place

Obrechtkerk

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidBouwwerk van Jan StuytKerkgebouw in AmsterdamKerkgebouw in het bisdom Haarlem-AmsterdamRijksmonument in Amsterdam
Obrechtkerk
Obrechtkerk

De Obrechtkerk is de gangbare benaming voor de rooms-katholieke Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans in Amsterdam Oud-Zuid. De kerk is gelegen aan de Jacob Obrechtstraat.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Obrechtkerk (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Obrechtkerk
Johannes Verhulststraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: ObrechtkerkLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.355555555556 ° E 4.8747222222222 °
placeToon op kaart

Adres

Johannes Verhulststraat 46-H
1071 NG Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Obrechtkerk
Obrechtkerk
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)
Van Breestraat 71-77 (Amsterdam)

Van Breestraat 71-77 in Amsterdam is een gebouwencomplex aan de Van Breestraat te Amsterdam-Zuid. Het complex is sinds 31 januari 2012 een gemeentelijk monument. De terreinen, grotendeels voor landbouw bestemd, behoorden tot 1889 toe aan de gemeente Nieuwer-Amstel. De Van Breestraat, vernoemd naar musicus Johannes van Bree, kreeg haar naam op 1 juni 1898 en werd in de jaren daarop volgebouwd. Dit gebeurde veelal “pand voor pand” maar op een aantal plekken zijn ook gebouwencomplex gebouwd, zoals de vier geschakelde panden op de huisnummers 71 tot en met 77. Het viertal woonhuizen werd in 1899 onder de noemer "Bouwmaatschappij Van Bree-straat" gebouwd, de maatschappij werd geleid door Engel van der Eyk en Johan Anton de Waal (van der Eyk & De Waal). Zij combineerden hun werk als timmerlieden met die van makelaar, aannemer en architect. Meerdere door hen ontworpen en gerealiseerde gebouwen werden monument in Amsterdam. Veel ervan staan in Amsterdam-Zuid en de Watergraafsmeer (toen nog een zelfstandige gemeente). De vier woonhuizen vormen een architectonische eenheid; ze werden in de traditionele stijl gebouwd en voorzien van versieringen die passen binnen de stijl art nouveau. Ze zijn onderverdeeld in vier verdiepingen (3 woonetage en 1 zonder). Opvallend zijn de relatief grote erkers, die tevens dienen als een soort afdak van de toegangen. Deze erkers worden gedragen door consoles in een combinatie van steen en metaal. Tussen de erkers zijn aan de zijde van de Van Breestraat balkons geplaatst. Op de erkers, die alleen op de eerst verdieping geplaatst zijn, is balkonruimte geschapen. Daarboven gaan ze risalerend over in stenen dakkapellen. Deze gevelelementen zijn ook om de hoek geplaatst met uitzicht op de Jacob Obrechtstraat, al heeft die een afwijkende dakkapel.

Van Breestraat 14-18 (Amsterdam)
Van Breestraat 14-18 (Amsterdam)

Van Breestraat 14-18 in Amsterdam is een gebouw aan de Van Breestraat te Amsterdam-Zuid. Het is sinds 31 januari 2012 een gemeentelijk monument. De terreinen grotendeels voor landbouw bestemd, behoorden tot 1889 toe aan de gemeente Nieuwer-Amstel. De Van Breestraat, vernoemd naar musicus Johannes van Bree, kreeg haar naam op 1 juni 1898 en werd in de daarop volgende jaren volgebouwd. Op 29 november 1899 vond in het kader daarvan in het Hotel Americain een aanbesteding plaats voor het bouwen van drie huizen naar een ontwerp van architect J.W.F. Hartkamp jr. Aannemer Rieken zou het gebouw voor krap 30.000 gulden bouwen. Hartkamp kwam met drie geschakelde portiekwoningen in de stijl van traditioneel bouwen met hier en daar sporen van art nouveau. Op een hardstenen plint, waarin uitsparingen voor kelderramen en portieken rijzen vier bouwlagen op. Op de begane grond liggen teruggetrokken portieken (met elk twee deuren) die extra verdiept lijken door de erkers die erboven zijn bevestigd. De erkers worden gedragen door consoles. Tot middelhoogte werden de stijlen van de portieken uitgevoerd in hardsteen. De consoles bestaan uit baksteen met hardstenen sluitstenen. Boven de lijst komt een eerste verdieping. Daarbij wisselen drie erkers en drie balkons elkaar af. Hier zijn de meeste tekenen van de art nouveau te vinden in de sierankers in de geval, als ook de hekwerken van de balkons. Opvallend zijn de bogen boven de ramen in de erkers; er zijn tussen het baksteen witte sluitstenen geplaatst. Boven de ramen die naar de balkons leiden zijn boven een metalen balk oosterse versieringen te zien. De ramen hebben een sierlijke indeling door middel van kalven. De gevel van de tweede verdieping kent een gelijke indeling als de eerste, maar de erkers hebben plaatsgemaakt door balkons met balustrades van bak- en natuursteen. Toegangen tot die balkon geschiedt door deuren met een ronde bovenzijde. De raampartijen worden afgesloten door ontspanningsbogen; de ramen zonder balkon zijn eenvoudiger uitgevoerd dan de ramen naar balkon, die weer witte sluitstenen hebben. De overgang naar de derde etage is versierd door lisenen. Drie torenachtige bouwsels onderbreken de daklijst waarboven tussen de “torens” dakkapellen zijn geplaatst. Alles leidt naar een schilddak. De torens worden afgesloten door middel van de eerder genoemde oosters uitziende elementen.

