place

Toegangshek Vondelpark (van Eeghenstraat)

Beeld in Amsterdam-ZuidRijksmonument in AmsterdamVondelpark
Vondelpark Van Eeghenstraat (8)
Vondelpark Van Eeghenstraat (8)

Het Toegangshek Vondelpark (van Eeghenstraat) is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het Vondelpark kent diverse ingangen. Deze zijn aangebracht in de loop der jaren. Van alle toegangen is een aantal tot rijksmonument verklaard. Ten eerste is er de toegang aan de Stadhouderskade, de hoofdingang. Daarnaast werden de toegangen aan de P.C. Hooftstraat, Roemer Visscherstraat, Vondelstraat bij nummer 120, Vondelstraat bij nummer 164 en Koninginneweg tezamen als monument verklaard. De toegang aan de Van Eeghenstraat kreeg weer een apart monumentennummer in het register. Het toegangshek aan de Van Eeghenstraat is een smeedijzeren hekwerk met vier doorgangen. Het toegangen van de middelste twee zijn opgehangen aan siersmeedijzeren hekpijlers, die aan de bovenzijde worden afgesloten met kroontjes. De twee andere hekwerken hangen aan hardstenen bewerkte pilaren op basement, die eveneens aan de bovenzijde kroontjes hebben. Het totaal werd in november 1996 opgenomen in het monumentenregister vanwege de typologische waarde, als onderdeel van het Vondelpark en vanwege haar positie in het stadsbeeld. In april 2021 werd het oorlogsmonument Sobibór-Wat doe jij? opgehangen aan de lantaarnpaal voor dit toegangshek.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Toegangshek Vondelpark (van Eeghenstraat) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Toegangshek Vondelpark (van Eeghenstraat)
Van Eeghenlaan, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Toegangshek Vondelpark (van Eeghenstraat)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.358191666667 ° E 4.8739111111111 °
placeToon op kaart

Adres

Van Eeghenlaan 35F
1071 EP Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Vondelpark Van Eeghenstraat (8)
Vondelpark Van Eeghenstraat (8)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Mama Baranka
Mama Baranka

Mama Baranka is een artistiek kunstwerk in het Vondelpark in Amsterdam-Zuid, ter nagedachtenis van de dood van Kerwin Duinmeijer. Het beeld is een initiatief van Fundashon Antiano Amsterdam (Antilliaanse welzijnsstichting). De gemeente Amsterdam was bereid 75.000 gulden bij te dragen in de kosten; de andere helft moest door particulieren bijeengebracht worden. Het beeld zou uiteindelijk 120.000 gulden kosten. Kunstenaar Nelson Carrilho kreeg na de gewelddadige dood van Kerwin Duinmeijer de opdracht om een beeld te maken. In plaats van een buste of standbeeld van Duinmeijer te maken kwam hij met zijn impressie van Mama Baranka (M'ma Aïsa, Moeder Rots, Moeder Aarde). Carrilho zag niets in een "zwarte man met zijn vuist omhoog". Hij kwam naar eigen zeggen met een negervrouw, Carrilho's persoonlijke weergave van gevoelens voor verdraagzaamheid en tegen racisme of een weergave van slachtofferschap. Hij wilde met het beeld een teken geven van waakzaamheid, rotsvastigheid en eeuwigheid in plaats van een protest tegen racisme. Vanwege de oerkracht van de vrouw/moeder in de Surinaamse of Antilliaanse cultuur vond hij het passend dat het beeld in het Vondelpark kwam te staan tussen water (vijvers), vuur (zonnestralen) en aarde (gras). Het Vondelpark werd als plaats gekozen omdat dat daar vele jongeren komen, ook uit minderheidsgroepen. De keus voor een vrouw was mede een klein protest tegen al die beelden van blanke mannen die in Nederland staan/stonden. De vorm, destijds omschreven als "beeld met gaten", verwijst naar de rotsen op Curaçao. Carrilho maakte het beeld samen met Henk Lotsy. De oerkracht wordt mede gesymboliseerd doordat de vrouw afgebeeld is met beide voeten in de grond, een sokkel ontbreekt. Carrilho liet zich qua vrmgeveing inspireren door zijn moeder en Hille Holband (Emelie Helouise Mathilda Holband). Het beeld werd op 25 augustus 1984 tijdens de eerste herdenking van de dood van Duinmeijer door de broer en pleegbroer van hem in bijzijn van wethouder Tineke van den Klinkenberg onthuld. Op de sokkel staat de tekst: Laat Amsterdam, eens bolwerk van verdraagzaamheidde toorts van tolerantie verder dragenomdat zijn huidskleur men niet kon verdragen viel hier een mensenkind uit onverdraagzaamheid. Binnen een week na de onthulling was het beeld beklad met witte verf. Andere beelden in Amsterdam van Carrilho zijn Dragers van verre in het Westerpark en Steve van Dorpel in het Nelson Mandelapark.

