place

Geert Geertsenbrug

Brug in Amsterdam-West
Erasmuspark Mercatorstraat brug
Erasmuspark Mercatorstraat brug

De Geert Geertsenbrug (brug 395) is een vaste brug in Amsterdam-West. De voetgangersbrug ligt aan de westelijke rand van het Erasmuspark en verzorgt de toegang vanuit de Hondiusstraat en Mercatorstraat. Ze overspant de ringsloot rondom het park. Nabij de ingang is horecagelegenheid Terrasmus (situatie 2022) gelegen in het park. De brug dateert uit circa 1970 toen het park voor veel geld geheel opnieuw was ingericht. Het park ligt er al sinds 1927, maar alle bomen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog opgestookt en onderhoud werd er jaren niet gepleegd. In 1961 werd de grote renovatie afgerond en werd het park opnieuw geopend. De brug werd ontworpen door Dick Slebos werkend voor de Dienst der Publieke Werken. Hij ontwierp voor datzelfde park ook de Wil de Graaffbrug (393) en Lof der zotheidbrug (394); ze werden gezamenlijk gebouwd in 1970/1971. De naam verwijst naar Geert Geertsen, volgens Hans Trapman (Erasmus, leven en werk in Erasmus in beeld, Rotterdam, 2008) een Nederlandse naam die pas in de 17e eeuw als Nederlandse naam zijn intrede deed voor Desiderius Erasmus.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Geert Geertsenbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Geert Geertsenbrug
Geert Geertsenbrug, Amsterdam West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Geert GeertsenbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.374083333333 ° E 4.8496916666667 °
placeToon op kaart

Adres

Geert Geertsenbrug

Geert Geertsenbrug
1056 LE Amsterdam, West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q28849759)
linkOpenStreetMap (30487702)

Erasmuspark Mercatorstraat brug
Erasmuspark Mercatorstraat brug
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Hondje (Linda van Boven)
Hondje (Linda van Boven)

Hondje is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-West. Via de officiële instantie die beheer voert over kunst in de openbare ruimte is weinig bekend over dit werk: "Bronzen hondje op een kademuurtje van de Erasmusgracht". Ook de site Buitenbeeldinbeeld vermeldt geen gegevens. Volgens de kunstenaar Linda van Boven maakte het beeld deel uit van een tunnelproject uit de jaren negentig. Sommige verkeerstunnels waren dermate betonachtig en donker dat ze een onveilig gevoel gaven. Een aantal instanties zoals "Kunst Oude Stad" (KOS) en "Algemeen Beheer Gemeentelijke Dienst" (AJBZ) zagen wel wat in kunstwerken om de donkere gangen op te fleuren. Ideeën werden in de zomer van 1995 tentoongesteld in de Stopera, waarna uitwerking begon. Een van die tunnels was de verlenging van de Leeuwendalersweg komend vanaf het Gulden Winckelplantsoen onder de Rijksweg 10 door (Leeuwendalerswegbrug). Van Boven maakte voor die onderdoorgang twee bronzen hondenbeeldjes alsmede een wisselende galerij met afbeeldingen van een man met hond die de tunnel in loopt. Één van de bronzen hondjes werd al snel gestolen en toen het project afgerond was, verdween ook de galerij met afbeeldingen. Het dan “eenzame” hondje, waarvoor haar eigen hond model stond, moest een nieuwe plaats krijgen. Ze kwam in 2002 daarbij op een keermuur nabij de Saïdja en Adindabrug in de Hoofdweg over de gracht. Deze keermuur ondersteunt een terras op het talud van de brug. Langs het beeld lopen dagelijks tientallen voetgangers al dan niet met hond, komend van gaand naar een waterscheiding tussen de waterhuishouding van het Erasmuspark en de Erasmusgracht. Een later werk dat in hetzelfde project is gemaakt in de Vlucht van een kaketoe van Jeroen Werner in Amsterdam-Zuid.

