place

Vrije Geer

Park in AmsterdamSloten (Noord-Holland)Straat in Amsterdam Nieuw-West
Sloten NH wapen
Sloten NH wapen

De Vrije Geer is sinds 1954 de naam van een weg in Amsterdam ten noorden van het dorp Sloten. De naam is ontleend aan een driehoekig stuk land (een geer) rond Sloten waarvan de inwoners vrijgesteld waren van het betalen van bepaalde belastingen aan de graven van Holland. De Vrije Geer strekte zich uit van de zuidpunt van de Slootermeer (Sloterdijkermeerpolder) tot aan de Haarlemmermeer en het grondgebied van Rijk of Rietwijk. Na de bebouwing van een groot deel van de vroegere Sloterpolder met de Westelijke Tuinsteden in de jaren vijftig-zestig van de 20e eeuw bleef ten noorden van het oude dorp Sloten nog een klein deel van het veenweidegebied met het middeleeuwse slotenpatroon bewaard. Toen de gemeente Amsterdam, aansluitend aan de bouw van de wijk Nieuw Sloten, ook dit laatste stukje opengebleven land bij het oude dorp Sloten wilde bebouwen kwamen de bewoners in opstand. Op 17 mei 1995 werd een referendum georganiseerd onder de naam 'Red het Weilandje van Sloten'. Een meerderheid van de Amsterdammers stemde voor behoud en de bebouwingsplannen verdwenen van tafel. Vervolgens werd het terrein ingericht als Natuurpark Vrije Geer, dat in 2003 officieel werd geopend. Het wordt onderhouden door vrijwilligers uit het dorp Sloten.

Fragment uit het Wikipedia-artikel Vrije Geer (Licentie: CC BY-SA 3.0, Auteurs, Beeldmateriaal).

Vrije Geer
Vrije Geer, Amsterdam Nieuw-West

Geografische coördinaten (GPS) Adres Nabijgelegen plaatsen
placeToon op kaart

Wikipedia: Vrije GeerLees verder op Wikipedia

Geografische coördinaten (GPS)

Breedte Lengte
N 52.345594444444 ° E 4.7979555555556 °
placeToon op kaart

Adres

Vrije Geer
1066 SL Amsterdam, Nieuw-West
Noord-Holland, Nederland
mapOpenen op Google Maps

Sloten NH wapen
Sloten NH wapen
Ervaringen delen

Nabijgelegen plaatsen

Brug 1853
Brug 1853

Brug 1853 is een artistiek kunstwerk in Amsterdam Nieuw-West. In een eeuwenlang als agrarisch gebied gebruikt terrein werd in de jaren negentig de wijk Nieuw Sloten volgebouwd door de gemeente Amsterdam. Alhoewel de inrichting compleet wijzigde, moesten er voldoende afwateringskanalen overblijven of opnieuw gegraven worden, waaronder een ringsloot. In de noordwestelijke hoek van de wijk werd een verbinding gemaakt naar de Vrije Geer. Die verbinding werd geschikt gemaakt voor alleen voetgangers en fietsers, passend in het stelsel van gescheiden verkeersstromen dat her en der in de wijk is toegepast. De hoofdverkeersroute voor de gehele wijk is de Laan van Vlaanderen. De brug zorgt voor een directe verbinding tussen dorpskern Sloten en het eindpunt van Tram 2 op het Oudenaardeplantsoen. Brug 1853 ligt over een deel van de ringsloot, hier Kerkersloot genoemd. Het zorgt voor verbinding in voet- en fietspad Antwerpenbaan. De brug maakt deel uit van een serie bruggen rondom de wijk, die een gemeenschappelijk ontwerp heeft. De standaardkleuren van bruggen in Amsterdam Nieuw-West zijn hier toegepast, blauw en wit. De bruggen uit de serie hebben een (witte) poort aan de zijde van de woonwijk. Deze poort geeft toegang tot de overspanning, die het uiterlijk heeft van een tuibrug maar met ongelijke ophanging. Omdat de Kerkersloot vrij breed is, moest deze brug voorzien worden van een (niet centraal geplaatste) brugpijler. De overspanning wordt begrensd door blauwe leuningen annex balustraden. In die balustraden zijn zeshoeken uitgespaard. De brug komt uit circa 1994 en is ontworpen door Moshé Zwarts van ZJA (Zwarts & Jansma). Ze omschreven de bruggen als “stalen hijskranen die op poten in het water staan”. Zij gaven aan dat het ontwerp van de brug gebaseerd is op de indeling van de terreinen. De zware betonnen poort staat in het stedelijk gebied, het andere uiteinde is geheel open gelaten erop wijzend dat hier landelijk (plat) gebied ligt.

