place

Henrick de Keijserstraat

Straat in Amsterdam-Zuid
Henrick de Keijserstraat 18 32
Henrick de Keijserstraat 18 32

De Henrick de Keijserstraat is een straat in Amsterdam-Zuid.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Henrick de Keijserstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Henrick de Keijserstraat
Henrick de Keijserstraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Henrick de KeijserstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.352605555556 ° E 4.8973111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Henrick de Keijserstraat
1073 TH Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Henrick de Keijserstraat 18 32
Henrick de Keijserstraat 18 32
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Straatkleed Henrick de Keijserstraat
Straatkleed Henrick de Keijserstraat

Het Straatkleed Henrick de Keijserstraat is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het is een straatschildering van de hand van Marjet Wessels Boer. Zij mocht van de woningbouwcorporatie Stadgenoot een kunstwerk plaatsen als afsluiting van een renovatietraject van wat begin 21e eeuw de Bakkerpanden heetten. Vastgoedmakelaar Gerard W. Bakker had twee woonblokken aan de Henrick de Keijserstraat naar ontwerp van Arend Jan Westerman in beheer gekregen en probeerde ermee te speculeren. De buurt verzette zich hevig. In 2008 kwamen de panden in handen van Stadgenoot, die na de renovatie een geschenkje wilde geven aan de buurt. Marjet Wessels Boer ontwierp een straatkleed, dat aangebracht werd in het stukje straat tussen de gebouwen. Daarbij haalde ze inspiratie uit onder meer de panden zelf. Die hebben een geelbruine plint; het straatkleed is uitgevoerd in die kleur. Verder gebruikte ze de symmetrie van de twee woonblokken in een symmetrische opzet. Het is tevens een eerbetoon aan de naamgever van de straat, Hendrick de Keyser, onder meer architect. In het kunstwerk zijn de silhouetten van de Munttoren en de Westerkerk aangebracht. Werkzaamheden van buurtbewoners zijn terug te vinden in het kleed. Zo zijn saxofoons te zien, rubberlaarzen en dierenpootafdrukken verwijzend naar de dierenwinkel. Om de verf op het wegdek te kunnen aanbrengen moest dat eerst grondig gereinigd en gedroogd worden. Daarna werden de mallen neergelegd en verf gespoten.

Lies Visserbrug
Lies Visserbrug

De Lies Visserbrug of brug nr. 185, is een overspanning annex voetbrug over de centrale vijver in het Sarphatipark. Die kleine brug ging het grootste deel zonder naam door het leven. Het park kreeg in 1888 haar naam, de brug in 2013. Op 3 april 2014 werd de brug min of meer definitief vernoemd door Stadsdeel Zuid; vanaf 18 februari 2020 werd de naam officieel overgenomen door de centrale stad en opgenomen in de Basisadministratie Adressen en Gebouwen. De brug is genoemd naar plaatselijk activiste Elisabeth (Lies) Visser (Hoorn, 1925-Amsterdam, 9 maart 2006), de laatste jaren wonend in de Quellijnstraat. In de jaren zeventig was De Pijp verpauperd. De gebouwen werden matig onderhouden door huisjesmelkers en er was veel criminaliteit in de buurt. Om dit tegen te gaan wilde de gemeente op grote schaal slopen en renoveren. De wijk zelf zag een grootschalige vernieuwing zoals in de Kinkerbuurt niet zitten. Uiteindelijk kwam er in De Pijp een mengeling van nieuwbouw, gerenoveerde oudbouw en oudbouw. Lies Visser was gedurende die tijd leidster van Behou Gerard Dou (genoemd naar de Gerard Doustraat), een vereniging om het karakter van de buurt ongewijzigd te (kunnen) laten. Om dat te ondersteunen ging ze niet akkoord met de uitkoopregeling van de stad; in 2015 is de Quellijnstraat 138 in dat blok een van de weinige oudbouw tussen de nieuwbouw. In die hoedanigheid kreeg ze het aan de stok met Ed van Thijn en Jan Schaefer. Ze was vaak aanwezig in het wijkcentrum. Lies Visser was ook fel gekant tegen de aanleg van de Noord-Zuidlijn, de aanleg zou de buurt laten verzakken etc. Ze bemoeide zich voorts met de aanpak van het park, het moest onderhoudsvriendelijk worden. Haar strijdbaarheid was wellicht te danken aan haar opvoeding. Zelf wilde ze naar de hbs, maar haar vader vond de huishoudschool wel voldoende. Haar “groene vingers” had ze opgedaan tijdens haar hobby als vogelaar in en om de stad. Visser was actief lid van de VVD, Lijst 13 (gemeenteraadsverkiezingen 1982) en Lijst 15 (Kamerverkiezingen). Later sloot ze zich aan bij Algemeen Belang en bij De Groenen, waar ze de strijd aanging met Roel van Duijn. Een andere brug in het park kreeg als naam: Liefdesbruggetje.

