place

Beukenwegspoorbrug

Brug in Amsterdam-OostSpoorbrug in Amsterdam
Spoorbrug Beukenweg photo 2
Spoorbrug Beukenweg photo 2

De Beukenwegspoorbrug is een spoorbrug in Amsterdam-Oost. Ze ligt in het traject Station Amsterdam Muiderpoort en Station Amsterdam Amstel. Ze is vernoemd naar de Beukenweg, die ze overspant.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Beukenwegspoorbrug (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Beukenwegspoorbrug
Beukenweg, Amsterdam Oost

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: BeukenwegspoorbrugLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.355658333333 ° E 4.9191666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Beukenwegspoorbrug

Beukenweg
1092 AZ Amsterdam, Oost
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Spoorbrug Beukenweg photo 2
Spoorbrug Beukenweg photo 2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Krugerhof
Krugerhof

Krugerhof is een wooncomplex in de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. De naam verwijst naar het nabijgelegen Krugerplein, vernoemd naar Paul Kruger. Het wooncomplex heeft de vorm van een U met woningen aan de Tugelaweg, Maritzstraat en Christiaan de Wetstraat. Aan de Maritzstraat heeft het een teruggetrokken rooilijn. Hier liet de "Maatschappij voor Moderne Woningbouw" in 1929-1930 een blok met arbeiderswoningen neerzetten naar ontwerp van Arend Jan Westerman en Jacob Dunnebier. De circa honderd woningen vallen op in de buurt door de uitvoering in vier kleuren baksteen: roodbruin op de begane grond (met bergingen), geel (banden ter benadrukking van ingangen en hoeken en eerste verdieping) en rood (bovenverdiepingen). Op de twee hoeken zijn erkers te vinden boven winkeleenheden. Die hoeken worden tevens benadrukt door torens in de vierde kleur; donkerrode verticaal geplaatste dakpannen. Tot het complex behoort ook nog een tuinhuis en tuin met zandbak (in de opening van de U). De bouwstijl wordt omschreven als een verstrakte vorm van de Amsterdamse School. Het ontwerp van de gevels zou van de hand van Westerman zijn; de plattegronden van Dunnebier. Toch heeft ook het uiterlijk de hand van een latere Dunnebier, zie zijn complex aan de Bos en Lommerweg 1-31 dan uit 1937 stamt. De architecten wisten in opdracht van projectontwikkelaar Huibert van Saane (directeur van de maatschappij en NV Bouwbedrijf H van Saane) , die het bouwverzoek op 16 maart 1929 had ingediend, de ruimte van de trappenhuizen te beperken door ze om elkaar heen de plaatsen (dubbele bordestrap)en de woningen om het trapgat te plaatsen. In januari 1930 moesten de laatste kleine verbeteringen nog aangebracht worden, voordat het gebouw opgeleverd werd. Volgens het Algemeen Handelsblad zou het gaan om een proefcomplex met steun van wel drie wethouders Ephraim Joseph Abrahams (tevens arts), Walrave Boissevain en Monne de Miranda. Het complex bevat dan ook appartementen voor de verheffing van het volk. Elke woning heeft een woonkamer en twee slaapkamers, een sanitaire ruimte met badcel en een keuken. Elke woning had veranda's (binnenin de U). Er was centrale verwarming en een warmwatervoorzieining. Tegenstanders waren er ook te vinden, aldus Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij. Zij vond het een niet geslaagde proef dat met name de “kleine woningen” een prikkel leverden om het aantal kinderen beperkt te houden. Ondanks de twee slaapkamers was de woning krap bemeten als het gezin bestond uit man, vrouw en twee kinderen. Gelegenheid tot logés was er niet tot nauwelijks, ook als het gezin uit drie personen bestond. Bovendien vond ze de huurprijs aan de pittige kant ten opzichte van nieuwe gemeentewoningen aan het andere eind van de stad (Amsterdam-West). In 2023 loopt er (nog) een onderzoek of het gebouw de bescherming van een gemeentelijk monument waardig is; er geldt dan een zogenaamde "voorbescherming".

Dansende beer
Dansende beer

Dansende beer is een kunstwerk in Amsterdam-Oost. Dansende beer is te zien op de voorgevel van het gebouw Derde Oosterparkstraat 159. De eerste bebouwing op dat adres kwam rond 1888. In de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw vond rond dat adres grootschalige sloop plaats, waarbij op deze plek lang een gat tussen de nieuwbouw te zien was. Op de plek werd eind jaren tachtig een nieuw buurtcentrum gebouwd. Ter verfraaiing werden twee kunstwerken aan de voorgevel bevestigd. Ze zijn beide afkomstig van kunstenares Merina Beekman (1961-2009). Zij is vooral bekend van kunst met zwarte inkt. Dit is in het kunstwerk aan de Derde Oosterparkstraat terug te vinden in de beer, die oorspronkelijk inktzwart is maar door vandalenverf enigszins verkleurd is. De beer moet wijzen op het vermaak in het gebouw; inspiratie haalde Beekman uit getempte, geketende en mishandelde beren die elders in de wereld voor vermaak worden gebruikt. De beer is alleen in silhouetvorm te zien, maar vestigt door haar zwarte kleur de aandacht op de gehele gevel, die wordt gekenmerkt door veel baksteen met een beperkt aantal rechthoekige ramen. Rechtsboven de beer is nog een tableau te zien, dat lijkt op een geelkleurig kamerscherm met doorkijk, maar in wezen een uitgevouwde leporello is (boek in harmonicavorm). Deze drukvorm hanteerde Beekman vaak bij haar kunstboeken. De opengelaten vormen lijken op Arabische doorkijken of grafzerken in grillige vorm (in tegenstelling tot de strak rechthoekige ramen van het gebouw) en geven alleen een doorkijk op de achterliggende baksteenwand. Beekm constateerde aan het eind van haar leven dat ze door middel van haar kunstwerken het “kwaad” wilde weghouden.

