place

Latjesbrug

Basculebrug in AmsterdamBouwwerk van Dirk SterenbergBrug in Amsterdam-Centrum
Brug 50, Latjesbrug, in de Anne Frankstraat over de Nieuwe Herengracht foto 1
Brug 50, Latjesbrug, in de Anne Frankstraat over de Nieuwe Herengracht foto 1

De Latjesbrug (brug 50) is een basculebrug in Amsterdam-Centrum. De brug is gelegen in de Anne Frankstraat en voert over de Nieuwe Herengracht, op de hoek van het Entrepotdok. Aan de noordwestzijde ligt een aantal rijksmonumenten, ten zuidwesten het Wertheimpark. Hier is voor het eerst een brug te vinden op een kaart uit circa 1875. Ten zuidwesten van de brug ligt dan de Plantage, die later ingericht zou worden als Diergaarde Plantage, het latere Artis. Aan de noordwestkant is er dan nog geen doorlopende straat, de Anne Frankstraat werd pas eind jaren zestig aangelegd. In de periode juni tot en met december 1919 zou die brug vervangen worden, maar de gemeente begon er pas een half jaar later aan (van december 1919 tot en met maart 1920). De Dienst der Publieke Werken leverde toen een ijzeren ophaalbrug naar een ontwerp van Wichert Arend de Graaf op, die destijds geroemd werd vanwege zijn zuiverheid (geen verdere versieringen). Het is een zusje van de Westerkeersluis (brug 346) in de Tasmanstraat over het Westerkanaal (ook later verwijderd). Op de ijzeren brug liggen houten latten als wegdek, hetgeen de brug de bijnaam Latjesbrug oplevert. In 1931 zijn er plannen om vlak naast de brug een nieuwe hoofdweg aan te leggen en de brug te slopen, maar de plannen worden geschrapt. Daarna begon het getouwtrek om het traject van de IJtunnel met alle gevolgen van dien, zoals herinrichting van straten, pleinen, demping van grachten. In 1938 is de brug even uit dienst; de brug is roestig en moet ontroest worden. Wanneer de oplevering van de IJtunnel nadert, wordt het noodzakelijk ook deze brug aan te passen. Voor de toegang van verkeer van en naar het noorden werd een doorbraak vanaf 1962 geforceerd in de Rapenburgerstraat (huisnummer 45-47 werden gesloopt alsook Nieuwe Herengracht 169-173). In verband met de verwachting dat de hoeveelheid verkeer toeneemt werd door Dirk Sterenberg van Publieke Werken een brug ontworpen van 24 meter breed. Sterenberg ontwierp ook de gietijzeren naambordjes. Vanaf 12 januari 1967 begonnen de sloopwerkzaamheden, vlak na de aanbesteding van de nieuwe; verwachte oplevering is dan het najaar 1968. Sterenberg ontwierp een brug die aan de walkanten en landhoofden doet denken aan de Amsterdamse Schoolbruggen van Piet Kramer. Andere onderdelen die naar Kramer wijzen zijn de terrasjes naast de brug en versierde brugbalustrades, in dit geval ontworpen door Herman van der Heide. Het werd voor de omgeving hier een enorm stalen gevaarte, gelijkend op de M.S. Vaz Diasbrug die iets verderop ligt. In oktober 1968 is het project klaar, de brug is daarna nauwelijks gewijzigd. De brug is eigenlijk te groot voor het verkeersaanbod.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Latjesbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Latjesbrug
Anne Frankstraat, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Externe links Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: LatjesbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.369166666667 ° E 4.9098055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Latjesbrug

Anne Frankstraat
1011 TK Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

linkWikiData (Q41710884)
linkOpenStreetMap (456748805)

Brug 50, Latjesbrug, in de Anne Frankstraat over de Nieuwe Herengracht foto 1
Brug 50, Latjesbrug, in de Anne Frankstraat over de Nieuwe Herengracht foto 1
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gedenkteken De Leeuw
Gedenkteken De Leeuw