C.V. Gerritsenbrug
C.V. Gerritsenbrug

De C.V. Gerritsenbrug (brug 452) is een vaste brug in het Amsterdamse Vondelpark met een lengte van ongeveer 10 meter. Het Vondelpark kent een verscheidenheid aan bruggen, van de grote Diaconessenbrug (brug 454, Willemsbrug) tot de sierlijke Pater van Kilsdonkbrug (brug 450). De modernste van die bruggen is zonder meer brug 452. Ten opzichte van andere onderdelen van het park is het een anachronisme. Daar waar grote delen van het park dateren uit de late 19e eeuw, dateert deze brug uit 1956/1957. De voetbrug verzorgt de afvoer en toevoer van het Blauwe Theehuis. Omdat de brug blauwe balustrades heeft werd ze in de volksmond wel de Blauwe brug genoemd, niet te verwarren met de Blauwbrug in Amsterdam-Centrum. Echter de meeste bruggen destijds ontworpen door de Dienst der Publieke Werken kregen blauwe balustrades mee (tegenover een wit betonnen overspanning). Deze brug is ontworpen door de architect Dirk Sterenberg en bestaat uit één boog van beton met daarop de aangehaalde balustrades. Sterenberg heeft met deze brug niet alleen een van de kortste bruggen achter zijn naam staan, maar met Brug 705 ook een van de langste. Ook het verschil in gebruik tussen beide bruggen is enorm. Brug 452 is alleen geschikt voor voetgangers; brug 705 is een drukke verkeersbrug/viaduct waarover ook trams rijden in de Cornelis Lelylaan over de Johan Huizingalaan. Alhoewel er diverse malen getracht is de brug te laten afplatten en/of te verbreden om toevoer naar het theehuis per auto mogelijk te maken, werd dat steeds door het gemeente- dan wel stadsdeelbestuur tegengehouden. Ze wilden het Vondelpark zo autoluw mogelijk houden. De brug ging vanaf haar oplevering in officiële stukken naamloos door het leven als brug 452. De gemeente Amsterdam vroeg in 2016 aan de Amsterdamse bevolking om mogelijke namen voor dergelijke bruggen. Een voorstel deze brug te vernoemen naar politicus Carel Victor Gerritsen (1850-1905) werd in april 2018 goedgekeurd en opgenomen in de Basisadministratie Basisregistraties Adressen en Gebouwen.

Sobibór-Wat doe jij?
Sobibór-Wat doe jij?

