place

Hotel Le Plaza

Art-deco-architectuur in BelgiëBioscoop in BrusselBouwwerk in Brussel (stad)Hotel in Brussel
Lobbysmall
Lobbysmall

Hotel Le Plaza is een luxehotel aan de Adolphe Maxlaan in de Belgische hoofdstad Brussel. Het hotel kwam op de plaats van bioscoop Winter Palace. Het opende zijn deuren in 1930 en is daarmee het jongste zogenaamde palace of klassiek luxehotel van Brussel. Architect Michel Polak hanteerde een art-deco-stijl en zou zich ook hebben laten inspireren door het Hôtel George-V in Parijs, met een Lodewijk XVI-interieur. Aanvankelijk was er een bioscoopzaal in het gebouw geïntegreerd, in een weelderige Spaans-Arabisch-Moorse stijl. Hij sloot de deuren in 1985 en kreeg een nieuwe functie als congreszaal. Tegenwoordig is Le Plaza een van de laatste onafhankelijke hotels in Brussel. In de jaren 90 werd er een grondige renovatie ondernomen met het oog op het herstellen van Le Plaza's oorspronkelijke glorie. Het hotel telt 190 kamers en suites, verdeeld over 7 verdiepingen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Hotel Le Plaza (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Hotel Le Plaza
Mechelsestraat, Brussel Vijfhoek

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Hotel Le PlazaLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 50.854444444444 ° E 4.3563888888889 °
placeToon op kaart

Adres

Le Plaza Brussels (Hotel Plaza)

Mechelsestraat
1000 Brussel, Vijfhoek
België
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q3145563)
linkOpenStreetMap (16035003)

Lobbysmall
Lobbysmall
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Adolphe Maxlaan
Adolphe Maxlaan

De Adolphe Maxlaan (Frans: Boulevard Adolphe Max) is een van de centrale noord-zuidlanen in het centrum van Brussel. De laan loopt van het Rogierplein aan de Kleine Ring tot het De Brouckèreplein, en vormt een aanloop naar het centrale voetgangersgebied van Brussel in de daarop volgende autovrije Anspachlaan. De laan loopt parallel aan Brussels meest bezochte winkelstraat, de Nieuwstraat. De Adolphe Maxlaan werd aangelegd tussen 1867 en 1871 en maakt deel uit van de noord-zuidas, die ontstond na de overwelving van de Zenne. Oorspronkelijk droeg hij de naam Noordlaan, aangezien hij naar het Noordstation leidde. In 1919 werd de laan hernoemd naar de toenmalige Brusselse burgemeester Adolphe Max. Om de ontwikkeling van de nieuwe lanen te stimuleren schreef men een architectuurwedstrijd uit. De eerste prijs werd in 1876 toegekend aan een gebouw aan de Adolphe Maxlaan, Hier ist in den kater en de kat van architect Hendrik Beyaert. Sinds 1976 ligt de noord-zuidlijn van de Brusselse premetro onder de laan. Door de invoering van eenrichtingsverkeer aan de kant van het de Brouckèrplein verminderde de verkeersdrukte gevoelig. Lange tijd vormde de Adolphe Maxlaan een van de meest levendige straten van Brussel, met gerenommeerde winkels, typisch Brusselse cafés en een indrukwekkend aantal cinemazalen. Vanaf de jaren 1970 trad er verval in. Bijna alle oude gelegenheden verdwenen. Ook het luxueuze Hotel Le Plaza sloot zijn deuren. In de plaats daarvan kwamen er vooral souvenirwinkels, snackbars en seksshops. De heropening van Le Plaza in 1998 betekende het begin van een zekere heropleving. Van de cinema's bleven alleen een paar seksbioscopen over. De laatste, de ABC, stopte pas in 2014. De filmzaal werd toen opgekocht door een stichting van filmliefhebbers die ze voor culturele projecten gaan gebruiken.

Onze-Lieve-Vrouw van Finisterraekerk
Onze-Lieve-Vrouw van Finisterraekerk

De Onze-Lieve-Vrouw van Finisterraekerk (Frans: Église Notre-Dame du Finistère) is een kerkgebouw in de Belgische hoofdstad Brussel aan de Nieuwstraat. Reeds in de 15e eeuw bestond er een kleine kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw bij de groententuinen van het Brussels grondgebied, aan het uiteinde van het stadsgebied (met enige overdrijving Finis Terrae of Einde van de Wereld). Bij een inval door de Nederlanden in de loop van de Tachtigjarige Oorlog wordt de kapel verwoest maar vervolgens groter heropgebouwd en in 1617 ingezegend door Matthias Hovius, de aartsbisschop van Mechelen. Door de stadsgroei wordt de kapel in de 17e eeuw te klein en wordt in 1646 een parochiekerk opgetrokken, die tien jaar later al vergroot dient te worden. De huidige kerk is een kerk waarvan de bouw werd aangezet in 1708 en de wijding plaatsvond in 1730. Architecten zijn vermoedelijk Willem de Bruyn en beeldhouwer Hendrik Frans Verbruggen. De kerk in barokarchitectuur is driebeukig met een middenschip, twee zijbeuken en een halfrond koor, zonder transept. In de kerk bevinden zich schilderijen van Gaspar de Crayer, Joseph van Severdonck en Charles de Groux. De naturalistische preekstoel is van Simon Joseph Duray (1758). Hij verbeeldt de Zondeval tussen de Levensboom en de Boom van de kennis van goed en kwaad. Mozes met de wetstafelen en Aäron vertegenwoordigen het oude verbond. De gekruisigde Christus is de nieuwe boom des levens. Een beeldje uit 1625, aanwezig in de kerk sinds 1814 en oorspronkelijk afkomstig uit Aberdeen, heeft de naam geluk te brengen bij kansspelen en bij examens. Het orgel uit 1849-1856 is van de hand van Hippolyte Loret werd een laatst maal in 1999 hersteld door de firma Thomas en Jean Ferrard. In 1970 ging bij een brand de klokkentoren in de vlammen op, die men nadien restaureerde. De brand volgde slechts drie jaar na een grote brand recht tegenover aan de overkant van dezelfde Nieuwstraat, de brand in de Innovation. Onze-Lieve-Vrouw van Finisterrae was van 1973 tot 2003 de parochiekerk van pastoor Staf Nimmegeers.