Monument voor een verzonken stad
Monument voor een verzonken stad

Monument voor een verzonken stad is een artistiek kunstwerk staande in het Erasmuspark, Amsterdam-West. De datering van dit werk uit het oeuvre van Berend Peter is 1981-1982. Toen werd dit doorzichtig (essentieel volgens de kunstenaar) raamwerk geplaatst in het Frederik Hendrikplantsoen in Amsterdam. Het bestaat uit vijf rijen van zeven lichtblauwe heipalen vervat in een kooi van metaal. Het geheel is uit het lood geprojecteerd. Het beeld, komend uit een serie Dwazen denken te beschermen moest een tegenwicht bieden tegen de scheef groeiende bomen in het plantsoen maar staat net zo scheef. Het beeld van 330 bij 200 bij 270 centimeter verwees naar de bouwgeschiedenis van de buurt, dat ooit de grens vormde tussen stadsbebouwing en het agrarisch gebied van Sloten. In 1999/2000 constateerde de kunstenaar dat vlak naast zijn beeld een skatebaan (ramp) geplaatst was waardoor die doorkijk was aangetast. De kunstenaar spande een rechtszaak aan tegen Stadsdeel Westerpark; die via een mediator werd beslecht. Het stadsdeel bood excuses aan en plaatste op een los staande heipaal (zelfde kleur) een excuusbordje met daarop ook de belofte dat als het plantsoen wederom heringericht zou worden, het beeld weer op een doorkijkplek zou worden geplaatst. Of dit ook daadwerkelijk gebeurd is, is niet duidelijk (gegevens november 2022). Wel kreeg het in 2013 in overleg met de kunstenaar een nieuwe plek; een groot open veld in het Erasmuspark. Dat deel van het park bestaat uit een grote grasvlakte van 90 bij 50 meter. In Amsterdam-Oost staat ook een beeld van de kunstenaar onder de titel Dwazen denken te beschermen, ook een doorkijk in een grasveld met heipaal en frame.

Saïdja en Adindabrug
Saïdja en Adindabrug

De Saïdja en Adindabrug (brug 162) is een vaste brug in Amsterdam Oud-West. De verkeersbrug is gelegen in de Hoofdweg en overspant de Erasmusgracht. Ze dateert van 1928 (aanbesteding februari 1927, toen nog over het Kattegat), terwijl ze in 1926 al ontworpen was door de bruggenarchitect van de Dienst der Publieke Werken Piet Kramer. De brug is ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School, maar dan wel een vroege versie. De invloeden van Jo van der Mey zijn nog te zien in de brugpijlers. Kramer is verantwoordelijk voor de afwisseling van baksteen en natuursteen, ook in de sierlijke siersmeedijzeren balustrades is zijn hand terug te vinden. Tijdens het opleveren van de brug lag ten noorden van de brug open veld met zandweg tot aan het dorp Sloterdijk met als eerste bebouwing een noodschool. De brug werd rijkelijk breed gebouwd, de gemeente zag de Hoofdweg toen als optimale verbinding tussen de Haarlemmerweg en het Olympisch Stadion, de Olympische Zomerspelen 1928 werden in de stad gehouden. Verkeer uit de richting Haarlem kan zo buiten de stad gehouden worden. Het laatste deel tussen Bos en Lommerplein en Haarlemmerweg is er nooit gekomen, niet eerder dan bij de voltooiing van dat deel van de Rijksweg 10, Einsteinweg genaamd. Rond 2006 werd de brug gerenoveerd, samen met andere bruggen rondom het Erasmuspark. De brug kreeg toen ook haar naam, een verwijzing naar het verhaal van Saïdjah en Adinda van Douwes Dekker. De brug bood langere tijd uitzicht op het noordwestelijk van de brug gelegen GAK-gebouw aan het Bos en Lommerplantsoen, ooit een van de grootste kantoorgebouwen van Nederland.