Sobibór-Wat doe jij? is een artistiek kunstwerk alsmede een monument in Amsterdam-Zuid. Op 4 mei 2020 hield koning Willem-Alexander der Nederlanden een toespraak tijdens de Nationale Dodenherdenking. Daarin kwam de volgende zinsnede voor: "Sobibór begon in het Vondelpark". Hij refereerde aan de bordjes “Voor Joden verboden” die tijdens de Duitse bezetting op veel plaatsen werden bevestigd om aan te geven dat sommige plekken niet (meer) toegankelijk waren voor Joden. Eén van die bordjes werd geplaatst op de lantaarnpaal voor het toegangshek van het Vondelpark aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam-Zuid. Op zich was het een kleine ingreep in levens, maar die bordjes vormden op den duur een schakel in maatregelen die voor die bevolkingsgroep (maar ook anderen) tot ellende zou leiden met als slot ontberingen en/of vergassing in concentratiekampen of vernietigingskamp, zoals Sobibór. Die zin in de toespraak van de koning viel een Nederlandse ondernemer op, die een vergelijking trok met microagressie in de 21e eeuw, waarbij op zich kleine tekenen van onrecht, discriminatie en/of intolerantie kunnen uitgroeien tot daadwerkelijk discriminatie etc. op grotere schaal. De ondernemer moest diverse loketten af om zijn initiatief om te kunnen zetten tot daadkracht. Voor installatie van een monument in de openbare ruimte gelden allerlei (ambtelijke) regels. Bovendien was de ondernemer geen kunstenaar; hij was alleen initiator. Met bemoeienissen van diverse instanties werd in april 2021 het monumentje geplaatst. Het kreeg de vorm van een metalen plaquette (bevestigd op een straattegel) en een spiegel (bevestigd op de lantaarnpaal). Die spiegel lijkt op een eerder voorstel van Don Ceder en Marijn Bosman, maar is niet hieraan gelieerd; zij wilden een plaatsen op het Nationaal monument slavernijverleden, als spiegel op het verleden met de bedoeling dat de kijkers zich afvraag: Wat zou ik doen? (Wegkijken of niet). De titel voert terug op een gedicht van verzetsstrijder Gerrit van der Veen, geplaatst in verzetsblad De vrije kunstenaar (maart 1944) "Wat doe jij, nu je land wordt getrapt en geknecht.Nu het bloedt uit ontelbare wondenWat doe jij, nu je volk wordt ontmand en ontrecht,Door de zwarte en feldgraue honden." De eerste regel van dat gedicht is ook te lezen op het Monument voor het kunstenaarsverzet (1973) van Carel Kneulman aan de Plantage Middenlaan.

Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)
Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)

Van Breestraat 71-77 in Amsterdam is een gebouwencomplex aan de Van Breestraat te Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 31 januari 2012 een gemeentelijk monument. De terreinen, grotendeels voor landbouw bestemd, behoorden tot 1889 toe aan de gemeente Nieuwer-Amstel. De Van Breestraat, vernoemd naar musicus Johannes van Bree, kreeg haar naam op 1 juni 1898 en werd in de jaren daarop volgebouwd. Dit gebeurde veelal “pand voor pand” maar op een aantal plekken zijn ook gebouwencomplex gebouwd, zoals de vier geschakelde panden op de huisnummers 71 tot en met 77. Het viertal woonhuizen werd in 1899 onder de noemer "Bouwmaatschappij Van Bree-straat" gebouwd, de maatschappij werd geleid door Engel van der Eyk en Johan Anton de Waal (van der Eyk & De Waal). Zij combineerden hun werk als timmerlieden met die van makelaar, aannemer en architect. Meerdere door hen ontworpen en gerealiseerde gebouwen werden monument in Amsterdam. Veel ervan staan in Amsterdam-Zuid en de Watergraafsmeer (toen nog een zelfstandige gemeente). De vier woonhuizen vormen een architectonische eenheid; ze werden in de traditionele stijl gebouwd en voorzien van versieringen die passen binnen de stijl art nouveau. Ze zijn onderverdeeld in vier verdiepingen (3 woonetage en 1 zonder). Opvallend zijn de relatief grote erkers, die tevens dienen als een soort afdak van de toegangen. Deze erkers worden gedragen door consoles in een combinatie van steen en metaal. Tussen de erkers zijn aan de zijde van de Van Breestraat balkons geplaatst. Op de erkers, die alleen op de eerst verdieping geplaatst zijn, is balkonruimte geschapen. Daarboven gaan ze risalerend over in stenen dakkapellen. Deze gevelelementen zijn ook om de hoek geplaatst met uitzicht op de Jacob Obrechtstraat, al heeft die een afwijkende dakkapel.