place

Keulsepoort (Brussel)

Poort in BrusselVoormalig bouwwerk in Brussel (stad)
View of the Square in Melting Snow MET DP132534
View of the Square in Melting Snow MET DP132534

De Keulsepoort (Frans: Porte de Cologne) was in de 19e eeuw een octrooipoort van Brussel die het huidige Rogierplein verbond met de Nieuwstraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Keulsepoort (Brussel) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Keulsepoort (Brussel)
Marktstraat,

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Keulsepoort (Brussel)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.855277777778 ° E 4.3584444444444 °
placeToon op kaart

Adres

Tunnel Rogier - Rogiertunnel

Marktstraat
1210
België
mapOpenen op Google Maps

View of the Square in Melting Snow MET DP132534
View of the Square in Melting Snow MET DP132534
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Rogierplein
Rogierplein

Het (Karel) Rogierplein (Frans: Place (Charles) Rogier) is een plein in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node. Het plein ligt aan de Kleine Ring van de Belgische hoofdstad en vormt de kruising van de Kruidtuinlaan, de Nieuwstraat, de Brabantstraat, de Adolphe Maxlaan en de Vooruitgangsstraat. Het naar Charles Rogier genoemde plein bevindt zich op de overgang tussen de historische binnenstad (de Vijfhoek) en de kantorenwijk Noordruimte, een exponent van het moderne Brussel. Het Rogierplein wordt gedomineerd door hedendaagse hoogbouw, waarin kantoren, hotels en winkelcentra onderdak vinden. Het plein is dan ook een belangrijke commercieel centrum. Aan de noordkant van het Rogierplein staat de Rogiertoren, het op twee na hoogste gebouw van België. Onder het plein ligt het metrostation Rogier, waar de ringlijnen 2 en 6 en de noord-zuidas van de premetro elkaar kruisen. Tot 1952 bevond zich aan het Rogierplein het Brusselse Noordstation. Het kopstation werd in verband met de ingebruikname van de Noord-Zuidverbinding vervangen door een nieuw, verder naar het noorden gelegen stationscomplex. In 1955 werd het oude stationsgebouw afgebroken. Van 1 mei 1891 tot 31 juli 1978 hadden de buurtspoorwegen op dit plein een van de belangrijkste Brusselse eindpunten. Het was vanaf 11 oktober 1957 ingericht met een keerlus langs de Georges Matheusstraat en de Theaterstraat (nu Albert II-laan). Het grootste deel van het plein werd 2013-2015 opnieuw aangelegd, waarbij ook enkele toegangen tot het metrostation opengewerkt en vernieuwd werden. Boven het station is een grote parasolvormige lichtdoorlatende luifel gekomen naar plannen van Xaveer De Geyter. De constructie weegt 200 ton en heeft een diameter van 64 meter.