Oranjekerk (Amsterdam)
Oranjekerk (Amsterdam)

De Oranjekerk is een protestants kerkgebouw in Amsterdam, bij het Sarphatipark in de wijk De Pijp, gebouwd in de jaren 1902-'03. De inwijding vond plaats op 1 september 1903. De architect was C.B. Posthumus Meyjes sr. Begin jaren 90 waren er plannen om de kerk te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Mede door protesten uit de buurt is er een plan gekomen om de buitenkant te restaureren en het gebouw anders in te richten en een deel te verhuren als kantoorruimte. In de jaren 1997-'99 was er een drastische verbouwing waarbij de binnenkant naar ontwerp van de architect Hans Wagner totaal is veranderd. De oude kerkzaal die het merendeel van het volume van het gebouw bevatte is verdwenen en vervangen door kleinere ruimtes waaronder een kleine kerkzaal, ontworpen door architect Leo Versteijlen, en een grote foyer, die toegankelijk is vanaf de 2e Van der Helststraat. Sinds de verbouwing is er veel kunst in het gebouw te zien, waaronder van Ruudt Peters. Ook sinds 2000 is de kerktoren een rustplek en broedplaats voor gierzwaluwen in de zomermaanden. De tuin van het gebouw, ook toegankelijk vanaf de straat, is gedeeltelijk ingericht als "Bijbelse tuin". Een groot deel van de Oranjekerk wordt inmiddels gebruikt als kantoor. Voorheen werd het onder meer gebruikt door onder meer Warchild. Nadat Warchild eruitgroeide is de kerk verbouwd om twee nieuwe bedrijven te herbergen. Tegenwoordig zitten het theaterproductiebedrijf Hekwerk van Youp van 't Hek erin, tezamen met onlinemarketingbedrijf Kortingscode.nl.

Van der Helstplein 7-17
Van der Helstplein 7-17

Van der Helstplein 7-17 is een gebouwencomplex aan het Van der Helstplein in Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 6 december 2004 een rijksmonument. De bebouwing van gemeente Amsterdam had in de jaren tien van de 20e eeuw de Rustenburgerstraat bereikt. Ten zuiden daarvan lag een watergang, die weldra gedempt werd. Het gebied werd opgenomen in Plan Zuid van Hendrik Petrus Berlage van 1904. Vertraging zorgde ervoor dat het pleintje net buiten het definitieve plan van 1915/1917 viel (grens is dan de Lomanstraat). De terreinen werden in erfpacht uitgegeven en zo ook een terrein op de kop van het huizenblok Rustenburgerstraat, Van der Helstplein en Karel du Jardinstraat. Eigenaar werd de "NV Amsterdamsche Bouwmaatschappij". Zij had het plan geuit tot de bouw van acht percelen bestaande uit woon-winkeleenheid met daarop drie bovenwoningen. De bouwmaatschappij schakelde architect Piet Kramer in voor het gevelontwerp, dat zou uitmondden in een blok met adressen aan: Van der Helstplein 7-17 Rustenburgerstraat 323 en Karel du Jardinstraat 47. Kramer had het ontwerp al in 1916 klaar maar materiaalschaarste veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog verhinderde een directe start van de bouw. Het complex werd gebouwd in 1919 en 1920 in een vroege vorm van de stijl van de Amsterdamse School, al zij het hier minder uitbundig dan elders in Amsterdam. Het complex is opgetrokken uit vijf bouwlagen, de bovenste opgenomen in de kap. Volgens de stijlkenmerken van de bouwstijl kent het complex een symmetrische opbouw, hier met een lange gevel aan het plein en twee haaks geplaatste elementen in beide straten. Anders stijlkenmerken zijn terug te vinden in de combinatie natuursteen (voornamelijk de plint) en baksteen, de zaagtandmotieven op de hoeken, de houten balustraden van de balkons en de daklijsten aan de straten. Ook in de vensters is de stijl terug te vinden. De grote glaspartijen van de woningen kennen behalve bovenlichten ook zijlichten (ook wel trapjes genoemd). Voorts is er een aantal vensterpartijen met hoek geplaatst bij de scheidslijnen tussen de bebouwing aan de straten enerzijds en plein anderzijds. Die grens is verder weergegeven in de verticale zigzag-constructie in het baksteen. Tussen de winkels en woningen is een lijst te zien die ook na diverse verbouwing nog steeds voldoet aan de stijlkenmerken van de bouwstijl; die trouwens ook terug te vinden in de deuren naar de woningen, waarin eerder genoemde trapmotieven zijn terug te vinden. Lijst en deuren zijn uitgevoerd in donkerblauw met rode accenten. Jaap Huisman omschreef bouwblok en plein in 1994 in De Volkskrant als een plein met "Parijse sfeer". Hij wees er daarbij ook op dat de houten consoles, zigzag- en druipmotieven niet alleen decoratief overkwamen maar ook functioneel ter verhulling van de zolders. Het complex werd om haar stedenbouwkundige, cultuurhistorische en architectuurhistorisch belang in 2004 tot rijksmonument verklaard, alhoewel bij een restauratie een oorspronkelijk deel aan de noordzijde verdwenen is. Bij de verklaring tot monument werd ook meegenomen dat het een wezenlijk deel is (vroegste ontwerp van woningen door Kramer) is binnen het oeuvre van Piet Kramer en dat hij de lange en korte zijden van het bouwblok een aparte vormgeving gaf. Zeven bomen die staan voor dit complex dateren uit de bouwperiode en zijn door de gemeente Amsterdam tot monumentaal groen verklaard.

