place

Gabriël Metsustraat 8

Bouwwerk in Amsterdam-ZuidGemeentelijk monument in Amsterdam
2020 Gabriël Metsustraat 8 10 (2)
2020 Gabriël Metsustraat 8 10 (2)

Gabriël Metsustraat 8 te Amsterdam is een gebouw aan de Gabriël Metsustraat in het Museumkwartier in Amsterdam Oud-Zuid. De straat werd vanaf 1899 langzaam volgebouwd, maar was eerst nog bekend als de verbinding tussen de "Van Baerlestraat en de Ruysdaelkade". Rond 1907 werd er aan die straat gebouwd aan de Nieuwe Huishoudschool ontworpen door Willem Leliman. De school en internaat was een afsplitsing van de Amsterdamse Huishoudschool aan het Zandpad, dat in de ogen van enkele onderwijzeressen, met name Martine Wittop Koning, ouderwets begon te raken. De afsplitsing vestigde zich eerst in Jan Luijkenstraat 92, maar kon zichzelf een nieuw gebouw veroorloven. Leliman kwam met een gebouw ontworpen in een stijl die een kruising tussen rationalistische stijl en Arts & crafts. Leliman liet een zichtbare scheiding zien tussen de onderwijsfunctie (benedenetages) en woongedeelten (bovenetages). De tekst "De Nieuw School" is ook in de 21e eeuw nog hoog in de gevel leesbaar. De ouders hadden er vertrouwen in want ongeveer 200 meisjes volgden de vernieuwingsgezinde onderwijzeressen naar de nieuwe school. Een van de vernieuwingen die werden doorgevoerd betrof het onderwijs op voedingsgebied. Nadat eerst een huisarts uit de buurt de meisjes er onderwijs in gaf, was het rond 1935 de beurt aan Martine Wittop Koning. Ook daarvoor was de populariteit hoog, blijkend uit het toevoegen van Gabriël Metsustraat 10 aan het gebouw in 1930/1931. Er zou nog lange tijd een school in het gebouw gevestigd zijn. Zo was vanaf 1995 de Opleiding Restauratoren in het pand gevestigd. Op 10 augustus 2009 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard. In 2015 stond het leeg, maar er werd onderzoek gedaan of het gebouw betrokken kon worden door de bibliotheek en het documentatiecentrum van het Van Gogh Museum. Die had, behalve voor de functie museum, allerlei ruimten in de stad in gebruik en dat werkte niet prettig. Voordat het Van Gogh Museum er gebruik van kon maken, moest er uitgebreid verbouwd en gerenoveerd en moest het gebouw voldoen aan de hoogste BREEAM-eisen. In 2016 trok zij het gebouw in. Bijzonder is dat de architect en de plaatsvervangend hoofdonderwijzers Maria Emalia Bosch dusdanig contact hadden voor de bouw, dat zij in 1908 trouwden. Zijn schoonvader was toen al overleden, voor diens weduwe ontwierp Leliman Krugerlaan 26 in Baarn ook wel Villa Eureka genaamd en ook een gemeentelijk monument.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Gabriël Metsustraat 8 (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Gabriël Metsustraat 8
Gabriël Metsustraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Gabriël Metsustraat 8Lees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.355908333333 ° E 4.8811583333333 °
placeToon op kaart

Adres

Gabriël Metsustraat 8
1071 EA Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2020 Gabriël Metsustraat 8 10 (2)
2020 Gabriël Metsustraat 8 10 (2)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Gabriël Metsustraat 16
Gabriël Metsustraat 16