Internationaal Rogiercentrum
Internationaal Rogiercentrum

Het Internationaal Rogiercentrum, ook wel de Martinitoren genoemd vanwege de grote neonreclame van Martini die het gebouw kroonde, was een multifunctioneel torengebouw op het Rogierplein in Brussel. Het gebouw werd gebouwd op de plaats van het oude Noordstation dat onder impuls van de Noord-Zuidverbinding zijn functie van eindstation had verloren en daarom gesloopt werd. Het gebouw werd ontworpen door architect Jacques Cuisinier die zich liet inspireren door het werk van Le Corbusier en uiteindelijk voltooid werd in 1963. Het was samen met het Atomium het uithangbord van de Expo 58 en straalde de sfeer van de gouden jaren zestig uit. Europese steden keken inmiddels op naar hun trans-Atlantische buren waar hoogbouw het kenmerk van was en zo the Amerikaanse leefstijl introduceerde in hun hoofdstad. De toren werd een stad in de stad waar gewoond en gewerkt had met alle bijhorende faciliteiten zoals het Théâtre National de Belgique en winkels. Het Rogiercentrum wordt ook wel de pionier van het modernisme genoemd en bevatte onder meer kantoren, appartementen, een winkelgalerij en een theater. Bij de voltooiing was het een van de opmerkelijkste hoogbouwprojecten in België omwille van het multifunctionele programma, de vormgeving en de integratie in de stad. Het centrum bood ook onderdak aan het befaamde Martini Center, hoog in de nok van de toren op de 29ste en 30ste verdieping. Hier kwamen vedetten als Louis de Funès, Georges Brassens, Jacques Brel en The Rolling Stones langs voor een persvoorstelling en signeersessies. De club sloot uiteindelijk in 1978 de deuren en nadien ging het ook met de rest van het ooit zo prestigieuze centrum gestaag naar beneden. De hoogste verdiepingen bleven leeg en de ronddraaiende Mercedes-ster bovenop de toren die de neon van Martini moest vervangen kon niet het prestige van zijn voorganger evenaren. Kantoren en appartementen raakten niet meer verhuurd, een geplande renovatie ging niet door en ook externe factoren zoals de kaalslag van de Noordwijk deden geen goed. De Martinitoren verwaarloosde steeds meer en werd ook illegaal bewoond door krakers. De laatste bewoner werd in 1995 uiteindelijk na een juridische strijd uit zijn appartement gezet. De neergang werd tot 2001 bespoedigd door alles in het gebouw open te laten. Zelfs het meubilair van de club kon hierdoor geplunderd worden. Het Théâtre National vertrok uiteindelijk in het voorjaar van 2001 en het hele gebouw werd in het najaar van datzelfde jaar ondanks protesten gesloopt in een tempo van een verdieping per week.

Brand in de Innovation
Brand in de Innovation

De brand in de Innovation was een ramp die in de namiddag van 22 mei 1967 het Brusselse filiaal van de Belgische grootwarenhuisketen Innovation (nu INNO) trof. Er vielen 251 doden en 62 gewonden. Er waren naar schatting achthonderd aanwezigen. Het warenhuis was gevestigd in een doolhof van verschillende gebouwen. Vooral in het zelfbedieningsrestaurant, aan de achterzijde, hadden veel mensen pas laat in de gaten dat er brand was. Zij konden geen kant uit toen het vuur hen bereikte. Ook in de andere gebouwen beseften velen niet wat er aan de hand was, doordat het brandalarm op hetzelfde tijdstip afging als de bel die dagelijks het middageten van het personeel aankondigde. Rond 13.20 uur werd door een verkoopster brand opgemerkt in een kleine opslag voor kinderkledij op de eerste verdieping. Toen de brandweer aankwam, had het vuur de centrale koker al bereikt waardoor het extra zuurstof kreeg. Mensen sprongen uit ramen, terwijl brandweer en omwonenden hen probeerden te redden door dekens te spannen en ladders te plaatsen. Eén man overleefde een sprong van de derde verdieping zonder noemenswaardige verwondingen. Om 15.15 uur stortte een gedeelte van de winkel in. Over de oorzaak van de brand is veel gespeculeerd. Eerst werd gedacht aan brandstichting door extreemlinkse militanten; in de Innovation was net een Amerikaanse week bezig, en door de Vietnamoorlog was er veel anti-Amerikaans protest. Bewijs van kwade opzet is echter nooit gevonden. Procureur Vélu drukte de geruchten over een aanslag de kop in door te bevestigen dat er slechts één vuurhaard was geweest. Na drie jaar werden de resultaten van het gerechtelijk onderzoek bekendgemaakt. De drie aangestelde experts kwamen tot de conclusie dat zich lekkend stadsgas had opgehoopt boven een vals plafond en dat dit in brand was geschoten door een verhitte lichtspot. In elk geval was het warenhuis geenszins brandveilig: de blusinstallatie was ontoereikend, de architectuur (een soort amfitheater rondom een centrale ruimte met trappenhuis) droeg bij aan een snelle vuurontwikkeling, de nooduitgangen waren niet allemaal geopend, sommige nooduitgangen waren aangebracht voor de sier (voor ramen en blinde muren). Desondanks besloot het parket niet te vervolgen. Vijf jaar na de brand kreeg België een zeer strenge wetgeving voor brandveiligheid in winkels. Innovation opende in 1970 op dezelfde plaats een nieuw warenhuis. Op de begraafplaats van Brussel in Evere staat een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de brand.