place

Straatkleed Henrick de Keijserstraat

Beeld in Amsterdam-Zuid
Straatkleed Henrick de Keijserstraat (6)
Straatkleed Henrick de Keijserstraat (6)

Het Straatkleed Henrick de Keijserstraat is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid, De Pijp. Het is een straatschildering van de hand van Marjet Wessels Boer. Zij mocht van de woningbouwcorporatie Stadgenoot een kunstwerk plaatsen als afsluiting van een renovatietraject van wat begin 21e eeuw de Bakkerpanden heetten. Vastgoedmakelaar Gerard W. Bakker had twee woonblokken aan de Henrick de Keijserstraat naar ontwerp van Arend Jan Westerman in beheer gekregen en probeerde ermee te speculeren. De buurt verzette zich hevig. In 2008 kwamen de panden in handen van Stadgenoot, die na de renovatie een geschenkje wilde geven aan de buurt. Marjet Wessels Boer ontwierp een straatkleed, dat aangebracht werd in het stukje straat tussen de gebouwen. Daarbij haalde ze inspiratie uit onder meer de panden zelf. Die hebben een geelbruine plint; het straatkleed is uitgevoerd in die kleur. Verder gebruikte ze de symmetrie van de twee woonblokken in een symmetrische opzet. Het is tevens een eerbetoon aan de naamgever van de straat, Hendrick de Keyser, onder meer architect. In het kunstwerk zijn de silhouetten van de Munttoren en de Westerkerk aangebracht. Werkzaamheden van buurtbewoners zijn terug te vinden in het kleed. Zo zijn saxofoons te zien, rubberlaarzen en dierenpootafdrukken verwijzend naar de dierenwinkel. Om de verf op het wegdek te kunnen aanbrengen moest dat eerst grondig gereinigd en gedroogd worden. Daarna werden de mallen neergelegd en verf gespoten.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Straatkleed Henrick de Keijserstraat (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Straatkleed Henrick de Keijserstraat
Henrick de Keijserstraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Straatkleed Henrick de KeijserstraatLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.352008333333 ° E 4.8975055555556 °
placeToon op kaart

Adres

Henrick de Keijserstraat 26-1
1073 TH Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Straatkleed Henrick de Keijserstraat (6)
Straatkleed Henrick de Keijserstraat (6)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Nieuwe Pijp
Nieuwe Pijp

De Nieuwe Pijp, ook wel Zuid-Pijp, is een wijk in Amsterdam, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De in het stadsdeel Zuid gelegen wijk heeft 0 inwoners (per 1 januari 2023). Op centraal stedelijk niveau aangeduid als buurtcombinatie V25 (Nieuwe Pijp) en V26 (Diamantbuurt). De oppervlakte van de Nieuwe Pijp is 93,79 hectare. Samen met de Oude Pijp vormt de Nieuwe Pijp de wijk (voorheen stadsdeel) De Pijp. De Nieuwe Pijp wordt begrensd door: Ceintuurbaan, Sarphatipark, wederom Ceintuurbaan, Amstel, Amstelkanaal en Boerenwetering. De Nieuwe Pijp is een onderdeel van het Plan Zuid van de architect Berlage uit 1917. De bebouwing werd gerealiseerd tussen 1921 en 1929. Het gebied bestaat uit twee delen, de Diamantbuurt en het gedeelte tussen de Tweede Van der Helststraat en de Van Woustraat. Het gehele gebied van de Nieuwe Pijp staat bekend om de architectuur uit de Amsterdamse School-beweging, maar het bekendst is het complex dat door Michel de Klerk en Piet Kramer werd ontworpen voor de socialistische woningbouwvereniging De Dageraad. Het omringende gebied werd verkaveld tussen coöperaties van de andere zuilen: de katholieke woningbouwvereniging Schaepman, en de algemene Bouwmaatschappij tot verkrijging van eigen woningen, later Vereniging Onze Woning. Het Dageraad-complex uit 1919-1922 is architectonisch zeer monumentaal en wordt beschouwd als een van de pronkstukken van de Amsterdamse School. Het omvat de Pieter Lodewijk Takstraat, het Thérèse Schwartzeplein, het Henriëtte Ronnerplein en de Burgemeester Tellegenstraat. Het complex omvat twee symmetrische blokken. De meest karakteristieke delen zijn de hoekpanden aan de Burgemeester Tellegenstraat, maar ook de bebouwing aan het Thérèse Schwartzeplein en het Henriëtte Ronnerplein zijn beroemd. Een tweede, iets minder karakteristiek stuk dat enkele jaren later is gebouwd, is de woningbouw rondom het Coöperatiehof uit 1928. Dit deel vertoont gelijkenissen met het complex van de Dageraad, maar is ontworpen door Piet Kramer alleen, nadat Michel de Klerk in 1923 was overleden. Ook was dit voor een andere coöperatie, de Vereniging Bouwmaatschappij ter Verkrijging van Eigen Woningen. In de Diamantbuurt bevindt zich een complex uit 1921-1925 van de architect Jop van Epen. Het omvat woningen aan de Smaragdstraat, Saffierstraat, Topaasstraat, Diamantstraat en Amsteldijk.