Tolstraat 21-53
Tolstraat 21-53

Tolstraat 21 -53 en Pieter Aertszstraat 22-28 te Amsterdam is een reeks portiekwoningen op de hoek van de Tolstraat en Pieter Aertszstraat in de "Van der Helstpleinbuurt", Amsterdam-Zuid. Het complex werd in twee fasen gebouwd in de Nieuwe Pijp. Allereerst werd rond 1913 gebouwd aan het westelijk eind van de Tolstraat, Amsterdam bouwde hier vanaf de Amstel het land in. De Algemene Woningbouw Vereniging had hier grond (vermoedelijk in erfpacht) en schakelde architect Hendrik Petrus Berlage in voor de bouw van een aantal portiekwoningen, in de 21e eeuw bekend onder Tolstraat 31-51 (midden in het blok). Een paar jaar later (1917) vroeg dezelfde woningbouwvereniging toestemming om ook de aanpalende hoek van de Tolstraat en Nieuwe Tolstraat te mogen bebouwen. Die hoek werd een scherpe hoek en daar was men in De Pijp wel aan gewend, zie bijvoorbeeld het bekende gebouw De Punt. Deze hoek werd vervolgens ontwerpen door Hendrik Petrus Berlage en Jop van Epen, beide architecten hadden en hebben een uitgebreid oeuvre bij die woningbouwvereniging. Zij kwamen hier niet met een gebouw met een taartpuntachtige plattegrond, maar een serie woningen waarbij de zijgevel van de Nieuwe Tolstraat tevens dienst doet als voorgevel van de Tolstraat. In 1917 kregen de woningen hun huisnummer; in 1919 kreeg de Nieuwe Tolstraat haar nieuwe naam Pieter Aertszstraat. Bij de weging of dit complex in aanmerking kon komen voor een status van gemeentelijk monument werd genoteerd dat: Berlage en Van Epen een sober woonblok neer lieten zetten zonder franjes aan de gevel; een overheersende daklijst is geplaatst de wooneenheden qua plattegrond in elkaar grijpen waardoor minder grondoppervlak nodig was. Met het oog gezien zijn er andere opvallende kenmerken. De portiekdeuren zijn okergeel, hetgeen afsteekt tegen het bruine baksteen. De erkers boven de toegangsdeuren worden gedragen door grijs natuursteen, hetgeen ook afsteekt tegen het baksteen. In de straat zijn vier bouwlagen zichtbaar terwijl het bouwwerk op de hoek er vijf heeft. Er werd ook geconstateerd dat er later aan het ontwerp enige concessies moest doen vanwege privacyregels. Bij oplevering moesten alle etagebewoners gebruik maken van dezelfde brievenbus. Dat werd eind 20e eeuw een ongewenste situatie; er werden metalen boxen bij de deuren (in het gehele complex) geplaatst. De manier van volbouwen vanaf de Amstel had tot resultaat dat Tolstraat 21 onderdeel van het complex het laagste huisnummer is aan de straat.