Gabriël Metsustraat 16 te Amsterdam is een gebouw aan de Gabriël Metsustraat, Museumkwartier, Amsterdam Oud-Zuid. Die straat, die haar naam in 1899 ontving, werd in het daaropvolgend decennium bebouwd met eigenlijk een pand-voor-pandsysteem. Voor huisnummer 16 werd naar ontwerp van architect Hendrik Petrus Berlage een kunstnijverheidsschool neergezet met als officiële titel Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes met onder andere een opleiding tot tekenlerares, maar ook leerden ze boekbinden, houtsnijden en textielbewerking. Berlage ontwierp het gebouw in de rationalistische stijl. De aanbesteding vond plaats in het voorjaar van 1908. Het gebouw werd laat september 1908 in gebruik genomen. In de loop der jaren werd er flink verbouwd om het aan te passen aan steeds wisselend gebruik, maar de voorgevel bleef vrijwel onaangetast. In 1967 kwam het gebouw leeg te staan toen de toenmalige onderwijsinstelling opging in de Gerrit Rietveld Academie en zich vestigde aan de Fred. Roeskestraat in Buitenveldert/Zuidas. Na een aantal jaren onderdak te hebben geboden aan diverse instellingen, zoals in 1973 was er het Centraal Laboratorium voor Onderzoek van voorwerpen van Kunst en Wetenschap gevestigd. Het gebouw werd in 2016 aangekocht door het Koninklijk Concertgebouworkest, koop was alleen mogelijk vanwege de culturele instelling die het bleef huisvesten. Hun gebouw was te klein geworden voor alle taken en onderdelen waren al over de stad verspreid. Opnieuw werd er intern flink verbouwd zodat het genoemd orkest er in 2019 ruimtes in gebruik kon nemen met oefenruimtes, ensembleruimten, kantoren en ontvangstruimte. Het gebouw kreeg toen een uitbouw aan de achterzijde met opnieuw studio’s en ruimten voor fysiotherapie. Het gebouw kreeg toen ook een nieuwe naam: KCO House. De naam van de school was in een tegeltableau boven in de gevel te lezen, maar werd in de loop der jaren verwijderd dan wel onleesbaar gemaakt. Toen het orkest haar intrek in het gebouw nam, kwam er een nieuw tegeltableau, toen 25 meter breed en 0,51 meter hoog. Stadsdichter K. Schippers kwam met de tekst:Let·op·wat·iedereen·kan·horen·en·pas·dan·komt·het·hier·toevallig·tevoorschijn·een·nieuwe·klank. Dat werd in de kleuren Berlagegroen en goud door Koninklijke Tichelaar Makkum op 96 tegels gezet in de huisstijl van het orkest, dat uit de koker van graficus René Knip komt. Overigens zou er in het gebouw ook een tegeltableau geplaatst zijn met daarop alle namen van concertgebouwleden tot 2019. Verderop in de straat was op Gabriël Metsustraat 8 ongeveer gelijktijdig een huishoudschool neergezet. Op huisnummer 18-20 kwam ook nog een school. Berlage had voor de straat ook een theater ontworpen; het zogenaamde Museum-theater; het is er nooit gekomen.

Zigeunermonument Hel en vuur
Zigeunermonument Hel en vuur

Het Zigeunermonument Hel en vuur op het Amsterdamse Museumplein is een bronzen beeld van een man, vrouw en twee kinderen die vluchten voor een oplaaiend vuur. Het beeld staat op een gemetselde sokkel en is 3,50 m hoog. De maker is beeldhouwster Heleen Levano (Utrecht, 1941). De tekst op de sokkel is ontleend aan een dodengebed van zigeuners: Putrav lesko drom angle leste te na inkrav les mai but palpale mura brigasa (Stel hun weg in het nieuwe leven voor hen open en verlos hen van de banden van het verdriet). Op de andere zijde van de sokkel staat de volgende tekst: Zigeunermonument ter nagedachtenis aan de miljoenen omgekomen zigeuners in de Tweede Wereldoorlog. Aangeboden aan de stad Amsterdam door de Stichting ROM - 1 augustus 1978. Het beeld is een geschenk van Heleen Levano aan de Stichting ROM (vroegere belangenorganisatie voor zigeuners). Deze heeft het vervolgens aan de gemeente Amsterdam geschonken. Het monument is op 25 november 1978 onthuld door zigeunerkoning Koko Petalo. Het was het eerste monument ter wereld voor zigeuners. Heleen Levano zegt over het ontwerp: Aan Koka Patalo heb ik gevraagd wat voor zigeuners het symbool voor gevaar is. "Vuur," zei hij. Dus heb ik in het monument het vuur uitgebeeld waar ze doorheen zijn gegaan. Ik heb het gemaakt omdat het het enige antwoord is dat je kunt geven. Ik vind het iets verschrikkelijks, hoe een groep mensen heen en weer wordt gestuurd. Een heleboel mensen schijnen niet te weten of te willen weten dat er zoveel zigeuners zijn vermoord. Het is de manier om de aandacht te vestigen op een vergeten groep. Sinti en Roma houden jaarlijks op 1 augustus een herdenkingsbijeenkomst bij het monument. In de nacht van 31 juli op 1 augustus 1944 zijn 5000 Roma en Sinti (mannen, vrouwen en kinderen) in Auschwitz vergast.

Gabriël Metsustraat 7
Gabriël Metsustraat 7

Gabriel Metsustraat 7 te Amsterdam is een vrijstaand gebouw uit 1911 aan de Gabriël Metsustraat, Museumkwartier in Amsterdam-Zuid. Het gebouw staat tussen de Amerikaanse ambassade aan het Museumplein in de ingang van de Van Miereveldstraat. Architect Christiaan Posthumus Meyjes sr. ontwierp voor deze buurt met stadsvilla’s een schoolgebouw in villavorm. Hij bediende zich van de bouwstijl Um 1800, voor een gebouw dat in leergang 1912/1913 betrokken werd door een Hogere Burgerschool van de "Amsterdamsche Vereeniging voor Middelbaar onderwijs aan Meisjes". In februari 1912 vond een eerste steenleggingplaats.. In de dwarsbalk boven de toegangsdeur is de naam te lezen "Amsterdamsche Schoolvereeniging"; een opleidingsinstituut dat hier vanaf 1919 tot 1931 gevestigd was, nadat de meisjesschool alweer vertrokken was. Ook daarna bleef het gebouw onderdak bieden aan opleidingsinstituten zoals de Opleidingsschool voor Christelijk Maatschappelijk Werk (OCMA) en in de 21e eeuw is er een dependance gevestigd van de Lucia Marthas Institute for Performing Arts (LMIPA) van de Hanzehogeschool Groningen (gegevens april 2020). Posthumus Meyjes kwam destijds met een school die voldeed aan de nieuwe eisen van licht en lucht. Licht en lucht konden vanwege de grote raampartijen voldoende diep het gebouw binnendringen. Opvallend waren destijds de natuur- en scheikundelokalen en bijbehorend laboratorium. Een conciërgewoning maakte deel uit van het complex net als een verwarmingsketels en kolenbergplaats. Vanaf de begane grond zijn zichtbaar een eerste, een tweede verdieping en een kap- en/of zolderverdieping. Doorheen alle gevels vindt een afwisseling plaats tussen baksteen en natuursteen, beginnend met een natuurstenen plint. Het dak wordt gevormd door een schilddak met shingles en/of leien. Onder de kroonlijst zijn eerst guirlandes zichtbaar en daaronder bevinden zich vijf traveeen in symmetrische opzet. In de middelste travee bevindt zich de toegang met dubbele houten deuren. De toegang wordt terzijde gestaan door dorische zuilen, die het bovenliggende balkon dragen. De deuren/glaspartij toegang gevend tot het balkon wordt omringd door een natuurstenen geheel, waarin lisenen, een fries en architraaf te vinden zijn. Die omlijsting draagt voorts nog twee vaasachtige objecten. Het balkon zelf is afwisselend dicht gewerkt en wel half open. Boven de genoemde vazen zijn twee uilachtige gevelversieringen aangebracht voor dat de daklijst/kroonlijst begint. Boven de daklijst/kroonlijst zijn verdiepinghoge dakkapellen geplaatst. De twee buitenste dakkapellen zijn omgeven door klauwstukken en driehoekige frontons. De middelste dakkapel ontbeert de klauwstukken met heeft een fronton in serlianavorm. Er raampartijen in voor- en zijgevels hebben een klassieke vensterverdeling. Het gebouw werd in 1996 tot rijksmonument verklaard vanwege haar architectuur- en cultuurhistorische waarde, maar ook vanwege haar typologische waarde als schoolgebouw. De originele opdracht (gelijkend op villa) was ook een van de redenen het tot rijksmonument te verklaren.