place

De wiedster

Beeld in Amsterdam Nieuw-West
2022 Wiedster van IJdo op VAT, Asd (1)
2022 Wiedster van IJdo op VAT, Asd (1)

De wiedster is een artistiek kunstwerk staande in Amsterdam Nieuw-West. Dit beeld is gemaakt door Hans IJdo. Hij gaf een vrouw weer, die bezig is haar tuin te wieden. Het staat op het complex van "Vereniging Amateur Tuinders" aan de Lies Bakhuyzenlaan in wijk Sloten. Het beeld stamt uit 1958 en werd gemaakt/aangeschaft vanwege de opening van het tuinhuisjescomplex. Het werd overgedragen aan de gemeente Amsterdam, maar staat in 2022 schoongemaakt en al op het complex. Het werd op 28 juni 1958 onthuld door wethouder Goos van ‘t Hull.

Fragment uit het Wikipedia-artikel De wiedster (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

De wiedster
Amsterdam Nieuw-West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: De wiedsterLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.340419444444 ° E 4.7975444444444 °
placeToon op kaart

Adres


1066 CJ Amsterdam, Nieuw-West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

2022 Wiedster van IJdo op VAT, Asd (1)
2022 Wiedster van IJdo op VAT, Asd (1)
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Sint-Pancratiuskerk (Sloten)
Sint-Pancratiuskerk (Sloten)

De Sint-Pancratiuskerk is een rooms-katholieke kerk in het dorp Sloten. De eerste Sloterkerk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van de bisschop Willem I (van Gelre) uit 1063. Mogelijk heeft deze kerk gestaan ter hoogte van de huidige Van Suchtelen van de Haarestraat in Osdorp (tussen het Osdorpplein en Hoekenes). Sinds omstreeks 1175 ligt het dorp op zijn huidige locatie. Daar is de tweede Sloterkerk gebouwd, die echter in 1573 door de Geuzen grotendeels werd verwoest tijdens het Beleg van Haarlem. De kerk van Sloten, gewijd aan Pancratius, was een dochterkerk van die van Velsen. Het dorp lag aan de 'Heilige Weg' van Haarlem naar het toenmalige pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het Mirakel uit 1345. Waarschijnlijk mede daarom had Sloten een relatief grote kerk, vanwege de vele pelgrims die hier langs kwamen. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landbrug naar Haarlem in 1508 door de golven werd weggeslagen. Daarna ging het meeste verkeer via Sloterdijk. De kerk te Sloten werd in de 17e eeuw als protestantse kerk herbouwd, dit werd de Sloterkerk. De rooms-katholieken waren verdreven uit de kerk van Sloten en moesten enige decennia lang gebruikmaken van boerenschuren die als schuilkerk dienstdeden. In 1650 werd als vervanging een kerk te Osdorp gebouwd. Deze katholieke kerk was ook weer gewijd aan de heilige Pancratius. De kerk werd vernieuwd in 1789. De toren is er in 1836 afgewaaid. Door de vervening van de omliggende polders werd de kerk als gevolg van verzakking bouwvallig en moest in 1901 worden afgebroken. Wel bleef de oude begraafplaats tot heden bewaard aan de Osdorperweg in Oud Osdorp. Ter vervanging werd in 1901 een nieuwe Sint-Pancratiuskerk aan de oostelijke rand van het dorp Sloten gebouwd. Dit is het nog bestaande kerkgebouw aan de Sloterweg. De parochie van Osdorp werd gesplitst: het deel ten zuiden van de Lutkemeerweg kwam bij Sloten, het deel ten noorden daarvan kwam bij Halfweg. De parochie van Sint Pancratius werd in 1893 opgericht. Deze parochie had behoefte aan een eigen kerk, waarbij gekozen moest worden tussen een locatie in Sloten en een plaats in Osdorp. De bouwpastoor J.A. Haverman was een groot voorstander van de huidige locatie en was ook degene die Jan Stuyt aantrok om het gebouw te ontwerpen. Stuyt was een leerling geweest bij A.C. Bleijs (Sint-Nicolaaskerk) en bij P.J.H. Cuypers. Voor Stuyt was dit zijn eerste kerk. In zijn ontwerp voor deze sobere neogotische driebeukige kerk is de invloed van Cuypers goed terug te vinden. De kerk te Sloten is het eerste door Jan Stuyt gebouwde kerkgebouw. Het is een kleine driebeukige basilicale kerk, gebouwd in een min of meer neogotische stijl. Deze stijl is vrij sober in vergelijking met de meer "traditionele" rijke neogotische stijl die nog steeds de norm was voor katholieke kerken in die tijd. De kerk heeft een korte vierkante toren en een ondiep rechthoekig koor. Nadat al eerder het interieur werd gerestaureerd werden in 2005 het dak en de torenspits onder handen genomen. Doordat deze restauratie niet goed is uitgevoerd, is de toren in 2013 weer opnieuw gerestaureerd. In december 2019 werd door het Bisdom Haarlem-Amsterdam besloten dat de kerk per 1 januari 2020 fuseert met ver­schil­lende parochies van het stadsdeel Nieuw-West tot één parochie: De Vier Evangelisten. De gerenoveerde Pauluskerk in Osdorp is aangewezen als hoofdkerk van de parochie. Sinds 2024 zijn er in de Sint-Pancratiuskerk geen reguliere vieringen meer, bijzondere vieringen zijn nog wel mogelijk.