Brug 761
Brug 761

Brug 761 is een vaste brug in Amsterdam Nieuw-West. Ze is gelegen in de Baden Powellweg, overspant de Slotervaart en voert naar de Plesmanlaan, gelegen aan zuidkant van de vaart. De Baden Powellweg komt vanaf de noordelijk gelegen Ookmeerweg en loopt voor het grootste deel kaarsrecht. Bij de Pieter Calandlaan maakt zij een bocht. Na die bocht kruist zij loodrecht de Slotervaart. Die kromming was noodzakelijk omdat de Slotervaart westelijk van de brug al op de ontwerptekeningen van de wijk zuidwaarts afbuigt. Als de Baden Powellweg recht was gehouden was een veel grotere overspanning noodzakelijk. De brug dateert van ongeveer 1964, hoewel ze al op eerdere plattegronden stond aangegeven; het definitief uitgraven van de Slotervaart tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer kwam rond 1964/1965 tot stand. De brug heeft een betonnen overspanning die rust op de landhoofden en twee rijen van vier brugpijlers waarop betonnen jukken liggen. De brug kent een lichte welving. De zuidelijke landhoofden hebben de vorm van een omgekeerde trechter; dit was nodig om het verkeer naar en van de rotondekruising Plesmanlaan te kunnen geleiden. De leuningen kennen daarom hier een lichte kromming. Aan de noordkant maken de afwerkingen van de landhoofden een vrijwel rechte hoek; ook hier volgen de leuningen de randen van de landhoofden en maken dus ook een hoek van negentig graden. Wat de brug onderscheidt van andere bruggen is dat de leuningen groengrijs zijn uitgevoerd, terwijl veruit de meeste bruggen van de hand van de Dienst der Publieke Werken in blauw zijn uitgevoerd. Ten noordwesten van de brug staat de karakteristieke flat Aeckerstijn van Willem Vermeer en Izaak van Herwaarden. Ten noordoosten van de brug ligt het Jan van Zutphenplantsoen. Op het noordoostelijke deel van het landhoofd staat het kunstwerk Blauwe boog.

Jan van Zutphenplantsoen

Het Jan van Zutphenplantsoen is een plantsoen en groenstrook in de Amsterdamse wijk Osdorp. Het plantsoen is gelegen in het zuidwestelijke gedeelte van de wijk ten westen van de Hoekenesgracht, ten oosten van de Baden Powellweg, tussen de Slotervaart en de eveneens naar Jan van Zutphen vernoemde Jan van Zutphenstraat. Het plantsoen en de straat zijn met een raadsbesluit van 29 april 1964 en 8 juni 1960 vernoemd naar de diamantbewerker en later vakbondsman Jan van Zutphen. Het plantsoen is begin jaren zestig aangelegd in de toen nieuwe wijk Osdorp. De laatste tien jaar is de omgeving van het plantsoen in het kader van de stadsvernieuwing van Osdorp onherkenbaar veranderd. Veel van de oorspronkelijke bebouwing is vervangen door nieuwbouw en een stuk hoger dan voorheen. Slechts twee oude huizenblokken zijn behouden gebleven maar wel gerenoveerd. Nog wel aanwezig is de markante en karakteristieke maisonnetteflat 'Akerstein' uit de jaren zestig tegenover het plantsoen aan de overzijde van de Baden Powellweg. Destijds was dit de uiterste bebouwing van dit deel van Osdorp met er achter de tuinderijen. Het park was van juni 1983 tot september 1991 de eindhalte van bus 19. Er staat het kunstwerk Blauwe boog dat doet denken aan een hemelsblauwe blikopener. Rond 2010 werden delen van het park weggegraven om plaats te maken voor aanvullend wateroppervlak van de Slotervaart. Er bleven tussen de parkeinden vier eilandjes liggen. In 2011 werden de Zitstenen Jan van Zutphenplantsoen geplaatst.

