place

Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring

Beeld in Amsterdam-CentrumTweede Wereldoorlog-monument in Amsterdam
Gedenksteen Huis van Bewaring (1)
Gedenksteen Huis van Bewaring (1)

De Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring, ook wel Gedenksteen 4 mei genoemd, is een kunstwerk te Amsterdam-Centrum. De plastiek is ontworpen door architect Pieter Zaanen, hij was verantwoordelijk voor de nieuwbouw rond 1990 aan het Max Euweplein. Het beeld staat aan een apart liggend deel van het plein aan de zijde van het Kleine-Gartmanplantsoen, direct achter de aldaar gesitueerde Grieks aandoende poort.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring
Max Euweplein, Amsterdam Centrum

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Gedenksteen voor het voormalig Huis van BewaringLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.362841666667 ° E 4.8832027777778 °
placeToon op kaart

Adres

Max Euweplein 26
1017 MB Amsterdam, Centrum
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Gedenksteen Huis van Bewaring (1)
Gedenksteen Huis van Bewaring (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Tranen voor het verzet
Tranen voor het verzet

Tranen voor het verzet ofwel Twee tranen is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. De twee tranen van glas op een blauwe plaat is een schepping van Bernard Heesen. Heesen gaf met de tranen het leed veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog weer. Het werk hangt in een van de doorgangen van het Max Euweplein. Dat plein is aangelegd op de terreinen van het voormalige Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Dat gebouw werd tijdens de bezetting door Nazi-Duitsland door de Sicherheitsdienst en Gestapo gebruikt. Onder de tranen is een verklarende tekst te vinden: Dit gebouw, het voormalige Huis van Bewaring, werd tijdens deDuitse bezetting door de SD en Gestapo gebruikt voor politiekegevangenen. Voor velen was dit het eerste station op de weg naarconcentratiekampen, Duitse gevangenissen en plaatsen waar zij,die zich tegen bezetter te weer stelden, ter dood werden gebracht.In 1944 zijn twee overvallen op dit gebouw gepleegd in eenpoging hen te bevrijden. De eerste overval stond onder leiding vanGerrit Jan van der Veen. De tweede werd geleid door Johannes Post. De Tranen voor het verzet werd op 25 februari 1993, toen ook de Februaristaking werd herdacht, door burgemeester Ed van Thijn onthuld in aanwezigheid van de weduwen van Dirk Walda (lid van het comité Februaristaking bij de Ford-fabrieken) en Gerrit Jan van der Veen. De gedenkplaat werd vervolgens geadopteerd door het Amsterdams Lyceum, dat gedurende de bezetting zowel mensen verloor na vergelding na een verzetsactie alsook 92 leerlingen aan de Jodenvervolging. Sommigen van die slachtoffers waren in deze gevangenis opgesloten geweest. Op dezelfde dag kregen straat in Geuzenveld-Slotermeer, die naar verzetsmensen waren vernoemd nieuwe straatborden met meer uitleg over hun acties. In de directe omgeving in die (onder)doorgang staat de Gedenksteen voor het voormalig Huis van Bewaring van Pieter Zaanen, de architect van de gebouwen rondom het Max Euweplein.

Willy Alberti-museum

Het Willy Alberti-museum was een museum in Amsterdam dat was gewijd aan de Amsterdamse zanger Willy Alberti, geboren Carel Verbrugge (1926-1985). Het was gevestigd in Nieuw-West en later heropend aan de rand van de Jordaan. Er werden stukken getoond over het leven van de Jordaanse zanger, zoals foto's, schilderijen, cadeautjes, krantenknipsels, kostuums en platenhoezen. Ook waren er allerlei onderscheidingen te zien, zoals gouden platen, een oorkonde bij een koninklijke onderscheiding en een plaquette met het opschrift "Neêrlandsch jongste tenor" die hij in oktober 1940 op zijn veertiende kreeg van het Asta-theater in Amsterdam. Ook toonde het museum de pijp die Cliff Richard aan Willeke Alberti schonk voor haar vader en een aansteker die Frank Sinatra in het Concertgebouw liet vallen en door Alberti werd opgevangen. Verder waren souvenirs te zien uit zijn Amerikaanse tournee in 1959, toen hij daar met Marina een nummer 6-notering in de hitlijsten had behaald. Veel stukken zijn afkomstig uit zijn nalatenschap die zijn weduwe, Ria Kuiper, ter beschikking stelde. Zij was ook betrokken bij het geven van rondleidingen en de initiatiefneemster van het museum, samen met de zanger en danser Hans van Oort die destijds voorzitter was van de Stichting Vriendenclub Willy Alberti. Verder waren er verwante memorabilia te zien, zoals foto's van de Willy Albertistraat in Hengelo. Ria Alberti-Kuiper overleed in maart 2011. Het museum werd aanvankelijk op 5 maart 1997 geopend in het souterrain van het Hem-Hotel aan de Voorburgstraat in Nieuw-West. Op dit adres kende het museum een kort bestaan en werd het vanwege een tegenvallend bezoekersaantal in april 1998 gesloten. In 2001 werd het heropend in het centrum van Amsterdam, in het Grand Café Peter Batenburg aan het Max Euweplein. Het museum werd tot circa 2011/2014 voortgezet en is inmiddels opgeheven.

Diversity in bureaucracy
Diversity in bureaucracy

Diversity in bureaucracy is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Centrum. Het kunstwerk bestaat uit twee gebouwhoge muurschilderingen van de hand van Judith de Leeuw, indertijd 26 jaar oud. Ze wilde door middel van de schildering wijzen op klassenongelijkheid en verborgen racisme tegenover saamhorigheid. Ze liet zich daarbij inspireren door bijvoorbeeld de Black Lives Matter-beweging, de documentaireserie Klassen van HUMAN uit 2020/2021 en het etnisch profileren door de Belastingdienst. De Leeuw beeldde tweemaal een door haar ondervraagde Surinaamse ballerina af, die door haar bewegingen allerlei gemeentelijk documenten en nota’s de lucht in laat dwarrelen. Bijzonder aan de schildering is dat er verf is toegepast die lucht reinigt (Airlite-verf). Het werk kwam voort uit de vraag van de Gemeente Amsterdam om haar muurschildering van Amy Winehouse (Fokke Simonszstraat) opnieuw te zetten. Deze mural uit 2016 was door diezelfde gemeente witgekalkt, maar de buurt bleef vragen om terugkeer. In overleg met de gemeente kon ze haar beeltenis weer over de inmiddels geplaatste tags schilderen, maar de afbeelding zou ze dan na maximaal drie jaar weer moeten overschilderen. Ze voelde daar niets voor, tegelijkertijd brak de coronapandemie uit en zat De Leeuw thuis met een infectie. Desalniettemin ging ze op zoek naar een nieuwe plaats voor een muurschildering en vond die op de zuidwand van het Kleine-Gartmanplantsoen. Woningbouwvereniging De Alliantie ging akkoord. De subsidieaanvraag bij het Amsterdams Fonds voor de Kunsten leverde de afgebeelde muurschildering. Hij werd op 24 maart 2021 onthuld door wethouder Touria Meliani in bijzijn van de kunstenaar. Het werk volgde op een muurschildering in Rome (Outside in voor de lhbtq-gemeenschap). Het werd opgevolgd door een nog grotere mural op een muur van een ziekenhuis in Padua (35 bij 40 meter).