Brug 1861
Brug 1861

Brug 1861 is een bouwkundig kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. De brug stamt uit 1994/1995 en legt een verbinding tussen de buurten Nieuw- en Oud-Sloten. Van 1991-1994 was het voor de trampassagiers van het nabij gelegen eindpunt van tram 2 niet mogelijk zonder grote omweg in Oud Sloten te komen. Oud-Sloten is daarbij de dorpskern van wat tot 1921 de gemeente Sloten was. Nieuw-Sloten werd in die tijd uit de grond gestampt. Het gebied was eeuwenlang agrarisch gebied, ook toen het onder de gemeente Sloten viel. Als een spaghettisliert liep de Sloterweg door het gebied met aan beide zijden lintbebouwing. Langs de Sloterweg waren het kleine perceeltjes met minimale bebouwing. In het gebied dat Nieuw-Sloten zou worden waren het veelal grotere percelen met kassenbouw bediend vanuit de woningen en bedrijven aan de Sloterweg. De terreinen werden opgekocht en/of onteigend om het klaar te maken voor woningbouw. Er werd gegraven en gestort. Om een waterscheiding in stand te houden of tot stand te brengen kwam aan de noordzijde van de Sloterweg een waterscheiding. Het werd een doorlopende dijk met pad met de naam Peilscheidingskade. Het voet- en fietspad loopt van het Christoffel Plantijnpad/Jan Moretuspad naar het westen tot aan Ditlaar, dat als een onvoltooide ringweg om dorp oostelijk Sloten loopt. Om op die Peilscheidingskade te komen is het altijd noodzakelijk over een brug te gaan. Om vanaf Ditlaar op dat pad en in de straat/buurt Kortrijk te komen werd de betonnen brug 1861 neergelegd in wat geldt als het zuidwestelijk kwadrant van Nieuw-Sloten. De brug ligt in parallellogramvorm scheef over het water hetgeen geen problemen oplevert bij een vaste brug. Wat opvalt aan de brug zijn de spits toelopende balustraden. Er werd gekozen voor borstweringen aan de oostzijde, aan de westzijde ontbreken die. Vanuit die borstwering vertrekken drie ronde metalen balken, die de functie van leuning en balustrade hebben. De twee onderste daarvan lopen taps toe, ze beginnen aan weerszijden van de borstwering en eindigen tegen elkaar. De bovenste is aan de buitenzijde van de borstwering gemonteerd. Door deze constructie ontstond dicht bij de borstwering een zitje. De borstwering is opgetrokken in licht gekleurde bakstenen binnen een betonnen omlijsting. Aan beide zijden van de brug bevinden zich afwateringsroosters die moeten voorkomen dat water tussen brug en land grond wegspoelt. Dit voorkomt echter niet dat er regelmatig onderhoud aan de brug verricht moet worden. Aan beide zijden klinkt en zakt de grond in, terwijl de brug op de betonnen paalfundering op hetzelfde niveau blijft liggen. Ook het wegdek is aan erosie onderhevig. Het ontwerp van deze brug kwam van architect Gunnar Daan onder de aantekening "voetbrug met bankjes". De brug heeft een broertje, brug 1862 aan de andere zijde van Kortrijk.

Brug 1853
Brug 1853

Brug 1853 is een artistiek kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. In een eeuwenlang als agrarisch gebied gebruikt terrein werd in de jaren negentig de wijk Nieuw Sloten volgebouwd door de gemeente Amsterdam. Alhoewel de inrichting compleet wijzigde, moesten er voldoende afwateringskanalen overblijven of opnieuw gegraven worden, waaronder een ringsloot. In de noordwestelijke hoek van de wijk werd een verbinding gemaakt naar de Vrije Geer. Die verbinding werd geschikt gemaakt voor alleen voetgangers en fietsers, passend in het stelsel van gescheiden verkeersstromen dat her en der in de wijk is toegepast. De hoofdverkeersroute voor de gehele wijk is de Laan van Vlaanderen. De brug zorgt voor een directe verbinding tussen dorpskern Sloten en het eindpunt van Tram 2 op het Oudenaardeplantsoen. Brug 1853 ligt over een deel van de ringsloot, hier Kerkersloot genoemd. Het zorgt voor verbinding in voet- en fietspad Antwerpenbaan. De brug maakt deel uit van een serie bruggen rondom de wijk, die een gemeenschappelijk ontwerp heeft. De standaardkleuren van bruggen in Amsterdam Nieuw-West zijn hier toegepast, blauw en wit. De bruggen uit de serie hebben een (witte) poort aan de zijde van de woonwijk. Deze poort geeft toegang tot de overspanning, die het uiterlijk heeft van een tuibrug maar met ongelijke ophanging. Omdat de Kerkersloot vrij breed is, moest deze brug voorzien worden van een (niet centraal geplaatste) brugpijler. De overspanning wordt begrensd door blauwe leuningen annex balustraden. In die balustraden zijn zeshoeken uitgespaard. De brug komt uit circa 1994 en is ontworpen door Moshé Zwarts van ZJA (Zwarts & Jansma). Ze omschreven de bruggen als “stalen hijskranen die op poten in het water staan”. Zij gaven aan dat het ontwerp van de brug gebaseerd is op de indeling van de terreinen. De zware betonnen poort staat in het stedelijk gebied, het andere uiteinde is geheel open gelaten erop wijzend dat hier landelijk (plat) gebied ligt.