Sint-Pancratiuskerk (Sloten)
Sint-Pancratiuskerk (Sloten)

De Sint-Pancratiuskerk is een rooms-katholieke kerk in het dorp Sloten. De eerste Sloterkerk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van de bisschop Willem I (van Gelre) uit 1063. Mogelijk heeft deze kerk gestaan ter hoogte van de huidige Van Suchtelen van de Haarestraat in Osdorp (tussen het Osdorpplein en Hoekenes). Sinds omstreeks 1175 ligt het dorp op zijn huidige locatie. Daar is de tweede Sloterkerk gebouwd, die echter in 1573 door de Geuzen grotendeels werd verwoest tijdens het Beleg van Haarlem. De kerk van Sloten, gewijd aan Pancratius, was een dochterkerk van die van Velsen. Het dorp lag aan de 'Heilige Weg' van Haarlem naar het toenmalige pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het Mirakel uit 1345. Waarschijnlijk mede daarom had Sloten een relatief grote kerk, vanwege de vele pelgrims die hier langs kwamen. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landbrug naar Haarlem in 1508 door de golven werd weggeslagen. Daarna ging het meeste verkeer via Sloterdijk. De kerk te Sloten werd in de 17e eeuw als protestantse kerk herbouwd, dit werd de Sloterkerk. De rooms-katholieken waren verdreven uit de kerk van Sloten en moesten enige decennia lang gebruikmaken van boerenschuren die als schuilkerk dienstdeden. In 1650 werd als vervanging een kerk te Osdorp gebouwd. Deze katholieke kerk was ook weer gewijd aan de heilige Pancratius. De kerk werd vernieuwd in 1789. De toren is er in 1836 afgewaaid. Door de vervening van de omliggende polders werd de kerk als gevolg van verzakking bouwvallig en moest in 1901 worden afgebroken. Wel bleef de oude begraafplaats tot heden bewaard aan de Osdorperweg in Oud Osdorp. Ter vervanging werd in 1901 een nieuwe Sint-Pancratiuskerk aan de oostelijke rand van het dorp Sloten gebouwd. Dit is het nog bestaande kerkgebouw aan de Sloterweg. De parochie van Osdorp werd gesplitst: het deel ten zuiden van de Lutkemeerweg kwam bij Sloten, het deel ten noorden daarvan kwam bij Halfweg. De parochie van Sint Pancratius werd in 1893 opgericht. Deze parochie had behoefte aan een eigen kerk, waarbij gekozen moest worden tussen een locatie in Sloten en een plaats in Osdorp. De bouwpastoor J.A. Haverman was een groot voorstander van de huidige locatie en was ook degene die Jan Stuyt aantrok om het gebouw te ontwerpen. Stuyt was een leerling geweest bij A.C. Bleijs (Sint-Nicolaaskerk) en bij P.J.H. Cuypers. Voor Stuyt was dit zijn eerste kerk. In zijn ontwerp voor deze sobere neogotische driebeukige kerk is de invloed van Cuypers goed terug te vinden. De kerk te Sloten is het eerste door Jan Stuyt gebouwde kerkgebouw. Het is een kleine driebeukige basilicale kerk, gebouwd in een min of meer neogotische stijl. Deze stijl is vrij sober in vergelijking met de meer "traditionele" rijke neogotische stijl die nog steeds de norm was voor katholieke kerken in die tijd. De kerk heeft een korte vierkante toren en een ondiep rechthoekig koor. Nadat al eerder het interieur werd gerestaureerd werden in 2005 het dak en de torenspits onder handen genomen. Doordat deze restauratie niet goed is uitgevoerd, is de toren in 2013 weer opnieuw gerestaureerd. In december 2019 werd door het Bisdom Haarlem-Amsterdam besloten dat de kerk per 1 januari 2020 fuseert met ver­schil­lende parochies van het stadsdeel Nieuw-West tot één parochie: De Vier Evangelisten. De gerenoveerde Pauluskerk in Osdorp is aangewezen als hoofdkerk van de parochie. Sinds 2024 zijn er in de Sint-Pancratiuskerk geen reguliere vieringen meer, bijzondere vieringen zijn nog wel mogelijk.