegstand werd een einde gemaakt toen de stad een wedstrijd uitschreef om het pand een nieuwe bestemming te geven. In 2010 werd het pand heringericht als een horecazaak. De Oude Vismijn huisvest sinds 2 maart 2012 de Dienst Toerisme Gent.