Brand in de Innovation
Brand in de Innovation

De brand in de Innovation was een ramp die in de namiddag van 22 mei 1967 het Brusselse filiaal van de Belgische grootwarenhuisketen Innovation (nu INNO) trof. Er vielen 251 doden en 62 gewonden. Er waren naar schatting achthonderd aanwezigen. Het warenhuis was gevestigd in een doolhof van verschillende gebouwen. Vooral in het zelfbedieningsrestaurant, aan de achterzijde, hadden veel mensen pas laat in de gaten dat er brand was. Zij konden geen kant uit toen het vuur hen bereikte. Ook in de andere gebouwen beseften velen niet wat er aan de hand was, doordat het brandalarm op hetzelfde tijdstip afging als de bel die dagelijks het middageten van het personeel aankondigde. Rond 13.20 uur werd door een verkoopster brand opgemerkt in een kleine opslag voor kinderkledij op de eerste verdieping. Toen de brandweer aankwam, had het vuur de centrale koker al bereikt waardoor het extra zuurstof kreeg. Mensen sprongen uit ramen, terwijl brandweer en omwonenden hen probeerden te redden door dekens te spannen en ladders te plaatsen. Eén man overleefde een sprong van de derde verdieping zonder noemenswaardige verwondingen. Om 15.15 uur stortte een gedeelte van de winkel in. Over de oorzaak van de brand is veel gespeculeerd. Eerst werd gedacht aan brandstichting door extreemlinkse militanten; in de Innovation was net een Amerikaanse week bezig, en door de Vietnamoorlog was er veel anti-Amerikaans protest. Bewijs van kwade opzet is echter nooit gevonden. Procureur Vélu drukte de geruchten over een aanslag de kop in door te bevestigen dat er slechts één vuurhaard was geweest. Na drie jaar werden de resultaten van het gerechtelijk onderzoek bekendgemaakt. De drie aangestelde experts kwamen tot de conclusie dat zich lekkend stadsgas had opgehoopt boven een vals plafond en dat dit in brand was geschoten door een verhitte lichtspot. In elk geval was het warenhuis geenszins brandveilig: de blusinstallatie was ontoereikend, de architectuur (een soort amfitheater rondom een centrale ruimte met trappenhuis) droeg bij aan een snelle vuurontwikkeling, de nooduitgangen waren niet allemaal geopend, sommige nooduitgangen waren aangebracht voor de sier (voor ramen en blinde muren). Desondanks besloot het parket niet te vervolgen. Vijf jaar na de brand kreeg België een zeer strenge wetgeving voor brandveiligheid in winkels. Innovation opende in 1970 op dezelfde plaats een nieuw warenhuis. Op de begraafplaats van Brussel in Evere staat een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de brand.

Rogierplein
Rogierplein

Het (Karel) Rogierplein (Frans: Place (Charles) Rogier) is een plein in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node. Het plein ligt aan de Kleine Ring van de Belgische hoofdstad en vormt de kruising van de Kruidtuinlaan, de Nieuwstraat, de Brabantstraat, de Adolphe Maxlaan en de Vooruitgangsstraat. Het naar Charles Rogier genoemde plein bevindt zich op de overgang tussen de historische binnenstad (de Vijfhoek) en de kantorenwijk Noordruimte, een exponent van het moderne Brussel. Het Rogierplein wordt gedomineerd door hedendaagse hoogbouw, waarin kantoren, hotels en winkelcentra onderdak vinden. Het plein is dan ook een belangrijke commercieel centrum. Aan de noordkant van het Rogierplein staat de Rogiertoren, het op twee na hoogste gebouw van België. Onder het plein ligt het metrostation Rogier, waar de ringlijnen 2 en 6 en de noord-zuidas van de premetro elkaar kruisen. Tot 1952 bevond zich aan het Rogierplein het Brusselse Noordstation. Het kopstation werd in verband met de ingebruikname van de Noord-Zuidverbinding vervangen door een nieuw, verder naar het noorden gelegen stationscomplex. In 1955 werd het oude stationsgebouw afgebroken. Van 1 mei 1891 tot 31 juli 1978 hadden de buurtspoorwegen op dit plein een van de belangrijkste Brusselse eindpunten. Het was vanaf 11 oktober 1957 ingericht met een keerlus langs de Georges Matheusstraat en de Theaterstraat (nu Albert II-laan). Het grootste deel van het plein werd 2013-2015 opnieuw aangelegd, waarbij ook enkele toegangen tot het metrostation opengewerkt en vernieuwd werden. Boven het station is een grote parasolvormige lichtdoorlatende luifel gekomen naar plannen van Xaveer De Geyter. De constructie weegt 200 ton en heeft een diameter van 64 meter.