place

Ruysdaelkade 2-4

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in AmsterdamStadhouderskade
Ruysdaelkade 2 4, Rioolgemaal in verstrakte Amsterdamse School stijl, Arita House pic2
Ruysdaelkade 2 4, Rioolgemaal in verstrakte Amsterdamse School stijl, Arita House pic2

Het complex Ruysdaelkade 2-4, ook Rioolgemaal F genoemd, bestaat uit gebouwen aan de Ruysdaelkade in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van de vier gemeentemonumenten aan de kade, het Moppesgebouw niet meegerekend. Het complex is kadastraal ook bekend als Stadhouderskade 46. Eerder stond op deze locatie het Polderhuis. Het is gebouwd naar een ontwerp van Publieke Werken in Amsterdam. Architect was Allard Remco Hulshoff. Dit zijn de enige gebouwen met een even nummer aan de Ruysdaelkade, die hier nog geen kade is, maar een straat naar de Boerenwetering. Op het complex was van 1925 tot 1987 een rioolgemaal gevestigd. Het riool was toen verouderd en werd buiten werking gesteld. De gebouwen werden verhuurd aan een kunstinstelling. De gebouwen, met hun kenmerken van de strakke Amsterdamse School, vallen op in de straat, die aan de overzijde een eclectische bouwstijl heeft meegekregen. Tussen de bouwjaren zit dan ook een verschil van bijna vijftig jaar. Het gebouwtje aan de Stadhouderskade draagt het jaartal 1925. Kunstenaar Street Art Frankey vulde op de grens 2019/2020 de opening tussen "19" en "25" met de ontbrekende getallen op met cijfer in de typografie van de Amsterdamse School. Aan de achterzijde van het complex ligt het kleine Carel Willinkplantsoen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Ruysdaelkade 2-4 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Ruysdaelkade 2-4
Ruysdaelkade, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Ruysdaelkade 2-4Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.359347222222 ° E 4.8873666666667 °
placeToon op kaart

Adres

Ruysdaelkade 2
1072 AG Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Ruysdaelkade 2 4, Rioolgemaal in verstrakte Amsterdamse School stijl, Arita House pic2
Ruysdaelkade 2 4, Rioolgemaal in verstrakte Amsterdamse School stijl, Arita House pic2
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Polderhuis (Boerenwetering)
Polderhuis (Boerenwetering)