Gedenkteken De Leeuw bestaat uit een reliëf aangebracht in een blind geveldeel aan de Anne Frankstraat, Amsterdam-Centrum. Het Verenigingsgebouw de Leeuw was gevestigd aan de Valkenburgerstraat 149. Na de capitulatie in de Tweede Wereldoorlog van Nazi-Duitsland waren daar de geneeskundige troepen van de Binnenlandse Strijdkrachten (Linie Oost) ondergebracht; ze moesten de orde in de stad handhaven omdat de geallieerden de stad nog niet waren ingetrokken. De Leeuw werd op 5 mei 1945 overvallen door een eenheid van de Grüne Polizei, een van de aanwezigen wist de post van de BS op de Nieuwe Herengracht te bereiken. De rest vluchtte naar de bovenetages van De Leeuw, maar werd even later op staat tegen de muur gezet en gefouilleerd. De gewaarschuwde BS stuurde achttien man en er ontstond een vuurgevecht tussen Grüne Polizei en BS. Daarbij lieten de leden René Pyck, Herman de Kok, Johannes van Reede en Flip B. Jernberg het leven; vijf anderen raakten gewond. Ook aan Duitse kant vielen doden en gewonden. Desalniettemin konden de Duitsers een aantal leden gevangen nemen; een bevrijding door de BS volgde weer een dag later. Op 20 december 1947 volgde de onthulling van het reliëf gemaakt door Cephas Stauthamer door burgemeester Arnold d'Ailly. Het monogram van Stauthamer (CST) is direct onder het reliëf te vinden. Het reliëf werd direct naast de toegangsdeur geplaatst. Daaronder volgt de tekst: 5 mei 1945 sneuvelden hier by de ontzetting van hun kameraden Renee Pyck, Herman de Kok, Joh. Van Reede en Flip B.Jernberg. De een sanering van de buurt werd gebouw De Leeuw afgebroken en het reliëf verdween in de opslag, doch werd in 1998 teruggezet in de nieuwbouw van appartementencomplex Markenhoven, dat tussen 1990 en 1999 op de zogenaamde VaRastrook (strook tussen Valkenburgerstraat en Rapenburgerstraat) verrees.

Burcht van Berlage
Burcht van Berlage

De Burcht van Berlage is het oudste vakbondsgebouw van Nederland. Het is ontworpen door Hendrik Petrus Berlage in opdracht van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) in 1899-1900. Het staat aan de Henri Polaklaan 9 in de Plantage in Amsterdam, vlak bij Artis. Vanaf 1991 was een aantal jaren het Vakbondsmuseum in de Burcht gevestigd. Vóór de restauratie van 2008 is het merendeel van de collectie van het museum overgedragen aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Sinds 2011 is een onderzoeks- en documentatiecentrum van de Nederlandse vakbeweging in het gebouw gevestigd. De ANDB ontwikkelde zich onder het voorzitterschap van Henri Polak tot de eerste 'moderne' vakbond van Nederland. Met het gebouw wilde Polak een monument voor de arbeidersbeweging tot stand brengen. In 1899 kreeg Berlage de opdracht het pand te ontwerpen. Hiervoor werkte hij samen met Richard Roland Holst die de muurschilderingen voor zijn rekening nam. Zo beeldde Roland Holst in de bestuurskamer in een drieluik de gewenste evenwichtige dagindeling voor de arbeiders uit: de Krachtige Uren van de Arbeid, de Zachte Uren van de Ontspanning en de Diepe Uren van de Slaap. Ook werkten andere kunstenaars mee in een kunststroming die gemeenschapskunst wordt genoemd. Zo hangen in het monumentale trappenhuis lampen uit 1919 van Jan Eisenloeffel. Bijzonder detail is dat Berlage zijn beursgebouw en de Burcht praktisch tegelijkertijd bouwde. Ook Roland Holst en de beeldhouwer Lambertus Zijl hebben in en aan beide gebouwen werk gemaakt.

