place

Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in Amsterdam
2021 Van Breestraat 71 77, Asd (1)
2021 Van Breestraat 71 77, Asd (1)

Van Breestraat 71-77 in Amsterdam is een gebouwencomplex aan de Van Breestraat te Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 31 januari 2012 een gemeentelijk monument. De terreinen, grotendeels voor landbouw bestemd, behoorden tot 1889 toe aan de gemeente Nieuwer-Amstel. De Van Breestraat, vernoemd naar musicus Johannes van Bree, kreeg haar naam op 1 juni 1898 en werd in de jaren daarop volgebouwd. Dit gebeurde veelal “pand voor pand” maar op een aantal plekken zijn ook gebouwencomplex gebouwd, zoals de vier geschakelde panden op de huisnummers 71 tot en met 77. Het viertal woonhuizen werd in 1899 onder de noemer "Bouwmaatschappij Van Bree-straat" gebouwd, de maatschappij werd geleid door Engel van der Eyk en Johan Anton de Waal (van der Eyk & De Waal). Zij combineerden hun werk als timmerlieden met die van makelaar, aannemer en architect. Meerdere door hen ontworpen en gerealiseerde gebouwen werden monument in Amsterdam. Veel ervan staan in Amsterdam-Zuid en de Watergraafsmeer (toen nog een zelfstandige gemeente). De vier woonhuizen vormen een architectonische eenheid; ze werden in de traditionele stijl gebouwd en voorzien van versieringen die passen binnen de stijl art nouveau. Ze zijn onderverdeeld in vier verdiepingen (3 woonetage en 1 zonder). Opvallend zijn de relatief grote erkers, die tevens dienen als een soort afdak van de toegangen. Deze erkers worden gedragen door consoles in een combinatie van steen en metaal. Tussen de erkers zijn aan de zijde van de Van Breestraat balkons geplaatst. Op de erkers, die alleen op de eerst verdieping geplaatst zijn, is balkonruimte geschapen. Daarboven gaan ze risalerend over in stenen dakkapellen. Deze gevelelementen zijn ook om de hoek geplaatst met uitzicht op de Jacob Obrechtstraat, al heeft die een afwijkende dakkapel.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Van Breestraat 71-77 (Amsterdam) (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)
Van Breestraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.356363888889 ° E 4.8749138888889 °
placeToon op kaart

Adres

Van Breestraat 71
1071 ZH Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2021 Van Breestraat 71 77, Asd (1)
2021 Van Breestraat 71 77, Asd (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Van Breestraat 14-18 (Amsterdam)
Van Breestraat 14-18 (Amsterdam)

Van Breestraat 14-18 in Amsterdam is een gebouw aan de Van Breestraat te Amsterdam-Zuid. Het is sinds 31 januari 2012 een gemeentelijk monument. De terreinen grotendeels voor landbouw bestemd, behoorden tot 1889 toe aan de gemeente Nieuwer-Amstel. De Van Breestraat, vernoemd naar musicus Johannes van Bree, kreeg haar naam op 1 juni 1898 en werd in de daarop volgende jaren volgebouwd. Op 29 november 1899 vond in het kader daarvan in het Hotel Americain een aanbesteding plaats voor het bouwen van drie huizen naar een ontwerp van architect J.W.F. Hartkamp jr. Aannemer Rieken zou het gebouw voor krap 30.000 gulden bouwen. Hartkamp kwam met drie geschakelde portiekwoningen in de stijl van traditioneel bouwen met hier en daar sporen van art nouveau. Op een hardstenen plint, waarin uitsparingen voor kelderramen en portieken rijzen vier bouwlagen op. Op de begane grond liggen teruggetrokken portieken (met elk twee deuren) die extra verdiept lijken door de erkers die erboven zijn bevestigd. De erkers worden gedragen door consoles. Tot middelhoogte werden de stijlen van de portieken uitgevoerd in hardsteen. De consoles bestaan uit baksteen met hardstenen sluitstenen. Boven de lijst komt een eerste verdieping. Daarbij wisselen drie erkers en drie balkons elkaar af. Hier zijn de meeste tekenen van de art nouveau te vinden in de sierankers in de geval, als ook de hekwerken van de balkons. Opvallend zijn de bogen boven de ramen in de erkers; er zijn tussen het baksteen witte sluitstenen geplaatst. Boven de ramen die naar de balkons leiden zijn boven een metalen balk oosterse versieringen te zien. De ramen hebben een sierlijke indeling door middel van kalven. De gevel van de tweede verdieping kent een gelijke indeling als de eerste, maar de erkers hebben plaatsgemaakt door balkons met balustrades van bak- en natuursteen. Toegangen tot die balkon geschiedt door deuren met een ronde bovenzijde. De raampartijen worden afgesloten door ontspanningsbogen; de ramen zonder balkon zijn eenvoudiger uitgevoerd dan de ramen naar balkon, die weer witte sluitstenen hebben. De overgang naar de derde etage is versierd door lisenen. Drie torenachtige bouwsels onderbreken de daklijst waarboven tussen de “torens” dakkapellen zijn geplaatst. Alles leidt naar een schilddak. De torens worden afgesloten door middel van de eerder genoemde oosters uitziende elementen.