Tolstraat 21-53
Tolstraat 21-53

Tolstraat 21 -53 en Pieter Aertszstraat 22-28 te Amsterdam is een reeks portiekwoningen op de hoek van de Tolstraat en Pieter Aertszstraat in de "Van der Helstpleinbuurt", Amsterdam-Zuid. Het complex werd in twee fasen gebouwd in de Nieuwe Pijp. Allereerst werd rond 1913 gebouwd aan het westelijk eind van de Tolstraat, Amsterdam bouwde hier vanaf de Amstel het land in. De Algemene Woningbouw Vereniging had hier grond (vermoedelijk in erfpacht) en schakelde architect Hendrik Petrus Berlage in voor de bouw van een aantal portiekwoningen, in de 21e eeuw bekend onder Tolstraat 31-51 (midden in het blok). Een paar jaar later (1917) vroeg dezelfde woningbouwvereniging toestemming om ook de aanpalende hoek van de Tolstraat en Nieuwe Tolstraat te mogen bebouwen. Die hoek werd een scherpe hoek en daar was men in De Pijp wel aan gewend, zie bijvoorbeeld het bekende gebouw De Punt. Deze hoek werd vervolgens ontwerpen door Hendrik Petrus Berlage en Jop van Epen, beide architecten hadden en hebben een uitgebreid oeuvre bij die woningbouwvereniging. Zij kwamen hier niet met een gebouw met een taartpuntachtige plattegrond, maar een serie woningen waarbij de zijgevel van de Nieuwe Tolstraat tevens dienst doet als voorgevel van de Tolstraat. In 1917 kregen de woningen hun huisnummer; in 1919 kreeg de Nieuwe Tolstraat haar nieuwe naam Pieter Aertszstraat. Bij de weging of dit complex in aanmerking kon komen voor een status van gemeentelijk monument werd genoteerd dat: Berlage en Van Epen een sober woonblok neer lieten zetten zonder franjes aan de gevel; een overheersende daklijst is geplaatst de wooneenheden qua plattegrond in elkaar grijpen waardoor minder grondoppervlak nodig was. Met het oog gezien zijn er andere opvallende kenmerken. De portiekdeuren zijn okergeel, hetgeen afsteekt tegen het bruine baksteen. De erkers boven de toegangsdeuren worden gedragen door grijs natuursteen, hetgeen ook afsteekt tegen het baksteen. In de straat zijn vier bouwlagen zichtbaar terwijl het bouwwerk op de hoek er vijf heeft. Er werd ook geconstateerd dat er later aan het ontwerp enige concessies moest doen vanwege privacyregels. Bij oplevering moesten alle etagebewoners gebruik maken van dezelfde brievenbus. Dat werd eind 20e eeuw een ongewenste situatie; er werden metalen boxen bij de deuren (in het gehele complex) geplaatst. De manier van volbouwen vanaf de Amstel had tot resultaat dat Tolstraat 21 onderdeel van het complex het laagste huisnummer is aan de straat.

