place

Buste Simon Carmiggelt

Beeld in Amsterdam-Centrum
Weteringplantsoen, bankje
Weteringplantsoen, bankje

De Buste Simon Carmiggelt is een kunstwerk in Amsterdam-Centrum. In november 1987 overleed schrijver Simon Carmiggelt, een bekende Amsterdamse persoonlijkheid. Al snel kwam er het idee om als hommage een beeld in de stad te laten neerzetten. Vrienden, kennissen van de schrijver en publiek onder aanvoering van acteur Ton van Duinhoven zamelden geld in. Van Duinhoven schakelde de met hem bevriende kunstenaar Kees Verkade in. Deze kwam voor 80.000 gulden met twee ontwerpen waarvan een bronzen buste op een granieten sokkel de voorkeur kreeg onder de donateurs. Onder de donateurs bevond zich onder andere de omroep VARA, die sommige verhalen liet verfilmen, maar Carmiggelt las in de late uurtjes zijn verhalen ook wel voor op televisie. Een andere donateur was Het Parool, de krant die dagelijks zijn Kronkels afdrukte. Op die sokkel is een plaquette geplaatst een citaat van de schrijver uit diens gedicht De schrijver, een ode aan het schrijverschap: Als ik u raden mag: wordt schrijver in elkaar vervlochten initialen SC S. Carmiggelt 1913-1987. Het lettertype is afkomstig van graficus Helmut Salden. Die sokkel is hol van binnen. Ze bevat in een zinken kistje de 4000 overschrijvingskaarten die na de oproep van Van Duinhoven binnenkwamen. Voor de daadwerkelijke plaatsing moest het gemeentelijk apparaat van Amsterdam in werking worden gezet en dan nog in een versnelde procedure. Het beeld kon al binnen een jaar geplaatst worden, terwijl de normale procedure (destijds) twee jaar in beslag nam. Ook de vrouw van Simon Carmiggelt zag in eerste instantie een beeld van haar overleden man niet zitten; ze zou elke dag met dat beeld geconfronteerd worden, ze woonde in de buurt. Later gaf ze haar verzet op. Het beeld werd in haar aanwezigheid op 25 oktober 1988 door burgemeester Ed van Thijn onthuld in het Eerste Weteringplantsoen. Het beeld staat aan het Kronkelpad, een pad vernoemd naar Carmiggelts dagelijkse verhaaltjes “Kronkel”. Het beeld stond jarenlang eenzaam in een grasveldje. In de 21e eeuw werd naast het beeld een roestvast stalen bankje geplaatst, een zitbank op veren. Het echtpaar zat regelmatig op stadsbankjes, getuige een beeld in het dorp De Steeg.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Buste Simon Carmiggelt (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Buste Simon Carmiggelt
Kronkelpad, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Buste Simon CarmiggeltLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359836111111 ° E 4.8887027777778 °
placeToon op kaart

Adres

Kronkelpad

Kronkelpad
1017 SJ Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Weteringplantsoen, bankje
Weteringplantsoen, bankje
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 89
Brug 89

Brug 89 is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De brug ligt in de Weteringstraat. Ze overspant daarbij de Lijnbaansgracht. De uitloop van de brug is verbonden met de Weteringpoort (brug 90). De brug is een anachronisme. Hier ligt al eeuwen een brug. Zowel Daniël Stalpaert (1662) als Frederik de Wit (1688) tekende hier een brug op hun plattegrond. Op die kaart is dan ook al de bijbehorende Weesperpoortsluis te zien. Het water van de Lijnbaansgracht werd daardoor ververst vanuit de Singelgracht en men hield enige stroming op gang. De brug werd eigenlijk eeuwenlang in dezelfde staat gehouden, een vaste brug met drie doorvaarten. Er is een tekening van Gerardus Hermanus Johannes Keve, waarop de (vermoedelijke) situatie in 1764 is weergegeven; een houten brug op houten jukken. In juli 1887 veranderde de brug. Er werd een aanbesteding gedaan voor het vernieuwen van de vaste brug no. 89. Het werd een ijzeren liggerbrug tussen twee gemetselde walhoofden, de overspanning werd gedragen door (nog steeds) houten jukken. Het was kennelijk een eenvoudige klus, want in januari 1888 werd het werk als voltooid opgegeven. Het werd stil rond de brug, mede veroorzaakt door het feit dat er maar weinig verkeer over de brug voert, is de mening in 1928. De gemeente zocht een uitweg voor het drukke verkeer over de Vijzelgracht (dan nog gracht). Of die plannen door zijn gegaan is vooralsnog onbekend, maar in 1968 wordt geconstateerd dat de brug zich in een slechte staat bevindt. Er werd gekozen voor een ingrijpende restauratie. Aan die vernieuwing van deze brug, brug 216 en brug 223 (aan beide zijden van Rusland hing een prijskaartje van 1,1 miljoen gulden. Voor de bruggen bij Rusland werd gekozen voor bruggen die pasten in het historisch stadsgezicht ter plaatse. Dat vond de gemeente bij brug 89 niet nodig; de Lijnbaansgracht was voor wat uiterlijk niet interessant, hetgeen ook terug te vinden in de nieuwbouw van panden in de buurt. In juni 1971 werd de brug afgesloten voor verkeer en werd begonnen met de sloop van de brug en de nabijgelegen rioolzinker, want ook die was deels vergaan. Voetgangers konden gebruik maken van een noodbrug. Het ontwerp kwam van de Dienst der Publieke Werken, waar Dick Slebos toen architect was. Het is niet duidelijk of de brug ook van zijn hand is. Het werd een brug met een moderne Verbundträgerdek, maar dan wel weer met ijzeren traditionele balustraden. De brugpijlers werden van beton. Het opvallendst aan de brug is echter de kleur. Daar waar bijna alle bruggen in het stadscentrum in Amsterdam voornamelijk een groen uiterlijk hebben, is deze brug in het wit uitgevoerd. De brug kreeg daarmee een uiterlijk van de bruggen die in Slotermeer geplaatst werden. Frans V. Smit heeft het over een experiment. Na oplevering van de brug werd het opnieuw stil, er is nauwelijks verkeer rond de brug.