Het Café-Biljart Polderhuis was onder meer een horeca-etablissement aan de Stadhouderskade hoek Ruysdaelkade te Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het terrein eromheen heet sinds 1999 Carel Willinkplantsoen. Vergaderingen van het polderbestuur van de Binnendijkse Buitenvelderse polder vonden plaats in het Polderhuis dat gelegen was tussen de schutsluis en de overhaal voor groenteschuiten aan het eind van de Boerenwetering bij de Buitensingel. Het polderhuis werd door de poldermeesters verhuurd. De huurder had zijn inkomsten uit inning van schutgelden en de 'tapnering'. Het gebouw stond er waarschijnlijk al in de 17e eeuw. Het had toen vrij zicht op alles wat zich ten zuiden van de Buitensingel bevond. Eerst grote sta-in-de-weg wat dat uitzicht betreft was het Rijksmuseum Amsterdam dat hier na 1880 verrees. Het toenmalige adres werd Stadhouderskade 43 tot en met 46, een adres dat thans niet meer bestaat. De plaats werd aangeduid met termen als Wetering Barriere of Weteringpoort. Opvallend aan het Polderhuis was de theekoepel. Het bouwwerk werd vanaf 1870 echter steeds meer ingebouwd door de nieuwe bebouwing aan de Stadhouderskade en de achterliggende buurt De Pijp. In 1875 kwamen de eerste tekenen dat sloop onvermijdelijk was. Er vond veel onteigening plaats om de stadsuitbreiding mogelijk te maken. Het werd niet meer goed onderhouden en dat heeft geleid tot besluit tot sloop. Zelfs Jan ter Gouw kon dit niet tegenhouden. Het huis maakte op 1 mei 1924 plaats voor wat Rioolgemaal F zou worden. De plannen voor definitieve sloop dateerden al van vijf jaar daarvoor, toen men zich nog druk maakte om het verloren gaan van dit stukje Amsterdamse geschiedenis. In 1916 werd het opnieuw aangekaart, maar pas op 26 maart 1924 werd de voordracht van burgemeester en wethouders aangenomen. In april 1924 viel de beslissing dat op 1 mei 1924 alle resten van het huisje, de schutsluis en de overhaal weg moest zijn. Schutsluis en overhaal waren onnodig geworden doordat het peil in de Boerenwetering in 1923 was aangepast aan dat van Amsterdam. Ter hoogte van de huidige Diepenbrockstraat was een nieuwe overhaal gemaakt. Zoals gebruikelijk bij openbare werken in Amsterdam duurde het langer, pas in februari 1925 was alles afgebroken. Toen werd geconstateerd dat er alleen nog bouwpuin lag. Saillant detail bij de teloorgang was dat in het Polderhuis ook aanbestedingen hebben plaatsgevonden voor "vernieuwingen en reparatiën van polderwerken, volgens bestek" (1888 en 1889). Het gebouw en omgeving golden als feeëriek ten tijde dat er nog niet zo veel bebouwing was. Er zijn talloze tekeningen, schilderijen en foto's van. Een van degenen die het vastgelegd hebben is Martin Monnickendam van Stadhouderskade 92; hij had er meerdere voorstudies voor nodig. Andere kunstenaars zoals Hendrik Jan Wolter, Jan ten Compe, Sal Meijer en Frans Schikkinger legden het eveneens vast. Anderen zagen het liever afgebroken worden; de Boerenwetering had een tijd gediend als open riool en rook dus niet bepaald fris.

Ruysdaelkade 11-25
Ruysdaelkade 11-25

Het complex Ruysdaelkade 11-25 bestaat uit gebouwen aan de Ruysdaelkade in De Pijp te Amsterdam-Zuid. Het is een van de vier gemeentemonumenten aan de kade, het Moppesgebouw niet meegerekend. Het complex staat op een hoek, waarbij de Ruysdaelkade, die begint als gewone straat aansluiting vindt bij de Boerenwetering om daar als kade verder te gaan. De huizen zijn gebouwd volgens een ontwerp van architect J.F. Schutte, wiens voornaamste broodwinning kwam uit de makelaardij. Het vermoeden bestaat dat hij dit blok had gekocht om het zelf te exploiteren. In de bestemming van de gebouwen is sinds de bouw niets veranderd. De gebouwen dienen tot woonhuizen. Schutte ontwierp de gebouwen in een niet te benoemen stijl. Hij gebruikte allerlei stijlelementen, hetgeen in de architectuur (net als in andere kunststromingen) aangeduid wordt met eclecticisme. Zo zijn aan de gebouwen lisenen en hoofdgestellen te zien, net als balkons. Dat laatste is opmerkelijk voor woningen in de Oude Pijp, waar de straten meestal te smal waren voor toepassing van balkons. Het blok kent drie bijzonderheden: woningen aan de Ruysdaelkade hebben een luxer uiterlijk meegekregen dan andere gebouwen in de Oude Pijp; Koning Willem III der Nederlanden was aanwezig bij de leg van de eerste steen, net als mevrouw H.M. Schutte-Wenz, waarschijnlijk de vrouw van makelaar/architect; kunstenaar Carel Willink woonde en werkte in het hoekpand op nr. 15; dat nu uitkijkt op het kleine Carel Willinkplantsoen.