Robert Scottstraat 28-34
Robert Scottstraat 28-34

Robert Scottstraat 28-34 te Amsterdam is een gebouw aan de Robert Scottstraat in Amsterdam-West. De Robert Scottstraat kent voornamelijk portiekwoningen van rond 1950; de straat had al in 1939 haar naam gekregen maar de Tweede Wereldoorlog hield de bouw op. Dit betekende tevens dat na de oorlog scholen gebouwd moesten worden om de kinderen te onderwijzen. Tussen twee woonblokken met portiekwoningen was ruimte overgelaten voor een schoolgebouw. Het waren echter nog wel de tijd van gescheiden onderwijs van meisjes en jongens. Aan het architectenbureau van Karel Petrus Tholens en Louis Jean George Marie van Steenhardt Carré werd gevraagd een dubbel schoolgebouw te ontwerpen. Tussen alle bakstenen portiekwoningen werd het een opmerkelijke verschijning. Tholens en Steenhardt Carré kwamen met een gebouw uit de stijl Nieuwe Bouwen en functionalisme. Het werd opgeleverd als gangenschool, hetgeen wil zeggen met centrale ingang met lange gangen naar de klaslokalen. Het opvallende aan het gebouw is (behorend bij de stijl) is dat de betonnen dragende constructie zichtbaar is als een frame waarin gevelwanden zijn opgevuld met of baksteen of relatief grote ramen. Het langgerekte gebouw bestaat uit drie bouwlagen. Door op de begane grond de staanders de benadrukken en geen baksteen als bouwmateriaal te gebruiken lijkt het gebouw te zweven, cq licht van gewicht. De trappenhuizen bevinden zich aan de achterzijde van het gebouw, daar waar ook de speelplaats ligt. Er kwamen in de jaren vijftig Rooms-Katholieke scholen in; de Juliaschool (meisjes) en Sint Franciscusschool (jongens), die beide in 1958 nog bezocht werden door koningin Juliana. Aan het eind van de 20e eeuw waren de vele kinderen even verdwenen, maar wijzigde ook de bevolkingssamenstelling van de omliggende straten aanmerkelijk. In 1990 nam Stadsdeel Bos en Lommer het gebouw in gebruik. Het gebouw werd rond 2008 door de gemeente Amsterdam op een lijst gezet van 100 naoorlogse gebouwen die mogelijk in aanmerking zouden kunnen komen voor de status gemeentelijk of rijksmonument. Op 25 juni 2019 kreeg het inderdaad de status van gemeentelijk monument (nr. 200909). In 2022 is in het gebouw de Basisschool De Springplank gevestigd en een van de vestiging van Balletschool De Kattensprong.

The miracle garden
The miracle garden

The miracle garden is een natuurlijk kunstwerk gelegen in het Erasmuspark in Amsterdam-West. Dit kunst- en natuurproject kwam voort uit een blog getiteld The Studio Garden. Dat was een project startend in de tuin behorend bij het atelier aan de Witte de Withstraat van kunstenares Elspeth Diederix. Ze wilde kijken wat mogelijk was op het gebied van tuinieren in combinatie met fotografie. Om dit te verwezenlijken volgde ze een cursus tuinontwerp en een hoveniersopleiding. De stichting "Let it grow" schreef een wedstrijd uit met de opdracht: Ontwikkel voor Amsterdam een kunstwerk dat de wereld van bloemen en planten dichter bij de mensen brengt. Dit vertaalde zich naar de inrichting in 2017 van een aantal bloembedden met fotogenieke bloemen en planten ter grootte van 800 m2 in de zuidoosthoek van het Erasmuspark. Daarbij werd het kunstwerk toegankelijk gehouden voor publiek in het park, die zich het hele jaar kunnen vergapen aan natuurlijk groen; de tuin is niet seizoensgebonden. Het kunstwerk dat mede tot stand kwam met hulp van kunstinstellingen Mondriaanfonds, het Amsterdams Fonds voor de Kunsten, Prins Bernhard Cultuurfonds, Tijl Fonds en de gemeente Amsterdam wordt onderhouden door de kunstenares en buurtbewoners. De flora werd geleverd door tuincentra. Door een grote diversiteit aan bloemen en planten werden de perken een toevluchtsoord voor allerlei insecten (bijen, vlinders). In 2018 kreeg ze van het Amsterdam UMC de Elisabeth van Thüringenprijs toebedeeld voor Flowerfields, een serie foto’s met medicinale bloemen. In 2021 werd de tuin genomineerd voor de Amsterdamprijs voor de kunst. Vanaf april 2021 startte het project Vier jaargetijden, een column op maandag in Het Parool waarin wekelijks op maandag een van Diederix’ foto’s wordt afgedrukt met een begeleidende tekst.