Sobibór-Wat doe jij?
Sobibór-Wat doe jij?

Sobibór-Wat doe jij? is een artistiek kunstwerk alsmede een monument in Amsterdam-Zuid. Op 4 mei 2020 hield koning Willem-Alexander der Nederlanden een toespraak tijdens de Nationale Dodenherdenking. Daarin kwam de volgende zinsnede voor: "Sobibór begon in het Vondelpark". Hij refereerde aan de bordjes “Voor Joden verboden” die tijdens de Duitse bezetting op veel plaatsen werden bevestigd om aan te geven dat sommige plekken niet (meer) toegankelijk waren voor Joden. Eén van die bordjes werd geplaatst op de lantaarnpaal voor het toegangshek van het Vondelpark aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam-Zuid. Op zich was het een kleine ingreep in levens, maar die bordjes vormden op den duur een schakel in maatregelen die voor die bevolkingsgroep (maar ook anderen) tot ellende zou leiden met als slot ontberingen en/of vergassing in concentratiekampen of vernietigingskamp, zoals Sobibór. Die zin in de toespraak van de koning viel een Nederlandse ondernemer op, die een vergelijking trok met microagressie in de 21e eeuw, waarbij op zich kleine tekenen van onrecht, discriminatie en/of intolerantie kunnen uitgroeien tot daadwerkelijk discriminatie etc. op grotere schaal. De ondernemer moest diverse loketten af om zijn initiatief om te kunnen zetten tot daadkracht. Voor installatie van een monument in de openbare ruimte gelden allerlei (ambtelijke) regels. Bovendien was de ondernemer geen kunstenaar; hij was alleen initiator. Met bemoeienissen van diverse instanties werd in april 2021 het monumentje geplaatst. Het kreeg de vorm van een metalen plaquette (bevestigd op een straattegel) en een spiegel (bevestigd op de lantaarnpaal). Die spiegel lijkt op een eerder voorstel van Don Ceder en Marijn Bosman, maar is niet hieraan gelieerd; zij wilden een plaatsen op het Nationaal monument slavernijverleden, als spiegel op het verleden met de bedoeling dat de kijkers zich afvraag: Wat zou ik doen? (Wegkijken of niet). De titel voert terug op een gedicht van verzetsstrijder Gerrit van der Veen, geplaatst in verzetsblad De vrije kunstenaar (maart 1944) "Wat doe jij, nu je land wordt getrapt en geknecht.Nu het bloedt uit ontelbare wondenWat doe jij, nu je volk wordt ontmand en ontrecht,Door de zwarte en feldgraue honden." De eerste regel van dat gedicht is ook te lezen op het Monument voor het kunstenaarsverzet (1973) van Carel Kneulman aan de Plantage Middenlaan.

Isaac Israëlsbrug
Isaac Israëlsbrug

De Isaac Israëlsbrug, (Brug 408), ook bekend als Schildersbrug, is een brug in Amsterdam-Zuid. De brug overspant het Noorder Amstelkanaal en vormt de verbinding tussen de Cornelis Schuytstraat en de Breitnerstraat. De huidige brug (gegevens 2016) werd in 1961 aangelegd en was althans vanaf de tekentafel de derde brug: de eerste brug, toen aangeduid als Academiebrug was van de hand van Piet Kramer, die diverse ontwerpen maakte, de brug werd niet gebouwd; een tweede brug, die daadwerkelijk in de jaren twintig werd gebouwd, maar het verkeer eind jaren vijftig niet aan kon; de derde brug die in 1961 werd aangelegd naar een ontwerp van Dick Slebos. Tot eind jaren vijftig was het terrein gelegen ten zuiden van het Noorder Amstelkanaal een plantsoen, er was weinig verkeer. Echter met de oplevering van het Hilton Amsterdam Hotel werd het drukker en moesten de bruggen aan zowel de oost- als westkant (408 en 409) vernieuwd worden. Het werden twee betonnen vaste bruggen, die tegelijkertijd gebouwd werden. Dit werd gedaan omdat er voor de aanleg nieuwe funderingspalen de grond in moesten, dus door de bouw te combineren kon geld worden uitgespaard. Omwonenden, taxichauffeurs en ook het Hilton maakten daartegen wel bezwaar, maar de dienst Publieke Werken van Amsterdam zag geen andere mogelijkheid. De naam Schildersbrug werd gebruikt omdat in de buurt een aantal straten naar schilders is vernoemd. Cornelis Schuyt was echter een componist en organist. In juli 2016 besloot de gemeente Amsterdam dan ook om de officieuze benaming niet meer in officiële stukken te gebruiken. De brug had daarna een aantal maanden geen echte naam, maar werd aangeduid met het brugnummer 408. In februari 2017 heeft het gemeentebestuur besloten de brug te vernoemen naar de kunstenaar Isaac Israëls (1865-1934), een zoon van Jozef Israëls. Hiermee is de brug dan toch naar een schilder genoemd. Terwijl de Amsterdamse Jozef Israëlskade (door Gerard Reve in De avonden de Schilderskade genoemd) in een andere buurt ligt, zijn in de buurt van de brug straten genoemd naar George Breitner en Willem Witsen, die met Isaac Israëls tot de Amsterdamse impressionisten worden gerekend, en ook is een straat genoemd naar hun generatiegenoot Gerrit Willem Dijsselhof. Bovendien heeft Israëls werken gemaakt naar bruggen in Amsterdam, Den Haag en Batavia.