Van der Helstplein 7-17
Van der Helstplein 7-17

Van der Helstplein 7-17 is een gebouwencomplex aan het Van der Helstplein in Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 6 december 2004 een rijksmonument. De bebouwing van gemeente Amsterdam had in de jaren tien van de 20e eeuw de Rustenburgerstraat bereikt. Ten zuiden daarvan lag een watergang, die weldra gedempt werd. Het gebied werd opgenomen in Plan Zuid van Hendrik Petrus Berlage van 1904. Vertraging zorgde ervoor dat het pleintje net buiten het definitieve plan van 1915/1917 viel (grens is dan de Lomanstraat). De terreinen werden in erfpacht uitgegeven en zo ook een terrein op de kop van het huizenblok Rustenburgerstraat, Van der Helstplein en Karel du Jardinstraat. Eigenaar werd de "NV Amsterdamsche Bouwmaatschappij". Zij had het plan geuit tot de bouw van acht percelen bestaande uit woon-winkeleenheid met daarop drie bovenwoningen. De bouwmaatschappij schakelde architect Piet Kramer in voor het gevelontwerp, dat zou uitmondden in een blok met adressen aan: Van der Helstplein 7-17 Rustenburgerstraat 323 en Karel du Jardinstraat 47. Kramer had het ontwerp al in 1916 klaar maar materiaalschaarste veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog verhinderde een directe start van de bouw. Het complex werd gebouwd in 1919 en 1920 in een vroege vorm van de stijl van de Amsterdamse School, al zij het hier minder uitbundig dan elders in Amsterdam. Het complex is opgetrokken uit vijf bouwlagen, de bovenste opgenomen in de kap. Volgens de stijlkenmerken van de bouwstijl kent het complex een symmetrische opbouw, hier met een lange gevel aan het plein en twee haaks geplaatste elementen in beide straten. Anders stijlkenmerken zijn terug te vinden in de combinatie natuursteen (voornamelijk de plint) en baksteen, de zaagtandmotieven op de hoeken, de houten balustraden van de balkons en de daklijsten aan de straten. Ook in de vensters is de stijl terug te vinden. De grote glaspartijen van de woningen kennen behalve bovenlichten ook zijlichten (ook wel trapjes genoemd). Voorts is er een aantal vensterpartijen met hoek geplaatst bij de scheidslijnen tussen de bebouwing aan de straten enerzijds en plein anderzijds. Die grens is verder weergegeven in de verticale zigzag-constructie in het baksteen. Tussen de winkels en woningen is een lijst te zien die ook na diverse verbouwing nog steeds voldoet aan de stijlkenmerken van de bouwstijl; die trouwens ook terug te vinden in de deuren naar de woningen, waarin eerder genoemde trapmotieven zijn terug te vinden. Lijst en deuren zijn uitgevoerd in donkerblauw met rode accenten. Jaap Huisman omschreef bouwblok en plein in 1994 in De Volkskrant als een plein met "Parijse sfeer". Hij wees er daarbij ook op dat de houten consoles, zigzag- en druipmotieven niet alleen decoratief overkwamen maar ook functioneel ter verhulling van de zolders. Het complex werd om haar stedenbouwkundige, cultuurhistorische en architectuurhistorisch belang in 2004 tot rijksmonument verklaard, alhoewel bij een restauratie een oorspronkelijk deel aan de noordzijde verdwenen is. Bij de verklaring tot monument werd ook meegenomen dat het een wezenlijk deel is (vroegste ontwerp van woningen door Kramer) is binnen het oeuvre van Piet Kramer en dat hij de lange en korte zijden van het bouwblok een aparte vormgeving gaf. Zeven bomen die staan voor dit complex dateren uit de bouwperiode en zijn door de gemeente Amsterdam tot monumentaal groen verklaard.