Weteringpoort (brug)
Weteringpoort (brug)

De Weteringpoort is een vaste brug in Amsterdam-Centrum. De naam verwijst naar het watertje de Wetering, dat hier liep, waaraan de Weteringpoort stond, het was een van de kleinste toegangspoortjes tot de stad. De verkeersbrug is gelegen in de Weteringschans en overspant zowel het watertje als de Weteringwaterkering (sluis 209 in Amsterdam). Blikvangers in de buurt zijn het grachtenpand in gebruik bij Carl Denig aan de noordoostzijde van de brug, aan de zuidoostzijde staat het voormalige commiezenhuis aan Weteringschans 30, een rijksmonument. Aan de westzijde van de brug staat nieuwbouw, waarvan Peper en Zout gevierd en vervloekt werd. Een eerste brug kwam hier omstreeks 1866 te liggen, aldus Frank V. Smit. Het was van ijzer met houten balken. De Wetering Schans kreeg toen langzamerhand vorm met enkele bebouwing, zoals bijvoorbeeld het gebouw van Carl Denig. Op de plattegrond uit 1875 is nog wel te zien de dam in de Singelgracht. Bij een tekening van de schutsluis in 1878 is de brug te zien en is ook al de tramweg vermeld. Deze brug kon in de jaren tien van de 20e eeuw het verkeer niet meer aan, er kwam een nieuwe brug van ijzeren balken en een betonnen overspanning. Ongeveer tegelijkertijd werd het stuk Leidseplein tot en met Frederiksplein geasfalteerd. Vanaf juli 1958 vond er uitgebreide renovatie van de brug plaats, de Weteringschans werd gezien als ringweg en zou dus een drukke verkeersroute worden met als hoogtepunt het verderop gelegen Weteringcircuit. Dat de straat al druk was, bewees de aanpak; er werd in vier fasen gebouwd, waarbij de brug gedeeltelijk permanent in dienst bleef. Buizen die bij de brug uit 1910 aan de buitenzijde hingen, werden onder het wegdek verstopt. Gedurende de werkzaamheden werden de tramrails heen en weer geschoven zodat ook dat verkeer doorgang kon vinden, maar dat zorgde er wel voor dat ook het wegdek steeds aangepast moest worden. Er werd geschat dat er negen maanden aan de brug gewerkt moest worden. De brug werd daarbij zo ingericht dat er eventueel nog verbreding van de rijweg kon plaatsvinden, dan wel ten koste van de breedte van de voetpaden. Er moest een drijvende bok aan te pas komen om de brugdelen neer te leggen. In de jaren zeventig veranderde het beeld voor het gebruik van de Weteringschans (weer). Er werd gekozen voor eenrichtingsverkeer per huizenblok, hetgeen ervoor zorgde dat het verkeersaanbod op de brug sterk afnam. De indeling is sindsdien (van noord naar zuid) voetpad, ongescheiden fietspad en rijweg naar het westen, tram/taxibaan, fietspad en voetpad naar het oosten. Over de brug rijden sinds 22 juli 2018 tramlijnen 1, 7 en 19. De krappe bocht in de Lijnbaansgracht zorgt ervoor dat deze brug niet in veel rondvaartroutes zit.

Stadhouderskade 52-53
Stadhouderskade 52-53

Het complex Stadhouderskade 52-53 is bestaat uit een tweetal herenhuizen aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De qua voorgevel twee symmetrisch identieke huizen werden waarschijnlijk gebouwd in een ontwerp van Nicolaas van der Linden. Hij kocht in 1877 het terrein van de gemeente Amsterdam, hij moest daarbij wel beloven dat de gebouwen gereed zouden zijn voor het toen nieuwe rioleringssysteem van de stad, het Liernurstelsel. Destijds was het gebruik als je ook maar iets deed in de bouw, je ook de panden zelf ontwierp. De bouwtekeningen uit 1879 dragen zijn signatuur. Van der Linden zou een jaar later ook nog een deel van de Stadhouderskade kopen nabij de Frans Halsstraat. Van der Linden liet de gebouwen optrekken in de eclectische bouwstijl, waarin bijna alle gebouwen aan de Stadhouderskade gebouwd zijn. In de loop der jaren is de symmetrie enigszins verloren gegaan. Zo zijn de voordeuren in 2015 niet meer identiek en heeft nr. 53 nog de originele raamconstructie en nr. 52 kunststof kozijnen. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich van Joanna Francine Franken uit het eerdere huwelijk van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed. Nicolaas van der Linden stierf waarschijnlijk in zijn woning Stadhouderskade 54.