Fontein Wertheimpark
Fontein Wertheimpark

Fontein Wertheimpark is een artistiek kunstwerk in het Wertheimpark in Amsterdam-Centrum. Het bestaat uit een combinatie van een beeld en een fontein. Nadat ondernemer en filantroop Abraham Carel Wertheim in 1897 was overleden werd al binnen enkele dagen een comité gevormd om hem blijvend te herinneren middels een naar hem te vernoemen straat en een beeld. Het werd binnen het jaar omgezet naar een park en een fontein. Het comité schakelde architect Jonas Ingenohl in voor het ontwerp. Wertheim en Ingenohl kenden elkaar uit de commissie behorende bij de "Maatschappij voor turngebouwen te Amsterdam". In juli 1898 ging de eerste paalfundering de grond in; op 3 oktober 1898 werd het onthuld en overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Ingenohl ontwierp een fontein met twee bassins. Vanuit het achthoekige benedenbassin (diameter tien meter) op maaiveldniveau wordt door een centrale kolom in de sokkel water naar het ronde bovenbassin gepompt. Het water raakt in dat bovenbassin door middel van vier bronzen spuwers in de vorm van dolfijnen. Vanuit dat bovenbassin (diameter vier meter) wordt door middel van acht spuwers in de rand het water teruggebracht naar het benedenbassin; een sluitend watersysteem. Het bovenbassin wordt rondom gedragen door acht zuilen van gepolijst granietl die staan op een verhoging in het benedenbassin. Het geheel moet een watergordijn opleveren. In de rand van het bovenbassin zijn vergulde teksten aangebracht: Der armen hulpDer zwakken stafDer menschheid vriendEen wekstem tot levenDen kunstnaar tot steunDen tragen tot spoorslagDoor stad en land betreurd. Vanuit dat bovenbassin rijst een zuil van gepolijst Noors graniet omhoog met in medaillons enerzijds een portret van Wertheim en anderzijds de bijbehorende omschrijving. De zuil wordt afgesloten door middel van een corintisch kapiteel met pelikanen, symbool van liefdadigheid; ze voedt volgens een volksgeloof haar jongen met haar bloed. Het geheel wordt afgesloten door een vaas. In maart 1898 maakte het Atelier Van den Bossche en Crevels alvast een maquette van de fontein. Het beeld werd op 3 oktober 1898 onthuld waarbij een koor onder leiding van Daniël de Lange en leden van het Concertgebouworkest een cantate van De Lange (muziek) en Jacob Anton Tours (tekst). De fontein deed jaren dienst, maar in de jaren zeventig stokte de werking. In het kader van 700 jaar Amsterdam kreeg het rond 1975 een restauratie. In 1985 begon de fontein alweer te verzakken; de fundering, die al in 1949 aangepast was, hield het beeld niet meer en de fontein was stilgezet. Opnieuw volgde reparatie De fontein werd op 22 april 2002 opgenomen in het monumentenregister vanwege haar cultuur-, kunst- en sociaalhistorische waarde.

Rapenburgerplein 100
Rapenburgerplein 100

Rapenburgerplein 100 te Amsterdam is een gebouw staande aan de rand van het Rapenburgerplein, Amsterdam-Centrum. Bij de overspanning boven de overgang tussen Nieuwe Herengracht en Schippersgracht heeft altijd een sluis- dan wel brugwachtershuisje gestaan. Het groeide met de vernieuwingen van de Scharrebiersluis mee. Eerst stond er een soort schuilplekje. Bij de bouw van de dubbele basculebrug kwam er een permanenter houten gebouw. Wanneer er in 1906 een nieuwe brug wordt neergelegd in de vorm van een ophaalbrug wordt er een stenen brugwachtershuisje gebouwd. Wichert Arend de Graaf van de Dienst der Publieke Werken ontwierp een huisje met een rechthoekige plattegrond. De buitenmuren zijn opgetrokken uit baksteen, waarbij net boven de iets wijdere plint nog een natuurstenen rand is geplaatst. De ramen kunnen geblindeerd worden door luiken. ARCAM omschreef het als een sober opgetrokken huisje, dat nog geen enkel spoor van de bouwstijl Amsterdamse School laat zien. Het gebouw werd net als de brug in 2002 opgenomen in het monumentenregister; het is sindsdien een rijksmonument behorende bij de brug. Op dat tijdstip had het gebouwtje overigens al lang haar functie verloren. De bediening van de Scharrebiersluis vond dan al jaren plaats vanuit het brugwachtershuisje van de Kortjewantsbrug. Vanaf 2021 kreeg het een nieuwe functie; net als andere buitendienst gestelde brugwachtershuisje kon het als overnachtingsplek geboekt worden.