Willemsparkweg 15
Willemsparkweg 15

Willemsparkweg 15, Amsterdam is een gebouw aan de Willemsparkweg in Amsterdam-Zuid. Het gebouw is gekoppeld aan Willemsparkweg 13 en die werden rond 1886 gebouwd naar ontwerp van architect Hendrik Jan Wigman. Wigman was actief in de buurt, zo is zijn werk ook terug te vinden op Willemsparkweg 29-35 (Huis Galesloot), dat gemeentelijk monument is. Beide complexen verrezen aan de Parkweg in Nieuwer-Amstel, die in 1889 in bezit kwam van gemeente Amsterdam en een nieuwe straatnaam kreeg: Willemsparkweg. Zoals destijds gebruikelijk werd het opgeleverd in de eclectische bouwstijl met souterrain, twee woonetages en een zolderruimte. In de “puntgevels” is anno 1886 te lezen. Aandacht verdient ook de hijsbalk, hier in de vorm van een ijzeren sierwerk. De panden werden vermoedelijk in de jaren twintig grondig verbouwd. De buurt had namelijk behoefte aan winkels; bovendien is de stijl van de verbouwde voorgevel van huisnummer 13 uitgevoerd in die van de Amsterdamse school, een bouwstijl die toen gangbaar was. Er kwamen twee uit de kluiten gewassen winkels in en de voorgevels werden onherkenbaar verbouwd. Op het adres zat in 1925 een boekhandel, die failliet ging. Nieuwe huurder was het atelier van vioolbouwer Max Möller. Het bedrijf zou er in drie generaties lang tot 2006 gevestigd blijven. Een gapertje verwijst nog naar het gebruik. In 2006 nam Andreas Post, ook vioolbouwer de bedrijfsruimte in gebruik, het gapertje kon blijven hangen.

Sobibór-Wat doe jij?
Sobibór-Wat doe jij?