Stadhouderskade 52-53
Stadhouderskade 52-53

Het complex Stadhouderskade 52-53 is bestaat uit een tweetal herenhuizen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De qua voorgevel twee symmetrisch identieke huizen werden waarschijnlijk gebouwd in een ontwerp van Nicolaas van der Linden. Hij kocht in 1877 het terrein van de gemeente Amsterdam, hij moest daarbij wel beloven dat de gebouwen gereed zouden zijn voor het toen nieuwe rioleringssysteem van de stad, het Liernurstelsel. Destijds was het gebruik als je ook maar iets deed in de bouw, je ook de panden zelf ontwierp. De bouwtekeningen uit 1879 dragen zijn signatuur. Van der Linden zou een jaar later ook nog een deel van de Stadhouderskade kopen nabij de Frans Halsstraat. Van der Linden liet de gebouwen optrekken in de eclectische bouwstijl, waarin bijna alle gebouwen aan de Stadhouderskade gebouwd zijn. In de loop der jaren is de symmetrie enigszins verloren gegaan. Zo zijn de voordeuren in 2015 niet meer identiek en heeft nr. 53 nog de originele raamconstructie en nr. 52 kunststof kozijnen. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich van Joanna Francine Franken uit het eerdere huwelijk van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed. Nicolaas van der Linden stierf waarschijnlijk in zijn woning Stadhouderskade 54.

Stadhouderskade 54
Stadhouderskade 54

Het gebouw Stadhouderskade 54 is een herenhuis aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De woonhuis van vier etages met zolder is waarschijnlijk gebouwd in een ontwerp van Nicolaas van der Linden. Hij kocht in 1877 het terrein van de gemeente Amsterdam, hij moest daarbij wel beloven dat de gebouwen gereed zouden zijn voor het toen nieuwe rioleringssysteem van de stad, het Liernurstelsel. Destijds was het gebruik als je ook maar iets deed in de bouw, je ook de panden zelf ontwierp. De bouwtekeningen uit 1879 dragen zijn signatuur. Van der Linden zou een jaar later ook nog een deel van de Stadhouderskade kopen nabij de Frans Halsstraat. Van der Linden liet de gebouwen optrekken in de eclectische bouwstijl, waarin bijna alle gebouwen aan de Stadhouderskade gebouwd zijn. Van der Linden zou hier zelf gewoond hebben, waardoor er sprake is van een luxere afwerking van het pand. Zo zijn er pilasters toegepast, heeft het balkonnetjes op één en twee hoog en zijn ook de middelste ramen voorzien van pleisterwerk. Stadhouderskade 54 was tijdens de oplevering het laatste woonhuis in dit blok. Ten oosten van dit gebouw was er eerst de toegang tot het Gezellenhuis van de Sint Jozef Gezellenvereniging. Later werd daar het Van Nispenhuis neergezet, dat in 1977 afbrandde, gevolgd door nieuwbouw. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich Joanna Francine Franken uit de eerdere relatie van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed. Nicolaas van der Linden stierf waarschijnlijk in deze woning..

Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging
Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging

De Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging binnen het Kolpingnetwerk was een kerk met een ingang aan de Stadhouderskade 55 te Amsterdam-Zuid, De Pijp. De Sint Jozef Gezellenvereniging is sinds 1868 een vereniging van geloofsgenoten, die streden voor een beter lot van arbeiders in navolging van de priester Adolph Kolping uit Keulen. Voor de tak in Amsterdam was Hubertus Cornelis Joseph Maria van Nispen tot Sevenaer de vertegenwoordiger. Voor de vereniging verrezen eerst allerlei verenigingsgebouwen, aan de Stadhouderskade waren dat tekenlokalen etc. Men kwam eerst bijeen in bijvoorbeeld de woning van Johannes Doodeheefver van behangfirma Rath & Doodeheefver. De ruimten werden te klein en waren ook (zelf) te slecht. De vereniging kocht onder leiding van Van Nispen voor 30.000 gulden een terrein van 40.000 m² aan die Stadhouderskade. De basis voor de kapel vormt een ontwerp van Van Nispen zelf met bijdragen van architect Johan Heinrich Schmitz. Schmitz rekende niets, want was met Jan van den Biesen een van de oprichters van de vereniging. In 1875 werd de eerste steen gelegd en 25 juni 1876 vond de inwijding plaats. Het gebouw zou in de loop der jaren aan talloze renovaties en uitbreidingen bloot komen te staan. In 1955 vond de laatste grote verbouwing plaats en werd het complex omgedoopt in Van Nispenhuis. In 1977 werd het gebouw grotendeels verwoest na een grote brand en later vervangen door het huidige Willemshuis.

Stadhouderskade 56-57
Stadhouderskade 56-57

Het gebouw Stadhouderskade 55-57 bestaat uit twee herenhuizen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De woonhuizen bestaande uit vier etages en zolder zijn waarschijnlijk gebouwd aan de hand van één ontwerp van Nicolaas van der Linden. Hij kocht in 1877 het terrein van de gemeente Amsterdam, hij moest daarbij wel beloven dat de gebouwen gereed zouden zijn voor het toen nieuwe rioleringssysteem van de stad, het Liernurstelsel. Destijds was het gebruik als je ook maar iets deed in de bouw, je ook de panden zelf ontwierp. De bouwtekeningen uit 1878 dragen zijn signatuur. Van der Linden zou een jaar later ook nog een deel van de Stadhouderskade kopen nabij de Frans Halsstraat. Van der Linden liet de gebouwen optrekken in de eclectische bouwstijl, waarin bijna alle gebouwen aan de Stadhouderskade gebouwd zijn. De gebouwen lijken uiterlijk sterk op elkaar, het verschil in de details, zoals de begane grond. Voorts is gebouw nr. 57 net iets kleiner dan nr. 56. Het belendende gebouw Stadhouderskade 58-59 is ook van Van der Linden. Ten westen van nummer 56 was er tijdens de oplevering een opening in de gevelwand voor de Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging. Later werd die gedicht voor het Van Nispenhuis. In de jaren negentig verrees daar het Willemshuis. In de gebouwen waren veelal artsenpraktijken gevestigd, in nummer 57 was een tijdlang het Portugees Verkeersbureau gevestigd. Kunstverzamelaar Andries Bonger heeft enige tijd gewoond op nummer 56. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog had hier verzetsgroep Groep 2000 onderdak. Eerder waren een paar Joodse families weggevoerd. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich Joanna Francine Franken uit de eerdere relatie van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed.

Stadhouderskade 58-59
Stadhouderskade 58-59

Het gebouw Stadhouderskade 58-59 bestaat uit twee herenhuizen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. Nicolaas van der Linden had een aantal percelen gekocht aan die Stadhouderskade, waarschijnlijk als makelaar. Hij mocht er naar eigen ontwerp een aantal gebouwen neerzetten, mits ze konden worden aangesloten op het toen gangbare Liernurstelsel (riolering). De huizen op de nummers 58 en 59 zijn een spiegelbeeld van elkaar en zijn luxer afgewerkt dan zijn andere panden, zoals bijvoorbeeld Stadhouderskade 56-57. Met name de versieringen bij de middelste ramen (een witte strook binnen pilasters) is opvallend ten opzichte van de buurpanden. De nummers 58 en 59 vallen hier ook op omdat ze als een van de weinige balkonnetjes hebben. De gebouwen zijn gesplitst in Vereniging van Eigenaren, waarbij de een het gebouw beter onderhoudt dan de ander. In 2015 heeft nummer 59 groene raamsponningen, terwijl het gespiegelde buurpand nog geheel witte raamsponningen heeft. Gebouw 58 draagt de naam "Weltevreden", gebouw 59 het jaartal. Gebouw Stadhouderskade 60-60a is van een andere orde, maar daarvoor was meer dan voldoende geld. Het was van het Kolpingnetwerk dat op Stadhouderskade 55 haar Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging had. In de jaren vijftig van de 20e eeuw was hier gevestigd het kantoor van het “Domein der vrouw’’, de latere Huishoudbeurs. Daarvoor was (net als in andere gebouwen aan de Stadhouderskade) hier een arts gevestigd. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich Joanna Francine Franken uit de eerdere relatie van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed.