place

Gedenkteken Joodse Musici

Joods monument in NederlandTweede Wereldoorlog-monument in Amsterdam
2023 Gedenkteken Joodse Musici, KCO, Asd (1)
2023 Gedenkteken Joodse Musici, KCO, Asd (1)

Het Gedenkteken Joodse Musici is een monument geplaatst in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Het bevindt zich op de eerste verdieping achter Grote Zaal), achter het orgel en nabij een portretbuste van Gustav Mahler. Binnenhuisarchitect Evelyne Merkx en graficus René Knip maakten het monument, beiden waren toen al jaren betrokken bij verbouwingen en (her)inrichtingen in het Concertgebouw. Zo werd onder leiding van Merkx zes jaar gewerkt aan de verplaatsing van de hoofdingang naar de oorspronkelijke ingang aan de Van Baerlestraat. Zij maakten het gedenkteken ter nagedachtenis van zeventien Joodse musici die in de Tweede Wereldoorlog op last van de Duitse bezetter plots vanwege de arisering (geen joodse musici meer in het orkest) werden ontslagen.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Gedenkteken Joodse Musici (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Gedenkteken Joodse Musici
Van Baerlestraat, Amsterdam Zuid

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Gedenkteken Joodse MusiciLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.356344444444 ° E 4.8794527777778 °
placeToon op kaart

Adres

Van Baerlestraat 98
1071 BB Amsterdam, Zuid
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2023 Gedenkteken Joodse Musici, KCO, Asd (1)
2023 Gedenkteken Joodse Musici, KCO, Asd (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Replacement piece
Replacement piece

Replacement piece is een artistiek kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het is een werk van Ger van Elk, die bij vier wegdekken in Europa een stuk verving voor een “monochrome kleurendruk op een plaat van roestvast staal”. De eerste versie van het kunstwerk Replacement piece werd in 1969 neergelegd in een asfaltstrook voor de Kunsthalle Bern ten tijde van de tentoonstelling When attitudes becomes form. Dit werk ging ten onder aan verkeers- en weersinvloeden. Een tweede versie, daterend van rond 2011, kwam in handen van het Kröller-Müller Museum; het is een plaat van 1m² groot die het patroon heeft van de omliggende tegels van een voetpad en als afwijkende tegel nauwelijks opvalt. In de loop der jaren verbleekten echter de “natuurlijke” tegels, waardoor kleurnuances ontstonden. Een derde exemplaar kwam te liggen in Venetië toen daar dezelfde tentoonstelling in Bern daar plaatsvond, in het Fondazione Prada Venezia. Een relatief groot deel van het werk van Ger van Elk is terug te vinden in het Stedelijk Museum Amsterdam. Na een langdurige verbouwing kwam in 2012 een heropening waarbij werken van Van Elk uit het depot richting vaste opstelling verhuisden. Overleg tussen museum en kunstenaar leverde in 2014 een plaats op in de traverse tussen de nieuwe vleugel (Badkuip) en de ingang van de parkeergarage (Het oor). Die traverse heeft een dek van grijze plavuizen, die zich goed leende voor een herhaling van Replacement piece, aldus de kunstenaar. De onthulling van het door hem aan het museum geschonken werk maakte hij echter niet meer mee. Het werk wordt aangegeven door een infobord dat eveneens in de grond is weggewerkt, maar toch blijft het kunstwerk nauwelijks als zodanig onherkenbaar. Op 10 november 2014 werd het beeld “onthuld” in het bijzijn van zijn weduwe en zoon. In juli 2021 verklaarde kunsthistoricus Wieteke van Zeil het in het televisieprogramma Kunst op gevoel als een van de “eenzaamste kunstwerken”. Weinigen weten dat het er is en het is ook nog eens nauwelijks opvallend.

Gabriël Metsustraat 8
Gabriël Metsustraat 8

Gabriël Metsustraat 8 te Amsterdam is een gebouw aan de Gabriël Metsustraat in het Museumkwartier in Amsterdam Oud-Zuid. De straat werd vanaf 1899 langzaam volgebouwd, maar was eerst nog bekend als de verbinding tussen de "Van Baerlestraat en de Ruysdaelkade". Rond 1907 werd er aan die straat gebouwd aan de Nieuwe Huishoudschool ontworpen door Willem Leliman. De school en internaat was een afsplitsing van de Amsterdamse Huishoudschool aan het Zandpad, dat in de ogen van enkele onderwijzeressen, met name Martine Wittop Koning, ouderwets begon te raken. De afsplitsing vestigde zich eerst in Jan Luijkenstraat 92, maar kon zichzelf een nieuw gebouw veroorloven. Leliman kwam met een gebouw ontworpen in een stijl die een kruising tussen rationalistische stijl en Arts & crafts. Leliman liet een zichtbare scheiding zien tussen de onderwijsfunctie (benedenetages) en woongedeelten (bovenetages). De tekst "De Nieuw School" is ook in de 21e eeuw nog hoog in de gevel leesbaar. De ouders hadden er vertrouwen in want ongeveer 200 meisjes volgden de vernieuwingsgezinde onderwijzeressen naar de nieuwe school. Een van de vernieuwingen die werden doorgevoerd betrof het onderwijs op voedingsgebied. Nadat eerst een huisarts uit de buurt de meisjes er onderwijs in gaf, was het rond 1935 de beurt aan Martine Wittop Koning. Ook daarvoor was de populariteit hoog, blijkend uit het toevoegen van Gabriël Metsustraat 10 aan het gebouw in 1930/1931. Er zou nog lange tijd een school in het gebouw gevestigd zijn. Zo was vanaf 1995 de Opleiding Restauratoren in het pand gevestigd. Op 10 augustus 2009 werd het gebouw tot gemeentelijk monument verklaard. In 2015 stond het leeg, maar er werd onderzoek gedaan of het gebouw betrokken kon worden door de bibliotheek en het documentatiecentrum van het Van Gogh Museum. Die had, behalve voor de functie museum, allerlei ruimten in de stad in gebruik en dat werkte niet prettig. Voordat het Van Gogh Museum er gebruik van kon maken, moest er uitgebreid verbouwd en gerenoveerd en moest het gebouw voldoen aan de hoogste BREEAM-eisen. In 2016 trok zij het gebouw in. Bijzonder is dat de architect en de plaatsvervangend hoofdonderwijzers Maria Emalia Bosch dusdanig contact hadden voor de bouw, dat zij in 1908 trouwden. Zijn schoonvader was toen al overleden, voor diens weduwe ontwierp Leliman Krugerlaan 26 in Baarn ook wel Villa Eureka genaamd en ook een gemeentelijk monument.

Sight point (for Leo Castelli)
Sight point (for Leo Castelli)

Sight point (for Leo Castelli) is een kunstwerk in Amsterdam-Zuid. Het kunstwerk is een creatie van de Amerikaanse kunstenaar Richard Serra (1938-2024). Het beeld vloeide voort uit een prijsvraag rond 1972 uitgeschreven door de Wesleyan University in Middletown (Connecticut). Ondanks dat hij de prijsvraag won, wilde de universiteit niet tot plaatsing overgaan vanwege de grootte van het object. Even later ontmoette de kunstenaar Edy de Wilde, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. Hij zag wel mogelijkheden om het gigantisch werk te plaatsen in “zijn” museumtuin. Het werd er in 1975 geplaatst. Het was Serra’s eerste werk binnen een categorie grote beelden. Richard Serra maakte een plastiek van drie weervaste staalplaten. Weervast staal is daarbij een legering van koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Deze legering heeft de eigenschap onder corrosie roodbruin te kleuren, hetgeen ook direct na plaatsing een aanvang nam, maar meer dan een jaar in beslag nam. De platen zijn elk 11,7 bij 3 meter elk en elk wegend 17.000 kilo. De platen staan scheef ten opzichte van elkaar maar raken elkaar aan de bovenzijde als in een driehoek. Samen met het contact met de grond houden de platen zich zodoende in evenwicht. Dit werd een handelsmerk van de kunstenaar, die zich lage tijd door een ingenieur liet begeleiden voor dit soort kunstwerken. Door rond of onder de platen te lopen verandert mede vanwege de grootte de indruk die de kijker krijgt van het beeld, er verschuift iets in het perspectief van het beeld. De museumtuin aan het Museumplein ging als gevolg van de herinrichting van dat plein aan het eind van de jaren negentig op de schop, waarmee ook dit beeld verdween. Die herinrichting werd gevolgd door de sloop van een deel van het Stedelijk Museum en de wederopbouw daarvan (bekend als De Badkuip) onder leiding van architect Mels Crouwel. Er was overeenstemming tussen de directeur (Gijs van Tuyl), de architect en de kunstenaar om het beeld vervolgens te plaatsen op een nieuw ontstaan plein aan de zuidoostelijke kant van het museum. In de nazomer van 2013 werd het beeld door middel van kranen teruggeplaatst, onder directeur Ann Goldstein.