Oosterparkbuurt (Amsterdam)
Oosterparkbuurt (Amsterdam)

De Oosterparkbuurt in Oud-Oost is het deel van de Nederlandse stad Amsterdam dat begrensd wordt door de Wibautstraat, Mauritskade, Linnaeusstraat en de spoorlijn Amsterdam - Utrecht. De wijk maakt deel uit van het stadsdeel Oost. De Oosterparkbuurt in zijn huidige vorm is aangelegd aan het eind van de negentiende eeuw. Voor die tijd liep in de polder het Oetgenspad op de plaats van de huidige Eerste Oosterparkstraat. In het Plan Kalff dat de stedenbouwkundige J. Kalff in 1876 tekende voor de Oosterparkbuurt en de meeste negentiende-eeuwse wijken, volgen de straten de oude verkavelingslijnen. Het Oetgenspad, de Oetewalerweg (Linnaeusstraat) en het Rhijnspoor (Wibautstraat) zijn in dat plan een gegeven. Vanaf 1881 werd begonnen met de uitgifte van bouwterreinen, en vanaf 1886 begon men met de aanleg van het Oosterpark in de plaats van het oude Muiderbosch, dat iets oostelijker lag. Het definitieve ontwerp voor het park is gemaakt door Leonard Springer. In 1926 werd in een hoek van het park, waar voorheen de (oude) Oosterbegraafplaats lag, het Koloniaal Instituut gerealiseerd, nu bekend als het Koninklijk Instituut voor de Tropen. De eerste (paarde)tramlijn naar het Oosterpark voerde in 1884 van het Alexanderplein naar de Linnaeusstraat. In 1903 werd deze lijn geëlektrificeerd en werd het tramlijn 9. De Oosterparkbuurt kreeg in 1906 een tweede tramverbinding, tramlijn 11 van het Weesperpoortstation via het 's-Gravesandeplein en het Oosterpark naar het Muiderpoortstation. In 1942 werd de verbinding langs het Weesperpoortstation vervangen door die via de Ruyschstraat. Sinds 1945 rijdt tramlijn 3 door de buurt. De aanvankelijke bedoeling om een wijk op stand te realiseren, mislukte door steeds voortgaande bezuiniging op de bouwbudgetten. Wel werden er fraaie huizen gerealiseerd aan het Oosterpark. Hier woonde ook de bekende schilder Willem Witsen, in het naar hem genoemde huis. Aan het Oosterpark kwam ook de uitbreiding van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (Anna Paviljoen), oorspronkelijk gevestigd aan de Keizersgracht. Het katholieke ziekenhuis en de Bonifatiuskerk trokken veel katholieken naar de buurt. Ook vestigden zich er veel joden uit de binnenstad. In de Tweede Wereldoorlog werden veel joden tijdens razzia's uit hun huizen gehaald. Tekorten aan brandstof in de Hongerwinter leidden ertoe dat veel leeggehaalde huizen werden geplunderd ter wille van brandhout. Na de oorlog restte een trieste buurt, zowel in menselijk als in bouwkundig opzicht. In de jaren zeventig vond veel stadsvernieuwing plaats. In het algemeen werden huizenblokken met ruimere woningen op de plaats van afgebroken huizen neergezet, in hetzelfde stratenpatroon. Hier en daar leidde het slopen van oude woningen tot verzet van huurders en krakers. De laatste jaren zijn woningprijzen in de buurt gestegen, net als in de rest van de Amsterdamse negentiende-eeuwse ring. Het Oosterpark blijft een centrale ruimte voor recreatie. Het park kent verschillende beelden, waaronder het grote Nationaal Monument Slavernijverleden van Erwin de Vries.

Monument tegen apartheid en racisme
Monument tegen apartheid en racisme

Monument tegen apartheid en racisme is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Oost. Het beeld uit 1987 is van kunstenaar Pépé Grégoire. Het bronzen beeld beeldt door middel van een arm en been de menselijke eenheid in verscheidenheid uit. Echter een ander deel laat zien dat die eenheid doorkliefd wordt door de moedwillige ontkenning van die eenheid, zoals vermeld op de bijgeplaatst natuurstenen plaquette in de grond. Het beeld staat aan de rand van een plein waar drie geografische straten elkaar ontmoeten: Krugerplein, vernoemd naar Paul Kruger, eens (in Nederland) gevierd vijfde president van Zuid-Afrikaansche Republiek, maar ter plaatse vooral gezien als kolonisator en onderdrukker, een visie die nog geen eeuw later (jaren tachtig 20e eeuw) de overhand kreeg; Albert Luthulistraat (vernoemd naar Albert Luthuli, geweldloos strijder tegen apartheid); een straat die in 1987 haar naam kreeg; vanwege de veranderde inzichten sneuvelde per gelijke datum de Louis Bothastraat (vernoemd naar Louis Botha, die als premier zijn gekleurde onderdanen geen stemrecht gaf maar wiens naam (ook) te veel leek op Pieter Willem Botha, die apartheid handhaafde); Schalk Burgerstraat (vernoemd naar Schalk Burger, waarnemer van Paul Kruger na diens vertrek naar Europa) die zich na het Verdrag van Vereeniging aansloot bij Louis Botha richting apartheid. Burgemeester Ed van Thijn onthulde het beeld op 20 juni 1987 en daarmee tegelijkertijd symbolisch het kantoor van het Afrikaans Nationaal Congres in Amsterdam. Het daadwerkelijke kantoor opende pas 14 februari 1989 zijn deuren aan de Staalstraat.