Sanderijnstraat
Sanderijnstraat

De Sanderijnstraat is een straat in Bos en Lommer in Amsterdam-West. De straat kreeg op 20 april 1939 haar naam en is vernoemd naar het Abele spel Lanseloet van Denemarken over het liefdeskoppel Lanseloet en Sanderijn (Sandrijn). De oneven genummerde kant van de Sanderijnstraat vormt een eenheid met de even genummerde kant van de Lanseloetstraat. Ze loopt noordwaarts vanaf de Erasmusgracht naar de Tijl Uilenspiegelstraat, ze wordt daarbij doorsneden door de Marieken van Nimwegenstraat. In juli 1939 werd de grond vrijgegeven voor het woonblok Lanseloetstraat, Marieken van Nimwegenstraat en Sanderijnstraat voor de bouw van 83 woningen, 2 winkel/kantoorunit en een 22-tal bergingen. Niet veel later werden ook de andere percelen in erfpacht gegeven. Er kwamen aan de Sanderijnstraat vier woonblokken, het woonblok Sanderijnstraat 2-20, Esmoreitstraat 1-19, Erasmusgracht werd in mei 1940 opgeleverd. Aan het eind van de straat oneven kant werd een noodschool neergezet, waar Jeroen Voskuyl (1914-1959) nog een wandschildering voor maakte. Dat kunstwerk in Paul Kleestijl is vermoedelijk verdwenen bij de bouw van de definitieve school. Alle woningen in de straat zijn ontworpen door Arend Jan Westerman en dateren uit de periode 1939/1940, behalve Sanderijnstraat 22 tot en met 42, zij dateren uit 1950. Alle woningen zijn gebouwd in een stijl die doet denken aan een eenvoudige variant van de Amsterdamse School met platte daken en een kenmerkende roedeverdeling in de raampartijen. De woningen zijn minstens een keer gerenoveerd.

Samen bij De Boeg
Samen bij De Boeg

Samen bij De Boeg is een huizenhoge muurschildering op het gebouw Hoofdweg 495 te Amsterdam-West. Bij de bebouwing van het Bos en Lommerplein voor het GAK-gebouw werd rond 1992 het verzorgingscentrum De Boeg gebouwd. Het kreeg een adres aan de Hoofdweg. Aan de noordelijke gevel kwam een bijna geheel blinde muur, vermoedelijk in afwachting van verdere bebouwing. Toen er daadwerkelijk op die plek gebouwd ging worden, het is dan 2009, werd niet geopteerd voor het bouwen tegen De Boeg aan, maar pas na een open ruimte, die toegang biedt tot het Bos en Lommerplantsoen. Die blinde gevel werd in het kader van het opfleuren van de buurt in 2022 voorzien van een muurschildering. Het ontwerp van de muurschildering is afkomstig van Richard Kofi, die in de jaren daarvoor stadstekenaar was. De schildering werd gezet in het kader van het project Muren van West. Er werden daarbij muurschilderingen gezet aan de Bos en Lommerweg (Reinaert de vos, vier aan de Wiltzanghlaan (Tijgervrouwen, Eenheid in diversiteit, Stamboom en Four peas in a pod), een aan de Hoofdweg (Samen bij De Boeg), Het toverbos aan De Rijpstraat van Peim van der Sloot (zomer 2022) en een aan de Sara Burgerhartstraat (herfst 2022) (gegevens november 2022). De muurschilderingen moesten verhalen uit de buurt weergeven. Kofi maakte zijn ontwerp op basis van de verhalen van de bewoners van De Boeg en gebruikers van het Huis in de Buurt, dat in hetzelfde gebouw gevestigd is, aldus Het Parool. Met de schildering wilde de ouderen in deze buurt meer gezicht geven; hij is van mening dat ouderen een steeds groter deel van de bevolking vormen, maar onvoldoende zichtbaar zijn. Kofi kon zijn schildering niet zelf plaatsen; hij heeft last van hoogtevrees en de schildering loopt tot 24 meter hoogte op. Kenmerkend voor het werk van Kofi is arcering, hier terug te vinden in de kleding van de afgebeelde mensen. De tekening wordt afgesloten door een “alziend oog”, dat staat voor overleden familieleden of vrienden van de bewoners, die toch een oogje in het zeil houden. De tekening werd 13 juli 2022 onthuld. De schildering werd (mede-)gefinancierd door het Amsterdamse Fonds voor de Kunst.