Stadhouderskade 54
Stadhouderskade 54

Het gebouw Stadhouderskade 54 is een herenhuis aan de Stadhouderskade/Singelgracht in het Museumkwartier te Amsterdam-Zuid. De woonhuis van vier etages met zolder is waarschijnlijk gebouwd in een ontwerp van Nicolaas van der Linden. Hij kocht in 1877 het terrein van de gemeente Amsterdam, hij moest daarbij wel beloven dat de gebouwen gereed zouden zijn voor het toen nieuwe rioleringssysteem van de stad, het Liernurstelsel. Destijds was het gebruik als je ook maar iets deed in de bouw, je ook de panden zelf ontwierp. De bouwtekeningen uit 1879 dragen zijn signatuur. Van der Linden zou een jaar later ook nog een deel van de Stadhouderskade kopen nabij de Frans Halsstraat. Van der Linden liet de gebouwen optrekken in de eclectische bouwstijl, waarin bijna alle gebouwen aan de Stadhouderskade gebouwd zijn. Van der Linden zou hier zelf gewoond hebben, waardoor er sprake is van een luxere afwerking van het pand. Zo zijn er pilasters toegepast, heeft het balkonnetjes op één en twee hoog en zijn ook de middelste ramen voorzien van pleisterwerk. Stadhouderskade 54 was tijdens de oplevering het laatste woonhuis in dit blok. Ten oosten van dit gebouw was er eerst de toegang tot het Gezellenhuis van de Sint Jozef Gezellenvereniging. Later werd daar het Van Nispenhuis neergezet, dat in 1977 afbrandde, gevolgd door nieuwbouw. Nicolaas van der Linden werd omstreeks 1837 geboren in Loosdrecht en stierf op 28 januari 1924. Hij was in 1868 getrouwd met de weduwe Amalia Louisa Poppelbaüm, geboren omstreeks 1833 en overleden 3 januari 1902. Het gezin nam de opvoeding op zich Joanna Francine Franken uit de eerdere relatie van Poppelbaüm. Joanna Francine Franken stierf zelf in 1884 in het kraambed. Nicolaas van der Linden stierf waarschijnlijk in deze woning..

Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging
Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging

De Kapel van Sint Josephs Gezellen-Vereeniging binnen het Kolpingnetwerk was een kerk met een ingang aan de Stadhouderskade 55 te Amsterdam-Zuid, De Pijp. De Sint Jozef Gezellenvereniging is sinds 1868 een vereniging van geloofsgenoten, die streden voor een beter lot van arbeiders in navolging van de priester Adolph Kolping uit Keulen. Voor de tak in Amsterdam was Hubertus Cornelis Joseph Maria van Nispen tot Sevenaer de vertegenwoordiger. Voor de vereniging verrezen eerst allerlei verenigingsgebouwen, aan de Stadhouderskade waren dat tekenlokalen etc. Men kwam eerst bijeen in bijvoorbeeld de woning van Johannes Doodeheefver van behangfirma Rath & Doodeheefver. De ruimten werden te klein en waren ook (zelf) te slecht. De vereniging kocht onder leiding van Van Nispen voor 30.000 gulden een terrein van 40.000 m² aan die Stadhouderskade. De basis voor de kapel vormt een ontwerp van Van Nispen zelf met bijdragen van architect Johan Heinrich Schmitz. Schmitz rekende niets, want was met Jan van den Biesen een van de oprichters van de vereniging. In 1875 werd de eerste steen gelegd en 25 juni 1876 vond de inwijding plaats. Het gebouw zou in de loop der jaren aan talloze renovaties en uitbreidingen bloot komen te staan. In 1955 vond de laatste grote verbouwing plaats en werd het complex omgedoopt in Van Nispenhuis. In 1977 werd het gebouw grotendeels verwoest na een grote brand en later vervangen door het huidige Willemshuis.