Sobibór-Wat doe jij? is een artistiek kunstwerk alsmede een monument in Amsterdam-Zuid. Op 4 mei 2020 hield koning Willem-Alexander der Nederlanden een toespraak tijdens de Nationale Dodenherdenking. Daarin kwam de volgende zinsnede voor: "Sobibór begon in het Vondelpark". Hij refereerde aan de bordjes “Voor Joden verboden” die tijdens de Duitse bezetting op veel plaatsen werden bevestigd om aan te geven dat sommige plekken niet (meer) toegankelijk waren voor Joden. Eén van die bordjes werd geplaatst op de lantaarnpaal voor het toegangshek van het Vondelpark aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam-Zuid. Op zich was het een kleine ingreep in levens, maar die bordjes vormden op den duur een schakel in maatregelen die voor die bevolkingsgroep (maar ook anderen) tot ellende zou leiden met als slot ontberingen en/of vergassing in concentratiekampen of vernietigingskamp, zoals Sobibór. Die zin in de toespraak van de koning viel een Nederlandse ondernemer op, die een vergelijking trok met microagressie in de 21e eeuw, waarbij op zich kleine tekenen van onrecht, discriminatie en/of intolerantie kunnen uitgroeien tot daadwerkelijk discriminatie etc. op grotere schaal. De ondernemer moest diverse loketten af om zijn initiatief om te kunnen zetten tot daadkracht. Voor installatie van een monument in de openbare ruimte gelden allerlei (ambtelijke) regels. Bovendien was de ondernemer geen kunstenaar; hij was alleen initiator. Met bemoeienissen van diverse instanties werd in april 2021 het monumentje geplaatst. Het kreeg de vorm van een metalen plaquette (bevestigd op een straattegel) en een spiegel (bevestigd op de lantaarnpaal). Die spiegel lijkt op een eerder voorstel van Don Ceder en Marijn Bosman, maar is niet hieraan gelieerd; zij wilden een plaatsen op het Nationaal monument slavernijverleden, als spiegel op het verleden met de bedoeling dat de kijkers zich afvraag: Wat zou ik doen? (Wegkijken of niet). De titel voert terug op een gedicht van verzetsstrijder Gerrit van der Veen, geplaatst in verzetsblad De vrije kunstenaar (maart 1944) "Wat doe jij, nu je land wordt getrapt en geknecht.Nu het bloedt uit ontelbare wondenWat doe jij, nu je volk wordt ontmand en ontrecht,Door de zwarte en feldgraue honden." De eerste regel van dat gedicht is ook te lezen op het Monument voor het kunstenaarsverzet (1973) van Carel Kneulman aan de Plantage Middenlaan.

Mama Baranka
Mama Baranka

Mama Baranka is een artistiek kunstwerk in het Vondelpark in Amsterdam-Zuid, ter nagedachtenis van de dood van Kerwin Duinmeijer. Het beeld is een initiatief van Fundashon Antiano Amsterdam (Antilliaanse welzijnsstichting). De gemeente Amsterdam was bereid 75.000 gulden bij te dragen in de kosten; de andere helft moest door particulieren bijeengebracht worden. Het beeld zou uiteindelijk 120.000 gulden kosten. Kunstenaar Nelson Carrilho kreeg na de gewelddadige dood van Kerwin Duinmeijer de opdracht om een beeld te maken. In plaats van een buste of standbeeld van Duinmeijer te maken kwam hij met zijn impressie van Mama Baranka (M'ma Aïsa, Moeder Rots, Moeder Aarde). Carrilho zag niets in een "zwarte man met zijn vuist omhoog". Hij kwam naar eigen zeggen met een negervrouw, Carrilho's persoonlijke weergave van gevoelens voor verdraagzaamheid en tegen racisme of een weergave van slachtofferschap. Hij wilde met het beeld een teken geven van waakzaamheid, rotsvastigheid en eeuwigheid in plaats van een protest tegen racisme. Vanwege de oerkracht van de vrouw/moeder in de Surinaamse of Antilliaanse cultuur vond hij het passend dat het beeld in het Vondelpark kwam te staan tussen water (vijvers), vuur (zonnestralen) en aarde (gras). Het Vondelpark werd als plaats gekozen omdat dat daar vele jongeren komen, ook uit minderheidsgroepen. De keus voor een vrouw was mede een klein protest tegen al die beelden van blanke mannen die in Nederland staan/stonden. De vorm, destijds omschreven als "beeld met gaten", verwijst naar de rotsen op Curaçao. Carrilho maakte het beeld samen met Henk Lotsy. De oerkracht wordt mede gesymboliseerd doordat de vrouw afgebeeld is met beide voeten in de grond, een sokkel ontbreekt. Carrilho liet zich qua vrmgeveing inspireren door zijn moeder en Hille Holband (Emelie Helouise Mathilda Holband). Het beeld werd op 25 augustus 1984 tijdens de eerste herdenking van de dood van Duinmeijer door de broer en pleegbroer van hem in bijzijn van wethouder Tineke van den Klinkenberg onthuld. Op de sokkel staat de tekst: Laat Amsterdam, eens bolwerk van verdraagzaamheidde toorts van tolerantie verder dragenomdat zijn huidskleur men niet kon verdragen viel hier een mensenkind uit onverdraagzaamheid. Binnen een week na de onthulling was het beeld beklad met witte verf. Andere beelden in Amsterdam van Carrilho zijn Dragers van verre in het Westerpark en Steve van Dorpel in het Nelson Mandelapark.